ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Code Omschrijving
2112 NULTOEREN VERTR
Bepaalt de vertraging voor de functie Stilstandvertraging. Als de parameterwaarde ingesteld is op nul, dan is de
functie Stilstandvertraging geblokkeerd.
De functie is nuttig in toepassingen waarbij een soepele en snelle herstart essentieel is. Tijdens de vertraging kent de
omvormer de rotorpositie nauwkeurig.
Geen stilstandvertraging
Toerental
Toerentalregelaar uitgeschakeld:
Motor loopt uit tot stilstand.
Stilstandvertraging kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij jogging functie of mechanische rem.
Geen stilstandvertraging
De omvormer ontvangt een stopopdracht en decelereert langs een helling. Wanneer het werkelijk toerental van de
motor onder een interne limiet (Stilstand genoemd) komt, wordt de toerentalregelaar uitgeschakeld. De modulatie
van de omvormer wordt gestopt en de motor loopt uit tot stilstand.
Met stilstandvertraging
De omvormer ontvangt een stopopdracht en decelereert langs een helling. Wanneer het werkelijk toerental van de
motor onder een interne limiet (Stilstand genoemd) komt, wordt de stilstandvertragings-functie geactiveerd. Tijdens
de vertraging houdt de functie de toerentalregelaar onder spanning: De omvormer moduleert, de motor is
gemagnetiseerd en de omvormer is gereed voor een snelle herstart.
Opmerking: Parameter 2102
0.0 =
NIET GESELEC
2113 STARTVERTRAGING
Bepaalt de startvertraging. Nadat aan de startvoorwaarden voldaan is, wacht de omvormer totdat de vertragingstijd
verstreken is en start dan de motor. Startvertraging kan gebruikt worden bij alle startmethoden.
• Als
STARTVERTRAGING
• Gedurende de startvertraging wordt waarschuwing 2028
Stilstand
t
moet 2 =
STOP FUNCTIE
– Blokkeert de nultoeren-vertragingsfunctie.
= nul, dan is de vertraging geblokkeerd.
Met stilstandvertraging
Toerental
Toerentalregelaar blijft onder spanning.
Motor decelereert tot werkelijk 0
toerental.
Stilstand
Vertraging
zijn wil de nultoeren-vertraging werken.
HELLING
getoond.
STARTVERTRAGING
t
Parameters
145