Pagina 5
Veiligheid Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de veiligheidsinstructies die opgevolgd moeten worden bij het installeren, bedienen en onderhouden van de frequentie-omvormer. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot ernstig en dodelijk letsel of er kan schade ontstaan aan de frequentie-omvormer, de motor of aangedreven apparatuur. Bestudeer dit hoofdstuk voordat u eventuele werkzaamheden aan of met deze omvormer uitvoert.
Pagina 6
• De omvormer kan niet ter plaatse worden gerepareerd. Probeer een defecte omvormer nooit zelf te repareren; neem contact op met uw plaatselijke ABB vertegenwoordiger of geautoriseerd Service Centrum voor een vervangende omvormer.
Pagina 7
op het bedieningspaneel of externe aansturing (I/O of veldbus). Het toegestane maximum aantal laadcyclussen van de gelijkstroomcondensatoren (bijvoorbeeld opstarten door onder spanning te brengen) bedraagt twee per minuut en het totale maximum aantal laadcyclussen is 15 000. Opmerking: • Als voor de startopdracht een externe bron is geselecteerd en deze is AAN, dan zal de omvormer onmiddellijk na een onderbreking in de voedingsspanning of na het resetten van de fout opstarten, tenzij de omvormer is geconfigureerd voor een 3-draads (een puls) start/stop.
Pagina 17
LEDs ............... 301 Technische gegevens Overzicht .
Pagina 18
Afmetingen Frame-afmetingen R0 en R1, IP20 (installatie in kast) / UL open ......322 Frame-afmetingen R0 en R1, IP20 / NEMA 1 ........323 Frame-afmeting R2, IP20 (installatie in kast) / UL open .
Pagina 19
Informatie over producten en service Wendt u zich voor meer informatie over het product tot uw plaatselijke ABB- vertegenwoordiger, waarbij u de type-code en het serienummer van de betreffende unit vermeldt. Een lijst met ABB verkoop-, ondersteunig- en servicecontacten is te vinden op www.abb.com/drives...
Pagina 20
Feedback geven over ABB Omvormerhandleidingen Uw commentaar op onze handleidingen is welkom. Ga naar www.abb.com/drives, en kies dan achtereenvolgens Drives – Document Library – Manuals feedback form. Inleiding...
Pagina 21
Stroomschema voor installatie en inbedrijfname Taak Stel de frameafmetingen van uw omvormer vast: Technische gegevens: Nominale waarden R0…R4. pagina Planning van de installatie: kies de kabels, etc. Planning van de elektrische installatie pagina Controleer de omgevingsomstandigheden, nominale waarden en de vereiste luchtstromen voor koeling. Technische gegevens op pagina Uitpakken en controleren van de omvormer.
Pagina 23
Dit hoofdstuk beschrijft in het kort de constructie en de informatie in de typecode. Overzicht De ACS350 is een aan de wand of in een kast monteerbare omvormer voor de besturing van draaistroommotoren. De constructie van de frame-afmetingen R0…R4 is enigszins afwijkend.
Pagina 24
Overzicht: Aansluitingen Het schema toont een overzicht van aansluitingen. I/O aansluitingen kunnen geparameteriseerd worden. Het schema toont de standaard I/O aansluitingen voor de ABB Standaard macro. Zie het hoofdstuk Applicatiemacros voor de I/O- aansluitingen voor de verschillende macro’s en Elektrische installatie voor de installatie in het algemeen.
Pagina 25
De typecode bevat informatie over de specificaties en configuratie van de omvormer. U kunt de typecode vinden op het typeplaatje op de omvormer. De eerste tekens links geven de basisconfiguratie aan bijvoorbeeld ACS350-03E-08A8-4. De gekozen opties worden daarna gegeven, gescheiden door plustekens, bijvoorbeeld +J404.
Pagina 27
Mechanische installatie Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de mechanische installatieprocedure van de omvormer. Uitpakken van de omvormer De omvormer (1) wordt geleverd in een pakket dat tevens de volgende onderdelen bevat (frame-afmeting R1 is te zien in de figuur): • plastic zak (2) inclusief klemplaat (ook gebruikt voor I/O kabels in frame-afmeting R3 en R4), I/O klemplaat (voor frame-afmetingen R0…R2), aardingsplaat voor optionele veldbus, klemmen en schroeven •...
Pagina 28
Alvorens te installeren De ACS350 kan aan de muur of in een kast gemonteerd worden. Kijk in de eisen aan de behuizing om te zien of de NEMA 1 optie nodig is voor montage aan de muur (zie hoofdstuk Technische gegevens).
Pagina 29
Vrije ruimte rond de omvormer De vereiste vrije ruimte voor koeling boven en onder de omvormer is 75 mm (3 in.). Er is geen vrije ruimte nodig aan de zijkanten van de omvormer, dus ze kunnen zij aan zij gemonteerd worden. Montage van de omvormer Monteer de omvormer Opmerking: Let op dat er geen boorstof in de omvormer terechtkomt tijdens de...
Pagina 30
Maak de klemplaten vast Zie figuur a hieronder. 1. Maak de klemplaat met de meegeleverde schroeven vast aan de plaat onderaan de omvormer. 2. Maak de I/O klemplaat vast aan de klemplaat (frame-afmetingen R0…R2) met de meegeleverde schroeven. Bevestigen van de optionele veldbus-module Zie figuur b hierboven.
Pagina 31
Opmerking: De installatie dient altijd ontworpen en gemaakt te worden volgens de van toepassing zijnde plaatselijke wetten en regels. ABB is op geen enkele wijze aansprakelijk voor een installatie die in strijd is met de plaatselijke wetten en/of andere regels.
Pagina 32
De zekeringen beschermen de ingangskabel tegen kortsluiting, beperken schade aan de omvormer en voorkomen schade aan naburige apparatuur bij kortsluiting in de omvormer. Automaten die door ABB getest zijn voor de ACS350 kunnen gebruikt worden. Zekeringen moeten gebruikt worden bij andere automaten. Neem contact op met uw plaatselijke ABB-vertegenwoordiger voor de goedgekeurde automaat-types en voedingsnetwerk-karakteristieken.
Pagina 33
Kortsluitbeveiliging in de motor en motorkabel De omvormer beschermt de motor en motorkabel bij kortsluiting wanneer de motorkabel gedimensioneerd is in overeenstemming met de nominale stroom van de omvormer. Er zijn geen verdere voorzieningen nodig. Beveiliging tegen thermische overbelasting van de motor Volgens regelgeving moet de motor beveiligd worden tegen oververhitting en de stroom moet uitgeschakeld worden wanneer oververhitting geconstateerd wordt.
Pagina 34
Keuze vermogenskabels Algemeen De voedings- en motorkabels moeten worden gedimensioneerd volgens de plaatselijke verordeningen. • De kabel moet in staat zijn de nominale stroom te voeren. Zie het hoofdstuk Technische gegevens voor nominale stroomwaarden. • De kabel dient een nominale waarde te hebben voor een maximaal toegestane bedrijfstemperatuur van tenminste 70 °C voor een geleider bij continu gebruik.
Pagina 35
Motorkabelafscherming Om als een veiligheids-aardgeleider te functioneren, moet de afscherming dezelfde doorsnede hebben als de fase-geleiders wanneer ze van hetzelfde metaal gemaakt zijn. Om uitgestraalde en geleide radiofrequentie-emissies effectief te onderdrukken moet het geleidend vermogen van de afscherming tenminste 1/10 van het geleidend vermogen van de fasegeleider bedragen.
Pagina 36
Compatibiliteit met reststroom-verbrekers (RCD) ACS350-01x omvormers kunnen gebruikt worden met reststroom-verbrekers van Type A, ACS350-03x omvormers met reststroom-verbrekers van Type B. Voor ACS350-03x omvormers kunnen ook andere maatregelen ter bescherming in geval van direct of indirect contact toegepast worden, zoals scheiding van de omgeving door dubbele of versterkte isolatie, of scheiding van het voedingssysteem door een transformator.
Pagina 37
Kabel voor bedieningspaneel Bij afstandsbediening mag de kabel die het bedieningspaneel verbindt met de omvormer nooit langer zijn dan 3 meter (10 voet). Het kabeltype dat door ABB getest en goedgekeurd is, wordt gebruikt in de optiekit voor het bedieningspaneel.
Pagina 38
De kabelgoten moeten elektrisch goed met elkaar en met de aardelektroden zijn verbonden. Er kunnen aluminium gootsystemen worden gebruikt om de potentiaal plaatselijk te vereffenen. Onderstaande afbeelding laat een kabelloop zien. Motorkabel Omvormer min. 300 mm (12 in.) Vermogenskabel Netvoedingskabel Motorkabel 90 °...
Pagina 39
Elektrische installatie Overzicht In dit hoofdstuk wordt de elektrische installatie van de omvormer beschreven. WAARSCHUWING! De in dit hoofdstuk beschreven installatie mag slechts worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien. Volg de instructies in het hoofdstuk Veiligheid op pagina 5. Het niet in acht nemen van deze instructies kan leiden tot verwonding of dodelijk letsel.
Pagina 40
Aansluiting van vermogenskabels Aansluitschema Omvormer INGANG UITGANG V1 W1 U2 V2 W2 BRK- BRK+ Voor alternatieven, zie Lastscheider voeding Optionele op pagina 31. remweerstand Motor Aard het andere einde van de PE-geleider bij de laagspanningsverdeling. Gebruik een afzonderlijke aardingskabel als het geleidend vermogen van de kabelafscherming onvoldoende is (kleiner dan het geleidend vermogen van de fasegeleider) en de kabel geen symmetrische aardgeleider bevat (zie Keuze vermogenskabels...
Pagina 41
1. Bij IT (niet-geaarde) systemen en hoek-geaarde TN systemen: ontkoppel het interne EMC filter door de EMC-schroef te verwijderen. Bij de 3-fase omvormers van het type U (met typecode ACS350-03U-), is de EMC-schroef al in de fabriek verwijderd en vervangen door een plastic schroef.
Pagina 42
Aansluiten besturingskabels I/O klemmen Onderstaand figuur toont de I/O klemmen. Aandraaimoment is 0,5 N·m/ 4,4 lbf. in. X1A: 1: SCR 9: +24 V X1B: 17: ROCOM 1 2 3 4 5 6 7 8 17 18 19 2: AI1 10: GND 18: RONC 3: GND 11: DCOM...
Pagina 43
macro’s tonen de aansluiting wanneer een afzonderlijk gevoede sensor gebruikt wordt. De figuur hieronder geeft een voorbeeld van een aansluiting bij gebruik van een twee-draads sensor. 4…20 mA Werkelijke proceswaarde meting of referentie, 4…20 mA, R = 100 ohm … +24V Hulpspanningsuitgang, niet-geïsoleerd, +24 VDC, max.
Pagina 44
Procedure 1. Verwijder het klemmendeksel door gelijktijdig de uitsparing in te drukken en het deksel van het frame af te schuiven. 2. Analoge signalen: Strip de buitenste isolatie van de analoge signaalkabel over 360 graden en aard de kale afscherming onder de klem. 3.
Pagina 45
Installatie-checklist Checklist Controleer de montage en elektrische aansluitingen van de omvormer vóór het opstarten. Neem de checklist samen met een ander door. Lees het hoofdstuk Veiligheid op de eerste bladzijden van deze handleiding alvorens aan de omvormer te werken. Controle MECHANISCHE INSTALLATIE Controleer of de omgevingscondities toelaatbaar zijn.
Pagina 46
Controle Controleer of de voedingsspanning niet kan worden aangesloten op de uitgang van de omvormer (met een bypass-schakeling). Controleer of het klemmendeksel en, voor NEMA 1, de kap en aansluitkast zijn aangebracht. Installatie-checklist...
Pagina 47
Opstarten en besturing via de I/O en ID Run Overzicht Dit hoofdstuk bevat instructies voor: • het opstarten • het starten, stoppen, wijzigen van de draairichting en aanpassen van het motortoerental via de I/O interface • het uitvoeren van een identificatierun van de omvormer. In dit hoofdstuk wordt kort uitgelegd hoe u het bedieningspaneel gebruikt om deze taken uit te voeren.
Pagina 48
SPANNING INSCHAKELEN Schakel de voedingsspanning in en wacht een ogenblik. Verifieer dat de rode LED niet brandt en de groene LED wel brandt, maar niet knippert. De omvormer is nu gereed voor gebruik. Beperkt opstarten Voor het beperkt opstarten kunt u gebruik maken van het Basis-bedieningspaneel of het Assistent-bedieningspaneel.
Pagina 49
9902 Kies de applicatiemacro (parameter 9902). De algemene procedure voor parameterinstellingen is hierboven gegeven. De standaardwaarde 1 (ABB STAND) voldoet in de meeste gevallen. 9904 Kies de motorbesturing (parameter 9904). 1 (TOERENTAL) voldoet in de meeste gevallen. 2 (KOPPEL) is geschikt voor toepassingen met koppelregeling.
Pagina 50
Voer de motorgegevens vanaf de motortypeplaat in: Opmerking: Stel de motorgegevens op precies dezelfde waarde in als op het ABB Motors typeplaatje. Als het nominale motor M2AA 200 MLA 4 toerental van de motor op het IEC 200 M/L 55...
Pagina 51
IDENTIFICATIEMAGNETISATIE MET ID RUN KEUZE 0 (UIT) Druk op de toets om naar lokale besturing te gaan (LOC links zichtbaar). Druk op om de omvormer te starten. Het motormodel wordt nu berekend door de motor te magnetiseren gedurende 10 tot 15 s bij nul toeren. DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR Controleer de draairichting van de motor.
Pagina 52
2202 Stel acceleratietijd 1 in (parameter 2202). Opmerking: Controleer tevens acceleratietijd 2 (parameter 2205) als er twee acceleratietijden bij uw toepassing gebruikt gaan worden. 2203 Stel de deceleratietijd 1 (parameter 2203). Opmerking: Controleer tevens deceleratietijd 2 (parameter 2206) als er twee deceleratietijden bij uw toepassing gebruikt gaan worden.
Pagina 53
Uitvoeren van geleid opstarten Om geleid op te starten heeft u het Assistent-bedieningspaneel nodig. Zorg dat u, voordat u begint, de motorplaatgegevens bij de hand hebt. VEILIGHEID Het opstarten mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien. Tijdens de opstartprocedure moeten de veiligheidsinstructies uit het hoofdstuk Veiligheid worden gevolgd.
