ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Groep 14: RELAISUITGANGEN
Deze groep beschrijft waardoor de relaisuitgangen geactiveerd worden.
Relaisuitgangen 4...6 zijn alleen beschikbaar als de OREL-01 Relay Output
Extension Module geïnstalleerd is.
Code Omschrijving
1401 RELAISUITGANG 1
Bepaalt welk voorval of welke staat relais 1 activeert – de betekenis van relaisuitgang 1.
0 =
– Relais wordt niet gebruikt en is onbekrachtigd.
NIET GESELEC
1 =
– Bekrachtig relais als omvormer gereed is voor bedrijf. Vereist:
GEREED
• Geen startvrijgavesignaal aanwezig.
• Geen fouten aanwezig.
• Voedingsspanning binnen bereik.
• Noodstopopdracht niet actief.
2 =
– Bekrachtig relais als de omvormer in bedrijf is.
IN BEDRIJF
3 =
(-1) – Bekrachtig relais als de spanning wordt ingeschakeld. Onbekrachtig als er een fout optreedt.
FOUT
4 =
– Bekrachtig relais als er een fout actief is.
FOUT
5 =
WAARSCHUWING
6 =
– Bekrachtig relais als de motor in omgekeerde richting draait.
ACHTERUIT
7 =
– Bekrachtig relais als de omvormer een startopdracht ontvangt (zelfs als het startvrijgavesignaal
GESTART
afwezig is). Onbekrachtig relais als de omvormer een stopopdracht ontvangt of er een fout actief is.
8=
1
BEWAK
BOVEN
• Zie
Groep 32: BEWAKING
9 =
1
BEWAK
ONDER
• Zie
Groep 32: BEWAKING
10 =
2
BEWAK
BOVEN
• Zie
Groep 32: BEWAKING
11 =
2
BEWAK
ONDER
• Zie
Groep 32: BEWAKING
12 =
3
BEWAK
BOVEN
• Zie
Groep 32: BEWAKING
13 =
3
BEWAK
ONDER
• Zie
Groep 32: BEWAKING
14 =
– Bekrachtig relais als de uitgangsfrequentie gelijk is aan de referentiefrequentie.
OP SNELHEID
15 =
(
) – Bekrachtig relais als in de omvormer een fout actief is en de omvormer zal resetten na een
FOUT
RESET
geprogrammeerde auto-resetvertraging.
• Zie parameter 3103
16 =
/
FOUT
WAARSCH
17 =
– Bekrachtig relais als externe besturing is gekozen.
EXT BESTUR
18 =
2
– Bekrachtig relais als
REF
ACTIEF
19 =
– Bekrachtig relais als een constant toerental is gekozen.
CONST FREQ
20 =
– Bekrachtig relais als er een referentie of externe bedienplaats is uitgevallen.
GEEN REF
21 =
OVERSTROOM
22 =
OVERSPANNING
23 =
– Bekrachtig relais als er een overtemperatuurwaarschuwing of -fout van de omvormer of stuurkaart
OMV TEMP
actief is.
24 =
ONDERSPANN
25 =
1
– Bekrachtig relais als het
AI
FOUT
26 =
2
– Bekrachtig relais als het
AI
FOUT
27 =
– Bekrachtig relais als er een overtemperatuurwaarschuwing of -fout van de motor actief is.
MOTOR TEMP
28 =
GEBLOKKEERD
30 =
– Bekrachtig relais als de PID-slaapfunctie actief is.
PID SLAAP
31 =
– Gebruik relais voor het starten/stoppen van de motor onder PFC-besturing (Zie
PFC
REGELING).
• Gebruik deze optie uitsluitend als PFC-besturing wordt gebruikt.
• Keuze activeren / inactiveren als de omvormer stilstaat.
32 =
AUTOCHANGE
• Gebruik deze optie uitsluitend als PFC-besturing wordt gebruikt.
33 =
– Bekrachtig relais als de motor wordt gemagnetiseerd en het nominale koppel kan leveren (motor
FLUX OPGEB
heeft nominale magnetisering bereikt).
34 =
2 – Bekrachtig relais als gebruikerparameterset 2 actief is.
GEBR MACRO
– Bekrachtig relais als een waarschuwing actief is.
– Bekrachtig relais als eerste bewaakte parameter (3201) de limiet (3203) overschrijdt.
beginnend op pagina 160.
– Bekrachtig relais als eerste bewaakte parameter (3201) onder de limiet (3202) daalt.
beginnend op pagina 160.
– Bekrachtig relais als tweede bewaakte parameter (3204) de limiet (3206) overschrijdt.
beginnend op pagina 160.
–Bekrachtig relais als tweede bewaakte parameter (3204) onder de limiet (3205) daalt.
beginnend op pagina 160.
– Bekrachtig relais als derde bewaakte parameter (3207) de limiet (3209) overschrijdt.
beginnend op pagina 160.
– Bekrachtig relais als derde bewaakte parameter (3207) onder de limiet (3208) daalt.
beginnend op pagina 160.
.
VERTRAGINGSTIJD
– Bekrachtig relais als er een fout of waarschuwing actief is.
EXT
– Bekrachtig relais als er een overstroomwaarschuwing of -fout actief is.
– Bekrachtig relais als er een overspanningwaarschuwing of -fout actief is.
– Bekrachtig relais als er een onderspanningwaarschuwing of -fout actief is.
1 signaal is uitgevallen.
AI
2 signaal is uitgevallen.
AI
– Bekrachtig relais als er een blokkeerwaarschuwing of -fout actief is.
– Bekrachtig relais als PFC-autochangewerking actief is.
2 is gekozen.
131
Groep 81: PFC
Parameters