Handleidingen en andere productdocumenten kunt u in PDF-formaat vinden op Internet. Zie de sectie Documenta- tiebibliotheek op Internet op de binnenkant van het achterblad. Voor handleidingen die niet beschikbaar zijn in de documentatiebibliotheek, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke ABB-vertegenwoordiger.
Pagina 3
Gebruikershandleiding ACS355 Inhoudsopgave 1. Veiligheid 4. Mechanische installatie 6. Elektrische installatie 8. Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 3AUA0000071762 Rev D Vertaling van origineel document 3AUA0000066143 2018 ABB Oy. Alle rechten voorbehouden. Rev D GELDIG VANAF: 2018-01-01...
Veiligheid 17 Veiligheid Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft veiligheidsinstructies die opgevolgd moeten worden bij het installeren, bedienen en onderhouden van de frequentie-omvormer. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of er kan schade ontstaan aan de omvormer, de motor of aangedreven apparatuur. Lees de veiligheidsvoorschrif- ten voordat u eventuele werkzaamheden aan of met deze omvormer uitvoert.
18 Veiligheid Veiligheid bij installatie en onderhoud Deze veiligheidsinstructies gelden voor alle werkzaamheden aan de frequentie- omvormer, de motorkabel of de motor. Elektrische veiligheid WAARSCHUWING! Het negeren van de volgende instructies kan verwonding of dodelijk letsel veroorzaken, of beschadiging van de apparatuur. De installatie en het onderhoud van de frequentie-omvormer mag uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerde elektriciens! •...
• De omvormer kan niet ter plaatse worden gerepareerd. Probeer een defecte omvormer nooit zelf te repareren; neem contact op met uw plaatselijke ABB vertegenwoordiger of geautoriseerd Service Centrum voor een vervangende omvormer.
20 Veiligheid Veilig opstarten en bedrijf Deze waarschuwingen zijn bestemd voor personen die het bedrijf van de omvormer plannen of de omvormer opstarten of bedienen. Elektrische veiligheid Gebruik van synchrone permanent-magneetmotoren met omvormers Deze waarschuwingen betreffen het gebruik van synchrone permanent-magneetmo- toren met een omvormer.
Inleiding 21 Inleiding Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de toepasbaarheid, de doelgroep en het doel van deze handleiding. Het beschrijft de inhoud van deze handleiding en verwijst naar een lijst met verwante handleidingen voor meer informatie. Het bevat ook een stroomschema ter controle van de aflevering, de installatie en het in bedrijf nemen van de omvormer.
22 Inleiding Inhoud van deze handleiding Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken: • Veiligheid (pagina 17) bevat veiligheidsinstructies die opgevolgd moeten worden bij het installeren, in bedrijf nemen, bedienen en onderhouden van de omvormer. • Inleiding (dit hoofdstuk, pagina 21) beschrijft de toepasbaarheid, de doelgroep, het doel en de inhoud van deze handleiding.
Nadere informatie (binnenkant van achterblad, pagina 453) beschrijft hoe pro- duct- en service-informatie opgevraagd kan worden, hoe informatie over product- training verkregen kan worden, hoe feedback over ABB-omvormers gegeven kan worden en hoe documenten op internet gevonden kunnen worden. Verwante documenten...
24 Inleiding Beknopt stroomschema voor installatie en inbedrijfstelling Taak Stel de frameafmetingen van de omvormer Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving: vast: R0…R4. Sleutel voor typeaanduiding op pagina Technische gegevens: Nominale waarden pagina Plan de installatie: selecteer de kabels, etc. Planning van de elektrische installatie pagina Controleer de omgevingsomstandigheden, nominale waarden en de vereiste luchtstro-...
Inleiding 25 Termen en afkortingen Term/afkorting Uitleg ACS-CP-A Assistent-bedieningspaneel, geavanceerd operator toetsenpaneeltje voor communicatie met de omvormer ACS-CP-C Basis-bedieningspaneel, basis operator-toetsenpaneeltje voor communicatie met de omvormer ACS-CP-D Assistent-bedieningspaneel voor Aziatische talen, geavanceerd operator toetsenpaneeltje voor communicatie met de omvormer Remchopper Geleidt, wanneer nodig, het overschot aan energie van de tussenkring van de omvormer naar de remweerstand.
Pagina 26
26 Inleiding Term/afkorting Uitleg Ingang/Uitgang ID-run Identificatie-run IGBT Insulated gate bipolar transistor Tussenkring Zie DC-link. Inverter Converteert gelijkstroom en -spanning naar wisselstroom en -spanning. IT-systeem Type voedingssysteem dat geen (lage-impedantie) verbinding met aarde heeft. LRFI Serie optionele EMC-filters Minst significante woord Macro Vooraf gedefinieerde, standaard waarden van parameters in het besturingsprogramma van een omvormer.
Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving 27 Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving Overzicht Het hoofdstuk beschrijft in het kort het werkingsprincipe, lay-out, typeaanduidingsla- bel en informatie over type-aanduiding. Het bevat ook een algemeen schema van voedingsaansluitingen en besturingsinterfaces. Werkingsprincipe De ACS355 is een aan de wand of in een schakelkast monteerbare omvormer voor het besturen van asynchrone AC-inductiemotoren en synchrone permanentmagneet- motoren.
28 Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving Productoverzicht Plaats van de diverse onderdelen De lay-out van de omvormer wordt hieronder getoond. De constructie van de verschillende frame-afmetingen R0…R4 is enigszins afwijkend. Met kappen (R0 en R1) Zonder kappen (R0 en R1) Koel-uitlaat door de bovenkap 10 Aardingsschroef voor EMC-filter (EMC).
Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving 29 Overzicht van vermogens- en besturingsaansluitingen Het schema toont een overzicht van aansluitingen. I/O aansluitingen kunnen gepara- meteriseerd worden. Zie het hoofdstuk Applicatiemacro's op pagina voor de I/O- aansluitingen voor de verschillende macro’s en hoofdstuk Elektrische installatie pagina voor de installatie in het algemeen.
A, B, C, … voor product-revisienummer XXXX: Geheel getal, dat elke week bij 0001 begint 5 ABB MRP code van de omvormer 6 CE markering en C-Tick, C-UL US, RoHS en TUV NORD markering (het label van uw omvormer geeft de geldende markeringen weer)
Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving 31 Sleutel voor typeaanduiding Een type-aanduiding bevat informatie over de specificatie en configuratie van de omvormer. U kunt de typeaanduiding vinden op het typeplaatje op de omvormer. De eerste tekens links geven de basisconfiguratie aan, bijvoorbeeld ACS355-03E-07A3- 4.
Pagina 32
32 Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving...
Mechanische installatie 33 Mechanische installatie Overzicht Het hoofdstuk beschrijft het controleren van de installatieplaats, uitpakken, controle van de levering en het mechanisch installeren van de omvormer. Controle van de installatieplaats De omvormer kan aan de muur of in een kast gemonteerd worden. Kijk in de eisen aan de behuizing om te zien of de NEMA 1 optie nodig is voor montage aan de wand (zie hoofdstuk Technische gegevens...
34 Mechanische installatie Wand De wand dient zo verticaal en zo vlak mogelijk te zijn, uit onbrandbaar materiaal te bestaan en stevig genoeg te zijn om het gewicht van de omvormer te kunnen dragen. Vloer De vloer/het materiaal onder de omvormer dient onbrandbaar te zijn. Vrije ruimte rondom de omvormer De vereiste vrije ruimte voor koeling boven en onder de omvormer is 75 mm (3 in).
Mechanische installatie 35 Uitpakken De omvormer (1) wordt geleverd in een pakket dat tevens de volgende onderdelen bevat (frame-afmeting R1 is te zien in de figuur): • plastic zak (2) inclusief klemplaat (ook gebruikt voor I/O kabels in frame-afmeting R3 en R4), I/O klemplaat (voor frame-afmetingen R0…R2), aardingsplaat voor optionele veldbus, klemmen en schroeven •...
36 Mechanische installatie Installatie De instructies in deze handleiding betreffen omvormers met beschermingsgraad IP20. Gebruik om te voldoen aan NEMA 1, de MUL1-R1, MUL1-R3 of MUL1-R4 optiekit, die geleverd wordt met meertalige installatie-instructies (respectievelijk 3AFE68642868, 3AFE68643147 of 3AUA0000025916). Om een hogere beschermingsgraad te verkrijgen, moet de omvormer in een kast geïnstalleerd worden.
Pagina 37
Mechanische installatie 37 Op DIN rail 1. "Klik" de omvormer op de rail. Om de omvormer weer los te maken, drukt u op de ontgrendel-pal bovenop de omvormer (1b).
38 Mechanische installatie Maak de klemplaten vast Opmerking: Zorg er voor dat u de klemplaten niet weggooit, omdat deze nodig zijn voor een juiste aarding van de vermogens- en besturingskabels en ook van de optionele veldbus. 1. Maak de klemplaat (A) met de meegeleverde schroeven vast aan de plaat onderaan de omvormer.
Opmerking: De installatie moet altijd ontworpen en geïnstalleerd worden volgens de geldende plaatselijke wetten en voorschriften. ABB is op geen enkele wijze aansprake- lijk voor een installatie die in strijd is met de plaatselijke wetten en/of andere voorschrif- ten.
40 Planning van de elektrische installatie Keuze van de lastscheider voeding (schakelvoorziening) Installeer een met de hand bediende lastscheider (schakelaarvoorziening) tussen de voeding en de omvormer. De lastscheider moet van een type zijn dat tijdens installatie- en onderhoudswerk in de open stand kan worden vergrendeld. ...
402). Als motormagneetschakelaars gebruikt worden, is het schakelen van de magneetschakelaars tijdens bedrijf niet aanbevolen. Wanneer er meer dan 4 motoren door één omvormer bestuurd moeten worden, neem dan contact op met uw plaatselijke ABB-vertegenwoordiger. Kiezen van de vermogenskabels ...
42 Planning van de elektrische installatie Alternatieve typen vermogenskabel Hieronder worden typen vermogenskabel aangegeven die met de omvormer kunnen worden gebruikt. Motorkabels Opmerking: Een aparte PE-geleider is vereist als het geleidend vermogen van de (ook aanbevolen voor voedingskabels) kabelafscherming niet voldoende is voor Symmetrisch afgeschermde kabel: drie het doel.
Planning van de elektrische installatie 43 Aanvullende eisen voor de VS Kabel van het type MC met geribd aluminium pantser en symmetrische aardgeleider of een afgeschermde vermogenskabel wordt aanbevolen voor de motorkabels als geen metallische kabelgoot wordt gebruikt. De vermogenskabels moeten geschikt zijn voor 75 °C (167 °F). Kabelgoot Als kabelgoten moeten worden gekoppeld, moet u de naad met een aardgeleider overbruggen om elke kant van de naad te verbinden.
Kabel voor bedieningspaneel Bij afstandsbediening mag de kabel die het bedieningspaneel verbindt met de omvormer nooit langer zijn dan 3 m (10 ft). Het kabeltype dat door ABB getest en goedgekeurd is, wordt gebruikt in de optiekit voor het bedieningspaneel.
Planning van de elektrische installatie 45 Kabelloop De motorkabel mag niet in de buurt van andere kabelroutes worden gelegd. De motorkabels van verschillende omvormers kunnen wel naast elkaar lopen. Het verdient aanbeveling de motorkabel, netvoedingskabels en besturingskabels in aparte goten te installeren. Om de elektromagnetische interferentie, die wordt veroorzaakt door de snelle veranderingen in de uitgangsspanning van de frequentie- omvormer, te verminderen moet u vermijden dat de motorkabel lange tijd parallel loopt met andere kabels.
46 Planning van de elektrische installatie Beveiligen van de omvormer, voedingskabel, motor en motorkabel in kortsluitsituaties en tegen thermische overbelasting Beveiligen van de omvormer en voedingskabel in kortsluitsituaties Regel de beveiliging volgens de volgende richtlijnen. Bedradingsschema Kortsluit-beveiliging Beveilig de omvormer en Laagspannings Ingangskabel Omvormer...
Planning van de elektrische installatie 47 Beveiligen van de motor tegen thermische overbelasting. Volgens regelgeving moet de motor beveiligd worden tegen oververhitting en de stroom moet uitgeschakeld worden wanneer oververhitting geconstateerd wordt. De omvormer bevat een thermische-motorbeveiligingfunctie die de motor beveiligt en de stroom indien nodig uitschakelt.
48 Planning van de elektrische installatie Als er veelvuldig een bypass moet worden gebruikt, gebruik dan mechanisch vergrendelde schakelaars of magneetschakelaars om er voor te zorgen dat de motorklemmen niet tegelijkertijd aangesloten zijn op de AC voedingsklemmen en de uitgangsklemmen van de omvormer. Bescherming van de contacten van de relaisuitgangen Inductieve belastingen (relais, magneetschakelaars, motoren) veroorzaken overspanning bij het uitschakelen.
Elektrische installatie 49 Elektrische installatie Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft het controleren van de isolatie van het omvormersysteem en de compatibiliteit met IT- (ongeaarde) en hoekgeaarde TN-systemen en het aansluiten van vermogenskabels en besturingskabels. WAARSCHUWING! De in dit hoofdstuk beschreven installatie mag slechts worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien.
500 V DC te gebruiken. De isolatieweerstand van een ABB-motor moet de 100 Mohm overschrijden (referentie- waarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de isolatieweerstand van andere motors moet u de instructies van de fabrikant raad- plegen.
Elektrische installatie 51 Aansluiten van de vermogenskabels Aansluitschema Omvormer INGANG UITGANG U1/L V1/N W1 BRK+ BRK- U2 V2 W2 Zie voor alterna- tieven de sectie Keuze van de lastscheider voe- ding (schakel- Optionele voorziening) remweerstand pagina 40. Motor of Gemeensch. L1/L L2/N L3 Aard het andere einde van de PE-geleider bij de laagspanningsverdeling.
52 Elektrische installatie Aansluitprocedure 1. Strip de voedingskabel. Aard de blote afscherming van de kabel (indien aanwezig) over 360 graden onder de aardklem. Maak de aardgeleider (PE) van de voedingskabel vast onder de aardingsklem. Sluit de fasegeleiders aan op de klemmen U1, V1 en W1.
Elektrische installatie 53 Aansluiten van de besturingskabels I/O klemmen Onderstaand figuur toont de I/O klemmen. Aandraaimoment = 0,4 N·m / 3,5 lbf.in. X1C:STO X1A: X1B: 1 2 3 4 1: SCR 17: ROCOM 2: AI1 18: RONC 3: GND 19: RONO 4: +10 V 20: DOSRC...
Pagina 54
54 Elektrische installatie Aansluiting van spanning en stroom voor analoge ingangen Bipolaire spanning (-10…10 V) en stroom (-20…20 mA) zijn ook mogelijk. Voor het gebruik van een bipolaire aansluiting in plaats van een unipolaire, zie de sectie Programmeerbare analoge ingangen op pagina voor het dienovereenkomstig instellen van de parameters.
9902 APPLICATIEMACRO. De standaard macro is de ABB standaardmacro. Deze macro biedt een algemene I/O configuratie met drie constante toerentallen. De parameterwaarden zijn de standaard- waarden gegeven in de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro's op pagina 180.
Pagina 56
56 Elektrische installatie De standaard I/O-aansluitingen voor de ABB standaardmacro zijn in onderstaande figuur weergegeven. Afscherming signaalkabel (schild) Uitgangsfrequentie referentie: 0…10 V 1…10 kohm Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen +10V Referentiespanning: +10 V DC, max. 10 mA Standaard niet in gebruik. 0…10 V Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen max.
Elektrische installatie 57 Aansluitprocedure 1. Verwijder het klemmendeksel door gelijktijdig de uitsparing in te drukken en het deksel van het frame af te schuiven. 2. Analoge signalen: Strip de buitenste isolatie van de analoge signaalkabel over 360 graden en aard de kale afscherming onder de klem. 3.
Installatie-checklist 59 Installatie-checklist Overzicht Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de mechanische en elektrische installatie van de omvormer. Controleren van de installatie Controleer de mechanische en elektrische installatie van de omvormer vóór het opstarten. Neem de checklist samen met een ander door. Lees het hoofdstuk Veiligheid op pagina van deze handleiding voordat u met de omvormer werkt.
Pagina 60
60 Installatie-checklist Controleer De condensatoren zijn opnieuw geformeerd indien de omvormer langer dan een jaar opgeslagen is. De omvormer is correct geaard. De ingangsvoedingsspanning komt met de nominale ingangsspanning van de omvormer overeen. De voedingsaansluitingen bij U1/L, V1/N en W1 zijn in orde en met het juiste aanhaalmo- ment vastgezet.
Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 61 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Overzicht Dit hoofdstuk bevat instructies voor: • het opstarten • het starten, stoppen, wijzigen van de draairichting van de motor en aanpassen van het motortoerental via de I/O interface •...
62 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Opstarten van de omvormer WAARSCHUWING! Het opstarten mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien. De veiligheidsvoorschriften uit het hoofdstuk Veiligheid op pagina moeten gevolgd worden tijdens de opstartprocedure. Bij het inschakelen van de voeding zal de omvormer automatisch opstarten als het externe runsignaal actief is en de omvormer in de modus 'bediening op afstand' is.
Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 63 Uitvoeren van handmatig opstarten Voor het handmatig opstarten kunt u gebruik maken van het Basis-bedieningspaneel of het Assistent-bedieningspaneel. De instructies hieronder gelden voor beide bedieningspanelen, maar de getoonde displays zijn van het Basis-bedieningspaneel, tenzij de instructie alleen van toepassing is voor het Assistent-bedieningspaneel.
Pagina 64
7. Sla de parameterwaarde op door op 9903 drukken. Selecteer die applicatiemacro (parameter 9902) 9902 volgens welke de besturingskabels zijn aangeslo- ten. De standaardwaarde 1 (ABB STAND) voldoet in de meeste gevallen. Kies de motorbesturingsmodus (parameter 9904). 9904 (VECTOR: TOERENTAL) voldoet in de meeste gevallen.
Pagina 65
Voorbeeld van typeplaatje van asynchrone plaatje. Als het nominale toe- motor: rental van de motor op het plaatje bijvoorbeeld 1470 rpm ABB Motors bedraagt, dan zal instellen van de waarde van parameter 9908 motor M2AA 200 MLA 4...
Pagina 66
66 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run • nominale motorfrequentie (parameter 9907) 9907 • nominaal motortoerental (parameter 9908) 9908 • nominaal motorvermogen (parameter 9909) 9909 Kies de methode van motoridentificatie (parameter 9910). De standaardwaarde 0 (UIT/IDMAGN) die de identificatie-magnetisatie gebruikt, voldoet voor de meeste toepassingen.
Pagina 67
Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 67 DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR Controleer de draairichting van de motor. • Als de omvormer op afstandsbediening staat (links staat REM), schakel dan om naar lokale besturing door te drukken op • Om naar het hoofdmenu te gaan, drukt u op als er op de onderste regel OUTPUT staat, in andere gevallen drukt u herhaaldelijk op totdat u MENU op de onderste regel ziet...