Pagina 54
KEUZE Na het voltooien van een taak stelt de Opstart-assistent de Wilt u doorgaan met volgende taak voor. de applicatie set-up? • Druk op (als gemarkeerd is) om door te gaan met doorgaan Doorgaanoorgaan Overslaan de voorgestelde taak. EXIT 00:00 •...
Pagina 55
3 (VERZOEK). Zorg dat de besturingsaansluitingen zijn uitgevoerd volgens het ABB Standaard macro pagina 89. aansluitschema voor de ABB Standaard macro. Zorg dat de omvormer naar afstandsbesturing is geschakeld. Druk op Bij afstandsbediening vertoont het paneeldisplay de tekst REM.
Pagina 56
Uitvoeren van de ID-run De omvormer schat de motor-karakteristieken automatisch wanneer de omvormer voor de eerste keer gestart wordt en nadat er een motorparameter (groep OPSTARTGEGEVENS) veranderd wordt. Dit geldt wanneer parameter 9910 RUN de waarde 0 (UIT/IDMAGN) heeft. Bij de meeste toepassingen is het niet nodig om een afzonderlijke identificatierun uit te voeren.
Pagina 57
ID RUN MET HET BASIS-BEDIENINGSPANEEL 9910 Wijzig parameter 9910 ID RUN naar 1 (AAN). Sla de nieuwe instelling op door op te drukken Als u de werkelijke waarden wilt volgen tijdens de ID Run, ga dan naar de Output modus door herhaaldelijk op OUTPUT drukken totdat u er bent.
Pagina 58
Opstarten en besturing via de I/O en ID Run...
Pagina 59
Bedieningspanelen Gebruik een bedieningspaneel om de ACS350 te besturen, om statusgegevens te lezen en om parameters aan te passen. De ACS350 kan worden gebruikt samen met twee verschillende bedieningspanelen: • Basis-bedieningspaneel – Dit paneel (hieronder beschreven) bevat basisgereedschap om met de hand parameterwaarden in te voeren.
Pagina 60
Overzicht De volgende tabel geeft een overzicht van de toetsfuncties en displays op het basis- bedieningspaneel. Nr Gebruik LCD display – Onderverdeeld in vijf zones: a. Links-boven – bedieningslocatie: LOC: besturing van de omvormer is lokaal, dat wil zeggen via het bedieningspaneel OUTPUT REM: besturing van de omvormer is op afstand, zoals de I/O of veldbus.
Pagina 61
Bediening De bediening van het paneel gaat via menu’s en toetsen. U kiest een optie, bijv. bedieningsmodus of parameter, door te scrollen met de pijltjestoetsen totdat de bewerking zichtbaar is op het display en dan de toets in te drukken. Met de toets , keert u terug naar het vorige bedieningsniveau zonder de gemaakte wijzigingen op te slaan.
Pagina 62
Het starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing U kunt in elke modus starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Om de omvormer te kunnen starten of stoppen, moet de omvormer onder lokale besturing staan. Stap Actie Display •...
Pagina 63
Uitgangmodus In de Uitgang-modus kunt u: • werkelijke waarden van maximaal drie signalen uit de groep 01 ACTUELE GEGEVENS één voor één monitoren. • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing. U kunt naar de Uitgang-modus gaan door op te drukken totdat het display de tekst OUTPUT toont in de onderste regel.
Pagina 64
Referentiemodus In de Referentie-modus kunt u: • De toerental-, frequentie- of koppelreferentie instellen. • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Instellen van de toerental-, frequentie- of koppelreferentie Stap Actie Display Ga naar het hoofdmenu door op te drukken als u in de Uitgang- modus bent, en anders door herhaaldelijk op te drukken totdat u...
Pagina 65
Parameter-modus In de Parametermodus kunt u: • parameterwaardes zien en wijzigen • de signalen die getoond worden in de Uitgangmodus selecteren en modificeren • starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Selecteren van een parameter en wijzigen van diens waarde Stap Actie Display...
Pagina 66
Selecteren van de gemonitoorde signalen Stap Actie Display U kunt de signalen kiezen die u wilt monitoren in de Uitgangmodus en hoe ze op het display getoond worden via de parameters uit groep 34 DISPLAY KEUZE. Zie pagina voor gedetailleerde instructies over het wijzigen van parameterwaarden.
Pagina 67
Kopieermodus Het Basis-bedieningspaneel kan een volledige set van omvormerparameters opslaan en drie gebruikerssets van omvormerparameters opslaan op het paneel. Het geheugen van het bedieningspaneel is niet-vluchtig. In de kopieermodus kunt u het volgende doen: • Alle parameters van de omvormer naar het bedieningspaneel kopiëren (uL – Upload).
Pagina 68
Uploaden en downloaden van parameters Zie hierboven welke upload- en download-functies beschikbaar zijn. Stap Actie Display Ga naar het hoofdmenu door op te drukken als u in de Uitgang- modus bent, en anders door herhaaldelijk op te drukken totdat u MENU ziet op de onderste regel..
Pagina 69
Assistent-bedieningspaneel Kenmerken De kenmerken van het assistent-bedieningspaneel zijn: • alfanumeriek bedieningspaneel met een LCD-display • keuze van de taal op het display • opstart-assistent om inbedrijfstelling van de omvormer te vergemakkelijken • kopieerfunctie – parameters kunnen naar het geheugen van het bedieningspaneel worden gekopieerd om later naar andere omvormers te kopiëren of als back-up voor een bepaald systeem.
Pagina 70
Statusregel De bovenste regel van het LCD display toont de belangrijkste statusinformatie van de omvormer. HOOFDMENU 49.1Hz Nr Veld Alternatieven Betekenis 1 Bedienplaats Omvormer onder lokale besturing, via het bedieningspaneel. Omvormer onder externe besturing, bijvoorbeeld de I/O van de omvormer of veldbus. 2 Status Voorwaartse asrichting Achterwaartse asrichting...
Pagina 71
In het begin is het bedieningspaneel in de Uitgang-modus, 49.1Hz 1 Hz waarin u kunt starten, stoppen, de draairichting wijzigen, schakelen tussen lokale en externe besturing, de referentiewaarde kunt veranderen en tot drie werkelijke DR RICH 00:00 MENU waarden kunt monitoren. Voor andere taken gaat u eerst naar het hoofdmenu en kiest de betreffende modus.
Pagina 72
Hulp krijgen Stap Actie Display PAR GROEPEN Druk op om de context-gevoelige hulptekst te zien voor het item dat 01 ACTUELE GEGEVENS gemarkeerd is. 03 ACTUELE STATUS 04 FOUT HISTORY 10 SIART/STOP/DRAAIR 11 REFERENTIE KEUZE EXIT 00:00 KEUZE HELP Als er een hulptekst voor het item bestaat, wordt die weergegeven op het Deze groep definieert display.
Pagina 73
Starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing U kunt in elke modus starten, stoppen en schakelen tussen lokale en externe besturing. Om de omvormer te kunnen starten of stoppen, moet de omvormer onder lokale besturing staan. Stap Actie Display BERICHT •...
Pagina 74
Uitgangmodus In de Uitgangmodus kunt u: • werkelijke waarden van maximaal drie signalen uit de groep 01 ACTUELE GEGEVENS één voor één monitoren. • de draairichting van de motor wijzigen • de toerental-, frequentie- of koppelreferentie instellen • het contrast van het display aanpassen •...
Pagina 75
Instellen van de toerental-, frequentie- of koppelreferentie Stap Actie Display EXIT 49.1Hz Als u niet in de Uitgangmodus bent, drukt u herhaaldelijk op totdat u er 1 Hz bent. DR RICH MENU 00:00 49.1Hz Als de omvormer onder externe besturing staat (REM weergegeven op de 1 Hz statusregel), schakelt u naar lokale besturing door op te drukken.
Pagina 76
EDIT PARAMETERS Selecteer de betreffende parameter met de toetsen . De 9901 TAAL huidige waarde van de parameter wordt weergegeven onder de geselecteerde 9902 APPLICATIEMACRO ABB STAND parameter. 9904 MOTOR CTRL MODE 9905 MOT NOM SPANNING EXIT EDIT 00:00 PAR WIJZIGEN...
Pagina 77
Selecteren van de gemonitoorde signalen Stap Actie Display PAR WIJZIGEN U kunt de te monitoren signalen kiezen in de Uitgangmodus en hoe ze op het display verschijnen met parameters uit groep 34 DISPLAY KEUZE. Zie pagina 3401 SIGNAAL 1PARAM UITGANGSFREQ voor gedetailleerde instructies over het wijzigen van parameterwaarden.
Pagina 78
Assistent-modus Bij de eerste inschakeling van de omvormer leidt de Opstart-assistent u door de instelling van de basisparameters. De Opstart-assistent is onderverdeeld in assistenten, en elke assistent is verantwoordelijk voor de specificatie van een verwante parameterset, bijvoorbeeld Motor Set-up of PID-regeling. De Opstart- assistent activeert de assistenten achtereenvolgens.
Pagina 79
Stap Actie Display HELP • Voor informatie over de betreffende parameter drukt u op . Scroll door de Geef in zoals aan- EXIT helptekst met . Sluit de help door op te drukken. gegeven op motor- typeplaatje. Spanning moet overeenkomen met D/Y aansluiting.
Pagina 80
Stap Actie Display OPSLAAN GEWIJZ PAR • Om de nieuwe waarde op te slaan drukt u op . Als de nieuwe waarde 1203 CNST TOERENTAL1 gelijk is aan de standaardwaarde, wordt de parameter verwijderd uit de lijst 15.0 Hz 1203 CNST TOERENTAL2 met gewijzigde parameters.
Pagina 81
Modus Tijd en datum In de modus Tijd en datum kunt u: • de klok weergeven of verbergen • de wijze van weergeven van datum en tijd wijzigen • datum en tijd instellen • blokkeren of vrijgeven van de automatische klok-overgangen volgens de veranderingen van zomer/wintertijd •...
Pagina 82
Stap Actie Display TIJD INSTELLEN • Om de tijd in te stellen, selecteert u tijd instellen in het menu en drukt u op KEUZE . Specificeer de uren met de toetsen , en druk op 15:41 Specificeer daarna de minuten. Druk op om uw wijzigingen op te slaan CANCEL of op...
Pagina 83
• Herstellen van de volledige parameterset van het bedieningspaneel naar de omvormer (DOWNLOAD NAAR OMVORM). Hiermee worden alle parameters, inclusief de interne, niet door de gebruiker instelbare motor parameters, naar de omvormer geschreven. Deze download is exclusief parametersets van de gebruiker.
Pagina 84
Uploaden en downloaden van parameters Zie hierboven voor de beschikbare upload- en downloadfuncties. Stap Actie Display MENU HOOFDMENU Ga naar het hoofdmenu door op te drukken als u in de Uitgang-modus PARAMETERS EXIT bent, en anders door herhaaldelijk op te drukken totdat u bij het ASSISTANT hoofdmenu komt.
Pagina 85
BACKUP INFO Kies BACKUP INFO in Par Backup met de toetsen , en druk op TYPE OMVORMER . Het display toont de volgende informatie over de omvormer waarvan de ACS350 3304 OMVORMER GROOTTE backup gemaakt is: 2A41i 3301 FIRMWARE TYPE OMVORMER: type van de omvormer...
Pagina 86
Modus I/O instellingen In de modus I/O instellingen kunt u: • de parameterinstellingen betreffende elke I/O-klem controleren • de parameterinstellingen bewerken. Bijvoorbeeld, als “1103: REF1” staat onder Ain1 (Analoge ingang 1), d.w.z., parameter 1103 KEUZE REF 1 heeft waarde AI1, kunt u die waarde wijzigen in bv. AI2. U kunt echter niet de waarde van parameter 1106 KEUZE REF 2 instellen op AI1.
Pagina 87
- met parameter 9902 APPLICATIEMACRO, wijzigt de essentiële zaken en slaat het resultaat op als een gebruikersmacro. De ACS350 heeft zeven standaard macros en drie gebruikersmacros. De tabel hieronder bevat een samenvatting van de macros en beschrijft geschikte toepassingen. Macro...
Pagina 88
Macro Geschikte toepassingen Koppel- Toepassingen met koppelregeling. Het is mogelijk te schakelen tussen koppel- en regeling toerentalregeling: sommige stuursignaalklemmen zijn gereserveerd voor koppelregeling, andere voor toerentalregeling. Eén digitale ingang selecteert tussen koppel- en toerentalregeling. Gebruiker De gebruiker kan de aangepaste standaardmacro, d.w.z de parameterinstellingen inclusief groep OPSTARTGEGEVENS, en de resultaten van de motoridentificatierun opslaan in het permanente geheugen, en de gegevens in...
Pagina 89
ABB Standaard macro Dit is de default macro. Deze macro biedt een algemene I/O configuratie met drie constante toerentallen. De parameterwaarden zijn de standaardwaarden gegeven in het hoofdstuk Actuele signalen en parameters, vanaf pagina 148. Als u andere aansluitingen gebruikt dan de standaard aansluitingen die hieronder...
Pagina 90
3-draads macro Deze macro wordt gebruikt wanneer de omvormer bestuurd wordt door drukknoppen, en biedt drie constante toerentallen. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 2 (3-DRAADS). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro’s op pagina 148.
Pagina 91
Macro: alternerend Deze macro biedt een I/O-configuratie die aangepast is aan een reeks DI- besturingssignalen die worden gebruikt om de draairichting van de omvormer te wijzigen. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 3 (ALTERNEREND).
Pagina 92
Macro: motorpotentiometer Deze macro zorgt voor een economische interface voor PLC’s die het toerental van de omvormer uitsluitend via digitale signalen instellen. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 4 (MOTORPOT). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro’s op pagina 148.
Pagina 93
Hand/Auto macro Deze macro kan gebruikt worden wanneer schakelen tussen twee externe bedienplaatsen nodig is. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 5 (HAND/AUTO) in te stellen. Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro’s op pagina 148.
Pagina 94
Macro: PID-regeling Deze macro biedt parameterinstellingen voor closed-loop regelsystemen, zoals drukregeling, flowregeling, enz.. Er kan ook geschakeld worden naar toerentalregeling via een digitale ingang. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 6 (PID-REGELING). Zie voor de standaardwaarden van de parameters de sectie Standaardwaarden voor verschillende macro’s...
Pagina 95
Macro: koppelregeling Deze macro biedt parameterinstellingen voor applicaties waarbij een koppelregeling van de motor noodzakelijk is. De regeling kan tevens worden omgezet naar een toerentalregeling via een digitale ingang. Om de macro te activeren stelt u de waarde van parameter 9902 in op 8 (KOPPEL REG).
