ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Code Omschrijving
4027 PID 1 PARAM SET
Proces PID (PID1) heeft twee afzonderlijke parametersets, PID set 1 en PID set 2.
• PID set 1 gebruikt parameters 4001...4026.
• PID set 2 gebruikt parameters 4101...4126.
1
bepaalt welke set gekozen wordt.
PID
PARAM SET
0 =
1 – PID-set 1 (parameter 4001...4026) is actief.
SET
1 =
1 – Digitale ingang
DI
• Activering van de digitale ingang is een keuze voor PID-set 2.
• De-activering van de digitale ingang is een keuze voor PID-set 1.
2...6 =
2...
6 – Digitale ingang
DI
DI
• Zie
1 hierboven.
DI
7 =
2 – PID-set 2 (parameter 4101...4126) is actief.
SET
8...11 =
TIJD FUNC
Tijdfunctie geactiveerd = PID-set 2)
• Zie
Groep 36:
TIJDFUNCTIES.
12 = 2-
– De omvormer berekent zowel het verschil tussen setpoint 1 en terugkoppeling 1 als het verschil
ZONE MIN
tussen setpoint 2 en terugkoppeling 2. De omvormer regelt in het gebied (en kiest de set) waarvan het verschil het
grootst is.
• Een positief verschil (een setpoint hoger dan de terugkoppeling) is altijd groter dan een negatief verschil. Dit
houdt terugkoppelwaarden op of boven het setpoint.
• De regeling reageert niet op de situatie van een terugkoppeling boven setpoint als de terugkoppeling van een
ander gebied dichter bij zijn setpoint is.
13 = 2-
– De omvormer berekent zowel het verschil tussen setpoint 1 en terugkoppeling 1 als het verschil
ZONE MAX
tussen setpoint 2 en terugkoppeling 2. De omvormer regelt in het gebied (en kiest de set) waarvan het verschil het
kleinst is.
• Een negatief verschil (een setpoint lager dan de terugkoppeling) is altijd kleiner dan een positief verschil. Dit
houdt terugkoppelwaarden op of onder het setpoint.
• De regeling reageert niet op de situatie van een terugkoppeling onder setpoint als de terugkoppeling van een
ander gebied dichter bij zijn setpoint is.
14 = 2-
– De omvormer berekent zowel het verschil tussen setpoint 1 en terugkoppeling 1 als het verschil
ZONE AVE
tussen setpoint 2 en terugkoppeling 2. Daarnaast berekent de omvormer het gemiddelde van de afwijkingen, en
gebruikt dit om te regelen in gebied 1. Zodoende wordt een terugkoppeling boven zijn setpoint gehouden en een
andere terugkoppeling evenveel onder zijn setpoint.
-1 =
1(
) – Definieert een geïnverteerde digitale ingang
DI
INV
• Activering van de digitale ingang is een keuze voor PID-set 1.
• De-activering van de digitale ingang is een keuze voor PID-set 2.
-2...-6 =
2(
)...
DI
INV
• Zie
1(
) hierboven.
DI
INV
1 bepaalt de keuze van de PID-set.
DI
2...
6 bepaalt de keuze van de PID-set.
DI
DI
1...4 – De tijdfunctie bepaalt de keuze van de PID-set (Tijdfunctie gedeactiveerd = PID-set 1;
6(
) – Een geïnverteerde digitale ingang
DI
INV
1 bepaalt de keuze van de PID-set.
DI
2...
6 bepaalt de keuze van de PID-set.
DI
DI
185
Parameters