Pagina 68
68 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Stel deceleratietijd 1 in (parameter 2203). 2203 Opmerking: Stel ook deceleratietijd 2 (parameter 2206) in als er twee deceleratietijden bij uw toepassing gebruikt gaan worden. OPSLAAN VAN EEN GEBRUIKERSMACRO EN EINDCONTROLE Het opstarten is nu voltooid.
Doorgaan applicatie set-up zoals voorgesteld door de Opstart- Overslaan assistent. 00:00 EXIT Selecteer die applicatiemacro volgens welke de PAR WIJZIGEN besturingskabels zijn aangesloten. 9902 APPLICATIEMACRO ABB STAND 00:00 EXIT OPSLAAN...
Pagina 70
70 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Ga door met de applicatie set-up. Na het voltooien KEUZE Wilt u doorgaan van een instel-taak, stelt de Opstart-assistent de met de EXT1 volgende taak voor. referentie set-up? Doorgaan • Druk op (wanneer gemarkeerd is) Overslaan...
Zorg dat de besturingsaansluitingen zijn uitgevoerd Zie de sectie Standaard I/O- aansluitschema op pagina 55. volgens het aansluitschema voor de ABB Standaard macro. Zorg dat de omvormer naar afstandsbesturing is Bij afstandsbediening vertoont het paneeldisplay de tekst geschakeld. Druk op de toets om te schakelen REM.
72 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Uitvoeren van identificatierun. De omvormer schat de motor-karakteristieken automatisch wanneer de omvormer voor de eerste keer gestart wordt en nadat er een motorparameter (groep OPSTARTGEGEVENS) veranderd wordt. Dit geldt wanneer parameter 9910 ID RUN de waarde 0 (UIT/IDMAGN) heeft.
Pagina 73
Opstarten, besturing via de I/O en ID Run 73 Zorg dat de omvormer naar lokale besturing is geschakeld (LOC is bovenaan te zien). Druk op de toets om te schakelen tussen afstandsbesturing en lokale besturing. ID RUN MET HET BASIS-BEDIENINGSPANEEL Wijzig parameter 9910 ID RUN in 1 (AAN).
Pagina 74
74 Opstarten, besturing via de I/O en ID Run Druk op om de ID Run te starten. Het paneel ALARM blijft overschakelen tussen het display dat getoond ALARM 2019 werd toen u de ID Run startte, en het alarm-display ID RUN rechts.
Bedieningspanelen 75 Bedieningspanelen Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de toetsen, LED-indicatoren en velden op het display van het bedieningspaneel. Het geeft ook instructies over het gebruik van het bedieningspa- neel, monitoren en wijzigen van de instellingen. Info over bedieningspanelen Gebruik een bedieningspaneel om de ACS355 te besturen, om statusgegevens te lezen en om parameters aan te passen.
2.04 of later Zie het label aan de achterkant van het paneel om de paneelrevisie te achterhalen. Hieronder is een voorbeeld van een label en een uitleg van de inhoud ervan weergegeven. ABB Oy, ACS-CP-A S/N M0935E0001 RoHS 1 Type-code paneel...
Bedieningspanelen 77 Overzicht De volgende tabel geeft een overzicht van de toetsfuncties en displays op het basis- bedieningspaneel. Nr. Gebruik LCD display – Onderverdeeld in vijf zones: a. Links-boven – Bedieningslocatie: LOC: besturing van de omvormer is lokaal, via het bedieningspaneel OUTPUT REM: besturing van de omvormer is op afstand,...
78 Bedieningspanelen Bediening De bediening van het paneel gaat via menu’s en toetsen. U kiest een optie, bijv. bedieningsmodus of parameter, door te scrollen met de pijltjestoetsen totdat de bewerking zichtbaar is op het display en dan de toets in te drukken.
Pagina 79
Bedieningspanelen 79 Achterhalen van de firmware-versie van het paneel Stap Handeling Display Als de voeding ingeschakeld is, schakel die dan uit. Houd de toets ingedrukt terwijl u de voeding inschakelt en lees de paneel-firmwareversie op het display. Als u de toets loslaat, gaat het paneel naar de Uitgang-modus.
80 Bedieningspanelen Wijzigen van de draairichting van de motor U kunt de draairichting van de motor in elke modus wijzigen. Stap Handeling Display Als de omvormer op afstandsbediening staat (links staat REM), schakel dan om naar lokale besturing door te drukken op .
Bedieningspanelen 81 Referentiemodus In de Referentie-modus kunt u: • de toerental-, frequentie- of koppelreferentie instellen • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Instellen van de toerental-, frequentie- of koppel-referentie Stap Handeling Display Ga naar het Hoofdmenu door op te drukken als u in de Output-modus bent, en anders door herhaal- delijk op...
82 Bedieningspanelen Parametermodus In de Parametermodus kunt u: • parameterwaardes zien en wijzigen • de signalen die getoond worden in de Uitgangmodus selecteren en modificeren • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Selecteren van een parameter en wijzigen van diens waarde Stap Handeling Display Ga naar het Hoofdmenu door op...
Pagina 83
Standaard vertoont het display drie signalen. Signaal 1: 0102 TOERENTAL voor de macro's 3- draads, Alternerend, Motor potentiometer, Hand/Auto en PID-regeling; 0103 UITGANGSFREQ voor de macro's ABB- standaard en Koppelregeling Signaal 2: 0104 STROOM Signaal 3: 0105 KOPPEL. Om de standaardsignalen te wijzigen, kunt u maxi-...
84 Bedieningspanelen Stap Handeling Display Kies de schaling van de signalen door de minimum en maximum weer te geven waarden. Dit heeft geen gevolgen als parameter 3404/3411/3418 ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie voor details parameters 3406 3407. 5000 Signaal 1: parameters 3406 OUTPUT1 MIN 3407 OUTPUT1 MAX...
Bedieningspanelen 85 • Gebruikersset 2 parameters van de omvormer naar het bedieningspaneel kopiëren (dL u2 – Downloaden parameters (gebruikersset 2)). Hetzelfde als dLu1 – Downloaden parameters (gebruikers-set 1) hierboven. • Gebruikersset 3 parameters van de omvormer naar het bedieningspaneel kopiëren (dL u3 – Downloaden parameters (gebruikersset 3)). Hetzelfde als dLu1 –...
86 Bedieningspanelen Alarmcodes van het Basis-bedieningspaneel Naast de fouten en alarmen die door de omvormer gegenereerd worden (zie het hoofdstuk Foutopsporing op pagina 363), geeft het basis-bedieningspaneel paneel- alarmen aan in een code met de vorm A5xxx. Zie de sectie Alarmen gegenereerd door het basis-bedieningspaneel op pagina...
Bedieningspanelen 87 Overzicht De volgende tabel geeft een overzicht van de toetsfuncties en displays op het assistent-bedieningspaneel. Nr. Gebruik Status LED – Groen in normaal bedrijf. Als de LED knippert of rood is, zie de sectie LED's op pagina 49.1Hz 386.
88 Bedieningspanelen Statusregel De bovenste regel van het LCD display toont de belangrijkste statusinformatie van de omvormer. 49.1Hz HOOFDMENU Nr. Veld Alternatieve Betekenis mogelijkheden Besturingslocatie Omvormer onder lokale besturing, via het bedieningspaneel. Omvormer onder externe besturing, bijvoor- beeld de I/O van de omvormer of veldbus. Status Voorwaartse asrichting Achterwaartse asrichting...
Pagina 89
Bedieningspanelen 89 het alarm. U kunt de fout of het alarm resetten in de Uitgang- of Fout-modus (zie het hoofdstuk Foutopsporing op pagina 363). In het begin is het bedieningspaneel in de Uitgang-modus, 49.1Hz 49 1 Hz waarin u kunt starten, stoppen, de draairichting wijzigen, 0 5 A schakelen tussen lokale en externe besturing, de referen- 10 7 %...
90 Bedieningspanelen Hulp krijgen Stap Handeling Display Druk op om de context-gevoelige hulptekst te zien PAR GROEPEN voor het item dat gemarkeerd is. 01 ACTUELE GEGEVENS 03 ACTUELE STATUS 04 FOUT HISTORY 10 START/STOP/ DRAAIR 11 REFERENTIE KEUZE EXIT 00:00 KEUZE Als er een hulptekst voor het item bestaat, wordt die HELP...
Pagina 91
Bedieningspanelen 91 Starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing U kunt in elke modus starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Om de omvormer te kunnen starten of stoppen, moet de omvormer onder lokale besturing staan. Stap Handeling Display •...
92 Bedieningspanelen Uitgang-modus In de Uitgang-modus kunt u: • werkelijke waarden van maximaal drie signalen uit de groep 01 ACTUELE GEGEVENS één voor één monitoren. • de draairichting van de motor wijzigen • de toerental-, frequentie- of koppelreferentie instellen •...
Bedieningspanelen 93 Instellen van de toerental-, frequentie- of koppel-referentie Stap Handeling Display Als u niet in de Outputmodus bent, druk dan herhaaldelijk 49.1Hz EXIT totdat u er bent. 49 1 Hz 0 5 A 10 7 % DR RICH 00:00 MENU Als de omvormer op afstandsbediening staat (op de 49.1Hz...
Pagina 94
EDIT Selecteer de betreffende parameter met de toetsen PARAMETERS . De huidige waarde van de parameter 9901 TAAL 9902 APPLICATIEMACRO wordt weergegeven onder de geselecteerde parameter. ABB STAND 9903 MOTOR TYPE 9904 MOTOR CTRL MODE EXIT 00:00 EDIT EDIT Druk op...
Pagina 95
PAR WIJZIGEN Signaal 1: 0102 TOERENTAL voor de macro's 3-draads, Alternerend, Motor potentiometer, Hand/Auto en PID- 3408 SIGNAAL 2 PARAM regeling; STROOM 0103 UITGANGSFREQ voor de macro's ABB-standaard [104] en Koppelregeling 00:00 CANCEL OPSLAAN Signaal 2: 0104 STROOM PAR WIJZIGEN...
96 Bedieningspanelen Stap Handeling Display Kies de schaling van de signalen door de minimum en PAR WIJZIGEN maximum weer te geven waarden. Dit heeft geen gevol- 3406 OUTPUT1 MIN gen als parameter 3404/3411/3418 ingesteld is op 9 0.0 Hz (DIRECT). Zie voor details parameters 3406 en 3407.
Pagina 97
Bedieningspanelen 97 Stap Handeling Display Selecteer de assistent met de toetsen PAR WIJZIGEN KEUZE en druk op 9905 MOT NOM SPANNING Als u een andere assistent dan de opstart-assistent kiest, 200 V zal deze u door de taak leiden van het specificeren van de bijbehorende parameterset zoals te zien in stappen EXIT 00:00...
98 Bedieningspanelen Modus gewijzigde parameters In de modus Gewijzigde parameters kunt u: • een lijst bekijken met alle parameters die gewijzigd zijn ten opzichte van de standaardwaarden van de macro • deze parameters wijzigen • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing.
Bedieningspanelen 99 Fout Logger modus In de Fout logger modus kunt u: • de foutgeschiedenis van de omvormer bekijken van maximaal tien fouten (na uitschakelen van de voeding worden alleen de laatste drie fouten in het geheugen opgeslagen) • de details van de laatste drie fouten bekijken (na uitschakelen van de voeding worden de details van alleen de laatste fout in het geheugen opgeslagen) •...
100 Bedieningspanelen Modus Tijd en datum In de modus Tijd en datum kunt u: • de klok weergeven of verbergen • de weergave van datum en tijd wijzigen • datum en tijd instellen • blokkeren of vrijgeven van de automatische klok-overgangen volgens de veranderingen van zomer/wintertijd •...
Pagina 101
Bedieningspanelen 101 Stap Handeling Display • Om de tijd in te stellen, selecteert u TIJD INSTELLEN TIJD INSTELLEN KEUZE in het menu en drukt u op . Specificeer de uren met de toetsen , en druk op 15:41 Specificeer daarna de minuten. Druk op om uw CANCEL wijzigingen op te slaan of op...
102 Bedieningspanelen Modus Parameter backup De modus Parameter backup wordt gebruikt om parameters van de ene omvormer naar de andere te kopiëren of om een backup van de omvormerparameters te maken. Door uploaden naar het paneel worden alle omvormerparameters in het assistentbedieningspaneel opgeslagen, inclusief tot maximaal drie gebruikerssets.
Pagina 103
Bedieningspanelen 103 • Kopiëren van gebruikersset 2 parameters van het bedieningspaneel naar de omvormer (DOWNLOAD GEBR SET2). Als DOWNLOAD USER SET1 hierboven. • Kopiëren van gebruikersset 3 parameters van het bedieningspaneel naar de omvormer (DOWNLOAD GEBR SET3). Als DOWNLOAD USER SET1 hierboven. •...
Pagina 104
104 Bedieningspanelen Hoe informatie over de back-up weergeven Stap Handeling Display MENU Ga naar het Hoofdmenu door op te drukken als u in HOOFDMENU de Output-modus bent, en anders door herhaaldelijk op PARAMETERS EXIT te drukken totdat u MENU ziet op de onderste regel. ASSISTENTEN GEWIJZ PAR EXIT...
Bedieningspanelen 105 I/O-instellingmodus In de modus I/O instellingen kunt u: • de parameterinstellingen betreffende elke I/O-klem controleren • de parameterinstellingen bewerken. Bijvoorbeeld, als “1103: REF1” staat onder Ain1 (Analoge ingang 1), d.w.z., parameter 1103 KEUZE REF1 heeft de waarde AI1, kunt u die waarde wijzigen in bv.
Macro Geschikte toepassingen ABB standaard Normale toepassingen van toerentalregeling, waarbij geen, een, twee of drie constante toerentallen gebruikt worden. Start/stop wordt gestuurd met één digitale ingang (start en stop). Het is mogelijk te schakelen tussen twee acceleratie- en deceleratie-tijden.
Pagina 108
108 Applicatiemacro's Macro Geschikte toepassingen Motor- Toepassingen van toerentalregeling, waarbij geen of één constant toeren- potentiometer tal gebruikt wordt. Het toerental wordt gestuurd door twee digitale ingan- gen (toenemen / afnemen / ongewijzigd blijven). Hand/auto Toepassingen van toerentalregeling, waarbij schakelen tussen twee stuur- toestellen nodig is.
Applicatiemacro's 109 Samenvatting van I/O aansluitingen van applicatiemacro's De volgende tabel geeft een samenvatting van de standaard I/O aansluitingen van alle applicatiemacro's. Ingang/ Macro uitgang 3-draads Alter- Motor- Hand/auto PID- Koppelre standaard nerend potentiom. regeling geling Freq. ref. Toerental Toerental Toerentalref.
110 Applicatiemacro's ABB Standaard macro Dit is de standaard macro. Deze macro biedt een algemene I/O configuratie met drie constante toerentallen. De parameterwaarden zijn de standaardwaarden gegeven in de sectie Parameters op pagina 192. Als u andere aansluitingen gebruikt dan de standaard aansluitingen die hieronder...
Applicatiemacro's 111 3-draads macro Deze macro wordt gebruikt wanneer de omvormer bestuurd wordt door drukknoppen. De macro biedt drie constante toerentallen. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 2 (3-DRAADS). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro's op pagina 180.
112 Applicatiemacro's Macro: alternerend Deze macro biedt een I/O-configuratie die aangepast is aan een reeks DI-besturings- signalen die worden gebruikt bij alternerende draairichting van de motor. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 3 (ALTERNEREND).
Applicatiemacro's 113 Motor potentiometer macro Deze macro zorgt voor een economische interface voor PLC’s die het toerental van de omvormer uitsluitend via digitale signalen instellen. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 4 (MOTORPOT). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro's...
114 Applicatiemacro's Macro Hand/Auto Deze macro kan gebruikt worden wanneer schakelen tussen twee externe bedien- plaatsen nodig is. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 5 (HAND/AUTO). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro's op pagina 180.
Applicatiemacro's 115 Macro: PID-regeling Deze macro biedt parameterinstellingen voor closed-loop regelsystemen, zoals druk- regeling, flowregeling, enz. Er kan ook geschakeld worden naar toerentalregeling via een digitale ingang. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 6 (PID-REGELING).
116 Applicatiemacro's Koppelregeling-macro Deze macro biedt parameterinstellingen voor applicaties waarbij een koppelregeling van de motor noodzakelijk is. De regeling kan ook worden omgezet naar een toeren- talregeling via een digitale ingang. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 APPLICATIEMACRO in op 8...
Applicatiemacro's 117 AC500 Modbus macro De AC500 Modbus applicatiemacro configureert de communicatie- en besturingspa- rameters van de ACS355 omvormer zodanig dat ze toepasbaar zijn met de vooraf- ontwikkelde Starter kit voor AC500-eCo PLC en ACS355 omvormer via STD Modbus verbinding (FMBA-01 adapter). De macro is beschikbaar voor ACS355 omvormers met firmwareversie 5.03C of later.
Pagina 118
118 Applicatiemacro's De standaardwaarden van de AC500 Modbus applicatiemacro voor de omvormerpa- rameters corresponderen met de ABB standaard macro (parameter 9902, waarde 1 (ABB STAND), zie de sectie ABB Standaard macro op pagina 110), op de volgende verschillen na: Naam...
Applicatiemacro's 119 Gebruikersmacro's Naast de standaard applicatiemacro's is het mogelijk om drie gebruikersmacro's te maken. De gebruikersmacro maakt het mogelijk dat de gebruiker parameterinstellin- gen, inclusief groep OPSTARTGEGEVENS, en de resultaten van de motoridentifi- catie, opslaat in het permanente geheugen en de gegevens in een later stadium weer oproept.
Programmakenmerken 121 Programmakenmerken Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de programmakenmerken. Bij elk kenmerk vindt u een lijst met gerelateerde gebruiksinstellingen, actuele signalen en fout- en alarmmeldingen. Opstart-assistent Inleiding De Opstart-assistent (assistent-bedieningspaneel vereist) leidt de gebruiker door de opstartprocedure en helpt de benodigde gegevens (parameterwaarden) bij de omvormer in te voeren.
APPLICATIEMACRO), bepaalt de Opstartassistent welke opeenvolgende taken voor te stellen. De onder- staande tabel laat de standaardtaken zien. Applicatie keuze Standaardtaken ABB STAND Taalkeuze, Motorgegevensinvoer, Applicatie, Optiemodules, Toerenregeling EXT1, Toerenregeling EXT2, Start/Stop-besturing, Tijdfuncties, Beveiligingen, Uitgangssignalen 3-DRAADS Taalkeuze, Motorgegevensinvoer, Applicatie, Optiemodules,...
Programmakenmerken 123 Lijst van taken met de relevante omvormerparameters Afhankelijk van de gemaakte applicatiekeuze (parameter 9902 APPLICATIEMACRO), bepaalt de Opstartassistent welke opeenvolgende taken voor te stellen. Naam Omschrijving Stelt parameters in Taalkeuze Kiezen van de taal van het bedieningspa- 9901 neel Motorgegevens-...
Pagina 124
124 Programmakenmerken Naam Omschrijving Stelt parameters in Instellen van de toerental- (frequentie-) 2001, 2002 (2007, 2008) limieten Instellen van de bron en limieten van de 4016, 4018, 4019 actuele proceswaarde Start/Stop- Instellen van de bron van de start- en 1001, 1002 besturing stopsignalen van de twee externe...