Pagina 96
Gebruikersmacros Naast de standaard applicatiemacros is het mogelijk om drie gebruikersmacros te maken. De gebruikersmacro maakt het mogelijk dat de gebruiker parameterinstellingen, inclusief groep OPSTARTGEGEVENS, en de resultaten van de motoridentificatie, opslaat in het permanente geheugen en de gegevens in een later stadium weer oproept.
Pagina 97
APPLICATIEMACRO), bepaalt de Opstart-assistent welke opeenvolgende taken voor te stellen. De onderstaande tabel laat de standaardtaken zien. Applicatie keuze Standaardtaken ABB STANDAARD Taalkeuze, Motorgegevensinvoer, Applicatie, Optiemodules, Toerenregeling EXT1, Toerenregeling EXT2, Start/Stop-besturing, Tijdfuncties, Beveiligingen, Uitgangssignalen 3-DRAADS Taalkeuze, Motorgegevensinvoer, Applicatie, Optiemodules, Toerenregeling EXT1, Toerenregeling...
Pagina 98
Lijst van taken met de relevante omvormerparameters Afhankelijk van de gemaakte applicatiekeuze (parameter 9902 APPLICATIEMACRO), bepaalt de Opstart-assistent welke opeenvolgende taken voor te stellen. Naam Omschrijving Stelt parameter(s) in Taalkeuze Kiezen van de taal van het bedieningspaneel 9901 Motorgegevens- Invoeren van motorgegevens 9904...9909 invoer Uitvoeren van de motoridentificatie.
Pagina 99
Een ingebouwde veldbus of een optionele veldbusadapter maakt besturing via een open veldbusverbinding mogelijk. De omvormer kan ook worden bestuurd via een pc voorzien van het programma DriveWindow Light. Lokale besturing ACS350 Externe besturing Bedienings- Paneelaansluiting (X2) Paneelaansluiting (X2)
Pagina 100
Lokale besturing Bij lokale besturing worden de stuursignalen gegeven vanaf het toetsenbord van het bedieningspaneel. LOC op het display van het paneel geeft lokale besturing aan. Assistent-paneel Basis-paneel 49.1Hz 1 Hz OUTPUT DR RICH 00:00 MENU Bij lokale besturing heeft het bedieningspaneel altijd voorrang op het externe stuursignaal van een externe bron.
Pagina 101
Blokschema: bron van start-, stop-, draairichtingsopdrachten voor EXT1 Het onderstaande diagram geeft de parameters die de interface voor de start-, stop- en draairichtingsopdrachten via externe besturingslocatie EXT1 bepalen. Keuze EXT1 Start/stop/ Keuze veldb. draairichting Zie de hoofdstukken COMM Veldbusbesturing met Ingebouwde veldbus 1001 interne veldbus...
Pagina 102
Referentietypes en hun verwerking Naast het gebruikelijke analoge ingangssignaal en de signalen van het bedieningspaneel accepteert de omvormer diverse andere referenties. • De omvormerreferentie kan door twee digitale ingangen worden gegeven: de ene digitale ingang verhoogt het toerental, de andere verlaagt het. •...
Pagina 103
Referentiecorrectie Bij referentiecorrectie wordt de externe referentie gecorrigeerd afhankelijk van de gemeten waarde van een secundaire applicatievariabele. De functie wordt geïllustreerd in onderstaand blokschema. 1105 REF1 MAX / 1108 REF 2 MAX Switch Keuze Switch DIRECT (2) max.freq REF1 (Hz/rpm) / PROPOR.
Pagina 104
Voorbeeld De omvormer stuurt een transportband. De snelheid van de band is begrensd maar met de trek op de band moet ook rekening worden gehouden: als de gemeten trek groter is dan het referentiepunt voor de trek, dan wordt de snelheid enigszins verminderd en omgekeerd.
Pagina 105
Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 11 REFERENTIE KEUZE AI als referentiebron Groep 13 ANALOGE INGANGEN Verwerken van analoge ingang 3001, 3021, 3022, 3107 Bewaking tegen AI-verlies Groep 35 MOTOR TEMP AI in meting van motortemperatuur METING Groep 40 PID 1 INSTELLINGEN AI als referentie voor de PID-regeling of bron actuele waarden ..42 EXT / TRIM PID 8420, 8425, 8426...
Pagina 106
Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 15 ANALOGE Kiezen en verwerken van een AO-waarde UITGANGEN Groep 35 MOTOR TEMP AO in de meting van motortemperatuur METING 8423/8433/.../8493 AO sturing via sequentieel programmeren Diagnose Actuele waarde Aanvullende informatie 0124 AO waarde 0170 AO stuurwaarden bepaald door sequentieel programmeren Fout AO SCHAAL...
Pagina 107
Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 10 START/STOP/DRAAIR DI als start, stop, draairichting Groep 11 REFERENTIE KEUZE DI in de selectie van een referentie of in een referentiebron Groep 12 CONST DI in de selectie van constante toeren TOERENKEUZE Groep 16 STUURINGANGEN DI als extern signaal voor startvrijgave, een foutreset of wijziging van een gebruikersmacro Groep...
Pagina 108
Instellingen Parameter Aanvullende informatie Groep 14 RELAISUITGANGEN RO-waardeselecties en draaitijden 8423 RO-sturing met sequentieel programmeren Diagnose Actuele waarde Aanvullende informatie 0134 RO Control Woord via veldbussturing 0162 RO status Frequentie-ingang Digitale ingang DI5 kan geprogrammeerd worden als een frequentie-ingang. Een frequentie-ingang (0...16000 Hz) kan gebruikt worden als bron voor extern referentiesignaal.
Pagina 109
Actuele gegevens Er zijn verscheidene actuele gegevens beschikbaar: • Uitgangsfrequentie, -spanning, -stroom, -vermogen van de omvormer • Motortoerental en -koppel • Gelijkspanning van de tussenkring • Actieve besturingslocatie (Lokaal, EXT1 of EXT2) • Referentiewaarden • Temperatuur van de omvormer • Draaitijdteller (uur), kilowattuurteller •...
Pagina 110
Instellingen Parameter 9910 ID RUN Werking bij korte spanningsuitval Als de voedingsspanning uitvalt, zal de omvormer in bedrijf blijven door de kinetische energie van de draaiende motor te benutten. De omvormer blijft volledig in bedrijf zolang de motor draait en energie opwekt. De omvormer kan na de uitval normaal bedrijf hervatten als de hoofdmagneetschakelaar gesloten is gebleven.
Pagina 111
Onderhoudstrigger Er kan een onderhoudstrigger geactiveerd worden die een bericht op het paneel display weergeeft wanneer bv. de energieconsumptie van de omvormer het gedefinieerde triggerpunt overschreden heeft. Instellingen Parametergroep 29 ONDERHOUDS-TRIGGERS DC Houd Motor Door DC Houd te activeren is het mogelijk de rotor van toeren de motor bij nul toeren te vergrendelen.
Pagina 112
Fluxremmen De omvormer kan snellere deceleratie bieden door het magnetisatieniveau van de motor te verhogen. Door verhogen van de flux in de motor, kan de door de motor tijdens het remmen opgewekte energie worden omgezet in thermische energie in de motor.
Pagina 113
De omvormer bewaakt de motorstatus voortdurend, ook tijdens fluxremmen. Daarom kan fluxremmen worden toegepast voor zowel het stoppen van de motor als het wijzigen van het toerental. De overige voordelen van fluxremmen zijn: • Het remmen begint onmiddellijk na het geven van een stopopdracht. De functie hoeft niet te wachten op de fluxreductie om met remmen te beginnen.
Pagina 114
Kritische toeren Er is een kritische-toerenfunctie beschikbaar voor toepassingen waarbij het noodzakelijk is om bepaalde motortoerentallen of toerentalbanden te vermijden vanwege bijvoorbeeld mechanische resonantie. De gebruiker kan drie kritische toerentallen of toerentalbanden definiëren. Instellingen Parametergroep 25 KRITISCHE FREQ Constante toeren Het is mogelijk om zeven positieve constante toerentallen in te stellen.
Pagina 115
Instelbare U/f kromme Spanning (V) par. 2618 par. 2616 par. 2614 par. 2612 par. 2610 par. 2603 f (Hz) par. 2611 par. 2613 par. 2615 par. 2617 par. 9907 Opmerking: De spannings- en frequentiepunten van de U/f kromme moeten aan de volgende eisen voldoen: 2610 <...
Pagina 116
Afregeling van de toerenregelaar Het is mogelijk om de versterkingsfactor van de regeling, de integratietijd en de differentiatietijd met de hand aan te passen of de omvormer een afzonderlijke autotune van de toerenregeling te laten uitvoeren (parameter 2305 AUTOTUNE RUN). Bij een autotune wordt de toerenregeling afgeregeld op basis van de belasting en de traagheid van de motor en machine.
Pagina 117
Prestaties van toerentalregeling in cijfers De tabel hieronder toont typische prestaties van de toerentalregeling in cijfers. last Toerentalregeling Geen puls- Met puls- encoder encoder Statische 20% van 2% van nominale nauwkeurigheid nominale slip van slip van de motor de motor t (s) Gebied <...
Pagina 118
Scalarbesturing Het is mogelijk om scalarbesturing in plaats van vectorbesturing als motorbesturing te kiezen. Bij scalarbesturing wordt de motor gestuurd met een frequentiereferentie. Het verdient aanbeveling om bij de volgende speciale toepassingen scalarbesturing te activeren: • bij omvormers met meerdere aangesloten motoren: 1) als de belasting niet gelijkmatig over de motoren verdeeld is, 2) als het motoren van verschillende grootte betreft of 3) als de motoren na de motoridentificatie gewijzigd gaan worden.
Pagina 119
Instellingen Parameter 3002 PANEEL UITVAL Externe fout Externe fouten (1 en 2) kunnen worden bewaakt door een digitale ingang aan te wijzen als de bron voor een extern foutsignaal. Instellingen Parameters 3003 EXTERNE FOUT 1 en 3004 EXTERNE FOUT 2 Blokkeerbeveiliging De omvormer beschermt de motor bij blokkering.
Pagina 120
Opmerking: Het is ook mogelijk de meetfunctie voor de motortemperatuur te gebruiken. Zie de sectie Meting van de motortemperatuur via de standaard I/O pagina 128. Onderbelastingsbeveiliging Het verlies van motorbelasting kan een procesdefect aangeven. De omvormer heeft een onderbelastingsfunctie om de machine en het proces tijdens een dergelijke ernstige storing te beveiligen.
Pagina 121
DC-onderspanning De uitschakellimiet voor DC-onderspanning is 162 V (voor 200 V omvormers) en 308 V (voor 400 V omvormers). Omvormertemperatuur De omvormer bewaakt de IGBT-temperatuur. Er zijn twee bewakingsgrenzen: een alarmlimiet en een uitschakellimiet als gevolg van een fout. Kortsluiting Als kortsluiting wordt gedetecteerd, zal de omvormer niet starten en wordt een foutmelding geven.
Pagina 122
Instellingen Parameter Aanvullende informatie 31 AUTOMATISCHE RESET Instellingen Automatische reset Alarm AUTORESET Alarm automatische reset Bewaking De omvormer controleert of bepaalde door de gebruiker gekozen variabelen binnen de door de gebruiker ingestelde limieten blijven. De gebruiker kan limieten instellen voor het toerental, de stroom, enz. De status van de bewaking kan aangegeven worden via relais of digitale uitgang.
Pagina 123
PID-regeling De omvormer heeft twee ingebouwde PID-regelingen: • Proces PID (PID1) en • Externe/Correctie PID (PID2). De PID-regeling kan gebruikt worden wanneer het motortoerental geregeld moet worden op basis van procesvariabelen zoals druk, volumestroom of temperatuur. Wanneer de PID-regeling wordt geactiveerd, wordt een procesreferentie (referentiepunt) in plaats van een toerentalreferentie op de omvormer aangesloten.
Pagina 124
Voorbeeld: Blokschema PID-regeling Boosterpomp %ref A C S 6 0 0 ACS350 40.01 Switch 40.02 Frequentie- A C T P A R . U N C...
Pagina 125
Onderstaande figuur geeft het toerental/scalar-besturingsblokschema voor procesregeling PID1. Programmakenmerken...
Pagina 126
Instellingen Parameter Aanvullende informatie 1101 Keuze referentietype lokale besturingsmodus 1102 Keuze EXT1/2 1106 Activeren van PID1 1107 Minimumlimiet REF2 1501 PID2 uitgang (externe controller) aansluiting op analoge uitgang AO 9902 Keuze macro PID-regeling Groep 40 PID 1 Instellingen PID1 INSTELLINGEN...41 PID 2 INSTELLINGEN Groep 42 EXT / TRIM PID...
Pagina 127
Voorbeeld Het onderstaande tijdschema maakt de werking van de slaapfunctie duidelijk. Motortoerental = Slaapvertraging, parameter 4024 = Wekvertraging, parameter 4026 t<t Slaapniveau par. 4023 Tekst op display SLAAPMODE START STOP Werkelijke waarde Wek-afwijking par. 4025 De slaapfunctie voor een boosterpomp onder PID-regeling (wanneer parameter 4022 ingesteld is op INTERN): Het waterverbruik daalt ‘s nachts.
Pagina 128
Meting van de motortemperatuur via de standaard I/O Deze sectie beschrijft de temperatuurmeting van één motor wanneer de I/O- klemmen van de omvormer als de interface worden gebruikt. De motortemperatuur kan gemeten worden met PT100- of PTC-sensoren aangesloten op de analoge ingang en uitgang. Eén sensor Drie sensoren Motor...
Pagina 129
WAARSCHUWING! Volgens IEC 664 is voor de aansluiting van de motor-thermistor op de digitale ingang dubbele of versterkte isolatie tussen de onder spanning staande motoronderdelen en de thermistor noodzakelijk. Versterkte isolatie omvat een vrije afstand en kruipafstand van 8 mm (apparatuur van 400 / 500 VAC). Als de thermistor-samenstelling niet aan deze eis voldoet, moeten de andere I/O- klemmen van de omvormer tegen aanraken worden beveiligd, of er moet een thermistorrelais gebruikt worden om de thermistor van de digitale ingang te...
Pagina 130
Besturing van een mechanische rem Een mechanische rem wordt gebruikt om de motor en aangedreven apparatuur op nul toeren te houden wanneer de omvormer wordt gestopt of niet onder spanning staat. Voorbeeld De onderstaande afbeelding laat een toepassingsvoorbeeld van rembesturing zien. WAARSCHUWING! Zorg dat de apparatuur waarmee de omvormer voorzien van rembesturing is geïntegreerd, voldoet aan de voorschriften inzake persoonlijke veiligheid.
