146
Groep 22: ACCEL/DECEL
Deze groep bepaalt de acceleratie- en deceleratiehellingen. Deze hellingen kunnen
paarsgewijs worden gekozen, een voor acceleratie en een voor deceleratie. Er
kunnen twee paar hellingen worden gekozen en de keuze tussen de hellingparen
wordt gemaakt via een digitale ingang.
Code Omschrijving
2201 KEUZE ACC/DEC 1/2
Bepaalt besturing voor de keuze van acceleratie-/deceleratiehellingen.
• Hellingen worden in paren gekozen, een voor acceleratie en een voor deceleratie.
• Zie onder voor de hellingparameters.
0 =
– Deactiveert de keuze, het eerste hellingpaar is actief.
NIET GESELEC
1 =
1 – Digitale ingang
DI
• Activering van de digitale ingang maakt hellingpaar 2 actief.
• Deactivering van de digitale ingang maakt hellingpaar 1 actief.
2...6 =
2...
6 – Digitale ingang
DI
DI
• Zie
1 hierboven.
DI
7 =
– Bit 10 van commandowoord 1 bepaalt de keuze van het hellingpaar.
COMM
• Het commandowoord wordt geleverd via veldbuscommunicatie.
• Het commandowoord is parameter 0301.
-1 =
1(
) – Een geïnverteerde digitale ingang
DI
INV
• Deactivering van de digitale ingang maakt hellingpaar 2 actief.
• Activering van de digitale ingang maakt hellingpaar 1 actief.
-2...-6 =
2(
)...
DI
INV
• Zie
1(
) hierboven.
DI
INV
2202 ACCELER TIJD 1
Stelt de acceleratietijd van nul tot maximumfrequentie in voor hellingpaar 1. Zie A
in afbeelding.
• De werkelijke acceleratietijd is ook afhankelijk van 2204
• Zie 2008
MAXIMUM FREQ
2203 DECELER TIJD 1
Stelt de deceleratietijd van maximumfrequentie tot nul in voor hellingpaar 1.
• De werkelijke deceleratietijd is ook afhankelijk van 2204
• Zie 2008
MAXIMUM FREQ
2204 ACC/DEC CURVE 1
Bepaalt de curve van de acceleratie-/deceleratiehelling voor hellingpaar 1. Zie B in
afbeelding.
• De curve wordt gedefinieerd als een helling, tenzij hier extra tijd wordt
toegevoegd om de maximum frequentie te bereiken. Een langere tijd geeft een
meer geleidelijke overgang aan de uiteinden van de helling. De curve gaat over
in een s-vorm.
• Vuistregel: 1/5 is een geschikt verband tussen de gebruikte acc/dec-curvetijd en
de acceleratiehellingtijd.
0.0 =
– Lineaire acceleratie-/deceleratiehellingen voor hellingpaar 1.
LINEAIR
0.1...1000.0 =
-
S
CURVE
hellingpaar 1.
2205 ACCELER TIJD 2
Stelt de acceleratietijd van nul tot maximumfrequentie in voor hellingpaar 2.
• Zie 2202
ACCELER TIJD
• Wordt ook als jogging acceleratietijd gebruikt. Zie 1004
2206 DECELER TIJD 2
Stelt de deceleratietijd van maximumfrequentie tot nul in voor hellingpaar 2.
• Zie 2203
DECELER TIJD
• Wordt ook als jogging deceleratietijd gebruikt. Zie 1004
2207 ACC/DEC CURVE 2
Bepaalt de kromme van de acceleratie-/deceleratiehelling voor hellingpaar 2.
• Zie 2204
HELLINGVORM
Parameters
1 bepaalt de keuze van het hellingpaar.
DI
2...
6 bepaalt de keuze van het hellingpaar.
DI
DI
6(
) – Een geïnverteerde digitale ingang
DI
INV
.
.
– S-vormige acceleratie-/deceleratiehellingen voor
1.
1.
1.
ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
1 bepaalt de keuze van het hellingpaar.
DI
2...
6 bepaalt de keuze van het hellingpaar.
DI
DI
1.
HELLINGSVORM
1.
HELLINGSVORM
.
KEUZE JOGGING
.
KEUZE JOGGING
.
MAX
Lineair
FREQ
B (=0)
.
MAX
S-curve
FREQ
B
A
A = 2202
ACCELERATIETIJD
B = 2204
/
ACC
DEC CURVE
T
T
1
1