Programmakenmerken 125 Inhoud van de assistentschermen De Opstart-assistent heeft twee soorten schermen: Hoofdschermen en informatie- schermen. De hoofdschermen vragen de gebruiker om informatie in te voeren. De assistent doorloopt de hoofdschermen. De informatieschermen bevatten hulptekst bij de hoofdschermen. Onderstaande afbeelding geeft een typisch voorbeeld van beide schermen met een verklaring van de inhoud.
126 Programmakenmerken Lokale besturing t.o.v. externe besturing De omvormer kan start-, stop- en draairichtingsopdrachten en referentiewaarden ontvangen via het bedieningspaneel of via digitale en analoge ingangen. Een ingebouwde veldbus of een optionele veldbusadapter maakt besturing via een open veldbusverbinding mogelijk. De omvormer kan ook worden bestuurd via een PC voorzien van het programma DriveWindow Light 2.
Programmakenmerken 127 Externe besturing Bij externe besturing van de omvormer worden de stuursignalen via standaard I/O- aansluitingen (digitale en analoge ingangen) en/of de veldbusinterface gegeven. Daarnaast is het ook mogelijk om het bedieningspaneel als bron voor externe besturing in te stellen. Externe besturing wordt aangegeven door REM op het paneeldisplay.
128 Programmakenmerken Blokschema: Bron van start-, stop- en draairichtingsopdrachten voor EXT1 Het onderstaande diagram geeft de parameters die de interface voor de start-, stop, en draairichtingsopdrachten via externe besturingslocatie EXT1 bepalen. Select EXT1 Start/stop/ draairichting Veldbus selectie Zie de hoofdstukken COMM Veldbusbesturing Geïntegreerde...
Programmakenmerken 129 Referentietypes en hun verwerking Naast het gebruikelijke analoge ingangssignaal en de signalen van het bedieningspa- neel accepteert de omvormer diverse andere referenties. • De omvormerreferentie kan door twee digitale ingangen worden gegeven: de ene digitale ingang verhoogt het toerental, de andere verlaagt het. •...
130 Programmakenmerken Referentiecorrectie Bij referentiecorrectie wordt de externe referentie gecorrigeerd afhankelijk van de gemeten waarde van een secundaire applicatievariabele. De functie wordt geïllustreerd in onderstaand blokschema. 1105 REF1 MAX 1108 REF2 MAX Schak. Select Schak. 2 (DIRECT) max. freq REF1 1 (PROPOR- (Hz/rpm) / TIONAL...
Programmakenmerken 131 Voorbeeld De omvormer stuurt een transportband. De snelheid van de band is begrensd maar met de trek op de band moet ook rekening worden gehouden: Als de gemeten trek groter is dan het referentiepunt voor de trek, dan wordt de snelheid enigszins verminderd en omgekeerd.
132 Programmakenmerken Programmeerbare analoge ingangen De omvormer heeft twee programmeerbare analoge spanning-/stroom-ingangen. De ingangen kunnen worden geïnverteerd en gefilterd, en de maximum- en minimum- waarden kunnen worden aangepast. De updatecyclus voor de analoge ingang is 8 ms (12 ms cyclus eenmaal per seconde). De cyclustijd is korter wanneer informatie naar het applicatieprogramma overgedragen wordt (8 ms ->...
Programmakenmerken 133 Programmeerbare analoge uitgang Er is één programmeerbare stroomuitgang (0…20 mA) beschikbaar. Het analoge uitgangssignaal kan worden geïnverteerd en gefilterd, en de maximum- en minimumwaarden kunnen worden aangepast. De analoge uitgangssignalen kunnen evenredig zijn aan het motortoerental, de uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, het motorkoppel, motorvermogen, enz.
134 Programmakenmerken Programmeerbare digitale ingangen De omvormer heeft vijf programmeerbare digitale ingangen. De update-tijd voor de digitale ingangen is 2 ms. Eén digitale ingang (DI5) kan geprogrammeerd worden als frequentie-ingang. Zie de sectie Frequentie-ingang op pagina 135. Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 10 START/STOP/ DRAAIR...
Programmakenmerken 135 Programmeerbare relaisuitgang De omvormer heeft één programmeerbare relaisuitgang. Het is mogelijk om drie extra relaisuitgangen toe te voegen met de MREL-01 uitgangsrelais-module. Zie voor meer informatie MREL-01 output relay module user's manual (3AUA0000035974 [Engels]). Door middel van een parameterinstelling is het mogelijk te kiezen welke informatie via de relaisuitgang moet lopen: Gereed, in bedrijf, fout, alarm, enz.
136 Programmakenmerken Transistor-uitgang De omvormer heeft één programmeerbare transistor-uitgang. De uitgang kan gebruikt worden ofwel als een digitale uitgang of frequentie-uitgang (0…16000 Hz). De update-tijd voor de transistor/frequentie-uitgang is 2 ms. Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 18 FREQ IN & TRAN UIT Instellingen transistor-uitgang 8423 Sturing transistor-uitgang met sequentieel programmeren...
Programmakenmerken 137 Diagnostiek Actueel signaal Aanvullende informatie Groepen 01 ACTUELE Lijst van actuele gegevens GEGEVENS … 04 FOUT HISTORY Motoridentificatie Het functioneren van vector-besturing is gebaseerd op een nauwkeurig motormodel bepaald tijdens het opstarten van de motor. Magnetisatie voor motoridentificatie wordt na de eerste startopdracht automatisch uitgevoerd.
138 Programmakenmerken Werking bij korte spanningsuitval Als de voedingsspanning uitvalt, zal de omvormer in bedrijf blijven door de kinetische energie van de draaiende motor te benutten. De omvormer blijft volledig in bedrijf zolang de motor draait en energie opwekt. De omvormer kan na de uitval normaal bedrijf hervatten als de hoofdmagneetschakelaar gesloten is gebleven.
Programmakenmerken 139 Onderhoudstrigger Er kan een onderhoudstrigger geactiveerd worden die een bericht op het paneel display weergeeft wanneer bv. het energieverbruik van de omvormer het gedefinieerde triggerpunt overschreden heeft. Instellingen Parametergroep 29 ONDERHOUDS-TRIGGERS DC hold Door DC Hold te activeren is het mogelijk de Motor toerental DC houd rotor van de motor bij nul toeren te vergrende-...
140 Programmakenmerken Fluxremmen De omvormer kan snellere deceleratie bieden door het magnetisatieniveau van de motor te verhogen. Door verhogen van de flux in de motor, kan de door de motor tijdens het remmen opgewekte energie worden omgezet in thermische energie in de motor. Motor toerental = Remkoppel = 100 N·m...
Programmakenmerken 141 De omvormer monitoort de motorstatus voortdurend, ook tijdens fluxremmen. Daarom kan fluxremmen worden toegepast voor zowel het stoppen van de motor als het wijzigen van het toerental. De overige voordelen van fluxremmen zijn: • Het remmen begint onmiddellijk na het geven van een stopopdracht. De functie hoeft niet te wachten op de fluxreductie om met remmen te beginnen.
142 Programmakenmerken Kritische toerentallen Er is een kritische-toerentalfunctie beschikbaar voor toepassingen waarbij het noodzakelijk is om bepaalde motortoerentallen of toerentalbanden te vermijden vanwege bijvoorbeeld mechanische resonantie. De gebruiker kan drie kritische toerentallen of toerentalbanden definiëren. Instellingen Parametergroep 25 KRITISCHE FREQ Constante toerentallen Het is mogelijk om zeven positieve constante toerentallen in te stellen.
Programmakenmerken 143 Instelbare U/f kromme De gebruiker kan een U/f kromme (uitgangsspanning als functie van frequentie) definiëren. Deze aangepaste kromme wordt alleen in speciale gevallen gebruikt, waarbij lineaire en kwadratische U/f krommes niet voldoen (bijv. wanneer het motor- startkoppel verhoogd moet worden). Spanning (V) Instelbare U/f kromme Par.
144 Programmakenmerken Afregeling van de toerenregelaar Het is mogelijk om de versterkingsfactor van de regeling, de integratietijd en de diffe- rentiatietijd handmatig aan te passen of de omvormer een afzonderlijke autotune van de toerenregeling te laten uitvoeren (parameter 2305 AUTOTUNE RUN).
Programmakenmerken 145 Instellingen Parametergroepen 23 TOERENREGELING 20 LIMIETEN Diagnostiek Actueel signaal 0102 TOERENTAL Prestaties van toerentalregeling in cijfers De tabel hieronder toont typische prestaties van de toerentalregeling in cijfers. load Toerental- Geen regeling pulsgever pulsgever Statische 20% van 2% van nauwkeurigheid nominale slip...
146 Programmakenmerken Prestaties van koppelregeling in cijfers De omvormer heeft een nauwkeurige koppelregeling zonder enige toerentalterugkop- peling van de motoras. De tabel hieronder toont typische prestaties van de koppelre- geling in cijfers. Koppel- Geen regeling pulsgever pulsgever Niet-lineariteit ± 5% bij ±...
Programmakenmerken 147 Instellingen Parameter 9904 MOTOR CTRL MODE IR-compensatie bij scalarbesturing De IR-compensatie is uitsluitend actief bij Motorspanning gebruik van scalar motorbesturing (zie de sectie Scalarbesturing op pagina 146). Bij actieve IR- IR compensatie compensatie geeft de omvormer een extra spanningsboost aan de motor bij lage toeren.
148 Programmakenmerken Blokkeerbeveiliging De omvormer beschermt de motor bij blokkering. Het is mogelijk om de bewakingsli- mieten (frequentie, tijd) aan te passen en te kiezen hoe de omvormer moet reageren op blokkering van de motor (alarm- / foutmelding & omvormerstop / geen reactie). Instellingen Parameters 3010...
Programmakenmerken 149 Onderbelastingsbeveiliging Het verlies van motorbelasting kan een procesdefect aangeven. De omvormer heeft een onderbelastingsfunctie om de machine en het proces tijdens een dergelijke ern- stige storing te beveiligen. Bewakingslimieten - onderbelastingcurve en onderbelas- tingstijd - zijn instelbaar, evenals de door de omvormer te nemen actie in het geval van onderbelasting (alarm- / foutmelding &...
150 Programmakenmerken DC-overspanning De uitschakellimiet door DC-overspanning is 420 V (voor 200 V omvormers) en 840 V (voor 400 V omvormers). DC-onderspanning De uitschakellimiet door DC onderspanning kan aangepast worden. Zie parameter 2006 ONDERSPAN REGEL. Temperatuur van de omvormer De omvormer bewaakt de IGBT-temperatuur.
Programmakenmerken 151 Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 31 AUTOMATISCHE Instellingen Automatische reset RESET Diagnostiek Alarm Aanvullende informatie AUTORESET Alarm automatische reset Bewakingen De omvormer controleert of bepaalde door de gebruiker gekozen variabelen binnen de door de gebruiker ingestelde limieten blijven. De gebruiker kan limieten instellen voor het toerental, de stroom, enz.
152 Programmakenmerken PID-regeling De omvormer heeft twee ingebouwde PID-regelingen: • Proces PID (PID1) en • Externe/Correctie PID (PID2). De PID-regeling kan gebruikt worden wanneer het motortoerental geregeld moet worden op basis van procesvariabelen zoals druk, volumestroom of temperatuur. Wanneer de PID-regeling wordt geactiveerd, wordt een procesreferentie (setpoint) in plaats van een toerentalreferentie op de omvormer aangesloten.
Programmakenmerken 153 Blokschema’s De afbeelding hieronder geeft een applicatievoorbeeld: De regeling past het toerental van een boosterpomp aan op basis van de gemeten druk en de ingestelde drukrefe- rentie. Voorbeeld: Blokschema PID-regeling Boosterpomp %ref A C S 6 0 0 Omvor- 4001 4002...
Pagina 154
154 Programmakenmerken Onderstaande figuur geeft het toerental/scalar-besturingsblokschema voor procesre- geling PID1.
156 Programmakenmerken Slaapfunctie van de PID (PID1)-procesregeling De slaapfunctie werkt binnen 2 ms. Het onderstaande blokschema illustreert de in-/uitschakellogica van de slaapfunctie. De slaapfunctie kan uitsluitend worden gebruikt als de PID-regeling actief is. Switch NIET Vergelijk Select Uitgangs- GESELEC frequentie Vertraging INTERNAL 1<2...
Programmakenmerken 157 Voorbeeld Het onderstaande tijdschema maakt de werking van de slaapfunctie duidelijk. Motor toerental = Slaapvertraging (4024) t<t Display bedieningspaneel Slaapniveau (4023) PID SLAAP Stop Start Werkelijke waarde Wekvertraging (4026) Wek-afwijking (4025) De slaapfunctie voor een boosterpomp onder PID-regeling (wanneer parameter 4022 SLAAPKEUZE ingesteld is op INTERN): Het waterverbruik daalt ‘s nachts.
158 Programmakenmerken Diagnostiek Parameter Aanvullende informatie 1401 Status PID-slaapfunctie via RO 1 1402/1403/1410 Status PID-slaapfunctie via RO 2…4. Alleen met optie MREL-01. Alarm Aanvullende informatie PID SLAAP Slaapmodus Meting van de motortemperatuur via de standaard I/O Deze sectie beschrijft de temperatuurmeting van één motor wanneer de I/O-klemmen van de omvormer als de interface worden gebruikt.
Programmakenmerken 159 De motortemperatuur kan ook gemonitoord worden door een PTC-sensor en een thermistorrelais aan te sluiten tussen de +24 V DC voedingsspanning van de omvor- mer en een digitale ingang. De figuur hieronder toont de aansluiting. Par. 3501 THERM(0) THERM(1) Thermistor- relais...
160 Programmakenmerken Besturing van een mechanische rem Een mechanische rem wordt gebruikt om de motor en aangedreven apparatuur op nul toeren te houden wanneer de omvormer wordt gestopt of niet onder spanning staat. Voorbeeld De onderstaande afbeelding laat een toepassingsvoorbeeld van rembesturing zien. WAARSCHUWING! Zorg dat de apparatuur waarmee de omvormer voorzien van rembesturing is geïntegreerd, voldoet aan de voorschriften inzake persoonlijke veilig- heid.
Programmakenmerken 161 Tijdschema van de rembesturing Het onderstaande tijdschema laat zien hoe de rembesturing werkt. Zie ook sectie Statuswijzigingen op pagina 162. Startopdracht Externe toerentalreferentie Omzetter moduleert Motor gemagnetiseerd Opdracht rem openen (RO/DO) Interne toerental- referentie (werkelijke motortoerental) / Koppel uitgang Rem open stroom/koppel (parameter 4302 REM OPEN NIVO...
162 Programmakenmerken Statuswijzigingen Vanuit elke status (oplopende helling) GEEN 0/0/1 MODULATIE OPEN 1/1/0 VRIJGAVE RFG 1/1/0 INGANG RFG INGANG 1/1/1 NAAR NUL SLUITEN 0/1/1 RFG = Ramp Function Gene- rator (Hellingfunctie-genera- tor) in de stuurkring voor het toerental (referentieverwer- king).
Programmakenmerken 163 Instellingen Parameter Aanvullende informatie 1401/1805 Activeren mechanische rem via RO 1 / DO 1402/1403/1410 Activeren mechanische rem via RO 2…4. Alleen met optie MREL-01. 2112 Stilstandvertraging Groep 43 MECH REM BESTUR Instellingen remfunctie Jogging De jogfunctie wordt doorgaans gebruikt om een cyclische beweging van een machi- neonderdeel te sturen.
Pagina 164
164 Programmakenmerken Deze functie werkt binnen 2 ms. Toerental 10 11 12 13 14 15 16 Fase Jog Start Omschrijving opdr. opdr. Omvormer accelereert naar jogging-toerental langs de acceleratiehelling van de jogging-functie. Omvormer draait bij het jogging-toerental. Omvormer decelereert naar nul toeren langs de deceleratiehelling van de jogging-functie.
Programmakenmerken 165 De jogfunctie gebruikt constant toerental 7 als jogtoerental en acceleratie/deceleratie- hellingpaar 2. Het is ook mogelijk om de jogfunctie 1 of 2 te activeren via een veldbus. Jogfunctie 1 gebruikt constant toerental 7 en jogfunctie 2 gebruikt constant toerental 6. Beide functies gebruiken acceleratie/deceleratie-hellingpaar 2.
166 Programmakenmerken Real-time klok en tijdfuncties Real-time klok De 'real-time' klok heeft de volgende functies: • vier dagelijkse tijden • vier wekelijkse tijden • getimede boostfunctie, bijv. een constant toerental dat voor een bepaalde vooraf geprogrammeerde tijd aan is. •...
Pagina 167
Programmakenmerken 167 Gebruik het bedieningspaneel om de timer in vier stappen te configureren: 1. Activeer de timer. Configureer hoe de timer wordt geactiveerd. De timer kan vanaf een van de digitale ingangen of geïnverteerde digitale ingangen worden ingeschakeld. 2. Stel de tijdsperiode in. Definieer de start- en stoptijden en start- en stopdag wanneer de timer actief is.
168 Programmakenmerken Een parameter die geactiveerd wordt door een tijdfunctie kan maar op één tijdfunctie tegelijk worden aangesloten. 1001 EXT1 ST/STP/ DRAAIR Tijdsperiode 1 1002 EXT2 ST/STP/ DRAAIR 3626 TYDFUNCTIE 1 SRC 1102 KEUZE EXT1/EXT2 1201 KEUZE CNST TOER Tijdsperiode 2 1209 TIMED MODE SEL 3627 TIJD FUNC 2 1401 RELAISUITGANG 1...
170 Programmakenmerken Teller Starten en stoppen van de omvormer kan geregeld worden met tellerfuncties. De tel- lerfunctie kan ook gebruikt worden als triggersignaal voor statuswijziging bij sequenti- eel programmeren. Zie de sectie Sequentieel programmeren op pagina 170. Instellingen Parameter Aanvullende informatie 1001, 1002...
Programmakenmerken 171 Programmeren kan via het bedieningspaneel of via een PC-tool. De omvormer wordt ondersteund door versie 2.91 of latere versie van de PC-tool DriveWindow Light 2, die een grafische tool voor sequentieel programmeren bevat. Opmerking: Standaard kunnen alle parameters van het sequentieel programma gewijzigd worden, zelfs als het sequentieel programma actief is.
172 Programmakenmerken Statuswijzigingen VRIJGAVE sequentieel 0167 bit 0 = 1 programmeren TOESTAND 1 0168 = 1 (Toestand 1) (par. 8420…8424) Ga naar status 2 (par 8425* Ga naar toestand N (par 8426, 8427)* TOESTAND 2 0168 = 2 (Toestand 2) Status N (par.
Programmakenmerken 173 Voorbeeld 1 50 Hz 0 Hz -50 Hz Seq. start Statusverandering-trigger Sequentieel programmeren wordt geactiveerd door digitale ingang DI1 ST1: De omvormer wordt gestart in achterwaartse draairichting met -50 Hz referentie en 10 s hellingtijd. Toestand 1 is actief gedurende 40 s. ST2: Omvormer wordt versneld tot 20 Hz met 60 s hellingtijd.