Pagina 131
Tijdschema van de rembesturing Het tijdschema hieronder illustreert de werking van de rembesturingsfunctie. Zie ook Statuswijzigingen op pagina 132. Startopdracht Externe toerental- referentie Omzetter-moduleert Motor gemagnetiseerd Opdracht rem lichten (RO/DO) Interne toerental- referentie (werkelijk motortoerental) / Koppel uitgang Stroom/koppel bij rem lichten (4302) Vertraging in magnetisatie van de motor (parameter 4305) Vertraging in rem lichten (parameter 4301) Toerental rembekrachtiging (parameter 4303)
Pagina 132
Statuswijzigingen Vanuit elke willekeurige staat (oplopende helling) GEEN MODULATIE 0/0/1 1/1/0 OPEN VRIJGAVE RFG 1/1/0 INGANG RFG = Hellingfunctie- generator (Ramp Function Generator) in de RFG INGANG 1/1/1 NAAR NUL stuurkring voor het toerental (referentieverwerking). 0/1/1 BEKRACHTIGEN Status (Symbool X/Y/Z - NN: Statusnaam - X/Y/Z: Statusuitgangen/-acties X = 1...
Pagina 133
Jogging De jogfunctie wordt doorgaans gebruikt om een cyclische beweging van een machineonderdeel te sturen. Met één druktoets kan de omvormer tijdens de gehele cyclus worden bestuurd. Bij activering start de omvormer, accelereert met een vooraf ingestelde snelheid naar een vooraf ingesteld toerental. Als de functie niet is geactiveerd, decelereert de omvormer met een vooraf ingestelde snelheid naar nul toeren.
Pagina 134
Opmerking: De jogfunctie gebruikt hellingstop, zelfs als bij parameter 2102 STOP FUNCTIE gekozen is voor UITLOOP. Opmerking: De tijdcoördinaat van de acceleratiehelling wordt tijdens jogging op nul gesteld (d.w.z. lineaire helling). De jogfunctie gebruikt constant toerental 7 als jogtoerental en acceleratie/ deceleratie- hellingpaar 2.
Pagina 135
Een timer kan verbonden zijn met meerdere tijdsperiodes: TIIDSPERIODE 1 3602 STARTTIJD 1 3603 STOPTIJD 1 3604 START DAG 1 3605 STOP DAG 1 TIIDSPERIODE 2 3606 STARTTIJD 2 TYDFUNCTIE 1 3607 STOPTIJD2 3626 TYDFUNCTIE 1 SRC 3608 START DAG 2 3609 STOP DAG 2 TYDFUNCTIE 2 TIIDSPERIODE 3...
Pagina 136
Parameter Instelling 3608 START DAG 2 ZONDAG 3609 STOP DAG 2 ZONDAG 3623 BOOSTER TIJD 01:00:00 Instellingen Parameter Aanvullende informatie 36 TIJD FUNCTIES Instellingen tijdsfuncties 1001, 1002 Tijdgestuurde start/stop 1102 Tijdgestuurde keuze EXT1/EXT2 1201 Tijdgestuurde activering constant toerental 1 1209 Tijdgestuurde toerentalkeuze 1401 Status tijdfunctie Timerstatus aangegeven via relaisuitgang RO...
Pagina 137
Timer Starten en stoppen van de omvormer kan geregeld worden met timerfuncties. Instellingen Parameter Aanvullende informatie 1001, 1002 Bronnen start/stopsignaal 19 TIMER & TELLER Timer voor start en stop Diagnose Actuele waarde Aanvullende informatie 0165 Teller start/stop-tijd Teller Starten en stoppen van de omvormer kan geregeld worden met tellerfuncties. De tellerfunctie kan ook gebruikt worden als triggersignaal voor statuswijziging bij sequentieel programmeren.
Pagina 138
Sequentieel programmeren kan toegepast worden zowel in eenvoudige schakeltoepassingen als in meer ingewikkelde toepassingen met dwarsverbanden. Programmeren kan via het bedieningspaneel of via een PC-tool. De ACS350 wordt ondersteund door versie 2.50 (of latere versie) van de PC-tool DriveWindow Light, die een grafische tool voor sequentieel programmeren bevat.
Pagina 139
Instellingen Parameter Aanvullende informatie 1001/1002 Start-, stop- en draairichtingopdrachten voor EXT1/EXT2 1102 Keuze EXT1/EXT2 1106 REF2 bron 1201 Deactiveren constant toerental. Constant toerental heft altijd de referentie van het sequentieel programma op. 1401 Uitgang sequentieel programma via RO 1501 Uitgang sequentieel programma via AO 1601 Activeren/deactiveren startvrijgave 1805...
Pagina 140
Het statusdiagram hieronder laat de statusverandering bij sequentieel programmeren zien. Sequentieel programmeren 0167 bit 0 = 1 VRIJGAVE STATUS 1 0168 = 1 (Status 1) (par. 8420...8424) Ga naar status 2 (par. 8425)* Ga naar status N (par 8426, 8427)* STATUS 2 0168 = 2 (Status 2) Status N...
Pagina 141
Voorbeeld 1 50 Hz 0 Hz -50 Hz Start seq. Statusverandering-trigger Sequentieel programma wordt geactiveerd door digitale ingang DI1. ST1: De omvormer wordt gestart in achterwaartse draairichting met -50 Hz referentie en 10 s hellingtijd. Status 1 is actief gedurende 40 s. ST2: De omvormer accelereert tot 20 Hz met 60 s hellingtijd.
Pagina 142
Aanvullende informatie Par. Instelling Par. Instelling Par. Instelling Par. Instelling 8425 VERTR 8435 VERTR 8445 DI2 8455 TRIG IN ST2 Trigger status- verandering 8426 NIET GE- 8436 NIET GE- 8446 NIET GE- 8456 VERTR TRIG IN ST N SELEC SELEC SELEC 8427 8437 -...
Pagina 143
wordt. De waarde van de sequentie-teller wordt met 1 verhoogd. Als de sequentie- teller aan het einde is, gaat de status over in status 7 (sequentie voltooid). ST6: Referentie en hellingtijden van de omvormer zijn hetzelfde als in status 2. De status van de omvormer gaat onmiddellijk over in status 2 (vertragingstijd is 0 s).
Pagina 144
Parameter Instellingen Aanvullende informatie 1002 EXT2 ST/STP/RICH SEQ PROG Start-, stop-, draairichtingopdrachten voor EXT2 1102 KEUZE EXT1/EXT2 EXT2 Activatie EXT2 1106 KEUZE REF2 AI1+SEQ PROG Som van analoge ingang AI1 en uitgang sequentieel programma als REF2 1201 KEUZE CNST TOER NIET GESELEC Deactivatie van constante toerentallen 1401...
Pagina 145
Aanvullende informatie Par. Instelling Par. Instelling Par. Instelling Par. Instelling 8425 ST1 TRIG BINNEN 8435 BINNEN 8445 BINNEN 8455 BINNEN IN ST2 STPNT STPNT STPNT STPNTT Trigger 8426 ST1 TRIG NIET 8436 VERTR 8446 VERTR 8456 VERTR statusverandering IN ST N GESELEC 8427 TOESTAND 1...
Pagina 147
Actuele signalen en parameters Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft de actuele signalen en parameters en geeft de equivalente waarden voor de veldbus voor elk signaal / elke parameter. Termen en afkortingen Term Definitie Actueel signaal Signaal, gemeten of berekend door de omvormer. De gebruiker kan dit signaal monitoren.
Pagina 148
Standaardwaarden voor verschillende macro’s Wanneer de applicatiemacro (9902 APPLICATIEMACRO) gewijzigd wordt, dan zal de software de waarden van de parameters updaten naar hun standaard-waarden. De volgende tabel bevat de standaard parameterwaarden voor de verschillende macro’s. Voor alle andere parameters zijn de standaardwaarden voor alle macro’s hetzelfde.
Pagina 149
Actuele signalen Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq 01 ACTUELE GEGEVENS Basissignalen voor het monitoren van de omvormer (alleen-lezen) 0102 TOERENTAL Het berekende toerental van de motor in rpm 1 = 1 rpm 0103 UITGANGSFREQ Berekende uitgangsfrequentie van de omvormer in Hz. (Wordt standaard 1 = 0,1 Hz getoond op het paneeldisplay in de Output-modus.) 0104...
Pagina 150
Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq 0133 PID 2 VERSCHIL Verschil van de PID2-regeling, d.w.z het verschil tussen de referentiewaarde en de actuele waarde. De eenheid ervan hangt af van de instelling van parameter 4106 EENHEID en 4107 SCHALING EENHEID. 0134 COMM RO WOORD Controlwoord van relaisuitgang via veldbus (decimaal).
Pagina 151
Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq 0167 SEQ PROG STS Statuswoord van het sequentieel programmeren: 1 = 1 Bit 0 = VRIJGEGEVEN (1 = vrijgegeven) Bit 1 = GESTART Bit 2 = GEPAUZEERD Bit 3 = LOGISCH WAARDE (logische bewerking gedefinieerd door parameters 8406…8410).
Pagina 152
Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq 0306 FOUTWOORD 2 Een 16-bit datawoord. Voor de mogelijke oorzaken en oplossingen en veldbus-equivalenten, zie het hoofdstuk Foutopsporing. Bit 0 = ONDERBELASTING Bit 1 = THERMISCHE FOUT Bit 2...3 = Gereserveerd Bit 4 = STROOM METING Bit 5 = DC RIMPEL Bit 6 = ENCODER FOUT Bit 7 = OVERTOEREN...
Pagina 153
Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq Bit 10 = ONDERBELASTING Bit 11 = MOTOR GEBLOKKEERD Bit 12 = AUTORESET Bit 13...15 = Gereserveerd 0309 ALARMWOORD 2 Een 16-bit datawoord. Voor de mogelijke oorzaken en oplossingen en veldbus-equivalenten, zie het hoofdstuk Foutopsporing. Een alarm kan gereset worden door het hele alarmwoord te resetten: schrijf nul naar het woord.
Pagina 154
Actuele signalen Naam/Waarde Beschrijving FbEq 0412 VORIGE FOUT 1 Foutcode van de op één na laatste fout. Zie het hoofdstuk Foutopsporing 1 = 1 voor de codes. 0413 VORIGE FOUT 2 Foutcode van de op twee na laatste fout. Zie het hoofdstuk 1 = 1 Foutopsporing voor de codes.
Pagina 155
Parameterlijst – verkorte vorm Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom START/STOP/DRAAIR. De bronnen voor sturing van externe start, stop en draairichting 1001 EXT1 ST/STP/RICH Bepaalt de aansluitingen en de bron voor de start-, stop- en DI1,2 draairichtingopdrachten voor externe bedienplaats 1 (EXT1). 1002 EXT2 ST/STP/RICH Bepaalt de aansluitingen en de bron voor de start-, stop- en...
Pagina 156
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom RELAISUITGANGEN Statusinformatie aangegeven via relaisuitgang, en schakelvertragingen voor relais 1401 RELA ISUITGANG 1 Selecteert een omvormerstatus aangegeven via relaisuitgang FOUT(-1) 1404 VERTR R1 IN Bepaalt de inschakelvertraging voor relaisuitgang RO. 1405 VERTR R1 UIT Bepaalt de uitschakelvertraging voor relaisuitgang RO.
Pagina 157
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 1813 FILTER FO Bepaalt de filtertijdconstante voor frequentie-uitgang FO. TIMER & TELLER Timer en teller voor sturing van start en stop 1901 TIMER VERTR Bepaalt de tijdvertraging voor de timer. 1902 TIMER START Bepaalt de bron voor het timer-startsignaal.
Pagina 158
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 2201 KEUZE ACC/DEC 1/2 Bepaalt de bron waarvan de omvormer het signaal leest dat selecteert tussen de twee hellingparen. 2202 ACCELER TIJD 1 Bepaalt de acceleratietijd 1. 2203 DECELER TIJD 1 Bepaalt de deceleratietijd 1. 2204 ACC/DEC CURVE 1 Kiest de vorm van de acceleratie-/deceleratiehelling 1.
Pagina 159
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 2614 GEBR GEDEFIN V3 Bepaalt het derde spanningspunt van de door de gebruiker GEBR GEDEFIN gedefinieerde U/f-kromme bij de frequentie gedefinieerd door parameter 2615 2615 GEBR GEDEFIN F3 Bepaalt het derde frequentiepunt van de door de gebruiker gedefinieerde U/f-kromme.
Pagina 160
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 3017 AARDFOUT Kiest hoe de omvormer reageert wanneer een aardfout wordt VRIJGEVEN gedetecteerd in de motor of de motorkabel. 3018 COMM FOUT FUNC Kiest hoe de omvormer reageert bij een veldbus- NIET GESELEC communicatiefout.
Pagina 161
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom DISPLAY KEUZE Keuze van actuele signalen die op het paneel getoond worden. 3401 SIGNAAL1 PARAM Kiest het eerste signaal dat op het bedieningspaneel getoond gaat worden wanneer het bedieningspaneel in de display-modus 3402 SIGNAL1 MIN Bepaalt de minimum waarde voor het signaal gekozen door...
Pagina 162
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 3601 TIMERS ENABLE Kiest de bron voor het tijdfunctie-vrijgavesignaal. NIET GESELEC 3602 STARTTIJD 1 Bepaalt de dagelijkse starttijd 1. 3603 STOPTIJD 1 Bepaalt de dagelijkse stoptijd 1. 3604 START DAG 1 Bepaalt de start dag 1. MAANDAG 3605 STOP DAG 1...
Pagina 163
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 4017 ACT2 INPUT Bepaalt de bron voor werkelijke waarde WERKW 2. 4018 WERKW 1 MIN Bepaalt de minimum waarde voor WERKW 1. 4019 WERKW 1 MAX Bepaalt de maximum waarde voor de variabele WERKW 1 als een analoge ingang gekozen is als bron voor WERKW 1.
Pagina 164
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 4211 INTERNE SETPNT Zie parameter 4011 INTERNE SETPNT. 4212 SETPOINT MIN Zie parameter 4012 SETPOINT MIN. 4213 SETPOINT MAX Zie parameter 4013 SETPOINT MAX. 4214 TERUGKOP SEL Zie parameter 4014 TERUGKOP SEL. 4215 TERUGKOP VERMEN Zie parameter 4015 TERUGKOP VERMEN.
