Download Print deze pagina

ABB ACS550 Series Gebruikershandleiding pagina 199

Advertenties

ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Groep 81: PFC REGELING
Deze groep bepaalt hoe de pomp/ventilator-besturing (Pump-Fan Control of PFC)
werkt. De belangrijkste kenmerken van PFC-besturing zijn:
• De ACS550 stuurt de motor van pompnummer 1, waarbij het motortoerental
wordt gevarieerd om de pompcapaciteit te sturen. Deze motor is de motor met
geregeld toerental.
• De motoren van pompnummer 2 en pompnummer 3, etc worden via
rechtstreekse aansluitingen gevoed. De ACS550 schakelt pompnummer 2 (en
vervolgens pompnummer 3, enz.) naar behoefte in en uit. Dit zijn de hulpmotoren.
• De PID-regeling van de ACS550 gebruikt twee signalen: een procesreferentie en
een terugkoppeling van de werkelijke waarde. De PID-regeling past het toerental
(de frequentie) van de eerste pomp zodanig aan dat de werkelijke waarde de
procesreferentie volgt.
• Wanneer de vraag (bepaalt door de procesreferentie) hoger is dan het vermogen
van de eerste motor (door de gebruiker bepaalt met de frequentielimiet), dan start
de PFC-besturing automatisch een hulpmotor. De PFC-besturing verlaagt tevens
het toerental van de eerste pomp ter compensatie van de bijdrage van de
hulppomp aan de totale uitgang. De PID-regeling past dan, zoals eerder, het
toerental (de frequentie) van de eerste pomp zodanig aan dat de werkelijke
waarde de procesreferentie volgt. Als de vraag blijft toenemen, voegt de PFC-
besturing volgens hetzelfde proces hulppompen toe.
• Wanneer de vraag afneemt, zodat het toerental van de eerste pomp tot beneden
de minimumlimiet (door de gebruiker bepaalt met de frequentielimiet) daalt, dan
stopt de PFC-besturing automatisch de hulppomp. De PFC-besturing voert
tevens het toerental van de eerste pomp op om te compenseren voor de
ontbrekende uitgang van de hulppomp.
• Een tussentijdse vergrendelingsfunctie (indien actief) bepaalt welke motoren off-
line (niet in bedrijf) zijn, en de PFC-besturing gaat dan door naar de
eerstvolgende beschikbare motor in de reeks.
• Een Autochange-functie (indien actief en voorzien van de betreffende
schakelingen) vereffent de bedrijfstijd van de diverse pompmotoren. Deze
automatische wisselfunctie verhoogt periodiek de positie van elke motor in de
reeks – de motor met geregeld toerental wordt de laatste hulpmotor, de eerste
hulpmotor wordt de motor met geregeld toerental, enz.
199
Parameters

Advertenties

loading