Pagina 175
Programmakenmerken 175 ST1: De omvormer wordt gestart in voorwaartse draairichting met AI1 (AI1 + 50% - 50%) referentie en hellingpaar 2. Toestand gaat over in de volgende toestand wan- neer de referentie bereikt wordt. Alle relais- en analoge uitgangen worden leegge- maakt.
Pagina 176
176 Programmakenmerken Parameter Instelling Aanvullende informatie 1002 EXT2 ST/STP/ DRAAIR SEQ PROG Start-, stop-, draairichtingopdrachten voor EXT2 1102 KEUZE EXT1/EXT2 EXT2 Activatie EXT2 1106 KEUZE REF2 AI1+SEQ Uitgang sequentieel programma als REF2 PROG 1201 KEUZE CNST TOER NIET Deactivatie van constante toerentallen GESELEC 1401 RELAISUITGANG 1 SEQ PROG...
Actuele signalen en parameters 179 Actuele signalen en parameters Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de feitelijke signalen en parameters en geeft de equivalente veldbuswaarde voor elk signaal en elke parameter. Het bevat ook een tabel met de standaard waarden voor de verschillende macro's. Termen en afkortingen Term Definitie...
180 Actuele signalen en parameters Veldbusadressen Voor FCAN-01 CANopen adaptermodule, FDNA-01 DeviceNet adaptermodule, FECA-01 EtherCAT adaptermodule, FENA-01 Ethernet adaptermodule, FEPL-02 Ethernet POWERLINK adaptermodule, FMBA-01 Modbus adaptermodule, FLON-01 LonWorks® adaptermodule, en FPBA-01 PROFIBUS DP adaptermodule, zie de gebruikershandleiding van de adaptermodule. Veldbus-equivalent Voorbeeld: Als 2017 MAX KOPPEL 1...
Pagina 181
In sommige gevallen is het gewenst om meerdere functies met één ingang te sturen. Zo zijn bijvoorbeeld in de ABB standaard macro, DI3 en DI4 ingesteld om constante toerentallen te sturen. Aan de andere kant is het mogelijk om de waarde 6 (DI3U,4D)
182 Actuele signalen en parameters Denk er aan om ook de standaard waarden van de gekozen macro te controleren bij het configureren van de ingangen van de omvormer. Verschillen tussen de standaard waarden in E en U type omvormers Het typeaanduidingslabel toont het type omvormer, zie de sectie Sleutel voor typeaanduiding op pagina 31.
Actuele signalen en parameters 183 Actuele gegevens Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 01 ACTUELE Basissignalen voor het monitoren van de omvormer (alleen- GEGEVENS lezen) 0101 TOER/DR Berekende motortoerental in rpm. Een negatieve waarde 1 = 1 rpm RICHT wijst op een achterwaartse draairichting. 0102 TOERENTAL Berekend motortoerental in rpm 1 = 1 rpm...
Pagina 184
184 Actuele signalen en parameters Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 0121 AI 2 Relatieve waarde van analoge ingang AI2 als percentage 1 = 0,1% 0124 AO 1 De waarde van analoge uitgang AO in mA 1 = 0,1 0126 PID 1 De uitgangswaarde van PID1-procesregeling als 1 = 0,1% UITGANG...
Pagina 185
Actuele signalen en parameters 185 Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 0141 MWH-TELLER MWH-teller. De waarde van de teller loopt op totdat de 1 = 1 waarde 65535 bereikt is, daarna begint de teller weer vanaf 0. Kan niet gereset worden. 0142 OMDR.
Pagina 186
186 Actuele signalen en parameters Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 0163 TO STATUS Status van transistoruitgang, wanneer transistoruitgang 1 = 1 gebruikt wordt als een digitale uitgang. 0164 TO Frequentie van transistoruitgang, wanneer transistoruitgang 1 = 1 Hz FREQUENTIE gebruikt wordt als een frequentieuitgang. 0165 TIMER Timerwaarde van tijdgestuurde start/stop.
Pagina 187
Actuele signalen en parameters 187 Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 0167 SEQ PROG Statuswoord van het sequentieel programmeren: 1 = 1 Bit 0 = VRIJGEGEVEN (1 = vrijgegeven) Bit 1 = GESTART Bit 2 = GEPAUZEERD Bit 3 = LOGISCH WAARDE (logische bewerking gedefinieerd door parameters 8406…8410).
188 Actuele signalen en parameters Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 03 ACTUELE Datawoorden voor het monitoren van de veldbuscommuni- STATUS catie (alleen-lezen). Elk signaal is een 16-bit datawoord. Datawoorden worden op het paneel getoond in hexadecimaal formaat. 0301 VELDB CMD Een 16-bit datawoord.
Pagina 189
Actuele signalen en parameters 189 Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq Bit 6 = ENCODER FOUT Bit 7 = OVERTOEREN Bit 8…9 = Gereserveerd Bit 10 = CONFIG FILE Bit 11 = SERIELE FOUT 1 Bit 12 = INT VB CON FILE.
190 Actuele signalen en parameters Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq Bit 8 = OVERTEMP OMV Bit 9 = MOTOR TEMP Bit 10 = ONDERBELASTING Bit 11 = MOTORBLOKK Bit 12 = AUTORESET Bit 13…15 = Gereserveerd 0309 ALARM- Een 16-bit datawoord. Voor de mogelijke oorzaken en WOORD 2 oplossingen en veldbus-equivalenten, zie het hoofdstuk Foutopsporing...
Pagina 191
Actuele signalen en parameters 191 Actuele signalen Naam/Waarde Omschrijving FbEq 0403 TIJD FOUT 2 Het tijdstip waarop de laatste fout optrad. 1 = 2 s Format op het assistent-bedieningspaneel: Real time (uu:mm:ss) als de ‘real tijd’ klok loopt. / De verstreken tijd na inschakeling van de voeding (uu:mm:ss minus de hele dagen gemeld door signaal 0402 TIJD FOUT...
192 Actuele signalen en parameters Parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 10 START/STOP/ De bronnen voor externe start-, stop- en DRAAIR draairichtingsopdrachten 1001 EXT1 ST/STP/ Bepaalt de aansluitingen en de bron voor de start-, stop- en DI1,2 DRAAIR draairichtingopdrachten voor externe bedienplaats 1 (EXT1).
Pagina 193
Actuele signalen en parameters 193 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI1P,2P,3P Puls start vooruit via digitale ingang DI1. 0 -> 1: Start voorwaarts. Puls start achteruit via digitale ingang DI2. 0 -> 1: Start achterwaarts. (Om de omvormer te starten, moet digitale ingang DI3 geactiveerd worden voordat de puls aan DI1/DI2 geleverd wordt).
Pagina 194
194 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq TIMER STOP Stop wanneer timervertraging gedefinieerd door parameter 1901 TIMER VERTR verstreken is. Start via timer-startsig- naal. De bron voor het signaal wordt gekozen door parame- 1902 TIMER START. TIMER START Start wanneer timervertraging gedefinieerd door parameter 1901 TIMER VERTR verstreken is.
Veldbus-interface als bron voor de keuze EXT1/EXT2, d.w.z. Controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 5 (bij het ABB drives profiel 5319 PAR 19 bit 11). Het Control- woord wordt door de veldbus-controller via de veldbus- adapter of interne veldbus (Modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 196
196 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq TIJD FUNC 3 Zie selectie TIJD FUNC TIJD FUNC 4 Zie selectie TIJD FUNC DI1(INV) Geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = EXT1, 1 = EXT2. DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI3(INV) Zie de selectie DI1(INV).
Pagina 197
Actuele signalen en parameters 197 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI3U,4D(R) Digitale ingang DI3: Referentieverhoging. Digital ingang DI4: Referentie-verlaging. Stopopdracht reset de referentie naar nul. Parameter 2205 TIJD FOUT 2 definieert de snelheid waarop de referentie veranderd. DI3U,4D Digitale ingang DI3: Referentieverhoging. Digital ingang DI4: Referentie-verlaging.
Pagina 198
198 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq AI1/AI2 Referentie wordt berekend met de volgende vergelijking: REF = AI1(%) · (50% / AI2 (%)) PANEEL(RNC) Referentie wordt ingevoerd via het bedieningspaneel. Een Stop-opdracht reset de referentie naar nul (R staat voor reset).
Pagina 199
Actuele signalen en parameters 199 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0,0…599,0 Hz / Minimum waarde in rpm. Hz als parameter 9904 MOTOR 1 = 0,1 Hz 0…30000 rpm CTRL MODE ingesteld is op SCALAR: FREQ. / 1 rpm Voorbeeld: Analoge ingang AI1 is ingesteld als de referentiebron (waarde van parameter 1103 is AI1).
Pagina 201
Actuele signalen en parameters 201 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via digitale ingang DI1. 1 = actief, 0 = inactief. Toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via digitale ingang DI2. 1 = actief, 0 = inactief.
Pagina 202
202 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI1,2,3 Keuze van constant toerental via digitale ingangen DI1, DI2 en DI3. 1 = DI actief, 0 = DI inactief. DI DI2 DI3 Bedrijf 0 Geen constant toerental 0 Toerental bepaald door par. 1202 CNST TOERENTAL1 0 Toerental bepaald door par.
Pagina 203
Actuele signalen en parameters 203 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI4(INV) Toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via geïnverteerde digitale ingang DI4. 0 = actief, 1 = inactief. DI5(INV) Toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via geïnverteerde digitale ingang DI5.
Pagina 204
204 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0,0…599,0 Hz / Toerental in rpm. Uitgangsfrequentie in (Hz) als parameter 1 = 0,1 Hz 0…30000 rpm 9904 MOTOR CTRL MODE ingesteld is op SCALAR: / 1 rpm FREQ. 1203 CNST Definieert constant toerental (of uitgangsfrequentie van de E: 10,0 Hz TOERENTAL 2...
Pagina 205
Actuele signalen en parameters 205 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1208 CNST Definieert constant toerental (of uitgangsfrequentie van de E: 50,0 Hz TOERENTAL 7 omvormer) 7. Constant toerental 7 wordt ook gebruikt als jogging toerental (zie de sectie Besturing van een mechani- 60,0 Hz sche rem op pagina 160) of bij foutfuncties...
Actuele signalen en parameters 207 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1302 MAXIMUM AI1 Bepaalt de maximum %-waarde die correspondeert met 100,0% maximum mA/(V) signaal voor analoge ingang AI1. Wanneer de waarde als een referentie wordt gebruikt, correspondeert deze met de maximuminstelling van de referentie.
208 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Statusinformatie aangegeven via relaisuitgang, en schakel- RELAISUITGANGEN vertragingen voor relais. Opmerking: Relaisuitgangen 2…4 zijn alleen beschikbaar als de MREL-01 uitgangsrelais-module op de omvormer aangesloten is. Zie MREL-01 output relay module user's manual (3AUA0000035974 [Engels]).
Pagina 209
Actuele signalen en parameters 209 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq REF 2 ACTIEF Externe referentie REF 2 is in gebruik. CONST FREQ Constant toerental in gebruik. Zie parametergroep CONST TOERENKEUZE. GEEN REF Referentie of actieve bedienplaats is uitgevallen. OVER- Waarschuwing/Fout door overstroom-beveiligingsfunctie STROOM OVERSPAN- Waarschuwing/Fout door overspanning-beveiligingsfunctie...
Actuele signalen en parameters 211 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1403 RELAISUIT- Zie parameter 1401 RELAISUITGANG 1. Alleen beschik- NIET GANG 3 baar als de MREL-01 uitgangsrelais-module op de omvor- GESE- mer aangesloten is. Zie parameter 0181 UITBR MODULE STATUS. 1404 VERTR R1 IN Bepaalt de inschakelvertraging voor relaisuitgang RO 1.
212 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1502 AN1 INHOUD Bepaalt de minimum waarde voor het signaal gekozen door parameter 1501 AN1 INHOUD KEUZE. De minimum- en maximumwaarden van AO corresponderen als volgt met de 1504 MINIMUM AO1 1505 MAXIMUM AN UITG1 instellingen: AO (mA)
Pagina 213
Veldbus-interface als bron voor geïnverteerd Runvrijgave- signaal (Startblokkering), d.w.z. Controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 6 (bij het ABB drives profiel 5319 PAR bit 3). Het Controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (Modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 214
Veldbus-interface als bron voor het foutresetsignaal, d.w.z. Controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 4 (bij het ABB drives profiel 5319 PAR 19 bit 7). Het Controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (Modbus) naar de omvormer gezonden.
Actuele signalen en parameters 215 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1605 WIJZ GEBR Maakt het mogelijk de gebruikersparameterset te wijzigen NIET PAR SET via een digitale ingang. Zie parameter 9902 APPLICATIE- GESE- MACRO. De verandering is uitsluitend toegestaan als de omvormer is gestopt.
216 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI1(INV) Sturing van gebruikersparameterset via geïnverteerde digitale ingang DI1. Neergaande helling van geïnverteerde digitale ingang DI1: Gebruikersparameterset 2 wordt geladen. Opgaande helling van geïnverteerde digitale ingang DI1: Gebruikersparameterset 1 wordt geladen. DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV).
Pagina 217
Actuele signalen en parameters 217 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI1(INV) Lokaal slot via geïnverteerde digitale ingang DI1. Opgaande helling van geïnverteerde digitale ingang DI1: Lokale bestu- ring toegestaan. Neergaande helling van geïnverteerde digitale ingang DI1: Lokale besturing uitgeschakeld. DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV).
Pagina 218
218 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq NIET Startvrijgavesignaal is actief. GESELEC Extern signaal vereist via digitale ingang DI1. 1 = Startvrij- gave. Als het Startvrijgavesignaal ingeschakeld wordt, zal de omvormer niet starten of tot stilstand uitlopen als de omvormer in bedrijf is en het alarm STARTVRIJGAVE 1 ONTBREEKT...
Actuele signalen en parameters 219 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1611 PARAMETER Kiest de parameter-weergave, d.w.z. welke parameters DEFAULT VIEW worden getoond. Opmerking: Deze parameter is alleen zichtbaar indien geactiveerd door het optionele FlashDrop instrument. FlashDrop is ontworpen voor het snel kopiëren van parameters naar niet op de voeding aangesloten omvormers.
Pagina 220
220 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1802 FREQ INGANG Bepaalt de maximum ingangswaarde als DI5 gebruikt wordt 1000 Hz als een frequentie-ingang. Zie de sectie Frequentie-ingang op pagina 135. 0…16000 Hz Maximum frequentie 1 = 1 Hz 1803 FILTER FREQ Bepaalt de filtertijdconstante voor frequentie-ingang, d.w.z.
Actuele signalen en parameters 221 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1810 FO INHOUD Bepaalt de maximumsignaalwaarde van frequentie-uitgang FO. Signaal wordt gekozen met parameter 1808 KEUZE FO INHOUD. Zie parameter 1809 FO INHOUD MIN. x…x Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter 1808 KEUZE FO INHOUD.
Pagina 222
222 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 1903 TIMER RESET Bepaalt de bron voor het timer-resetsignaal. NIET GESE- DI1(INV) Timer-reset via geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = actief, 1 = inactief. DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI3(INV) Zie de selectie DI1(INV).
Pagina 223
Actuele signalen en parameters 223 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq INGESCHA- Teller vrijgegeven KELD 1905 TELLER Bepaalt de tellerlimiet. 1000 LIMIET 0…65535 Limietwaarde 1 = 1 1906 TELLER Kiest de bron voor het ingangssignaal voor de teller. PLS IN(DI 5) INGANG PLS IN(DI 5) Digitale ingang DI5 pulsen.
Pagina 224
224 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq S/S CMD(INV) Teller-reset bij start/stop-opdracht (geïnverteerd), d.w.z. de teller wordt gereset als start/stopopdracht gedeactiveerd wordt. Bron voor startsignaal wordt gekozen door parameter 1902 TIMER START. RESET Reset vrijgegeven OVERFLOW Teller beweegt tussen de minimum en maximum limieten en springt naar de tegenovergestelde limiet, wanneer of de minimum of maximum limiet bereikt wordt.
Pagina 225
Actuele signalen en parameters 225 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0…12 Pulsteller-deler N. Elke 2 bit wordt geteld. 1 = 1 1910 TELLER Bepaalt de bron voor keuze van de telrichting. OMHOOG TELRICHT DI1(INV) Keuze van de telrichting via geïnverteerde digitale ingang DI1.
226 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Zie de selectie DI1. Zie de selectie DI1. Zie de selectie DI1. Zie de selectie DI1. ACTIVEREN Externe start-/stopopdracht, bijv. via veldbus 20 LIMIETEN Bedrijfslimieten van de omvormer. Toerentalwaarden worden gebruikt bij vector-regeling en frequentiewaarden worden gebruikt bij scalar-regeling.
Pagina 227
Actuele signalen en parameters 227 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2005 OVERSPAN Activeert of deactiveert de overspanningsregeling van de VRIJGE- REGEL DC-tussenkring. Door het snel afremmen van een zeer trage last bereikt de DC-tussenkring de overspanningslimiet. Om te verhinderen dat de DC-spanning de limiet overschrijdt, vermindert de overspanningsregeling automatisch het remkoppel.
Pagina 228
228 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2007 MINIMUM Definieert de onderlimiet voor de uitgangsfrequentie van de 0,0 Hz FREQ omvormer. Een positieve minimum frequentiewaarde (of nul) bepaalt twee bereiken, een positief bereik en een negatief bereik. Een negatieve minimum frequentiewaarde bepaalt één frequentiebereik.
Pagina 229
Actuele signalen en parameters 229 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq COMM Veldbus-interface als bron voor de koppellimiet 1/2 selectie, d.w.z. Controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 15. Het Controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (Modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 230
2005 OVERSPAN REGEL selectie EN WITH BRCH. EXTERN Externe remchopper-sturing. Opmerking: De omvormer is alleen compatibel met ABB ACS-BRK-X rem-units. Opmerking: Zorg er voor dat de rem-unit geïnstalleerd is en de overspanningsregeling uitgeschakeld is door parameter 2005 OVERSPAN REGEL in te stellen op de...
Actuele signalen en parameters 231 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2021 KEUZE MAX Bron maximum toerental voor koppelregeling PAR 2002 SNELH PAR 2002 Waarde van parameter 2002 MAXIMUM TOERENTAL EXT REF 1 Waarde van signaal 0111 EXTERNE REF 1 21 START/STOP Start- en stopmodi van de motor 2101 START Selecteert de startmethode voor de motor.
Pagina 232
232 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq KOPPEL Koppelverhoging dient gekozen te worden als een hoog BOOST startkoppel vereist is. Alleen gebruikt wanneer parameter 9904 MOTOR CTRL MODE ingesteld is op SCALAR: FREQ. De omvormer magnetiseert de motor voor met gelijkstroom vóór de start.
Pagina 233
Actuele signalen en parameters 233 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq AUTO2 Effectief bij asynchrone motoren en vector:toerental en vec- tor:koppel modi. Reduceert het effect van een schokkende motor tijdens het starten. Het schok-effect kan verder gere- duceerd worden met een hellingstop en DC-remfuncties (werking wordt ook beïnvloed).
Pagina 234
234 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2103 DC MAGN Bepaalt de voormagnetisatietijd. Zie parameter 2101 0,30 s TIJD START FUNCTIE. Na de startopdracht zal de omvormer automatisch de motor voormagnetiseren gedurende de ingestelde tijd. 0,00…10,00 s Magnetisatietijd.