Pagina 165
5318 INT VB PAR 18 Gereserveerd 5319 INT VB PAR 19 “ABB Drives”-profiel (ABB DRV LIM of ABB DRV FULL) 0x0000 Controlwoord. Alleen-lezen kopie van het veldbus-controlwoord. 5320 INT VB PAR 20 “ABB Drives”-profiel (ABB DRV LIM of ABB DRV FULL) 0x0000 Statuswoord.
Pagina 166
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 8403 PAUZE SEQ PROG Kiest de bron voor het pauzesignaal van sequentieel NIET GESELEC programmeren. 8404 RESET SEQ PROG Kiest de bron voor het resetsignaal van sequentieel NIET GESELEC programmeren. 8405 FORC SEQ STATE Dwingt het sequentieel programma naar een gekozen toestand.
Pagina 167
Parameterlijst – verkorte vorm Index Naam/Keuze Beschrijving Custom 9908 M NOM TOERENTAL Bepaalt het nominale motortoerental. afhankelijk van type 9909 MOT NOM Bepaalt het nominale motorvermogen. VERMOGEN 9910 ID RUN Stuurt een zelf-calibratieproces dat de Motor ID Run genoemd UIT/IDMAGN wordt.
Pagina 168
Parameters – complete beschrijving Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 10 START/STOP/ De bronnen voor sturing van externe start-, stop- en draairichting DRAAIR 1001 EXT1 ST/STP/ Bepaalt de aansluitingen en de bron voor de start-, stop- en DI1,2 DRAAIR draairichtingopdrachten voor externe bedienplaats 1 (EXT1).
Pagina 169
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq TIJD FUNC 4 Zie keuze TIJD FUNC 1. Start en stop via digitale ingang DI5. 0 = stop, 1 = start. Draairichting is vast volgens parameter 1003 DRAAIRICHTING (instelling VERZOEK = VOORUIT).
Pagina 170
KEUZE REF2. COMM Veldbus-interface als bron voor de keuze EXT1/EXT2, d.w.z. controlwoord 0301 VELB CMD WOORD1 bit 5 (bij het ABB Drives profiel 5319 INT VB PAR 19 bit 11). Het controlwoord wordt door de veldbuscontroller naar de omvormer gestuurd via de veldbusadapter of interne veldbus (modbus). Voor...
Pagina 171
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq AI1/JOYST Analoge ingang AI1 als joystick. Het minimumingangssignaal laat de motor op maximumreferentie achteruit draaien, het maximumingangssignaal laat de motor op maximumreferentie vooruit draaien. Minimum- en maximum- referenties worden bepaald door parameters 1104 REF1 MIN en 1105...
Pagina 172
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI3U,4D (NC) Digitale ingang 3: Referentie-toename. Digitale ingang DI4: Referentie- afname. Het programma bewaart de actieve toerentalreferentie (wordt niet gereset door een stopopdracht). De referentie wordt niet opgeslagen als de bron voor de bedienplaats veranderd wordt (van EXT1 naar EXT2, van EXT2 naar EXT1 of van LOC naar REM).
Pagina 174
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Het toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via digitale ingang DI3. 1 = actief, 0 = inactief. Het toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt geactiveerd via digitale ingang DI4. 1 = actief, 0 = inactief. Het toerental gedefinieerd door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 wordt...
Pagina 175
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI1,2(INV) Keuze constant toerental via geïnverteerde digitale ingangen DI1 en DI2. 1 = DI actief, 0 = DI inactief. DI1 DI2 Functie 1 Geen constant toerental 1 Toerental bepaald door parameter 1202 CNST TOERENTAL1 0 Toerental bepaald door parameter...
Pagina 176
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 1208 CNST TOERENTAL7 Definieert constant toerental (of uitgangsfrequentie van de omvormer) 7. Eur: 50 / VS: Constant toerental 7 wordt ook gebruikt als jogging toerental (1010 KEUZE JOGGING) of met foutfuncties (3001 AI<MIN FUNCTIE en 3002...
Pagina 177
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq -100,0…100,0% Waarde als een percentage van het volledige signaalbereik. Voorbeeld: Als 1 = 0,1% de maximum waarde voor de analoge uitgang 10 mA is, dan is de procentwaarde voor een bereik van 0…20 mA: (10 mA / 20 mA) ·...
Pagina 178
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq BEWAK3 BOVEN Status volgens bewakingsparameters 3207...3209. Zie parametergroep BEWAKING. BEWAK3 ONDER Zie keuze BEWAK3 BOVEN. OP SNELHEID Uitgangsfrequentie is gelijk aan de referentiefrequentie. FOUT(RESET) Fout. Automatische reset na de auto-resetvertraging. Zie parametergroep AUTOMATISCHE RESET.
Pagina 179
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq TIJD FUNC 3 Tijdfunctie 3 is actief. Zie parametergroep 36 TIJD FUNCTIES. TIJD FUNC 4 Tijdfunctie 4 is actief. Zie parametergroep 36 TIJD FUNCTIES. M.TRIG VENT Bedrijfstijd-teller van koelventilator is getriggerd. Zie parametergroep ONDERHOUDS-TRIGGERS.
Pagina 180
Veldbus-interface als bron voor geïnverteerd Startvrijgavesignaal (Start blokkeren), d.w.z. bit 6 van controlwoord 0301 VELB CMD WOORD1 (bij ABB drives profiel bit 3 van 5319 INT VB PAR 19). Het controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 181
Veldbusinterface als bron voor het foutresetsignaal, d.w.z. bit 4 van controlwoord 0301 VELB CMD WOORD1 (bij ABB drives profiel bit 7 van 5319 INT VB PAR 19). Het controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 182
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 1605 WYZ GEBR PAR SET Maakt het mogelijk de gebruikersparameterset te wijzigen via een digitale NIET ingang. Zie parameter 9902 APPLICATIEMACRO. De wijziging is alleen GESELEC toegestaan wanneer de omvormer gestopt is. Gedurende de wijziging kan de omvormer niet starten.
Pagina 183
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI1,2(INV) Keuze gebruikersparameterset via geïnverteerde digitale ingangen DI1 en DI2. 1 = DI inactief, 0 =DI actief. DI1 DI2 Gebruikersparameterset 1 Gebruikersparameterset 1 1 Gebruikersparameterset 2 0 Gebruikersparameterset 3 DI2,3(INV) Zie keuze DI1,2(INV). DI3,4(INV) Zie keuze DI1,2(INV).
Pagina 184
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 1608 STARTVRIJGAVE 1 Bepaalt de bron van het startvrijgavesignaal. 1 NIET GESELEC Opmerking: De functionaliteit van het startvrijgavesignaal is anders dan de functionaliteit van het run-vrijgavesignaal. Voorbeeld: Toepassing sturing van externe demper, met gebruik van Startvrijgave en Run-vrijgave.
Pagina 185
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI1(INV) Extern signaal vereist via geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = Startvrijgave. Als het Startvrijgavesignaal uitgeschakeld wordt, zal de omvormer niet starten, of uitlopen tot stilstand als de omvormer in bedrijf is en het alarm STARTVRIJGAVE 1 ONTBREEKT geactiveerd is.
Pagina 186
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 1806 DO AAN VERTR Bepaalt de aan-vertraging voor digitale uitgang DO. 0,0…3600,0 s Vertragingstijd 1 = 0,1 s 1807 DO UIT VERTR Bepaalt de uit-vertaging voor digitale uitgang DO. 0,0…3600,0 s Vertragingstijd 1 = 0,1 s 1808...
Pagina 187
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI5(INV) Zie keuze DI1(INV). NIET GESELEC Geen startsignaal Timer-start via digitale ingang DI1. Timer-start door opgaande helling van digitale ingang DI1. Opmerking: Timer-start is niet mogelijk als reset actief is (parameter 1903 TIMER RESET).
Pagina 188
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Zie keuze DI1. VRIJGEGEVEN Teller vrijgegeven 1905 TELLER LIMIET Bepaalt de tellerlimiet. 1000 0…65535 Limietwaarde 1 = 1 1906 TELLER INGANG Kiest de bron voor het ingangssignaal voor de teller. PLS IN(DI5) PLS IN(DI 5) Digitale ingang DI5 pulsen.
Pagina 189
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI2(INV) Zie keuze DI1(INV) DI3(INV) Zie keuze DI1(INV) DI4(INV) Zie keuze DI1(INV) DI5(INV) Zie keuze DI1(INV) Telt op Keuze van de telrichting via digitale ingang DI1. 0 = telt op, 1 = telt af. Zie keuze DI1.
Pagina 190
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 20 LIMIETEN Bedrijfslimieten van de omvormer. Toerentalwaarden worden gebruikt bij vector-regeling en frequentiewaarden worden gebruikt bij scalar-regeling. De besturingsmodus wordt gekozen door parameter 9904 MOTOR CTRL MODE. 2001 MINIMUM SNELHEID Bepaalt het toegestane minimum toerental. Een positieve minimum toerentalwaarde (of nul) definieert twee bereiken, een positief en een negatief.
Pagina 191
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2007 MINIMUM FREQ Bepaalt de minimum limiet voor de uitgangsfrequentie van de omvormer. Een positieve minimum frequentiewaarde (of nul) definieert twee bereiken, een positief en een negatief. Een negatieve minimum frequentiewaarde definieert één toerentalbereik. Opmerking: MINIMUM FREQ <...
Pagina 192
2005 OVERSPAN REGEL in te stellen op de keuze BLOKKEREN. EXTERN Externe remchopper-sturing. Opmerking: De omvormer is alleen compatibel met ABB ACS-BRK-X rem- units. Opmerking: Zorg er voor dat de rem-unit geïnstalleerd is en de overspanningsregeling uitgeschakeld is door parameter...
Pagina 193
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 21 START/STOP Start- en stopmodussen van de motor 2101 START FUNCTIE Bepaalt de startmethode voor de motor. AUTO AUTO De omvormer start de motor onmiddellijk vanaf frequentie nul als parameter 9904 MOTOR CTRL MODE ingesteld is op SCALAR.
Pagina 194
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq HELLING Stop langs een helling. Zie parametergroep ACCEL/DECEL. TOERENT COMP Toerentalcompensatie wordt gebruikt voor remmen over constante afstand. De toerentalafwijking (tussen gebruikt toerental en maximum toerental) wordt gecompenseerd door de omvormer bij het huidig toerental te laten lopen voordat de motor langs een helling wordt gestopt.
Pagina 195
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq BEDRIJF GEST Functie gelijkstroom-remmen actief. Als parameter 2102 STOP FUNCTIE ingesteld is op UITLOOP, wordt DC- remmen toegepast nadat de startopdracht verwijderd is. Als parameter 2102 STOP FUNCTIE ingesteld is op HELLING, wordt DC- remmen toegepast na de helling.
Pagina 196
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2111 VERTR STOP SIGN Bepaalt de vertragingstijd van het stopsignaal wanneer parameter 2102 STOP FUNCTIE ingesteld is op TOERENT COMP. 0…10000 ms Vertragingstijd 1 = 1 ms 2112 VERTR STILSTAND Bepaalt de vertraging voor de functie Stilstandvertraging. De functie is nuttig in toepassingen waarbij een soepele en snelle herstart essentieel is.
Pagina 198
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 0.0…1000.0 s 0,00 s: Lineaire helling. Geschikt voor vaste acceleratie of deceleratie en 1 = 0,1 s voor langzame hellingen. 0,01 … 1000,00 s: S-curve helling. S-vormige hellingen zijn ideaal voor transportbanden met breekbare ladingen, of andere toepassingen waarbij een soepele overgang vereist is bij de overgang van het ene naar het andere toerental.
Pagina 199
COMM Veldbusinterface als de bron voor forceren van de hellingingang naar nul, d.w.z. bit 13 van controlwoord 0301 VELDB CMD WOORD1 (bij ABB drives profiel bit 6 van 5319 INT VB PAR 19). Het controlwoord wordt door de veldbus-controller via de veldbus-adapter of interne veldbus (modbus) naar de omvormer gezonden.
Pagina 200
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2302 INTEGRATIE TIJD Bepaalt een integratietijd voor de toerenregeling. De integratietijd bepaalt de snelheid waarmee de regelinguitgang verandert wanneer de foutwaarde constant is. Hoe korter de integratietijd, des te sneller wordt de continue foutwaarde gecorrigeerd.
Pagina 201
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2304 ACC COMPENSATIE Bepaalt de differentiatietijd voor acceleratie-/(deceleratie-)compensatie. Om het traagheidsmoment gedurende de acceleratie te compenseren, wordt een differentiaal van de referentie aan de toerenregelinguitgang toegevoegd. Het principe van differentiatie is beschreven bij parameter 2303 DIFFERENT TIJD.
Pagina 202
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 25 KRITISCHE FREQ Toerentalbanden waarbij de omvormer niet in bedrijf mag zijn. 2501 KEUZE KRIT FREQ Activeert of deactiveert de functie kritische frequenties. De functie kritische frequenties vermijdt bepaalde toerentalbereiken. Voorbeeld: Een ventilator heeft vibraties in het bereik van 18 tot 23 Hz en 46 tot 52 Hz.
Pagina 203
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Inactief Actief 2602 FLUX REMMEN Activeert/deactiveert de functie Flux-remmen. Zie de sectie Fluxremmen pagina 112. Inactief Actief 2603 IR COMP SPANNING Bepaalt de uitgangsspanningsverhoging bij nul toeren (IR-compensatie). Afhankelijk Deze functie is nuttig in toepassingen met hoog startkoppel wanneer van type vectorbesturing niet toegepast kan worden.
Pagina 204
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2607 BEST SCHAKEL Activeert de regeling van de schakelfrequentie. Indien actief, wordt de keuze FREQ van parameter 2606 SCHAKEL FREQ begrensd als de interne omvormertemperatuur oploopt. Zie de figuur hieronder. Deze functie biedt de hoogst mogelijke schakelfrequentie bij een bepaald bedrijfspunt.
Pagina 205
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 0.0...500.0 Hz Frequentie 1 = 0,1 Hz 2612 GEBR GEDEFIN V2 Bepaalt het tweede spanningspunt van de door de gebruiker gedefinieerde 38% van U U/f-kromme bij de frequentie gedefinieerd door parameter 2613 GEBR GEDEFIN F2.
Pagina 206
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 2904 OMWENTEL ACT Bepaalt de actuele waarde van de toerenteller van de motor. Wanneer parameter 2903 OMWENTEL TRIG ingesteld is op een waarde ongelijk aan nul, dan start de teller. Wanneer de actuele waarde van de teller de waarde gedefinieerd door parameter 2903 overschrijdt, wordt er een...
