ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Controleer de draairichting van de motor.
• Als de omvormer op afstandsbediening staat (links staat
REM), schakel dan om naar lokale besturing door te drukken
op
.
LOC
REM
• Als er op de onderste regel OUTPUT staat, druk dan op
om naar het hoofdmenu te gaan; druk in andere gevallen
herhaaldelijk op
ziet verschijnen.
• Druk op de toetsen
.
• Verhoog de frequentie-referentie van nul naar een kleine
waarde met de toets
• Druk op
• Verifieer dat de werkelijke draairichting van de motor
hetzelfde is als aangegeven op het display (FWD betekent
voorwaarts en REV achterwaarts).
• Druk op
Om de draairichting van de motor te wijzigen:
• Koppel de omvormer los van het voedingsnet en wacht 5
minuten totdat de condensatoren van de tussenkring
ontladen zijn. Meet de spanning tussen elke ingangsklem
(U1, V1 en W1) en aarde met een multimeter om te
waarborgen dat de omvormer ontladen is.
• Verwissel twee fasegeleiders van de motorkabel bij de
motorklemmen of bij de aansluitkast van de motor.
• Controleer de wijziging door de voeding in te schakelen en
de hierboven beschreven test nogmaals uit te voeren.
TOERENTALLIMIETEN EN ACCELERATIE/DECELERATIETIJDEN
Stel het minimum toerental in (parameter 2001).
Stel het maximum toerental in (parameter 2002).
Stel acceleratietijd 1 in (parameter 2202).
Opmerking: Controleer tevens acceleratietijd 2 (parameter
2205) als er twee acceleratietijden bij uw toepassing gebruikt
gaan worden.
Stel deceleratietijd 1 in (parameter 2203).
Opmerking: Stel ook deceleratietijd 2 (parameter 2206) in als
er twee deceleratietijden bij uw toepassing gebruikt gaan
worden.
DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR
totdat u MENU op de onderste regel
/
totdat u "rEF" ziet en druk op
.
om de motor te starten.
om de motor te stoppen.
LOC
LOC
LOC
LOC
LOC
Opstarten en besturing via de I/O en ID Run
43
xxx
.
Hz
SET
FWD
draairichting
vooruit
draairichting
achteruit
2001
PAR
FWD
2002
PAR
FWD
2202
PAR
FWD
2203
PAR
FWD