Pagina 235
Actuele signalen en parameters 235 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq BEDRIJF Functie gelijkstroom-remmen is actief. GEST Als parameter 2102 STOP FUNCTIE ingesteld is op UITLOOP, dan wordt gelijkstroom-remmen toegepast na deactivering van de startopdracht. Als parameter 2102 STOP FUNCTIE ingesteld is op HELLING, dan wordt gelijkstroom-remmen toegepast na de helling.
Pagina 236
236 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Vrijgegeven 2109 KEUZE Kiest de bron voor de externe noodstop-opdracht. NIET NOODSTOP GESE- De omvormer kan niet herstart worden voordat de noodstop-opdracht gereset is. Opmerking: De installatie moet noodstopvoorzieningen bevatten en elke andere veiligheidsvoorziening die nodig is. Het indrukken van STOP-toets op het bedieningspaneel van de omvormer zal NIET: •...
Actuele signalen en parameters 237 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2112 NULTOEREN Definieert de vertraging van de stilstandvertragings-functie. 0.0 = VERTRAG De functie is nuttig in toepassingen waarbij een soepele en NIET snelle herstart essentieel is. Tijdens de vertraging kent de GESE- omvormer de rotorpositie nauwkeurig.
Pagina 238
238 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Zie de selectie DI1. COMM Veldbus-interface als bron voor hellingpaar 1/2 selectie, d.w.z. Controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 10. Het Controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (Modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 239
Actuele signalen en parameters 239 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2203 DECELER Bepaalt de deceleratietijd 1, d.w.z. de tijd die het toerental 5,0 s TIJD 1 nodig heeft om te veranderen van het toerental gedefinieerd door parameter 2008 MAXIMUM FREQ (bij scalar-bestu- ring) / 2002 MAXIMUM TOERENTAL...
Pagina 240
240 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2205 TIJD FOUT 2 Bepaalt de acceleratietijd 2, d.w.z. de tijd die het toerental 60,0 s nodig heeft om te veranderen van nul toeren naar het toerental gedefinieerd door parameter 2008 MAXIMUM FREQ (bij scalar-besturing) /...
Actuele signalen en parameters 241 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Zie de selectie DI1. Zie de selectie DI1. Zie de selectie DI1. COMM Bit 13 van Commandowoord 1 forceert het toerental naar nul. Het Commandowoord 1 wordt geleverd via veldbus- communicatie (parameter 0301).
242 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2302 INTEGRATIE Definieert de integratietijd van de toerenregeling. De 0,50 s TIJD integratietijd voor de toerenregeling bepaalt de snelheid waarmee de uitgang verandert als de foutwaarde constant is. Hoe korter de integratietijd, des te sneller de constante foutwaarde wordt gecorrigeerd.
Pagina 243
Actuele signalen en parameters 243 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2303 DIFFERENT Definieert de differentiatietijd voor de toerenregeling. Diffe- 0 ms TIJD rentiëren verhoogt de regelinguitgang als de foutwaarde verandert. Hoe langer de differentiatietijd, des te meer wordt de regelinguitgang verhoogd gedurende een wijziging. Als de differentiatietijd op nul wordt gesteld, dan werkt de rege- ling als een PI-regeling, anders als een PID-regeling.
Pagina 244
244 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2304 ACC COM- Bepaalt de differentiatietijd voor acceleratie-/(deceleratie- 0,00 s PENSATIE )compensatie. Om massatraagheid tijdens acceleratie te compenseren wordt de differentiatie van de referentie toegevoegd aan de uitgang van de toerenregeling. Het principe van een differentiatie wordt beschreven voor parameter 2303 DIFFERENT...
Actuele signalen en parameters 245 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Variabelen voor koppelregeling KOPPELREGELING 2401 KOPPELOP- Bepaalt de opbouwtijd van de koppelreferentie, d.w.z. de 0,00 s BOUW TIJD minimum tijd voor de referentie om van nul naar het nominale motorkoppel te stijgen. 0,00…120,00 s Tijd 1 = 0,01 s 2402 KOPPELAF-...
Pagina 246
246 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0,0…599,0 Hz / Limiet in rpm. Limiet in Hz als parameter 9904 MOTOR 1 = 0,1 Hz 0…30000 rpm CTRL MODE ingesteld is op SCALAR: FREQ. De waarde / 1 rpm kan niet onder het minimum liggen (parameter 2502 KRIT FREQ 1...
Pagina 248
248 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2603 IR COMP Bepaalt de uitgangsspanningsverhoging bij nul toeren (IR- Afhanke- SPANNING compensatie). De functie is nuttig bij toepassingen die een lijk van hoog startkoppel vereisen, maar waar vector-besturing niet type mogelijk is.
Pagina 249
Actuele signalen en parameters 249 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq GEBR Door de gebruiker bepaalde verhouding, gedefinieerd door GEDEFIN parameters 2610...2618. Zie de sectie Instelbare U/f kromme op pagina 143. 2606 SCHAKELF- Bepaalt de schakelfrequentie van de omvormer. Een hogere 4 kHz schakelfrequentie is geruislozer.
Pagina 250
250 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq ON (LOAD) De omvormer wordt gestart met een schakelfrequentie van 4 kHz om maximale uitgang te krijgen tijdens de start. Na het opstarten wordt de schakelfrequentie gestuurd naar de gekozen waarde (parameter 2607 BEST SCHAKELFREQ) als de uitgangsstroom of de temperatuur dit toestaan.
Pagina 251
Actuele signalen en parameters 251 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2609 GELUIDSAF- Vrijgave van de geluidsafzwakkingsfunctie. Geluidsafvlak- BLOKKE- VLAKKING king verdeelt het motorgeluid over een band van frequenties in plaats van een enkele tonale frequentie, hetgeen resul- teert in een lagere geluidspiek-intensiteit. Een random com- ponent met een gemiddelde van 0 Hz wordt toegevoegd aan de schakelfrequentie ingesteld door parameter 2606...
Pagina 252
252 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0…120% van Spanning 1 = 1 V 2617 GEBR Bepaalt het vierde frequentiepunt van de door de gebruiker 40,0 Hz GEDEFIN F4 gedefinieerde U/f-kromme. 0,0…599,0 Hz Frequentie 1 = 0,1 Hz 2618 FW SPANNING Bepaalt de spanning van de U/f-kromme wanneer de fre- 95% van quentie gelijk is aan de nominale motorfrequentie...
Actuele signalen en parameters 253 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2622 SOFT START- Stroom gebruikt bij de stroomvector rotatie bij lage toeren- STROOM tallen. Verhoog de soft-startstroom als de toepassing een hoog zadelmoment vereist. Verlaag de soft-startstroom als slingeren van de motoras geminimaliseerd moet worden. Merk op dat nauwkeurige koppelregeling niet mogelijk is in de stroomvector rotatie modus.
Pagina 254
254 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2903 OMWENTEL Bepaalt het triggerpunt voor de toerenteller van de motor. 0 Mrev TRIG De waarde wordt vergeleken met de waarde van parameter 2904 OMWENTEL ACT. 0…65535 Mrev Miljoenen omwentelingen. Als de parameterwaarde ingesteld is op nul, is de trigger geblokkeerd.
Actuele signalen en parameters 255 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 30 FOUT FUNCTIES Programmeerbare beveiligingsfuncties 3001 AI<MIN Bepaalt de reactie van de omvormer als het analoge NIET FUNCTIE ingangssignaal (AI) onder de foutlimieten daalt en AI GESE- gebruikt wordt • als de actieve referentiebron (11 REFERENTIE KEUZE) •...
Pagina 256
256 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq FOUT De omvormer stopt op fout PANEELUITVAL (0010) en de motor loopt uit tot stilstand. CONST TOER De omvormer geeft alarm PANEELUITVAL (2008) en stelt het toerental in op de waarde bepaald door parameter 1208 CNST TOERENTAL WAARSCHUWING! Zorg dat het veilig is om het...
Pagina 257
Actuele signalen en parameters 257 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq NIET De beveiliging is niet actief. GESELEC FOUT De omvormer schakelt uit op fout M OVERTEMP (0009) wanneer de temperatuur hoger is dan 110 °C, en de motor loopt uit tot stilstand. ALARM De omvormer geeft alarm MOTOR TEMP...
Pagina 258
258 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3007 MOT BEL Definieert de belastingscurve samen met parameters 3008 100% CURVE STILSTAND BEL 3009 KANTELPUNT FREQ. Bij de standaardwaarde 100%, werkt de beveiliging tegen overbelasting van de motor wanneer de constante stroom hoger is dan 127% van de waarde van de parameter 9906 MOT NOM...
Pagina 259
Actuele signalen en parameters 259 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3009 KANTELPUNT Definieert de belastingscurve samen met parameters 3007 35 Hz FREQ MOT BEL CURVE 3008 STILSTAND BEL. Voorbeeld: Uitschakeltijden van de thermische beveiliging wanneer parameters 3006…3008 hun standaardinstellingen hebben. = Uitgangsstroom = Nominale motorstroom = Uitgangsfrequentie...
Pagina 260
260 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3010 BLOKKEER- Bepaalt hoe de omvormer reageert op een motorblokkering. NIET FUNCTIE De beveiliging valt in wanneer de omvormer langer in een GESE- blokkeergebied (zie figuur hieronder) gewerkt heeft dan de tijd ingesteld door parameter 3012 BLOKKEERTIJD.
Pagina 261
Actuele signalen en parameters 261 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq FOUT De omvormer schakelt uit op fout ONDERBELASTING (0017) en de motor loopt uit tot stilstand. Opmerking: Stel de parameterwaarde pas op FOUT nadat de ID run uitgevoerd is! Als FOUT gekozen is, kan de omvormer een...
Pagina 262
262 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq ALARM De omvormer genereert alarm INGANG FASE FOUT (2026) wanneer de DC spanningsrimpel 14% van de nominale DC spanning overschrijdt. 3017 AARDFOUT Kiest hoe de omvormer reageert wanneer een aardfout VRIJGE- wordt gedetecteerd in de motor of de motorkabel.
Pagina 263
Actuele signalen en parameters 263 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3021 AI1 FOUT Bepaalt een storingsdrempel voor analoge ingang AI1. Als 0,0% LIMIET parameter 3001 AI<MIN FUNCTIE ingesteld is op FOUT, schakelt de omvormer uit op fout AI1 FOUT (0007) wanneer het analoge ingangssignaal onder het ingestelde niveau daalt.
264 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq De omvormer geeft geen sein aan de gebruiker. 3027 OPTIE COMM Bepaalt hoe de omvormer reageert wanneer de MREL-01 VERLIES uitgangsrelais-module van de omvormer verwijderd wordt, en de parameters 1402 RELAISUITGANG 1403 RELAI- SUITGANG 3 1410 RELAISUITGANG 4...
Pagina 265
Actuele signalen en parameters 265 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3102 HERSTART- Bepaalt de tijdsperiode waarbinnen de automatische 30,0 s TIJD foutresetfunctie actief is. Zie parameter 3101 AANTAL POGINGEN. 1,0…600,0 s Tijd 1 = 0,1 s 3103 VERTRA- Bepaalt de tijd gedurende welke de omvormer wacht nadat 0,0 s GINGSTIJD een fout optreedt, voordat een auto-resetpoging wordt...
266 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq BLOKKEREN Niet actief VRIJGEVEN Actief 32 BEWAKING Signaalbewaking. De bewakingsstatus kan gemonitoord worden met relais- of transistoruitgang. Zie parametergroe- 14 RELAISUITGANGEN 18 FREQ IN & TRAN UIT. 3201 BEWAK 1 Kiest het eerste bewaakte signaal.
Pagina 267
Actuele signalen en parameters 267 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Voorbeeld 2: Als 3202 BEWAK 1 LIM LAAG > 3203 BEWAK 1 LIM HOOG De onderlimiet 3203 BEWAK 1 LIM HOOG blijft actief totdat het bewaakte signaal de bovenlimiet 3202 BEWAK 1 LIM LAAG overschrijdt, waardoor deze de actieve limiet wordt.
Actuele signalen en parameters 269 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 2201…22FF 2201 hex = ACS355-0nE- 2202 hex = ACS355-0nU- 3303 TESTDATUM Geeft de testdatum weer. 00,00 De waarde van de datum in het format JJ.WW (jaar, week) 3304 OMVORMER Toont de nominale stroom en spanning van de omvormer. 0000 hex GROOTTE 0000…FFFF...
Pagina 270
270 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3402 SIGNAAL 1MIN Bepaalt de minimum waarde voor het signaal gekozen door parameter 3401 SIGNAAL 1 PARAM. Display waarde 3407 3406 Bron waarde 3402 3403 Opmerking: Parameter heeft geen effect als parameter 3404 OUTPUT1 DSP FORM ingesteld is op DIRECT.
Pagina 271
Actuele signalen en parameters 271 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3405 OUTPUT1 Kiest de eenheid voor het getoonde signaal gekozen door UNIT parameter 3401 SIGNAAL 1 PARAM. Opmerking: Parameter heeft geen effect als parameter 3404 OUTPUT1 DSP FORM ingesteld is op DIRECT. Opmerking: De keuze van de eenheid converteert geen waarden.
Pagina 272
272 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq kilohertz pulsen per minuut pulsen per seconde liter per seconde l/min liter per minuut liter per uur m3/s kubieke meter per seconde m3/m kubieke meter per minuut kg/s kilogram per seconde kg/m kilogram per minuut kg/h...
Pagina 273
Actuele signalen en parameters 273 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Gereserveerd voor pompen in zonne-energiesystemen Gereserveerd 72…116 %ref referentie als een percentage %act actuele waarde als een percentage %dev afwijking als een percentage % LD belasting als een percentage % SP setpoint als een percentage %FBK terugkoppeling als een percentage...
Pagina 274
274 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3410 SIGNAAL Bepaalt de maximum waarde voor het signaal gekozen door 2MAX parameter 3408 SIGNAAL 2 PARAM. Zie parameter 3402 SIGNAAL 1MIN. x…x Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter 3408.
Actuele signalen en parameters 275 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3420 OUTPUT3 MIN Stelt de minimum displaywaarde in voor het signaal gekozen door parameter 3415 SIGNAAL 3 PARAM. Zie parameter 3402 SIGNAAL 1MIN. x…x Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter 3415 SIGNAAL 3 PARAM.
Pagina 276
276 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq De functie is actief. De temperatuur wordt bewaakt via één PTC-sensor. Analoge uitgang AO voert een constante stroom door de sensor. De sensorweerstand neemt sterk toe naarmate de motortemperatuur boven de PTC-referen- tietemperatuur (Tref) stijgt, evenals de spanning over de weerstand.
Actuele signalen en parameters 277 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Digitale ingang DI3. Gebruikt wanneer de waarde van parame- 3501 SENSOR TYPE ingesteld is op THERM(0)/THERM(1). Digitale ingang DI4. Gebruikt wanneer de waarde van parame- 3501 SENSOR TYPE ingesteld is op THERM(0)/THERM(1). Digitale ingang DI5.
Pagina 278
278 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI3(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI4(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI5(INV) Zie de selectie DI1(INV). 3602 STARTTIJD 1 Definieert de dagelijkse starttijd 1. De tijd kan gewijzigd 00:00:00 worden in stappen van 2 seconden.
Pagina 279
Actuele signalen en parameters 279 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq Zie parameter 3602 STARTTIJD 3611 TIJD FOUT 3 Zie parameter 3603 STOPTIJD Zie parameter 3603 STOPTIJD 3612 STARTVRIJ- Zie parameter 3604 START DAG GAVE 3 Zie parameter 3604 START DAG 3613 STOPTIJD 3 Zie parameter 3605 STOP DAG...
Pagina 280
280 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 3623 BOOSTER Bepaalt de tijd waarbinnen de booster gedeactiveerd wordt 00:00:00 TIJD nadat het booster-activatiesignaal uitgeschakeld is. 00:00:00… uren:minuten:seconden 23:59:58 Voorbeeld: Als parameter 3622 BOOSTER SEL ingesteld is op 3623 BOOSTER TIJD ingesteld is op 01:30:00, is de booster actief gedurende 1 uur en 30 minuten nadat digitale ingang DI gedeactiveerd is.
Actuele signalen en parameters 281 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq T2+T3+B Booster en tijdperiodes 2 en 3 T1+T2+T3+B Booster en tijdperiodes 1, 2 en 3 T4+B Booster en tijdperiode 4 T1+T4+B Booster en tijdperiodes 1 en 4 T2+T4+B Booster en tijdperiodes 2 en 4 T1+T2+T4+B Booster en tijdperiodes 1, 2 en 4 T3+T4+B...
Pagina 282
282 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4002 INTEGRATIE Bepaalt de integratietijd voor de PID1-regeling. De integra- 10,0 s TIJD tietijd voor de toerenregeling bepaalt de snelheid waarmee de uitgang verandert als de foutwaarde constant is. Hoe korter de integratietijd, des te sneller de constante fout- waarde wordt gecorrigeerd.
Pagina 283
Actuele signalen en parameters 283 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4003 DIFFERENT Bepaalt de differentiatietijd voor de PID-regeling. Differenti- 0,0 s TIJD ëren verhoogt de regelinguitgang als de foutwaarde veran- dert. Hoe langer de differentiatietijd, des te meer wordt de regelinguitgang verhoogd gedurende een wijziging.
Pagina 284
284 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 0…127 Zie de keuzes bij parameter 3405 OUTPUT1 UNIT in het gegeven bereik. 4007 SCHALING Bepaalt de plaats van de decimaalkomma in de werkelijke EENHEID waarden van de PID-regeling. 0…4 Voorbeeld: PI (3.141593) 1 = 1 4007...
Pagina 285
Actuele signalen en parameters 285 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq COMM+AI1 Optelling van veldbusreferentie REF2 en analoge ingang AI1. Zie de sectie Keuze en correctie van referentie pagina 334. COMM*AI1 Vermenigvuldiging van veldbusreferentie REF2 en analoge ingang AI1. Zie de sectie Keuze en correctie van referentie op pagina 334.
Pagina 286
286 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4012 SETPOINT Bepaalt de minimum waarde voor de bron van het gekozen 0,0% PID-referentiesignaal. Zie parameter 4010 KEUZE SET POINT. -500,0…500,0% Waarde als een percentage 1 = 0,1% Voorbeeld: Analoge ingang AI1 is ingesteld als de referen- tiebron (waarde van parameter 4010 is AI1).
Pagina 287
Actuele signalen en parameters 287 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4015 TERUGKOP Definieert een extra vermenigvuldigingsfactor voor de 0,000 VERMEN waarde gedefinieerd door parameter 4014 TERUGKOP SEL. Parameter wordt hoofdzakelijk gebruikt in toepassin- gen waarbij de terugkoppelwaarde berekend wordt uit een andere waarde (bv.
Pagina 288
288 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4018 WERKW1 Stelt de minimum waarde voor WERKW 1 in. MINIMUM Schaalt het bronsignaal dat gebruikt wordt als de werkelijke waarde WERKW 1 (gedefinieerd door parameter 4016 WERKWAARDE 1). Voor de waarden 6 4016) en 7 (COMM WERKW1) van parameter COMM WERKW 2...