Pagina 207
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3002 PANEEL UITVAL Kiest hoe de omvormer reageert bij een communicatiestoring van het FOUT bedieningspaneel. FOUT De omvormer schakelt uit door de fout PANEEL FOUT en de motor loopt uit tot stilstand. CONST TOER 7 De omvormer genereert alarm PANEEL FOUT en stelt het toerental in op het toerental gedefinieerd door parameter...
Pagina 208
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3006 MOT THERM TIJD Bepaalt de thermische tijdconstante voor het motortemperatuurmodel, d.w.z. de tijd waarin de motortemperatuur 63% van de nominale temperatuur met een vaste belasting bereikt heeft. Voor thermische beveiliging overeenkomstig de UL-vereisten voor motoren in de NEMA-klasse geldt de vuistregel: Motor thermische tijd = 35 ·...
Pagina 209
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3009 KANTELPUNT FREQ Bepaalt de belastingcurve samen met parameters 3007 MOTOR BEL CURVE en 3008 STILSTAND BEL. Voorbeeld: Uitschakeltijden van de thermische beveiliging wanneer parameters 3006…3008 hun standaardinstellingen hebben. = Uitgangsstroom = Nominale motorstroom = Uitgangsfrequentie = Kantelpuntfrequentie...
Pagina 210
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3012 BLOKKEERTIJD Bepaalt de tijd voor de blokkeerfunctie. Zie parameter 3010 BLOKKEERFUNCTIE. 10…400 s Tijd 1 = 1 s 3013 ONDERBEL FUNC Kiest hoe de omvormer reageert op onderbelasting. De beveiliging valt in als: NIET GESELEC - het motorkoppel onder de curve gekozen door parameter...
Pagina 211
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq LIMIET/ALARM Uitgangsstroom van de omvormer is begrensd en het alarm INGANG FASE FOUT wordt gegenereerd als de DC spanningsrimpel 14% van de nominale DC spanning overschrijdt. Er is een vertraging van 10 s tussen het activeren van het alarm en de begrenzing van de uitgangsstroom.
Pagina 212
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3023 BEDRADINGSFOUT Kiest hoe de omvormer reageert wanneer onjuiste voedings- en VRIJGEVEN motorkabelaansluitingen gedetecteerd worden (d.w.z. als de voedingskabel is aangesloten op de motoraansluiting van de omvormer). Opmerking: Het is niet aanbevolen deze parameterinstelling te wijzigen bij normaal gebruik.
Pagina 213
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3107 AR AI<MIN Activeert/deactiveertde automatische reset voor de fout AI<MIN (analoog BLOKKEREN ingangssignaal onder het toegestane minimumniveau). Reset automatisch de fout na de vertraging ingesteld door par. 3103 VERTRAGINGSTIJD. BLOKKEREN Inactief VRIJGEVEN Actief WAARSCHUWING! De omvormer kan herstarten, zelfs na lange...
Pagina 214
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3201 BEWAK 1 PARAM Kiest het eerste bewaakte signaal. Bewakingslimieten worden gedefinieerd door parameters 3202 BEWAK 1 LIM LAAG en 3203 BEWAK 1 LIM HOOG. Voorbeeld 1: Als 3202 BEWAK 1 LIM LAAG < 3203 BEWAK 1 LIM HOOG Geval A = de waarde van...
Pagina 215
Bijv. 241A 3302 LOAD PACK VERSIE Geeft de versie van het loading package. afhankelijk van type 0x2001…0x20FF 0x2001 = ACS350-0x (Eur GMD) (hex) 3303 TEST DATUM Toont de testdatum. 00.00 De waarde van de datum in het format JJ.WW (jaar, week)
Pagina 216
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3304 OMVORMER Toont de nominale stroom en spanning van de omvormer. 0x0000 GROOTTE 0x0000…0xFFFF Waarde in format XXXY: (hex) XXX = Nominale stroom van de omvormer in Ampere. Een “A” geeft een decimaalkomma weer.
Pagina 217
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq +/-0 Waarde met of zonder +/- teken. Eenheid wordt gekozen door parameter 3405 OUTPUT 1 EENHEID. +/-0.0 Voorbeeld PI (3,14159): +/-0.00 Waarde 3404 Display Bereik +/-0.000 +/-0 -32768...+32767 +/-0.0 + 3.1 +/-0.00 + 3.14 +0.0...
Pagina 218
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq kilopascal gallon per minuut pond per vierkante inch kubieke voet per minuut voet miljoen gallon per dag inHg inch kwikdruk voet per minuut kb/s kilobyte per seconde kilohertz puls per minuut puls per seconde liter per seconde l/min...
Pagina 219
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Mrev miljoen omwentelingen dagen inWC inch waterkolom m/min meter per minuut N·m Newton meter %ref referentie in percentage %act actuele waarde in percentage %dev afwijking in percentage % LD belasting in percentage % SP setpoint in percentage %FBK...
Pagina 220
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3413 OUTPUT2 MIN Stelt de minimum displaywaarde in voor het signaal gekozen door parameter 3408 SIGNAAL2 PARAM. Zie par. 3402 SIGNAAL1 MIN. x…x Instellingsbereik hangt af van de instelling van parameter 3408. 3414 OUTPUT2 MAX Stelt de maximum displaywaarde in voor het signaal gekozen door parameter...
Pagina 221
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq De functie is actief. De temperatuur wordt bewaakt via een PTC-sensor. Analoge uitgang AO voert een constante stroom door de sensor. De sensorweerstand neemt sterk toe naarmate de motortemperatuur boven de PTC-referentietemperatuur (T ) stijgt, evenals de spanning op de weerstand.
Pagina 222
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3504 FOUT LIMIET Bepaalt de uitschakellimiet voor de motortemperatuurmeting. De omvormer schakelt uit door de fout M OVERTEMP wanneer de limiet overschreden wordt. Wanneer de waarde van par. 3501 SENSOR TYPE ingesteld is op THERMI(0)/(1): 1 = fout.
Pagina 223
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 3604 START DAG 1 Bepaalt de start dag 1. MAANDAG MAANDAG Voorbeeld: als de parameterwaarde ingesteld is op MAANDAG, is tijdfunctie DINSDAG 1 actief vanaf maandag-middernacht (00:00:00). WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG ZONDAG 3605 STOP DAG 1...
Pagina 224
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Zie keuze DI1. Zie keuze DI1. DI1(INV) Geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = actief, 1 = inactief. DI2(INV) Zie keuze DI1(INV). DI3(INV) Zie keuze DI1(INV). DI4(INV) Zie keuze DI1(INV). DI5(INV) Zie keuze DI1(INV). 3623 BOOSTER TIJD Bepaalt de tijd waarbinnen de booster gedeactiveerd wordt nadat het...
Pagina 225
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq T1+T3+B Booster en tijdperiodes 1 en 3 T2+T3+B Booster en tijdperiodes 2 en 3 T1+T2+T3+B Booster en tijdperiodes 1, 2 en 3 T4+B Booster en tijdperiode 4 T1+T4+B Booster en tijdperiodes 1 en 4 T2+T4+B Booster en tijdperiodes 2 en 4 T1+T2+T4+B...
Pagina 226
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4003 DIFFERENT TIJD Bepaalt de differentiatietijd voor de PID-regeling. Differentiële actie verhoogt de regeling-uitgang als de foutwaarde verandert. Hoe langer de differentiatietijd, des te meer wordt de toerentalregeling-uitgang verhoogd gedurende de verandering. Als de differentiatietijd ingesteld is op nul, dan werkt de regelaar als een P-regelaar, anders als een PID-regelaar.
Pagina 227
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4008 0% WAARDE Bepaalt samen met parameter 4009 100% WAARDE de schaling toegepast op de werkelijke waarden van de PID-regeling. Eenheid (4006) +1000% Schaal (4007) 4009 4008 Interne schaal (%) 100% -1000% x…x De eenheid en het bereik hangen af van de eenheid en de schaal...
Pagina 228
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI4U,5D(NC) Zie keuze DI3U,4D (NC). FREQ INGANG Frequentie-ingang SEQ PROG OUT Uitgang van sequentieel programmeren. Zie parametergroep SEQUENTIEEL PROG. 4011 INTERNE SETPNT Kiest een constante waarde als PID-referentie, wanneer de waarde van parameter 4010 KEUZE SETPOINT ingesteld is op INTERN.
Pagina 229
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4015 TERUGKOP VERMEN Bepaalt een extra vermenigvuldigingsfactor voor de waarde gedefinieerd door parameter 4014 TERUGKOP SEL. Parameter wordt voornamelijk gebruikt in toepassingen waarbij de terugkoppelwaarde wordt berekend uit een andere variabele (bijv. volumestroom uit drukverschil). -32.768…32.767 Vermenigvuldigingsfactor.
Pagina 230
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4019 WERKW 1 MAX Bepaalt de maximum waarde voor de variabele WERKW 1 als een analoge ingang gekozen is als bron voor WERKW 1. Zie parameter 4016 WERKWAARDE 1. De minimum (4018 WERKW 1 MIN) en maximum instellingen van WERKW 1 bepalen hoe het spanning-/stroomsignaal,...
Pagina 231
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4023 PID SLAAP NIVO Bepaalt de startlimiet voor de slaapfunctie. Als het motortoerental onder een ingesteld niveau (4023) blijft gedurende een langere tijd dan de slaapvertraging (4024), dan gaat de omvormer over op de slaapmodus: de motor wordt gestopt en het bedieningspaneel geeft het alarmbericht PID SLAAP weer.
Pagina 232
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4027 PID 1 PARAM SET Bepaalt de bron van waar de omvormer het signaal uitleest dat kiest tussen SET1 PID-parameterset 1 en 2. PID-parameterset 1 is gedefinieerd door parameters 4001…4026. PID-parameterset 2 is gedefinieerd door parameters 4101…4126. SET 1 PID SET 1 is actief.
Pagina 233
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 4119 WERKW 1 MAX Zie parameter 4018 WERKW 1 MAX. 4120 WERKW 2 MIN Zie parameter 4020 WERKW 2 MIN. 4121 WERKW 2 MAX Zie parameter 4021 WERKW 2 MAX. 4122 SLAAP KEUZE Zie parameter 4022...
Pagina 234
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq TIJD FUNC 1 Activatie door een tijdfunctie. Tijdfunctie 1 actief = PID-regeling actief. Zie parametergroep 36 TIJD FUNCTIES. TIJD FUNC 2 Zie keuze TIJD FUNC 1. TIJD FUNC 3 Zie keuze TIJD FUNC 1. TIJD FUNC 4 Zie keuze TIJD FUNC 1.
Pagina 235
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 0.00…2.50 s Vertragingstijd 1 = 0.01 s 4302 REM OPEN NIVO Bepaalt het startkoppel/de startstroom van de motor bij remvrijgave. Na de 100% start wordt de stroom/het koppel van de omvormer bevroren op de ingestelde waarde totdat de motor gemagnetiseerd is.
Pagina 236
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 5003 ENCODER FAULT Bepaalt de werking van de omvormer als er een fout ontdekt wordt in de FOUT communicatie tussen de puls-encoder en de interface-module van de puls- encoder, of tussen de module en de omvormer. FOUT De omvormer schakelt uit door fout ENCODER ERR.
Pagina 237
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Geen pariteitsbit, één stopbit Geen pariteitsbit, twee stopbits Even pariteitsindicatiebit, één stopbit Oneven pariteitsindicatiebit, één stopbit 5204 OK BERICHTEN Aantal door de omvormer ontvangen geldige berichten. Tijdens normaal bedrijf neemt dit aantal steeds toe. 0…65535 Aantal berichten 1 = 1...
Pagina 238
0x0000 Alleen-lezen kopie van het veldbus-controlwoord. 0x0000...0xFFFF (hex) Controlwoord 5320 INT VB PAR 20 “ABB Drives”-profiel (ABB DRV LIM of ABB DRV FULL) Statuswoord. Alleen- 0x0000 lezen kopie van het veldbus-statuswoord. 0x0000...0xFFFF (hex) Statuswoord 54 VELDB DATA IN Data van de omvormer naar de veldbus-regeling via een veldbusadapter. Zie...
Pagina 239
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 1...6 Control- en status- datawoorden Instelling 5401 Datawoord Controlwoord REF1 REF2 Statuswoord Actuele waarde 1 Actuele waarde 2 101...9999 Parameter-index 5402 VELDB DATA IN 2 5401 VELDB DATA IN 1..5410 VELDB DATA IN 10 5401...
Pagina 240
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 8402 START SEQ PROG Kiest de bron voor het activatiesignaal voor sequentieel programmeren. NIET GESELEC Wanneer sequentieel programmeren geactiveerd wordt, start het programmeren vanuit de laatst-gebruikte toestand. Als het vrijgavesignaal voor sequentieel programmeren kwijt raakt, wordt het sequentieel programma gestopt en alle timers en uitgangen (RO/TO/AO) worden op nul gesteld.
Pagina 241
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Pauzesignaal via digitale ingang DI1. 1 = actief, 0 = inactief. Zie keuze DI1. Zie keuze DI1. Zie keuze DI1. Zie keuze DI1. PAUZE Vrijgave pauze sequentieel programmeren 8404 RESET SEQ PROG Kiest de bron voor het resetsignaal van sequentieel programmeren.
Pagina 242
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI2(INV) Zie keuze DI1(INV). DI3(INV) Zie keuze DI1(INV). DI4(INV) Zie keuze DI1(INV). DI5(INV) Zie keuze DI1(INV). NIET GESELEC Geen logische waarde Logische waarde 1 via digitale ingang DI1 Zie keuze DI1. Zie keuze DI1.
Pagina 243
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq Zie parameter 8406. 8411 HO WAARDE 1 SEQ Bepaalt de hoge limiet voor de toestandverandering wanneer parameter 8425 ST1 TRIG IN ST 2 ingesteld is op bijv. AI1 HOOG 1. 0.0…100.0% Waarde in procenten 1 = 0,1% 8412...
Pagina 244
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI4(INV) Zie keuze DI1(INV). DI3(INV) Zie keuze DI1(INV). DI2(INV) Zie keuze DI1(INV). DI1(INV) Zie keuze DI1(INV). NIET GESELEC Geen resetsignaal Reset via digitale ingang DI1. 1 = actief, 0 = inactief. Zie keuze DI1.
