ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Groep 25: KRITISCHE FREQ
Deze groep bepaalt tot drie toerentallen of toerentalbereiken die moeten worden
vermeden, bijvoorbeeld omdat bij bepaalde toerentallen mechanische
resonantieproblemen optreden.
Code Omschrijving
2501 KEUZE KRIT FREQ
Activeert of deactiveert de functie kritische frequenties. De
functie kritische frequenties vermijdt bepaalde
toerentalbereiken.
0 =
– Deactiveert de functie kritische frequenties.
UIT
1 =
– Activeert de functie kritische frequenties.
AAN
Voorbeeld: Toerentallen vermijden waarbij een
ventilatorsysteem ernstige vibratie ondergaat:
• Bepaal het problematische frequentiebereik. Stel dat dit de
volgende zijn: 18...23 Hz en 46...52 Hz.
• Stel 2501
KEUZE KRIT FREQ
• Stel 2502
KRIT FREQ
• Stel 2503
KRIT FREQ
• Stel 2504
KRIT FREQ
• Stel 2505
KRIT FREQ
2502 KRIT FREQ 1 LAAG
Stelt de onderlimiet in van kritisch frequentiebereik 1.
• De waarde moet gelijk zijn aan of lager zijn dan 2503
• De eenheid is rpm, tenzij 9904
2503 KRIT FREQ 1 HOOG
Stelt de bovenlimiet in van kritisch frequentiebereik 1.
• De waarde moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan 2502
• De eenheid is rpm, tenzij 9904
2504 KRIT FREQ 2 LAAG
Stelt de onderlimiet in van kritisch frequentiebereik 2.
• Zie parameter 2502.
2505 KRIT FREQ 2 HOOG
Stelt de bovenlimiet in van kritisch frequentiebereik 2.
• Zie parameter 2503.
2506 KRIT FREQ 3 LAAG
Stelt de onderlimiet in van kritisch frequentiebereik 3.
• Zie parameter 2502.
2507 KRIT FREQ 3 HOOG
Stelt de bovenlimiet in van kritisch frequentiebereik 3.
• Zie parameter 2503.
= 1.
1
= 18 Hz.
LAAG
1
= 23 Hz.
HOOG
2
= 46 Hz.
LAAG
2
= 52 Hz.
HOOG
MOTOR CTRL MODUS
MOTOR CTRL MODUS
f
uitgang
52
46
23
18
f1L
18
1
.
KRIT FREQ
HOOG
= 3 (
), dan is de eenheid Hz.
SCALAR
1
.
KRIT FREQ
LAAG
= 3 (
), dan is de eenheid Hz.
SCALAR
f
f1H
f2L
f2H
23
46
52
Parameters
151
(Hz)
REF