Pagina 289
Actuele signalen en parameters 289 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4022 SLAAPKEUZE Activeert de slaapfunctie en selecteert de bron voor de NIET activeringsingang. Zie de sectie Slaapfunctie van de PID GESE- (PID1)-procesregeling op pagina 156. NIET Geen slaapfunctie gekozen GESELEC De functie wordt geactiveerd/gedeactiveerd via digitale ingang DI1.
Pagina 290
290 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4023 PID SLAAP Bepaalt de startlimiet voor de slaapfunctie. Als het 0,0 Hz / NIVO motortoerental langer beneden een ingestelde waarde 0 rpm (4023) blijft dan de slaapvertragingsduur (4024), gaat de omvormer naar de slaapmodus: De motor wordt gestopt en het bedieningspaneel geeft het alarmbericht PID SLAAP...
Pagina 291
Actuele signalen en parameters 291 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4025 WEK Bepaalt de wekdeelfactor voor de slaapfunctie. De omvor- DEELFACTOR mer herstart als het verschil tussen de werkelijke waarde en de PID-referentiewaarde groter is dan de ingestelde wek- deelfactor (4025) gedurende een tijdspanne die langer is dan de wekvertraging (4026).
292 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq TIJD FUNC 4 Zie de selectie TIJD FUNC DI1(INV) Geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = PID SET 2, 1 = PID SET 1. DI2(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI3(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI4(INV) Zie de selectie DI1(INV).
Pagina 295
Actuele signalen en parameters 295 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4229 OFFSET Bepaalt de offset voor de externe PID-regeluitgang. Wan- 0,0% neer de PID-regeling geactiveerd wordt, begint de regeluit- gang met de offset-waarde. Wanneer de PID-regeling gedeactiveerd wordt, wordt de regeluitgang gereset naar de offset-waarde.
296 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 43 MECH REM Mechanische-rembesturing. Zie de sectie Besturing van BESTUR een mechanische rem op pagina 160. 4301 VERTR REM Bepaalt de rem-openvertraging (= de vertraging tussen de 0,20 s OPEN interne rem-openopdracht en de vrijgave van de besturing van het motortoerental).
Actuele signalen en parameters 297 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 4305 VERTR REM Bepaalt de magnetisatietijd van de motor. Na de start wordt 0 = NIET MAGN de stroom/het koppel/het toerental van de omvormer bevro- GESE- ren op de waarde gedefinieerd door parameter 4302 REM OPEN NIVO 4304 FORC OPEN NIVO...
298 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq ALARM De omvormer genereert alarm ENCODERFOUT (2024). 5010 Z PLS ENABLE Vrijgave van de pulsgever-naar-nul (Z) puls. Nul-puls wordt BLOKKE- gebruikt voor positie-reset. BLOKKEREN Geblokkeerd VRIJGEVEN Vrijgegeven 5011 POSITION Vrijgave van positie-reset. BLOKKE- RESET BLOKKEREN...
Pagina 299
Actuele signalen en parameters 299 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 5127 VLDB PAR Valideert eventueel gewijzigde parameterinstellingen van de REFRESH adaptermodule-configuratie. Na de opschoning wordt de waarde automatisch teruggesteld op KLAAR. KLAAR Klaar met verversen VERVERSEN Bezig met verversen 5128 FILE CPI FW Toont de parametertabel-revisie van de mapping file van de veldbusadapter-module die in het geheugen van de omvormer opgeslagen is.
300 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 5132 VLDB CPI FW Toont de algemene programma-revisie van de adaptermo- dule in het format axyz, waarbij: • a = primaire revisienummer • xy = secundaire revisienummers • z = correctie-letter. Voorbeeld: 190A = revisie 1.90A.
Actuele signalen en parameters 301 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 5205 PARITEIT Aantal karakters met een pariteitsfout, ontvangen van de FOUTEN Modbus-verbinding. Als het aantal hoog is, controleer dan of de pariteitsinstellingen van de apparatuur aangesloten op de bus, hetzelfde zijn. Opmerking: Hoge elektromagnetische ruisniveaus genereren fouten.
5305 INT VB BEST Kiest het communicatieprofiel. Zie de sectie Communicatie- ABB DRV PROF profielen op pagina 342. ABB DRV LIM Beperkt “ABB Drives”-profiel DCU PROFILE DCU-profiel ABB DRV ABB-drives profiel FULL 5306 INT VB OK Aantal door de omvormer ontvangen geldige berichten.
Voor Modbus: Stelt een extra vertraging in voordat de omvormer begint met het sturen van een respons naar het master-verzoek. 0…65535 Vertraging in milliseconden 1 = 1 5319 PAR 19 ABB-drives profiel (ABB DRV LIM ABB DRV FULL) 0000 hex Controlwoord. 0000…FFFF Controlwoord 5320 PAR 20...
Pagina 304
304 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 5410 VELDB DATA 5401 VELDB DATA IN IN 10 55 VELDB DATA UIT Data van de veldbusregeling naar de omvormer via een veldbusadapter. Zie de sectie Veldbusbesturing met veldbusadapter op pagina 353. Opmerking: In de adaptermodule is het parametergroepnummer 2.
Pagina 305
Actuele signalen en parameters 305 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 8402 START SEQ Kiest de bron voor het activatiesignaal voor sequentieel NIET PROG programmeren. GESE- Wanneer sequentieel programmeren geactiveerd wordt, start het programmeren vanuit de laatst-gebruikte toestand. Als het vrijgavesignaal voor sequentieel programmeren kwijt raakt, wordt het sequentieel programma gestopt en alle timers en uitgangen (RO/TO/AO) worden op nul gesteld.
Pagina 306
306 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 8403 PAUZE SEQ Kiest de bron voor het pauzesignaal van sequentieel NIET PROG programmeren. Wanneer pauze sequentieel programmeren GESE- geactiveerd wordt, dan worden alle timers en uitgangen (RO/TO/AO) bevroren. Toestandsovergang sequentieel programmeren is alleen mogelijk door parameter 8405 FORC SEQ...
Pagina 307
Actuele signalen en parameters 307 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq RESET Reset. Na de reset wordt de parameterwaarde automatisch ingesteld op NIET GESELEC. 8405 FORC SEQ ST Forceert het sequentieel programma naar een gekozen TOE- toestand. STAND 1 Opmerking: Toestand wordt alleen gewijzigd wanneer het sequentieel programma op pauze is ingesteld door parame- 8403 PAUZE SEQ PROG en deze parameter ingesteld...
Pagina 308
308 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq BEWAK1ON- Zie de selectie BEWAK1BOVEN. BEWAK2ON- Zie de selectie BEWAK2BOVEN. BEWAK3ON- Zie de selectie BEWAK3BOVEN. TIJD FUNC 1 Logische waarde 1 wordt geactiveerd door tijdfunctie 1. Zie parametergroep TIJDFUNCTIES. 1 = tijdfunctie actief. TIJD FUNC 2 Zie de selectie TIJD FUNC...
Pagina 309
Actuele signalen en parameters 309 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 8412 LA WAARDE 1 Bepaalt de lage limiet voor de toestandsovergang wanneer 0,0% parameter 8425 ST1 TRIG IN ST2 ingesteld is op, bv, AI 1 LAAG 0,0…100,0% Waarde als een percentage 1 = 0,1% 8413 HO WAARDE 2 Bepaalt de hoge limiet voor de toestandsovergang wanneer...
Pagina 310
310 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq ST8 IN N Van toestand 8 naar toestand n. Toestand n is gedefinieerd door parameter 8427 ST1 STAND 8416 RST CYCL Bepaalt de bron voor het cyclusteller-resetsignaal (0171 NIET TELLER SEQ CYCLE TELLER).
Pagina 311
Actuele signalen en parameters 311 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 8420 KEUZE ST1 Kiest de bron voor de referentie van toestand 1 van het 0,0% sequentieel programma. Parameter wordt gebruikt wanneer parameter 1103 KEUZE REF1 1106 KEUZE REF2 ingesteld is op SEQ PROG AI1+SEQ PROG AI2+SEQ...
Pagina 312
312 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq OMV STOP Omvormer loopt uit tot stilstand of loopt langs een helling tot stilstand, afhankelijk van de instelling van parameter 2102 STOP FUNCTIE. START Vaste draairichting voorwaarts. Als de omvormer nog niet in VOORW bedrijf is, dan wordt deze gestart volgens de instellingen van parameter...
Pagina 313
Actuele signalen en parameters 313 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq RST CNT ENT Gereserveerd voor ESP. -0,8 RST CNT Gereserveerd voor ESP. -0,9 STNX R=0,D=1,AO=0 Relaisuitgang is ontladen (geopend), transistoruitgang is -0,7 bekrachtigd en analoge uitgang is op nul gezet. R=1,D=0,AO=0 Relaisuitgang is bekrachtigd (gesloten), transistoruitgang is -0,6 ontkrachtigd en analoge uitgang is op nul gezet.
Pagina 314
314 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq DI3(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI4(INV) Zie de selectie DI1(INV). DI5(INV) Zie de selectie DI1(INV). NIET Geen triggersignaal. Als parameter 8426 ST1 TRIG IN ST N GESELEC ook ingesteld is op NIET GESELEC, wordt de toestand bevroren en kan alleen gereset worden via parameter...
Pagina 315
Actuele signalen en parameters 315 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq AI1LA2AI2HO2 Toestandovergang wanneer de waarde van AI1 < de waarde van par. 8414 HO WAARDE 2 SEQ en de waarde van AI2 > de waarde van par. 8413 HO WAARDE 2 SEQ.
Pagina 316
316 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq BEWAK2BO- Logische waarde volgens bewakingsparameters 3204…3206. Zie parametergroep BEWAKING. BEWAK3BO- Logische waarde volgens bewakingsparameters 3207…3209. Zie parametergroep BEWAKING. BEWAK1ON- Zie de selectie BEWAK1BOVEN. BEWAK2ON- Zie de selectie BEWAK2BOVEN. BEWAK3ON- Zie de selectie BEWAK3BOVEN. BWK1BO Toestandsovergang volgens bewakingsparameters OFVTR...
Pagina 317
Actuele signalen en parameters 317 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq AI1 L1 & DI5 Toestandovergang wanneer de waarde van AI1 < de waarde van par. 8412 LA WAARDE 1 SEQ en wanneer DI5 actief is. AI2 L2 & DI5 Toestandovergang wanneer de waarde van AI2 < de waarde van par.
Pagina 318
318 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq VTR & AI2 L2 Toestandovergang wanneer de vertragingstijd gedefinieerd door parameter 8424 VERTR ST1 WYZ verstreken is en de waarde van AI2 < de waarde van par. 8414 HO WAARDE 2 SEQ.
Pagina 320
9902 APPLICATIE- Kiest de applicatiemacro. Zie het hoofdstuk Applicatiemacro's MACRO op pagina 107. STAND ABB STAND Standaard macro voor toepassingen met constant toerental 1 3-DRAADS 3-draads macro voor toepassingen met constant toerental ALTERNE- Alternerende macro voor toepassingen met voorwaartse REND...
Pagina 321
Actuele signalen en parameters 321 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq LADEN FD FlashDrop parameterwaarden zoals gedefinieerd door de FlashDrop file. Parameter-weergave wordt gekozen door parameter 1611 PARAMETER VIEW. FlashDrop is een optioneel instrument voor het snel kopië- ren van parameters naar niet op de voeding aangesloten omvormers.
Pagina 322
322 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq VECTOR: Vectorbesturingmodus. KOPPEL Referentie 1 = toerentalreferentie in rpm. Referentie 2 = koppelreferentie als een percentage. 100% is gelijk aan het nominale koppel. SCALAR: Scalarbesturingsmodus. FREQ Referentie 1 = frequentiereferentie in Hz. Referentie 2 = frequentiereferentie als een percentage.
Pagina 323
Actuele signalen en parameters 323 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 9905 MOT NOM Bepaalt de nominale motorspanning. Voor asynchrone 200 V SPANNING motoren moet deze gelijk zijn aan de waarde op het units: motortypeplaatje. 230 V Bij synchrone permanentmagneetmotoren is de nominale 400 V spanning de BackEMF spanning bij nominaal toerental.
Pagina 324
324 Actuele signalen en parameters Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq 9908 M NOM Bepaalt het nominale motortoerental. Moet gelijk zijn aan de Afhanke- TOERENTAL waarde op het motortypeplaatje. lijk van type 50…30000 rpm Toerental 1 = 1 rpm 9909 MOT NOM Bepaalt het nominale motorvermogen.
Pagina 325
Actuele signalen en parameters 325 Alle parameters Naam/Waarde Omschrijving Def/FbEq ID run. Garandeert de hoogste nauwkeurigheid in de besturing. De identificatie duurt ongeveer een minuut. Een ID Run is vooral effectief wanneer: • vectorbesturingsmodus gebruikt wordt (parameter 9904 [VECTOR: TOERENTAL] of 2 [VECTOR: KOPPEL]), en •...
Veldbusbesturing met interne veldbus 327 Veldbusbesturing met interne veldbus Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft hoe de omvormer kan worden bestuurd door externe apparatuur via een communicatienetwerk met gebruikmaking van de interne veldbus. Systeemoverzicht De omvormer kan aangesloten worden op een extern besturingssysteem via een veldbusadapter of interne veldbus.
Pagina 328
328 Veldbusbesturing met interne veldbus De pin-configuratie van de RS-232 connector is hieronder te zien. De maximum lengte van de communicatiekabel bij RS-232 is beperkt tot 3 meter (9,8 ft). Omvormer RS-232 RJ-45 Afscherm. behuiz. Veldbusbesturing Veldbus Overige appara- Omvormer RS-232 paneelconnector Interne veldbus (Modbus)
PARITEIT 8 GEEN 2 on-line adressen moeten 8 EVEN 1 dezelfde instellingen hebben 8 ONEVEN 1 5305 INT VB BEST ABB DRV LIM Alle Keuze van het communicatiepro- PROF DCU PROFILE fiel dat de omvormer gebruikt. Zie ABB DRV FULL...
20…21 (JOGGING 20…21 JOGGING 1102 KEUZE COMM Activeert de keuze EXT1/EXT2 via 40001 40031 EXT1/EXT2 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 5 bit 11 bit 5 (EXT2); bij het ABB drives profiel 5319 PAR 19 bit 11 (EXT CTRL LOC).
Pagina 331
Activeert foutreset via het veldbus 40001 40031 T KEUZE 0301 VELDB CMD WOORD1 bit 4 bit 7 bit 4 (RESET); bij het ABB drives profiel 5319 PAR 19 bit 7 (RESET). 1606 LOKAAL COMM Slotsignaal voor lokale bedienings- 40031 SLOT...
Hellingingang naar nul via 0301 40001 40031 GEFORC 0 VELDB CMD WOORD1 bit 13 bit 6 bit 13 (RAMP_IN_0); bij het ABB drives pro- fiel 5319 PAR 19 bit 6 (RAMP_IN_ ZERO) FOUTFUNCTIES COMMUNICATIE 3018 COMM NIET Bepaalt de werking van de omvormer...
Pagina 333
4210 COMM*AI1 Interface veldbusbesturing De communicatie tussen een veldbussysteem en de omvormer bestaat uit 16-bits ingangs- en uitgangsdatawoorden (bij het ABB Drives profiel) en 32-bits ingangs- en uitgangswoorden (bij het DCU profiel). Controlwoord en Statuswoord Het Controlwoord (CW) is het belangrijkste middel voor het besturen van een omvor- mer vanuit een veldbussysteem.
Wanneer parameter 1103 1106 ingesteld is op COMM+AI1 of COMM*AI1, wordt de veldbusreferentie gecorrigeerd met behulp van analoge ingang AI1 zoals in de volgende voorbeelden weergegeven voor het ABB drives profiel. Instel- Wanneer COMM > 0 Wanneer COMM < 0 ling COMM(%) ·...
Pagina 335
Veldbusbesturing met interne veldbus 335 Instel- Wanneer COMM > 0 Wanneer COMM < 0 ling COMM(%) · (AI(%) / 50%) · (MAX-MIN) + COMM(%) · (AI(%) / 50%) · (MAX-MIN) - M*AI1 Gecorrigeerde referentie (rpm) COMM -100 REF (%) Max. limiet 1500 Min.
336 Veldbusbesturing met interne veldbus Schaling van de veldbusreferentie Veldbusreferenties REF1 en REF2 worden voor het ABB drives profiel geschaald zoals weergegeven in de volgende tabel. Opmerking: Eventuele correctie van de referentie (zie de sectie Keuze en correctie van referentie op pagina 336) wordt voorafgaand aan schaling toegepast.
Veldbusbesturing met interne veldbus 337 Referentieverwerking Het sturen van de draairichting wordt voor elke besturingslocatie (EXT1 en EXT2) geconfigureerd met behulp van de parameters in groep 10 START/STOP/ DRAAIR. Veldbusreferenties zijn bipolair, d.w.z. ze kunnen negatief of positief zijn. De volgende diagrammen laten zien hoe parameters uit groep 10 en het teken van de veldbusreferentie samen de referentie REF1/REF2 produceren.
338 Veldbusbesturing met interne veldbus Schaling van actuele waarden De schaling van de integers die als werkelijke waarde naar de master worden gezonden, is afhankelijk van de gekozen functie. Zie het hoofdstuk Actuele signalen en parameters op pagina Modbus mapping De volgende modbus-functiecodes worden door de omvormer ondersteund.
De volgende tabel geeft informatie over de inhoud van de Modbus-adressen 40001…40012 en 40031…40034. Modbusregister Toegan Informatie 40001 Controlwoord Controlwoord. Alleen ondersteund door het ABB drives profiel, d.w.z. wanneer 5305INT VB BEST PROF ingesteld is op ABB DRV LIM ABB DRV FULL.
340 Veldbusbesturing met interne veldbus Modbusregister Toegan Informatie 40032 Controlwoord 0302 VELDB CMD WOORD2,d.w.z. het meest significante woord van het 32-bits Controlwoord van het DCU-profiel. Alleen ondersteund door het DCU-profiel, d.w.z. wanneer 5305INT VB BEST PROF ingesteld is op PROFILE. 40033 Statuswoord LSW 0303 VELDB STS WOORD 1, d.w.z.
Veldbusbesturing met interne veldbus 341 Uitzonderingscodes Uitzonderingscodes zijn seriële communicatie-reacties van de omvormer. De omvormer ondersteunt de standaard Modbus uitzonderingscodes die in de volgende tabel gegeven zijn. Code Benaming Omschrijving Illegal Function Niet-ondersteunde opdracht Illegal Data Adres bestaat niet of is beveiligd tegen lezen/schrijven. Address Illegal Data Value Incorrecte waarde voor de omvormer:...
ABB DRV FULL LIM. Het Controlwoord en Statuswoord voor het profiel worden hieronder beschreven. Het ABB drives communicatieprofiel kan worden gebruikt via zowel EXT1 als EXT2. De Controlwoord-opdrachten gelden wanneer parameter 1001 EXT1 ST/STP/ DRAAIR 1002 EXT2 ST/STP/ DRAAIR (afhankelijk van welke besturingslocatie actief is) inge- steld is op COMM.