Pagina 245
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq DI3U,4D Digitale ingang 3: Referentietoename. Digitale ingang DI4: Referentie- -0,7 afname. DI3U,4DR Digitale ingang 3: Referentietoename. Digitale ingang DI4: Referentie- -0,6 afname. AI2 JOY Analoge ingang AI2 als joystick. Het minimum ingangssignaal laat de motor -0.5 bij de maximum referentie lopen in achterwaartse richting, de maximum ingang bij de maximum referentie in voorwaartse richting.
Pagina 246
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq R=0,D=0,AO=0 Relais- en transistoruitgangen zijn ontkrachtigd (geopend) en de waarde van -0.5 analoge uitgang is ingesteld op nul. RO=0,DO=0 Relais- en transistoruitgangen zijn ontkrachtigd (geopend) en analoge -0.4 uitgangsturing is bevroren op de vorige ingestelde waarde. RO=1,DO=1 Relais- en transistoruitgangen zijn bekrachtigd (gesloten) en analoge -0.3...
Pagina 247
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq AI1LA1AI2HO1 Toestandswijziging wanneer AI1 < par. 8412 LA WAARDE 1 SEQ en AI2 > par. 8411 HO WAARDE 1 SEQ. AI1LA1 OFDI5 Toestandswijziging wanneer AI1 < par. 8412 LA WAARDE 1 SEQ of wanneer DI5 actief is.
Pagina 248
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq BEWAK2BOVEN Logische waarde volgens bewakingsparameters 3204...3206. Zie parametergroep BEWAKING. BEWAK3BOVEN Logische waarde volgens bewakingsparameters 3207...3209. Zie parametergroep BEWAKING. BEWAK1ONDER Zie keuze BEWAK1BOVEN. BEWAK2ONDER Zie keuze BEWAK2BOVEN. BEWAK3ONDER Zie keuze BEWAK3BOVEN. BWK1BO OFVTR Toestandswijziging volgens bewakingsparameters 3201...3203 of wanneer...
Pagina 249
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq VERTR EN DI1 Toestandswijziging wanneer de vertragingstijd gedefinieerd door parameter 8424 VERTR ST1 WYZ verstreken is en DI1 actief is. VERTR EN DI2 Toestandswijziging wanneer de vertragingstijd gedefinieerd door parameter 8424 VERTR ST1 WYZ verstreken is en DI2 actief is.
Pagina 251
Hongaars. Beschikbaar bij ACS-CP-L assistent-bedieningspaneel. Opmerking: Deze keuzemogelijkheid zal later toegevoegd worden. 9902 APPLICATIEMACRO Kiest de applicatiemacro. Zie het hoofdstuk Applicatiemacros. ABB STAND ABB STAND Standaard macro voor toepassingen met constant toerental 3-DRAADS 3-draads macro voor toepassingen met constant toerental...
Pagina 252
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq TOERENTAL Vectorbesturingmodus zonder sensor. Referentie 1 = toerentalreferentie in rpm. Referentie 2 = toerentalreferentie in procent. 100% is het absolute maximum toerental, gelijk aan de waarde van parameter 2002 MAXIMUM SNELHEID 2001 MINIMUM SNELHEID als de absolute waarde van het minimum toerental groter is dan de maximum toerentalwaarde).
Pagina 253
Parameters – complete beschrijving Index Naam/Keuze Beschrijving Def, FbEq 0.2…3.0 · P Vermogen 1 = 0,1 kW/pk 9910 ID RUN Deze parameter stuurt een zelf-calibratieproces dat de Motor ID Run UIT/IDMAGN genoemd wordt. Tijdens dit proces drijft de omvormer de motor aan en voert metingen uit om de motorkenmerken vast te stellen en een model te maken voor interne berekeningen.
Pagina 255
Veldbusbesturing met interne veldbus Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft hoe de omvormer kan worden bestuurd door externe apparatuur via een communicatienetwerk met gebruikmaking van de interne veldbus. Systeemoverzicht De omvormer kan aangesloten worden op een extern besturingssysteem via een veldbusadapter of interne veldbus. Voor besturing via een veldbusadapter, zie het hoofdstuk Veldbusbesturing met veldbusadapter.
Pagina 256
Veldbus controller Veldbus Overige ACS350 apparaten RS-232* paneelconnector *Interne veldbus (modbus) aansluiting is ofwel RS-232 of RS-485. FMBA Modbus RS-485* Adapter Gegevensstroom Controlwoord (CW) Referenties Proces-I/O (cyclisch) Statuswoord (SW) Actuele waarden Parameter R/W Verzoeken/Responsen Besturingsinformatie (acyclisch) De omvormer kan worden ingesteld op ontvangst van alle besturingsinformatie via één veldbuskanaal of de besturing kan worden verdeeld over de veldbus-interface...
Pagina 257
5304 INT VB Kiest de pariteitsinstelling. In alle online stations PARITEIT moet dezelfde instelling gebruikt worden. 5305 INT VB BEST ABB DRV LIM Alle Kiest het door de omvormer gebruikte PROF communicatieprofiel. Zie de sectie DCU PROFILE Communicatieprofielen op pagina 270.
Pagina 258
1102 KEUZE COMM Activeert de keuze EXT1/EXT2 via bit 5 van 0301 40001 40031 EXT1/EXT2 VELDB CMD WOORD1 (bij ABB Drives profiel: bit 11 bit 11 bit 5 5319 INT VB PAR 19 ). 1103 KEUZE COMM Veldbusreferentie REF1 wordt gebruikt wanneer EXT1...
Pagina 259
COMM*AI1 De veldbusbesturingsinterface De communicatie tussen een veldbussysteem en de omvormer bestaat uit 16-bits ingangs- en uitgangsdatawoorden (bij ABB Drives profiel) en 32-bits ingangs- en uitgangswoorden (bij DCU profiel). Het Controlwoord en het Statuswoord Het Controlwoord (CW) is het belangrijkste middel voor het besturen van een omvormer vanuit een veldbussysteem.
Pagina 260
1103 1106 ingesteld is op COMM+AI1 of COMM*AI1, wordt de veldbusreferentie gecorrigeerd met behulp van analoge ingang AI1 zoals in de volgende voorbeelden weergegeven. Voorbeelden referentiecorrectie voor ABB Drives profiel Instelling Wanneer COMM > 0 Wanneer COMM < 0 COMM+AI1 COMM(%) ·...
Pagina 261
Instelling Wanneer COMM > 0 Wanneer COMM < 0 COMM*AI1 COMM(%) · (AI(%) / 50%) · (MAX-MIN) + MIN COMM(%) · (AI(%) / 50%) · (MAX-MIN) - MIN Gecorrigeerde COMM referentie REF (%) -100% -50% 0 rpm Max limiet AI = 0% 1500 rpm Min limiet AI = 50%...
Pagina 262
Voorbeelden referentiecorrectie voor DCU profiel Bij het DCU profiel kan het type veldbusreferentie Hz, rpm of procent zijn. In de volgende voorbeelden is de referentie in rpm. Instelling Wanneer COMM > 0 rpm Wanneer COMM < 0 rpm COMM+AI1 COMM/1000 + (AI(%) -50%) · (MAX-MIN) COMM/1000+ (AI(%) -50%) ·...
Pagina 263
Instelling Wanneer COMM > 0 rpm Wanneer COMM < 0 rpm COMM*AI1 (COMM/1000) · (AI(%) / 50%) (COMM(%)/1000) · (AI(%) / 50%) Gecorrigeerde COMM referentie -150000 -750000 0 rpm Max limiet AI = 0% Min limiet 1500 rpm AI = 100% AI = 50% -750 rpm 750 rpm...
Pagina 264
Veldbusreferenties REF1 en REF2 worden geschaald zoals weergegeven in de volgende tabellen. Opmerking: Eventuele correctie van de referentie (Zie de sectie Keuze en correctie van referentie op pagina 264) wordt voorafgaand aan schaling toegepast. Veldbus-schaling voor ABB Drives profiel Type Referentie Bereik Schaling Opmerkingen...
Pagina 265
Veldbus-schaling voor DCU profiel Type Referentie Bereik Schaling Opmerkingen referentie REF1 -214783648 Toerental 1000 = 1 rpm / 1 Hz Uiteindelijke referentie … beperkt door 1104/1105. +214783647 frequentie Werkelijk motortoerental beperkt door 2001/2002 (toerental) of 2007/2008 (frequentie). REF2 -214783648 Toerental 1000 = 1% Uiteindelijke referentie …...
Pagina 266
Referentieverwerking Het sturen van de draairichting wordt voor elke besturingslocatie (EXT1 en EXT2) geconfigureerd met behulp van de parameters in groep START/STOP/DRAAIR. Veldbusreferenties zijn bipolair, d.w.z. ze kunnen negatief of positief zijn. De volgende diagrammen laten zien hoe parameters uit groep 10 en het teken van de veldbusreferentie samen de referentie REF1/REF2 produceren.
Pagina 267
Modbus mapping De volgende modbus-functiecodes worden door de omvormer ondersteund. Code Functie Aanvullende informatie Hex (dec) Lees meerdere 03 (03) Leest de inhoud van registers in een slave-toestel. houdregisters Parametersets, stuur-, status- en referentiewaarden zijn gemapped als houdregisters. Schrijf een enkel 06 (06) Schrijft naar een enkel register in een slave-toestel.
Pagina 268
Controlwoord. Alleen ondersteund door het ABB Drives profiel, d.w.z. wanneer 5305 INT VB BEST PROF ingesteld is op ABB DRV LIM of ABB DRV FULL. Parameter 5319 VB PAR 19 toont een kopie van het Controlwoord in hexadecimaal formaat. 40002 Referentie 1 Externe referentie REF1.
Pagina 269
Functiecodes Ondersteunde functiecodes voor het houdregister 4xxxx zijn: Code Functienaam Aanvullende informatie Hex (dec) 03 (03) Read 4X Register Leest de binaire inhoud van registers (4X referenties) in een slave- toestel. 06 (06) Preset single 4X Stelt een waarde naar een enkel register (4X referentie) vooraf in. register Wanneer verzonden, zal de functie dezelfde register-referentie in alle verbonden slaves vooraf instellen.
Pagina 270
5310...5317 ABB Drives communicatieprofiel Er zijn twee implementaties van het ABB Drives communicatieprofiel beschikbaar: ABB Drives Full en ABB Drives Limited. Het ABB Drives communicatieprofiel is actief wanneer parameter 5305 INT VB BEST PROF ingesteld is op ABB DRV FULL of ABB DRV LIM.
Pagina 271
De volgende tabel en het statusschema verderop in dit hoofdstuk beschrijven de inhoud van het Controlwoord voor het “ABB Drives”-profiel. De vetgedrukte tekst in hoofdletters refereert naar de status in het eropvolgende blokschema. ABB Drives profiel Control Word (parameter 5319)
Pagina 272
De volgende tabel en het statusschema verderop in dit hoofdstuk beschrijven de inhoud van het Statuswoord voor het “ABB Drives”-profiel. De vetgedrukte tekst in hoofdletters refereert naar de status in het eropvolgende blokschema ABB Drives profiel (INT VELDB) Statuswoord (par. 5320)
Pagina 273
Het onderstaande statusschema beschrijft de start-stopfunctie van de Controlwoord- (CW) en Statuswoord- (SW) bits voor het ABB Drives profiel. Vanuit elke status Vanuit elke status Vanuit elke status Noodstop Uit Noodstop Fout UIT2 (CW Bit 1=0) UIT3 (CW Bit2=0) (SW Bit3=1)
Pagina 274
DCU communicatieprofiel Omdat het DCU profiel de control- en statusinterface uitbreidt naar 32 bits, zijn er twee verschillende signalen nodig voor zowel het controlwoord (0301 en 0302) als het statuswoord (0303 en 0304). De volgende tabellen beschrijven de inhoud van het Controlwoord voor het DCU profiel.
Pagina 275
Controlwoord DCU Profiel (parameter 0301) Waar Naam Informatie REQ_LOCALLOC Vrijgave lokaal slot. Overgaan op lokale besturingsmodus is niet mogelijk (LOC/REM- toets van het paneel). Geen werking TORQLIM2 Gebruik minimum/maximum koppellimiet 2 (gedefinieerd door parameters 2016 2018). Gebruik minimum/maximum koppellimiet 1 (gedefinieerd door parameters 2015 2017).
Pagina 276
De volgende tabellen beschrijven de inhoud van het Statuswoord voor het DCU profiel. Statuswoord DCU Profiel (par. 0303) Waar Naam Status READY Omvormer is gereed om startopdracht te ontvangen. Omvormer is niet gereed. ENABLED Extern startvrijgavesignaal ontvangen. Geen extern startvrijgavesignaal ontvangen. STARTED Omvormer heeft startopdracht ontvangen.
Pagina 277
Statuswoord DCU Profiel Status Word (par. 0304) Waar Naam Status ALARM Alarm actief. Geen alarm actief. NOTICE Een verzoek om onderhoud is onafgedaan. Geen verzoek om onderhoud. DIRLOCK Draairichtingslot is AAN. (Verandering van draairichting is uitgesloten.) Draairichtingslot is UIT. LOCALLOCK Lokale modus slot is AAN.
Pagina 278
Veldbusbesturing met interne veldbus...
Pagina 279
De omvormer kan aangesloten worden op een extern besturingssysteem via een veldbusadapter of interne veldbus. Voor besturing via interne veldbus, zie het hoofdstuk Veldbusbesturing met interne veldbus. De veldbusadapter is aangesloten op omvormerklem X3. Veldbus controller ACS350 Veldbus Overige apparaten Veldbus- adapter Gegevensstroom Controlwoord (CW)
Pagina 280
283). Het communicatieprofiel van het veldbusnetwerk hangt af van het type van de aangesloten adapter. De standaard profiel-instellingen zijn afhankelijk van het protocol (bijv. verkoper- specifiek profiel (ABB Drives) voor PROFIBUS en het standaard omvormerprofiel (AC/DC Drive) voor DeviceNet). Communicatie-instelling via een veldbusadapter-module Voordat de omvormer kan worden geconfigureerd voor veldbusbesturing moet de adaptermodule mechanisch en elektrisch worden geïnstalleerd volgens de...
Pagina 281
Nadat de module-configuratieparameters in groep 51 EXT COMM MODULE zijn ingesteld, moeten de besturingsparameters van de omvormer (te zien in de sectie Besturingsparameters van de omvormer op pagina 282) worden gecontroleerd en, waar nodig, aangepast. De nieuwe instellingen worden geactiveerd zodra de omvormer opnieuw wordt gestart, of wanneer parameter 5127 VLDB PAR REFRESH geactiveerd wordt.