Controlwoord De tabel hieronder en het statusdiagram op pagina beschrijven de inhoud van het Controlwoord voor het ABB drives profiel. De tekst in vette hoofdletters verwijst naar de statuswaarden in het schema. ABB drives profiel Controlwoord parameter 5319 PAR 19...
Statuswoord De tabel hieronder en het statusdiagram op pagina beschrijven de inhoud van het Statuswoord voor het ABB drives profiel. De tekst in vette hoofdletters verwijst naar de statuswaarden in het schema. ABB drives profiel (EFB) Statuswoord, parameter 5320 PAR 20...
Veldbusbesturing met interne veldbus 345 ABB drives profiel (EFB) Statuswoord, parameter 5320 PAR 20 Benaming Waarde STATUS/Omschrijving (Correspondeert met statussen/vakken in het statusschema) ALARM Alarm. Zie het hoofdstuk Foutopsporing op pagina 363. Geen alarm AT_SETPOINT OPERATING. De werkelijke waarde is gelijk aan de refe- rentiewaarde (= binnen de tolerantiegrenzen, d.w.z.
Pagina 346
346 Veldbusbesturing met interne veldbus Statusdiagram Het onderstaande statusdiagram beschrijft de start-stopfunctie van Controlwoord (CW) en Statuswoord (SW) bits voor het ABB drives profiel. Vanuit elke status Vanuit elke status Vanuit elke status Noodrespons uit Noodstop Fout OFF2 (CW Bit 1=0)
Veldbusbesturing met interne veldbus 347 DCU communicatieprofiel Omdat het DCU profiel de control- en statusinterface uitbreidt naar 32 bits, zijn er twee verschillende signalen nodig voor zowel de Controlwoorden (0301 en 0302) als de Statuswoorden (0303 en 0304). Controlwoorden De volgende tabellen beschrijven de inhoud van het Controlwoord voor het DCU- profiel.
Pagina 348
348 Veldbusbesturing met interne veldbus Controlwoord DCU-profiel, parameter 0301 VELDB CMD WOORD1 Benaming Waarde Informatie RAMP_2 Gebruik acceleratie/deceleratiehellingpaar 2 (gedefinieerd door parameters 2205...2207). Gebruik acceleratie/deceleratiehellingpaar 1 (gedefinieerd door parameters 2202...2204). RAMP_OUT_0 Dwingt uitgang helling naar nul. Geen werking RAMP_HOLD Stop hellingfunctie (uitgang hellingfunctiegenerator wordt vastgehouden).
Pagina 349
Veldbusbesturing met interne veldbus 349 Controlwoord DCU-profiel, parameter 0302 VELDB CMD WOORD2 Benaming Waarde Informatie JOGGING 1 Activeren jogging 1. Actief als parameter 1010 ingesteld is op COMM. Zie de sectie Jogging op pagina 163. Jogging 1 geblokkeerd. JOGGING 2 Activeren jogging 2.
Pagina 350
350 Veldbusbesturing met interne veldbus Statuswoord DCU-profiel, parameter 0303 VELDB STS WOORD 1 Benaming Waarde Status ZERO_SPEED Omvormer is op nul toeren. Omvormer heeft nul toeren niet bereikt. ACCELERATE Omvormer accelereert. Omvormer accelereert niet. DECELERATE Omvormer decelereert. Omvormer decelereert niet. AT_SETPOINT Omvormer is op setpoint.
Pagina 351
Veldbusbesturing met interne veldbus 351 Statuswoord DCU-profiel, parameter 0304 VELDB ST WOORD 2 Benaming Waard Status ALARM Alarm actief. Geen alarm actief. NOTICE Een verzoek om onderhoud is in behandeling. Geen verzoek om onderhoud. DIRLOCK Draairichtingslot is AAN. (Verandering van draairichting is uitgesloten.) Draairichtingslot is UIT.
Pagina 352
352 Veldbusbesturing met interne veldbus...
Veldbusbesturing met veldbusadapter 353 Veldbusbesturing met veldbusadapter Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft hoe de omvormer kan worden bestuurd door externe apparatuur via een communicatienetwerk met gebruikmaking van een veldbusadapter. Systeemoverzicht De omvormer kan aangesloten worden op een extern besturingssysteem via een veldbusadapter of interne veldbus.
358). Het communicatieprofiel van het veldbusnetwerk hangt af van het type en de instellingen van de aangesloten adapter. De standaard profiel-instellingen zijn afhankelijk van het protocol (bijvoorbeeld verkoper-specifiek profiel (ABB drives) voor PROFIBUS en het standaard omvormerprofiel (AC/DC Drive) voor DeviceNet).
Veldbusbesturing met veldbusadapter 355 Communicatie-instelling via een veldbusadapter-module Voordat de omvormer kan worden geconfigureerd voor veldbusbesturing moet de adaptermodule mechanisch en elektrisch worden geïnstalleerd volgens de aanwijzin- gen in de sectie Bevestig de optionele veldbus-module op pagina 38, en de handlei- ding van de module.
356 Veldbusbesturing met veldbusadapter Nadat de configuratieparameters in groep 51 EXT COMM MODULE, 54 VELDB DATA IN 55 VELDB DATA UIT zijn ingesteld, moeten de besturingsparameters van de omvormer (te zien in de sectie Besturingsparameters omvormer op pagina 356) worden gecontroleerd en, waar nodig, aangepast. De volgende keer dat de omvormer wordt aangeschakeld, of als parameter 5127 VLDB PAR REFRESH...
Pagina 357
Veldbusbesturing met veldbusadapter 357 Parameter Instelling voor Functie/informatie besturing via een veldbus 1501 AN1 INHOUD 135 (d.w.z. 0135 Stuurt de inhoud van de veldbusreferentie 0135 KEUZE COMM WAARDE COMM WAARDE 1 naar analoge uitgang AO. STUURINGANGEN SYSTEEM 1601 DRAAIVRIJ- COMM Kiest de veldbus-interface als bron voor het GAVE geïnverteerde Startvrijgave-signaal (Start...
Pagina 358
358 Veldbusbesturing met veldbusadapter Interface veldbusbesturing De communicatie tussen een veldbussysteem en de omvormer bestaat uit 16-bits ingangs- en uitgangsdatawoorden. De omvormer ondersteunt het gebruik van maximaal 10 datawoorden in elke richting. Welke gegevens van de omvormer naar de veldbus-controller worden gestuurd, wordt bepaald door parametergroep 54 VELDB DATA IN en welke gegevens van de...
Het DCU-profiel breidt de besturings- en statusinterface uit tot 32 bit. Veldbus Veldbusadapter Omvormer netwerk Standaard industrieel omvormer-profiel (bijv. PROFIdrive) Data conversie Select ABB drives Data conversie Transparent 16 Optionele referentie, schaling actuele waarde Transparent 32 DCU profiel Keuze via veldbusadapter configuratie parameters (parametergroep 51 EXT COMM MODULE)
Pagina 360
360 Veldbusbesturing met veldbusadapter Veldbusreferenties Keuze en correctie van referentie De veldbusreferentie (genaamd COMM binnen de context van signaalkeuze) wordt gekozen door een parameter voor referentiekeuze – 1103 KEUZE REF1 1106 KEUZE REF2 – in te stellen op COMM, COMM+AI1 of COMM*AI1.
Pagina 361
Veldbusbesturing met veldbusadapter 361 Instel- Wanneer COMM > 0 rpm Wanneer COMM < 0 rpm ling (COMM/1000) · (AI(%) / 50%) (COMM/1000) · (AI(%) / 50%) M*AI1 Gecorrigeerde referentie (rpm) COMM -1500000 -750000 Max. limiet 1500 Min. limiet AI = 0% AI = 50% AI = 100% -750...
Pagina 362
1104 REF1 MIN 1107 REF2 MIN hebben geen effect op de referentie-schaling. Referentieverwerking De referentieverwerking is hetzelfde voor het ABB drives profiel (interne veldbus) en het DCU profiel. Zie de sectie Referentieverwerking op pagina 337. Schaling van actuele waarden De schaling van de integers die als Werkelijke waarde naar de master worden gezonden, is afhankelijk van de gekozen functie.
Met gebruikmaking van de informatie uit dit hoofdstuk kan de oorzaak van de meeste alarmen en fouten geïdentificeerd en gecorrigeerd worden. Als dat niet het geval is, neem dan contact op met uw plaatselijke ABB verte- genwoordiger.
364 Foutopsporing Resetten RESET EXIT De omvormer kan worden gereset door op de toets (basis-bedieningspaneel) of RESET (assistent-bedieningspaneel) te drukken, via digitale ingang of veldbus, of door de voedingsspanning even uit te schakelen. De bron voor het foutresetsignaal wordt geselecteerd door parameter 1604 FOUTRESET KEUZE.
Foutopsporing 365 Door de omvormer gegenereerde alarmmeldingen CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2001 OVERSTROOM Uitgangsstroom- Controleer omgevingscondities. limiteringregeling is Belastingscapaciteit vermindert als de 0308 bit 0 actief. omgevingstemperatuur van de instal- (programmeerbare latieplaats hoger is dan 40 °C Hoge omgevingstem- fout-functie 1610) (104 °F).
Pagina 366
366 Foutopsporing CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2009 OVERTEMP OMV IGBT temperatuur van Controleer omgevingscondities. Zie de omvormer is te ook sectie Derating op pagina 392. 0308 bit 8 hoog. De alarmlimiet is Controleer luchtstroom en werking van afhankelijk van het de ventilator.
Pagina 367
Foutopsporing 367 CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2022 STARTVRIJGAVE 2 Geen Startvrijgavesig- Controleer de instellingen van ONTBREEKT naal 2 ontvangen parameter 1609 STARTVRIJGAVE 0309 bit 5 Controleer de aansluitingen van de digitale ingang. Controleer de instellingen van de veldbuscommunicatie. 2023 NOODSTOP Omvormer heeft een Controleer of het veilig is om bedrijf noodstop-opdracht...
Pagina 368
368 Foutopsporing CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2035 STO ACTIEF STO (Safe torque off) Als dit niet de verwachte reactie was verzocht en het op onderbreking van het 0309 bit 13 functioneert correct. veiligheidscircuit, controleer dan de bekabeling van het veiligheidscircuit Parameter 3025 STO aangesloten op STO-klemmen X1C.
OPLOSSING 5001 Omvormer reageert niet. Controleer paneelaansluiting. 5002 Incompatibel communica- Neem contact op met de plaatselijke tieprofiel. vertegenwoordiger van ABB. 5010 De parameterbackup-file is Probeer parameter-upload opnieuw. beschadigd. Probeer parameter-download opnieuw. 5011 Omvormer wordt door een Verander omvormerbesturing in lokale andere bron aangestuurd.
Pagina 370
OORZAAK OPLOSSING 5026 Waarde is op of onder de Neem contact op met de plaatselijke vertegen- minimum limiet. woordiger van ABB. 5027 Waarde is op of boven de Neem contact op met de plaatselijke vertegen- maximum limiet. woordiger van ABB.
Pagina 371
INFORMATIE. metersets incompatibel zijn. 5088 Handeling mislukt van- Neem contact op met de plaatselijke vertegen- wege geheugenfout van de woordiger van ABB. omvormer. 5089 Download mislukt vanwege Neem contact op met de plaatselijke vertegen- CRC-fout. woordiger van ABB. 5090...
372 Foutopsporing Foutmeldingen gegenereerd door de omvormer CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0001 OVERSTROOM Uitgangsstroom heeft het uitschakelniveau (2310) overschreden. 0305 bit 0 Plotselinge belastingwij- Controleer de motorbelasting en ziging of blokkering. mechanische delen. Onvoldoende accelera- Controleer acceleratietijd (2202 tietijd. 2205). Controleer de mogelijkheid om vectorbesturing te gebruiken.
Pagina 373
Foutopsporing 373 CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING Als de overspannings- fout optreedt tijdens decelereren, zijn moge- lijke oorzaken: • Overspanningsregeling • Controleer of overspanningsrege- gedeactiveerd. ling actief is (parameter 2005 OVERSPAN REGEL). • Deceleratietijd is te • Controleer deceleratietijd (2203, kort. 2206).
Pagina 374
374 Foutopsporing CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0006 Te lage DC-spanning in Controleer de voeding en de ONDERSPANN de tussenkring. zekeringen. (3220) Onderspanningsregeling Controleer dat onderspanningsrege- gedeactiveerd. ling actief is (parameter 2006 0305 bit 5 ONDERSPAN REGEL). Fase van de voeding Meet de ingangs- en DC-spanning ontbreekt.
Pagina 375
Foutopsporing 375 CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0009 M OVERTEMP Schatting van de motor- temperatuur is te hoog. (4310) Te hoge belasting of Controleer de nominale waarden, 0305 bit 8 onvoldoende motorver- belasting en koeling van de motor. (programmeerbare mogen. fout-functie 3005…3009 Onjuiste opstartgege- Controleer de opstartgegevens.
Pagina 376
376 Foutopsporing CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0011 ID RUN FOUT De motoridentificatierun Controleer motoraansluiting. is niet met succes (FF84) Controleer opstartgegevens (groep uitgevoerd. OPSTARTGEGEVENS). 0305 bit 10 Controleer maximale toerental (para- meter 2002). Dit moet ten minste 80% zijn van het nominale motortoerental (parameter 9908).
Pagina 377
Foutopsporing 377 CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0018 THERM FOUT Temperatuur van de Controleer dat de omgevingstempera- omvormer overschrijdt tuur niet te laag is. (5210) het bedrijfsniveau van de 0306 bit 1 thermistor. Interne fout van de Vervang de omvormer. omvormer. Thermistor gebruikt voor meting van de interne temperatuur van de omvormer, is...
Pagina 378
Geladen software is niet De geladen software is niet compati- INCOMPATIBEL compatibel. bel met de omvormer. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoor- (630F) diger van ABB. 0307 bit 3 0037 CB OVERTEMP Stuurkaart van de Controleer op te hoge omgevingstem- omvormer is te heet.
Pagina 379
Als veldbus in gebruik is, controleer OVERLOAD omvormer. dan de communicatie, instellingen en (6100) contacten. Schrijf de foutcode op en 0307 bit 13 neem contact op met uw lokale ABB- vertegenwoordiger. 0202 DSP T2 OVERLOAD (6100) 0307 bit 13 0203...
Pagina 380
380 Foutopsporing CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 1000 PARAMETER Incorrecte parameterin- Controleer parameterinstellingen. FOUT stelling van toerental- Controleer of het volgende van /frequentielimiet. toepassing is: (6320) • 2001 MINIMUM TOERENTAL < 0307 bit 15 2002 MAXIMUM TOERENTAL • 2007 MINIMUM FREQ <...
Pagina 381
Foutopsporing 381 CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 1006 PAR EXT REL Incorrecte parameters Controleer parameterinstellingen. van relaisuitgang- Controleer of het volgende van (6320) uitbreiding toepassing is: 0307 bit 15 • Uitgangsrelais-module MREL-01 is (programmeerbare aangesloten op de omvormer. Zie fout-functie 3027) parameter 0181 UITBR MODULE STATUS.
382 Foutopsporing Interne-veldbus fouten Interne-veldbus fouten kunnen opgespoord worden door parameters uit groep PROTOCOL INT VELDB te monitoren. Zie ook fout/alarm SERIELE FOUT 1 (0028). Geen master-toestel Als er geen master-toestel online is, blijven de waarden van parameter 5306 INT VB OK BER 5307 INT VB CRC FOUT onveranderd.
Appendix: Safe torque off (STO) reactie van Safe torque off op pagina 433. (STO) Raadpleeg uw plaatselijke vertegenwoordiger van ABB Services voor meer informatie over onderhoud. Ga op Internet naar http://www.abb.com/drives en kies Drive Services – Maintenance and Field Services.
Als de omvormer gebruikt wordt in een kritisch deel van het proces, wordt aangeraden de ventilator te vervangen zodra een van deze symptomen zich voor- doet. Nieuwe ventilatoren zijn verkrijgbaar bij ABB. Gebruik alleen onderdelen die door ABB zijn gespecificeerd.
Pagina 385
Guide for Capacitor Reforming in ACS50, ACS55, ACS150, ACS310, ACS350, ACS355, ACS550 en ACH550 (3AFE68735190 [Engels]), beschikbaar op het internet (ga naar www.abb.com en voer in het veld Zoeken de code in).
386 Onderhoud en hardware diagnostiek Vermogensaansluitingen WAARSCHUWING! Lees en volg de instructies in hoofdstuk Veiligheid op pagina 17. Het niet opvolgen van de instructies kan verwonding of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur veroorzaken. 1. Stop de omvormer en ontkoppel hem van de AC-voedingsbron. Wacht vijf minuten om de DC condensatoren van de omvormer te laten ontladen.
Pagina 387
Onderhoud en hardware diagnostiek 387 Waar LED uit LED continu aan LED knipperend Aan de voorkant Geen Groen Voeding van de Groen Omvormer in een van de omvormer. voeding kaart OK alarm-toestand Als er een bedie- Rood Omvormer in een Rood Omvormer in een ningspaneel op de...
Pagina 388
388 Onderhoud en hardware diagnostiek...
Technische gegevens 389 Technische gegevens Overzicht Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van de omvormer, d.w.z. de nominale waarden, afmetingen en technische vereisten, en ook voorzieningen om te voldoen aan de eisen van CE-markering en andere markeringen.
Ingangsstroom is gebaseerd op het nominale motorvermogen (P ), voedingsnetwerk, de lijninductantie en de last motor. Ingangswaarden met choke kunnen bereikt worden door ABB CHK-xx of typische 5% chokes. 480 V waarden zijn gebaseerd op het feit dat de belastingstroom van de motor lager is met hetzelfde uitgangsvermogen.
Pagina 392
392 Technische gegevens Derating : De belastingcapaciteit neemt af als de omgevingstemperatuur van de installatieplaats hoger is dan 40 °C (104 °F), de hoogte meer is dan 1000 meter (3300 ft) of de schakelfrequentie gewijzigd wordt van 4 kHz naar 8, 12 of 16 kHz. Temperatuur derating, I In het temperatuurbereik +40 °C…+50 °C (+104 °F…+122 °F), wordt de nominale uitgangsstroom I...
Technische gegevens 393 Afmetingen vermogenskabels en zekeringen In de tabel hieronder zijn de kabelafmetingen te zien voor nominale stromen (I samen met de corresponderende types zekeringen voor kortsluitbeveiliging van de voedingskabel. De nominale stromen in de tabel zijn de maximum stromen voor de genoemde types zekeringen.
Dit is in overeenstemming met de National Electrical Code (NEC). Wanneer de juiste ABB Type E handmatige motorbeveiliger uit de tabel gekozen is en gebruikt wordt voor stroomkringbeveiliging, is de omvormer geschikt voor gebruik in een circuit dat niet meer dan 65 kA RMS symmetrische ampère kan leveren bij de maximum nominale spanning van de omvormer.
Pagina 395
Technische gegevens 395 1,2) Type Ingang Frame MMP type E Min. behuiz. vol. ACS355- Amps grootte cu in 1-fase U = 200…240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 01x-02A4-2 MS132-6.3 & S1-M3-25 18,9 1152 01x-04A7-2 11,0 MS165-16 18,9 1152 01x-06A7-2 16,0 MS165-20...