Pagina 282
Besturingsparameters van de omvormer Nadat de veldbuscommunicatie is ingesteld, moeten de besturingsparameters van de omvormer, opgegeven in de tabel hieronder, worden gecontroleerd en, waar nodig, aangepast. De kolom Instelling voor veldbusbesturing geeft de waarde die moet worden gebruikt als de veldbusinterface de gewenste bron of bestemming voor dat bepaalde signaal is.
Pagina 283
Parameter Instelling voor Functie/Informatie veldbusbesturing 2201 KEUZE ACC/DEC 1/ COMM Kiest veldbus-interface als bron voor de keuze acceleratie/deceleratie- hellingpaar 1/2. 2209 INGANG GEFORC 0 COMM Kiest veldbus-interface als bron voor forceren hellingingang naar nul. FOUTFUNCTIES COMMUNICATIE 3018 COMM FOUT FUNC NIET GESELEC Bepaalt de werking van de omvormer als de veldbuscommunicatie uitvalt.
Pagina 284
Veldbus netwerk Veldbus module Keuze start, Keuze DATA stop, richting NIET Data in 4 = Statuswoord GESELEC 5 = WERKW 1 6 = WERKW 2 COMM Par. 0102...9910 1001/1002 Veldbus- 5401/.../5410 specifieke interface Keuze DATA Keuze 1 = Controlwoord Data uit REF1 2 = REF1 PANEEL...
Pagina 285
De communicatie tussen de omvormer en de veldbusadapter ondersteunt het DCU communicatieprofiel. Het DCU profiel breidt de control- en status-interface uit tot 32 bits. Veldbus netwerk Veldbusadapter Omvormer Standaard industrieel omvormer- profiel (bijv. PROFIdrive) Data conversie ABB Drives Data Kies conversie Transparent 16 Optionele schaling referentie, actuele waarde...
Pagina 287
Met gebruikmaking van de informatie uit dit hoofdstuk kan de oorzaak van de meeste alarmen en fouten geïdentificeerd en gecorrigeerd worden. Als dat niet het geval is, neem dan contact op met een ABB vertegenwoordiger. Het vier-cijferig codenummer dat tussen haakjes achter het alarm/de fout staat, is voor de veldbuscommunicatie.
Pagina 288
Het Assistent-bedieningspaneel geeft extra informatie over de foutgeschiedenis. Zie de sectie Fout Logger modus op pagina voor meer informatie. Door de omvormer gegenereerde alarmmeldingen CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2001 OVERSTROOM Uitgangsstroomlimitering- Controleer de motorbelasting. regeling is actief. (2310) Controleer acceleratietijd (2202 en 2205).
Pagina 289
CODE ALARM OORZAAK OPLOSSING 2008 PANEEL KWIJT Bedieningspaneel gekozen Controleer paneelaansluiting. als actieve besturings- (5300) Controleer de parameters van de foutfunctie. locatie voor de omvormer, 0308 bit 7 Controleer connector van bedieningspaneel. communiceert niet meer. Herstel bedieningspaneel op montageplaat. (programmeerbare foutfunctie 3002) Als de omvormer in externe bedieningsmodus is (REM) en ingesteld is om start-/stop- en richtingopdrachten of...
Pagina 290
ALARMCODE OORZAAK OPLOSSING 5001 Omvormer reageert niet. Controleer paneelaansluiting. 5002 Incompatibel communicatieprofiel. Neem contact op met uw lokale ABB- vertegenwoordiger. 5010 De parameterbackup-file is beschadigd. Probeer parameter upload opnieuw. Probeer parameter download opnieuw. 5011 Omvormer wordt door een andere bron Verander omvormerbesturing in lokale aangestuurd.
Pagina 291
Zie parameter 1606 LOKAAL SLOT. 5018 Standaardwaarde van de parameter is niet Neem contact op met uw lokale ABB- beschikbaar. vertegenwoordiger. 5019 Schrijven van een andere waarde dan nul is Alleen een parameter-reset is toegestaan.
Pagina 292
ALARMCODE OORZAAK OPLOSSING 5070 Schrijffout naar backup-geheugen van paneel. Neem contact op met uw lokale ABB- vertegenwoordiger. 5071 Leesfout van backup-geheugen van paneel. Neem contact op met uw lokale ABB- vertegenwoordiger. 5080 Handeling niet toegestaan, omdat de omvormer Schakel over naar lokale besturingsmodus.
Pagina 293
Foutmeldingen gegenereerd door de omvormer CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0001 OVERSTROOM Uitgangsstroom heeft het Controleer de motorbelasting. uitschakelniveau overschreden. (2310) Controleer acceleratietijd (2202 en 2205). 0305 bit 0 Controleer motor en motorkabel (inclusief de fasen). Controleer omgevingscondities. Belastingscapaciteit vermindert als de omgevingstemperatuur van de installatieplaats hoger is dan 40°C.
Pagina 294
CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0009 M OVERTEMP Motortemperatuur is te hoog (of Controleer nominale waarden, belasting en koeling lijkt te hoog) vanwege te hoge van de motor. (4310) belasting, onvoldoende Controleer opstartgegevens. 0305 bit 8 motorvermogen, ongeschikte Controleer de parameters van de foutfunctie. (programmeerbare koeling of onjuiste fout-functie...
Pagina 295
Controleer het motorvermogen ten opzichte van het (programmeerbare omvormervermogen. fout-functie 3013...3015) 0018 THERM FOUT Interne fout van de omvormer. Neem contact op met uw lokale ABB- Thermistor gebruikt voor meting vertegenwoordiger. (5210) van de interne temperatuur van 0306 bit 1 de omvormer, is open of kortgesloten.
Pagina 296
CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 0027 CONFIG FILE Intern configuratiebestand Neem contact op met uw lokale ABB- bevat een fout. vertegenwoordiger. (630F) 0306 bit 10 0028 SER FOUT 1 Veldbuscommunicatie is Controleer status van veldbuscommunicatie. Zie het onderbroken. hoofdstuk Veldbusbesturing met veldbusadapter...
Pagina 297
DSP T1 OVERLOAD (6100) 0307 bit 13 Interne fout van de omvormer Schrijf de foutcode op en neem contact op met uw 0202 DSP T2 OVERLOAD lokale ABB-vertegenwoordiger. (6100) 0307 bit 13 0203 DSP T3 OVERLOAD (6100) 0307 bit 13...
Pagina 298
CODE FOUT OORZAAK OPLOSSING 1009 PAR PFC MODE Incorrecte instelling van Controleer parameterinstellingen. Moet voldoen aan: nominaal toerental/frequentie (6320) 1 < (60 · 9907 MOT NOM FREQ / 9908 M NOM van de motor. TOERENTAL) < 16 0307 bit 15 0,8 <...
Pagina 299
Als de omvormer gebruikt wordt in een kritisch deel van een proces, wordt aanbevolen de ventilator te vervangen zodra deze symptomen optreden. Vervangende ventilatoren zijn verkrijgbaar bij ABB. Gebruik geen andere vervangende onderdelen dan door ABB zijn gespecificeerd. Onderhoud en hardware diagnose...
Pagina 300
Voor informatie over het herstellen van condensatoren raadpleegt u Guide for Capacitor Reforming in ACS50/150/350/550 [3AFE68735190 (Engels)], dat op internet beschikbaar is (ga naar http://www.abb.com en voer de code in in het Zoek-veld). Onderhoud en hardware diagnose...
Pagina 301
Bedieningspaneel Reinigen Gebruik een zachte, vochtige doek om het bedieningspaneel te reinigen. Gebruik geen ruwe borstels of doeken die krassen op het displayvenster zouden kunnen maken. Batterij Een batterij wordt alleen gebruikt in Assistent-bedieningspanelen waarop de klokfunctie beschikbaar en ingeschakeld is. De batterij zorgt dat de klok door blijft lopen als de spanning wordt onderbroken.
Pagina 303
Technische gegevens Overzicht Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van de omvormer, d.w.z. de nominale waarden, afmetingen en technische vereisten, en ook voorzieningen om te voldoen aan de eisen van CE-markering en andere markeringen. Technische gegevens...
Pagina 304
De nominale waarden voor stroom en vermogen zijn hieronder gegeven. De symbolen worden onder de tabel beschreven. Type Ingang Uitgang Frame- afmeting ACS350- 2,1min/10min 2max x = E/U 1-fase U = 200…240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 01x-02A4-2 0.37...
Pagina 305
Symbolen Ingang continue rms ingangsstroom (voor het dimensioneren van kabels en zekeringen) Uitgang continue rms stroom. 50% overbelasting is toegestaan gedurende één minuut per tien minuten. maximum (50% overbelasting) stroom toegestaan gedurende één minuut per tien 2,1min/10min minuten maximum uitgangsstroom. Bij de start gedurende twee seconden beschikbaar, in 2max overige gevallen zo lang als toegestaan door de omvormertemperatuur.
Pagina 306
(alle digitale ingangen in de aan-stand en het paneel, de veldbus en de ventilator in gebruik). De totale warmteontwikkeling is de som van de warmteontwikkeling in het hoofdcircuit en de besturingscircuits. Type Warmteontwikkeling Luchtstroom ACS350- Hoofdcircuit Besturingscircuit x = E/U Nominale I en I...
Pagina 307
Afmetingen vermogenskabels en zekeringen In de tabel hieronder zijn de kabelafmetingen te zien voor nominale stromen (I samen met de corresponderende types zekeringen voor kortsluitbeveiliging van de voedingskabel. De nominale stromen in de tabel zijn de maximum stromen voor de genoemde types zekeringen.
Pagina 308
Opmerking: Gebruik geen grotere zekeringen. Type Zekeringen Afmeting van CU-geleider in bekabeling Voeding Motor ACS350- Klasse T (U1, V1, W1) (U2, V2, W2) (BRK+ en BRK-) x = E/U (600 V) 1-fase U = 200…240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 01x-02A4-2 0.75...
Pagina 309
Vermogenskabels: grootte van de aansluitklemmen, maximum kabeldiameters en aandraaimomenten. Frame Max kabel- U1, V1, W1, U2, V2, W2, BRK+ en afme- diameter voor NEMA 1 BRK- ting U1, V1, W1, BRK+ en Afm. aansluitklem Aandraai- Klem-afm. Aandraai- U2, V2, W2 BRK- moment moment...
Pagina 310
Voedingsaansluitingen Spanning (U 200/208/220/230/240 VAC 1-fase voor 200 VAC omvormers 200/208/220/230/240 VAC 3-fase voor 200 VAC omvormers 380/400/415/440/460/480 VAC 3-fase voor 400 VAC omvormers ±10% afwijking van de nominale spanning van de omvormer is standaard toegestaan. Kortsluit-capaciteit Maximaal toegestane kortsluitstroom in de voedingsaansluiting zoals gedefinieerd in IEC 60439-1 is 100 kA.
Pagina 311
(IEC 61800-5-1, IEC 60439-1, EN 61800-5-1 en UL 508C. Neem voor de juiste keuze van zekeringen contact op met uw UL 508C) lokale ABB-vertegenwoordiger. Nominale voorwaardelijke kortsluitstroom zoals gedefinieerd in IEC 60439-1 en de kortsluittest-stroom uit UL 508C is 100 kA. Rendement Ongeveer 95 tot 98% bij nominaal vermogen, afhankelijk van de omvormergrootte en opties.
Pagina 312
Chemische gassen: Klasse Chemische gassen: Klasse IEC 60721-3-1) Vaste deeltjes: Klasse 3S2 Vaste deeltjes: Klasse 1S2 Vaste deeltjes: Klasse 2S2 De ACS350 moet in een schone omgevingslucht worden geïnstalleerd conform de behuizings- klassificatie. De koellucht moet schoon, vrij van corrosieve materialen en van elektrisch geleidend stof zijn.
Pagina 313
EU als gevaarlijk afval geldt. Ze moeten worden verwijderd en conform plaatselijke regels worden behandeld. Voor meer informatie over milieuaspecten en meer gedetailleerde recyclinginstructies kunt u contact opnemen met uw plaatselijke ABB-dealer. Van toepassing zijnde normen De omvormer voldoet aan de volgende normen: •...
Pagina 314
Overeenstemming met IEC 61800-3 (2004) Zie pagina 315. RoHS-markering De RoHS-markering is aangebracht op de omvormer om aan te geven dat de omvormer voldoet aan de voorschriften van de Europese RoHS Richtlijn. RoHS (Restriction of Hazardous Substances) = de vermindering van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
Pagina 315
EN 61800-3 wordt voldaan met de voorzieningen die hieronder beschreven zijn. Eerste omgeving (omvormers van categorie C2) 1. Het optionele EMC-filter is in overeenstemming met de documentatie van ABB gekozen en geïnstalleerd zoals gespecificeerd in de handleiding van het EMC-filter.
Pagina 316
Product-bescherming in de VS Dit product wordt beschermd door een of meer van de volgende VS octrooien: 4,920,306 5,301,085 5,463,302 5,521,483 5,532,568 5,589,754 5,612,604 5,654,624 5,799,805 5,940,286 5,942,874 5,952,613 6,094,364 6,147,887 6,175,256 6,184,740 6,195,274 6,229,356 6,252,436 6,265,724 6,305,464 6,313,599 6,316,896 6,335,607 6,370,049 6,396,236...
Pagina 317
Remweerstanden ACS350 omvormers zijn standaard uitgerust met een interne remchopper. De remweerstand wordt gekozen met gebruikmaking van de tabel en vergelijkingen in deze sectie. Keuze remweerstand 1. Bepaal het vereiste maximum remvermogen P voor de toepassing. P Rmax Rmax moet kleiner zijn dan P...
Pagina 318
Type BRmax ACS350- 1-fase U = 200...240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 01x-02A4-2 0.37 01x-04A7-2 0.75 01x-06A7-2 01x-07A5-2 01x-09A8-2 3-fase U = 200...240 V (200, 208, 220, 230, 240 V) 03x-02A4-2 0.37 03x-03A5-2 0.55 0.75 03x-04A7-2 0.75 03x-06A7-2...
Pagina 319
Hieronder volgt een eenvoudig voorbeeld van een bedradingsschema. L1 L2 L3 Zekeringen Thermische schakelaar van de weerstand ACS350 U1 V1 W1 Parameter set-up Om weerstandsremmen mogelijk te maken: schakel de overspanningsregeling van de omvormer uit door parameter 2005 in te stellen op 0 (BLOKKEREN).