397. Alleen voor UL: Het minimum behuizingvolume wordt in de UL-lijst gespecificeerd wanneer toegepast bij de ABB Type E MMP uit de tabel. ACS355- omvormers zijn bedoeld om in een behuizing gemonteerd te worden tenzij een NEMA 1 kit toegevoegd is.
398 Technische gegevens Verliezen, koelgegevens en geluid Verliezen en koelgegevens Frame-afmeting R0 heeft natuurlijke convectie-koeling. Frame-afmetingen R1…R4 zijn voorzien van een interne ventilator. De stroomrichting is van beneden naar boven. De tabel hieronder specificeert de warmteontwikkeling in het hoofdcircuit bij nominale belasting en in het besturingscircuit bij minimale belasting (I/O en paneel niet in gebruik) en maximale belasting (alle digitale ingangen in de aan-stand en het paneel, de veldbus en de ventilator in gebruik).
Pagina 399
Technische gegevens 399 Type Warmteverlies Luchtstroom ACS355- Hoofdcircuit Besturingscircuit x = E/U Nominaal / /min 3-fase U = 380…480 V (380, 400, 415, 440, 460, 480 V) 03x-01A2-4 24,4 03x-01A9-4 24,4 03x-02A4-4 28,7 03x-03A3-4 28,7 03x-04A1-4 28,7 03x-05A6-4 28,7 03x-07A3-4 14,1 32,7 03x-08A8-4...
400 Technische gegevens Gegevens van klemmen en doorvoeringen voor de vermogenskabels Frame Max. kabel U1, V1, W1, U2, V2, W2, diameter voor NEMA 1 BRK+ en BRK- grootte U1, V1, W1, BRK+ en Klemafmeting Aanhaal- Klem-afm. Aanhaal- U2, V2, W2 BRK- moment moment...
Technische gegevens 401 Specificatie elektrisch voedingsnet Spanning (U 200/208/220/230/240 V AC 1-fase voor 200 V AC omvormers 200/208/220/230/240 V AC 3-fase voor 200 V AC omvormers 380/400/415/440/460/480 V AC 3-fase voor 400 V AC omvormers ±10% afwijking van de nominale spanning van de omvormer is stan- daard toegestaan.
Pagina 402
402 Technische gegevens Aanbevolen maximum Bedrijfsfunctionaliteit en motorkabellengte motorkabellengte De omvormer werkt optimaal met de volgende maximum motorkabel- lengtes. De motorkabel mag verlengd worden met uitgangssmoor- spoelen zoals in de tabel vermeld. Frame Maximale lengte motorkabel grootte Standaard omvormer, zonder externe opties R1…R4 Met externe uitgangssmoorspoelen R1…R4...
IEC/EN 61800-5-1 en UL 508C. Neem voor de juiste IEC 60439-1, UL 508C) keuze van zekeringen contact op met uw lokale ABB-vertegenwoor- diger. Nominale voorwaardelijke kortsluitstroom zoals gedefinieerd in IEC 60439-1 en de kortsluittest-stroom uit UL 508C is 100 kA.
Pagina 405
Technische gegevens 405 Omgevingsomstandigheden De grenzen van de omgevingsomstandigheden van de omvormer staan in onderstaande tabel. De omvormer moet gebruikt worden in een verwarmde, geconditioneerde binnen-omgeving. Bediening Opslag Transport geïnstalleerd voor in de beschermende in de beschermende stationair gebruik verpakking verpakking Hoogte 0…2000 m (6600 ft) boven...
EU als gevaarlijk afval geldt. Zij moeten in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving worden behandeld en afgevoerd. Voor aanvullende informatie over milieu-aspecten en verdere instructies omtrent recyclering kunt u contact opnemen met de ABB-distributeur. Toepasselijke normen De omvormer voldoet aan de volgende normen: •...
Technische gegevens 407 CE-markering De CE-markering is op de omvormer aangebracht om aan te geven dat deze voldoet aan de voorwaarden van de Europese Laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijnen. Overeenstemming met de Europese EMC-richtlijn De EMC Richtlijn definieert de eisen aan elektrische apparatuur op het gebied van immuniteit en emissie die in de Europese Unie in gebruik is.
Pagina 408
Categorie C1 Er wordt aan de emissielimieten voldaan met de volgende voorzieningen: 1. Het optionele EMC-filter is in overeenstemming met de documentatie van ABB gekozen en geïnstalleerd zoals gespecificeerd in de handleiding van het EMC- filter. 2. De motor- en besturingskabels zijn gekozen volgens de specificatie in deze handleiding.
Pagina 409
Technische gegevens 409 4. Met het interne EMC-filter: motorkabellengte 30 m (100 ft) bij 4 kHz schakelfre- quentie. Zie voor de maximum motorkabellengte met een optioneel extern EMC- filter, pagina 402. WAARSCHUWING! Een omvormer van categorie C3 is niet bedoeld om gebruikt te worden in een openbaar laagspanningsnetwerk dat gebouwen die voor huishoudelijk doeleinden worden gebruikt, van spanning voorziet.
410 Technische gegevens Overbelastingsbeveiliging – De omvormer voorziet in overbelastingsbeveiliging in overeenstemming met de National Electrical Code (VS). Remmen – De omvormer heeft een interne remchopper. Bij toepassing met rem- weerstanden van geschikte dimensies, zal de remchopper de omvormer regenera- tieve energie laten omzetten in warmte (doorgaans geassocieerd met het snel afremmen van een motor).
Maattekeningen 411 Maattekeningen Overzicht Dit hoofdstuk bevat de maattekeningen van de omvormer. Maattekeningen van de ACS355 worden hieronder getoond. De afmetingen zijn in millimeter en [inches].
Pagina 412
412 Maattekeningen Frame-afm. R0 en R1, IP20 (installatie in kast) / UL open R1 en R0 zijn identiek op de ventilator bovenaan R1 na.
Appendix: Weerstandsremmen 421 Appendix: Weerstandsremmen Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft het kiezen van de remweerstand en kabels, het beveiligen van het systeem, aansluiten van de remweerstand en activeren van de remweer- stand. Plannen van het remsysteem Kiezen van de remweerstand ACS355 omvormers zijn standaard uitgerust met een interne remchopper.
Pagina 422
= lengte van de remcyclus (s). De typen weerstand in de tabel zijn voorgedimensioneerde weerstanden die het maximum remvermogen gebruiken bij cyclisch remmen zoals in de tabel te zien is. Weerstanden zijn bij ABB verkrijgbaar. Informatie kan gewijzigd worden zonder verdere berichtgeving. Type...
Pagina 423
Appendix: Weerstandsremmen 423 Type Keuzetabel per weerstandstype BRmax ACS355- CBR-V / CBT-H Remtijd x = E/U 160 210 260 460 660 560 3-fase U = 380…480 V (380, 400, 415, 440, 460, 480 V) 03x-01A2-4 1180 0,37 03x-01A9-4 0,55 0,75 03x-02A4-4 0,75 03x-03A3-4...
424 Appendix: Weerstandsremmen Kiezen van de remweerstandskabels Gebruik een afgeschermde kabel met de geleiderafmetingen zoals gespecificeerd in de sectie Afmetingen vermogenskabels en zekeringen op pagina 393. De maximum lengte van de weerstandskabel(s) bedraagt 5 m (16 ft). Plaatsen van de remweerstand Installeer alle remweerstanden op een plaats waar ze kunnen afkoelen.
Appendix: Weerstandsremmen 425 Elektrische installatie Voor de aansluitingen van de remweerstand, zie het vermogensaansluitschema van de omvormer op pagina 51. Opstarten Opmerking: Wanneer de remweerstand voor de eerste keer gebruikt wordt, kan er wat rook verschijnen als de beschermende olie of lak op de weerstand eraf brandt. Daarom is het belangrijk dat er voldoende ventilatie is wanneer de remweerstand voor de eerste keer gebruikt wordt.
Appendix: Uitbreidingsmodules 427 Appendix: Uitbreidingsmodules Overzicht Deze appendix beschrijft algemene kenmerken en mechanische installatie van de optionele uitbreidingsmodules voor de ACS355: MPOW-01 hulpvermogen-uitbrei- dingsmodule, MTAC-01 pulsencoder interface-module en MREL-01 uitgangsrelais- module. De appendix beschrijft ook specifieke kenmerken en elektrische installatie voor de MPOW-01;...
Pagina 428
428 Appendix: Uitbreidingsmodules Algemene lay-out van uitbreidingsmodule Afstandshouder voor aarding Paneelpoort adapter Installatie Controleren van de levering Het optiepakket bevat: • uitbreidingsmodule • afstandshouder voor aarding met een M3 × 12 schroef • paneelpoort-adapter (vastgezet in de MPOW-01 module in de fabriek). Installeren van de uitbreidingsmodule WAARSCHUWING! Volg de veiligheidsinstructies in hoofdstuk Veiligheid...
Pagina 429
Appendix: Uitbreidingsmodules 429 5. Installeer de uitbreidingsmodule voorzichtig en stevig vanaf de voorkant in het slot van het omvormerpaneel. Opmerking: De signaal- en vermogensaansluitingen op de omvormer worden automatisch gemaakt via een 6-pins connector. 6. Aard de uitbreidingsmodule door de uit de omvormer verwijderde schroef te monteren in de linker bovenhoek van de uitbreidingsmodule.
430 Appendix: Uitbreidingsmodules Technische gegevens Afmetingen Afmetingen van uitbreidingsmodules zijn in onderstaande figuur gegeven. [2,52] [2,77] [1,79] Algemene specificaties van uitbreidingsmodule • Beschermingsgraad van behuizing: IP20 • Alle materialen zijn UL/CSA-goedgekeurd. • Gebruikt in combinatie met ACS355 omvormers, voldoen de uitbreidingsmodules aan EMC-norm EN/IEC 61800-3:2004 voor elektromagnetische compatibiliteit en aan EN/IEC 61800-5-1:2005 voor elektrische veiligheidseisen.
Pagina 431
Appendix: Uitbreidingsmodules 431 MPOW-01 hulpspannings-uitbreidingsmodule Beschrijving De MPOW-01 hulpvermogen-uitbreidingsmodule wordt gebruikt in installaties waarin het noodzakelijk is dat het besturingsdeel van de omvormer onder spanning blijft tijdens netstoringen en onderbrekingen ten behoeve van onderhoud. De MPOW-01 levert hulpspanning aan het bedieningspaneel, veldbus en I/O. Opmerking: Als u een van de omvormerparameters wijzigt wanneer de omvor- mer gevoed wordt door de MPOW-01, moet u het opslaan van parameters force- ren via parameter...
432 Appendix: Uitbreidingsmodules Technische gegevens Specificaties • Ingangsspanning: +24 V DC of 24 V AC ± 10% • Maximum last 1200 mA rms • Vermogensverliezen bij maximum belasting 6 W • Ontwerp-levensduur van de MPOW-01 module is 50 000 uur in de gespecificeerde omgevingscondities van de omvormer (zie sectie Omgevingsomstandigheden pagina 405).
Appendix: Safe torque off (STO) 433 Appendix: Safe torque off (STO) Inhoud van deze appendix Dit appendix beschrijft de Safe torque off (STO) functie van de omvormer en geeft instructies voor het gebruik ervan. Beschrijving De Safe torque off functie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om veiligheids- of bewa- kingscircuits te maken die de omvormer stoppen in geval van gevaar.
434 Appendix: Safe torque off (STO) De Safe torque off functie van de omvormer voldoet aan de volgende normen: Standaard Benaming EN 60204-1:2005 + Veiligheid van machines – Elektrische uitrusting van machines – A1:2008 Deel 1: Algemene eisen IEC 61326-3-1:2008 Elektrische uitrusting voor meting, besturing en laboratoriumge- bruik –...
Appendix: Safe torque off (STO) 435 Aansluitprincipe Aansluiting op interne +24 V DC voeding Omvormer Besturingsunit X1C:1 OUT1 + 24 V DC X1C:2 OUT2 + 24 V DC X1C:3 X1C:4 UDC+ T1/U, Besturings- T2/V, logica T3/W UDC- Aansluiting op externe +24 V DC voeding 24 V DC Omvormer Besturingsunit...
436 Appendix: Safe torque off (STO) Bedradingsvoorbeelden Hieronder wordt een voorbeeld getoond van een Safe torque off bedrading met interne +24 V DC voeding. Veilige PLC ACS355 X1C: OUT1 X1C: OUT2 Veiligheidsrelais X1C:3 IN1 X1C:4 IN2 X1A:SCR Hieronder wordt een voorbeeld getoond van een Safe torque off bedrading met externe +24 V DC voeding.
Appendix: Safe torque off (STO) 437 Activeringsschakelaar In bovenstaand bedradingsschema (pagina 435), wordt de activeringsschakelaar aangeduid met (K). Deze vertegenwoordigt een component zoals een handbediende schakelaar, een noodstop-drukknopschakelaar, of de contacten van een veiligheids- relais of veiligheids-PLC. • Als een handbediende activatieschakelaar gebruikt wordt, dan moet de schakelaar van een type zijn dat vergrendeld kan worden in de open stand.
438 Appendix: Safe torque off (STO) Werkingsprincipe 1. De Safe torque off activeert (de activatieschakelaar wordt geopend of de contac- ten van het veiligheidsrelais openen). 2. De STO ingangen IN1 en IN2 op de stuurkaart van de omvormer worden span- ningsloos.
Appendix: Safe torque off (STO) 439 Rapporten van acceptatie-testen Het ondertekende rapport van de acceptatie-test moet u bewaren in het logboek van de machine. Het rapport moet documentatie bevatten van opstart-activiteiten en testresultaten, referenties naar foutrapporten en oplossingen van fouten. U moet eventuele nieuwe acceptatie-testen, uitgevoerd vanwege wijzigingen of onderhoud, bewaren in het logboek van de machine.
440 Appendix: Safe torque off (STO) Actie Test de werking van de STO functie wanneer de motor draait. • Start de omvormer en controleer dat de motor loopt. • Open het STO circuit. De motor zou moeten stoppen. De omvormer genereert een melding indien er een gedefinieerd is voor de ‘in-bedrijf’...
Pagina 441
Appendix: Safe torque off (STO) 441 WAARSCHUWING! (Alleen bij permanentmagneetmotoren ) In geval van meerdere IGBT vermogenshalfgeleider storingen, kan de omvormer een uitlijnkoppel produceren dat de motor kan draaien over maximaal 180/p graden ongeacht activatie van de Safe torque off functie. p geeft het aantal poolparen aan.
Procedure van acceptatie-test (pagina 439). Gebruik alleen door ABB goedgekeurde reserve-onderdelen. Keuringsproef-interval De veiligheidsintegriteit van de functie vereist geen enkele keuringsproef binnen de gespecificeerde levensduur van de veiligheidsfunctie. Ongeacht de bedrijfsmodus...
Voor de meldingen die de omvormer genereert, zie het hoofdstuk Foutopsporing, en voor details over het dirigeren van fout- en waarschuwingsmeldingen naar een uitgang op de besturingsunit voor externe diagnostiek. Eventuele fouten van de Safe torque off functie moeten aan ABB gerapporteerd worden.
444 Appendix: Safe torque off (STO) Veiligheidsgegevens De veiligheidsdata voor de Safe torque off functie worden hieronder gegeven. Opmerking: De veiligheidsdata zijn berekend voor redundant gebruik, en zijn niet van toepassing indien niet beide STO-kanalen gebruikt worden. Type Frame IEC 61508 en IEC/EN 61800-5-2 afm.
Pagina 445
Appendix: Safe torque off (STO) 445 Frame EN ISO 13849-1 IEC/EN IEC 61511 Type afm. 62061 ACS355- MTTF Categorie SILCL 1-fase U = 200…240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 01x-02A4-2 3419 >90% 01x-04A7-2 3419 >90% 01x-06A7-2 3419 >90% 01x-07A5-2 3491 >90%...
Pagina 446
446 Appendix: Safe torque off (STO) • 30 aan/uit cycli per jaar bij T = 10,0 °C • 32 °C temperatuur van board gedurende 2,0% van de tijd • 60 °C temperatuur van board gedurende 1,5% van de tijd • 85 °C temperatuur van board gedurende 2,3% van de tijd.
Appendix: Safe torque off (STO) 447 Afkortingen Afkorting Referentie Beschrijving EN ISO 13849-1 Common cause failure (%) (Fouten met een gemeen- schappelijke oorzaak) EN ISO 13849-1 Diagnostic coverage (Foutendekking) IEC 61508 Hardware fault tolerance (Hardware fout tolerantie) MTTF EN ISO 13849-1 Mean time to dangerous failure (Gemiddelde tijd tot het optreden van een gevaarlijke fout): (Het totale aantal onder spanning staande units) / (het aantal gevaarlijke, ongede-...
Appendix: Synchrone permanent-magneetmotoren (PMSM's) 449 Appendix: Synchrone permanent-magneetmotoren (PMSM's) Overzicht Dit hoofdstuk geeft basisrichtlijnen over hoe de parameters van de ACS355 omvormer ingesteld moeten worden bij gebruik van synchrone permanentmagneet- motoren (PMSM's). Daarnaast worden enkele tips gegeven voor het afregelen van de motorbesturingsprestaties.
Pagina 450
450 Appendix: Synchrone permanent-magneetmotoren (PMSM's) De volgende tabel toont de basis-parameterinstellingen die nodig zijn voor synchrone permanentmagneet-motoren. Benaming Waarde Beschrijving 9903 MOTOR Synchrone permanent-magneetmotor TYPE 9904 MOTOR VECTOR: TOERENTAL CTRL VECTOR:KOPPEL MODE Opmerking: Er kan ook voor scalar besturingsmodus (3) geko- zen worden, maar dat wordt niet aanbevolen omdat in de scalar besturingsmodus de synchrone permanentmagneetmotor onstabiel kan worden en het proces, de motor of de omvormer...
Appendix: Synchrone permanent-magneetmotoren (PMSM's) 451 Startmodus De standaardwaarde van parameter 2101 START FUNCTIE is 1 (AUTO). In de meeste gevallen is dit geschikt voor het starten van de draaiing. Als een snelle start met lage massatraagheid vereist is, wordt aanbevolen om parameter 2101 START FUNCTIE in te stellen op 2 (DC MAGN).
Pagina 452
452 Appendix: Synchrone permanent-magneetmotoren (PMSM's) Aanpassen van toerentalschatting-versterking van motor in geval van een overstroom-fout De massatraagheid van de PM motor applicatie can uitschakeling door overstroom veroorzaken. Als de omvormer voortdurend uitvalt wegens overstroom met de PM motor (Fout 01), kan het zijn dat de toerentalschatting-versterking aangepast dient te worden.
Nadere informatie Informatie over producten en service Wendt u zich voor meer informatie over het product tot uw plaatselijke ABB-verte- genwoordiger, waarbij u de type-aanduiding en het serienummer van de betreffende unit vermeldt. Een lijst met ABB verkoop-, ondersteunings- en servicecontacten is te vinden door te navigeren naar www.abb.com/searchchannels.
Pagina 454
Contact www.abb.com/drives www.abb.com/drivespartners 3AUA0000071762 Rev D (NL) GELDIG VANAF: 2018-01-01 3AUA0000071762D...