Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regels; Condities Regel; Acties Goede Regel - Comelit SimpleProg 4.7.0 Gebruikershandleiding

Software
Inhoudsopgave

Advertenties

< BACK
INDEX
UITBREIDING
Optie beschikbaar indien
Actuatormodule activeren" is
geselecteerd.
UITGANG
Optie beschikbaar indien
Actuatormodule activeren" is
geselecteerd.
RELAIS
Optie beschikbaar indien
"Relais deurslotbediening" is
geselecteerd.

REGELS

Regel is de actie die automatisch worden verricht indien er sprake is van een van de gedefinieerde condities.
Met Comelit Hub is het mogelijk tot maximaal 100 regels te beheren.
Voorbeeld: U wilt de uitgang activeren die de verwarming aanstuurt terwijl één van de uitgangen die
is aangesloten op de kleppen van de zone actief is; deze wilt u deactiveren wanneer alle uitgangen die de
zonekleppen aansturen gedeactiveerd zijn.
Hiervoor moet er een regel worden opgesteld met:
• operator OR
• er zijn net zo veel condities als elektromagnetische kleppen. Voer voor elke uitgang de ON-status in
• stel als Acties goede regel de activeringsopdracht in voor de uitgang van de verwarming
• stel als Acties foute regel de deactiveringsopdracht in voor de uitgang van de verwarming
ACTIES VERZENDEN
De parameter definieert hoe de regels beoordeeld moeten worden bij het starten
BIJ HERSTART
van de Comelit Hub of na het verzenden van de configuratie. Als het vinkje actief
is (standaard conditie) nadat de condities zijn beoordeeld, worden de betreffende
acties uitgevoerd afhankelijk van de status van de regel (Goed of Fout). Als het vinkje
niet actief is, worden de condities beoordeeld maar wordt er pas een actie verzonden
wanneer een van de ingevoerde condities verandert.
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving in van de regel om deze gemakkelijk terug te kunnen
REGEL
vinden in het project, de Comelit-app en in de bedieningsunits
OPERATOR REGEL
AND: de opdracht wordt automatisch geactiveerd wanneer alle condities zich
tegelijkertijd voordoen
OR: de opdracht wordt automatisch geactiveerd wanneer één (of meerdere)
conditie zich voordoet

Condities regel

Afhankelijk van de gekozen optie AND of OR, zal het optreden van één of meerdere condities leiden tot het
activeren van degedefinieerde regel.
Voer één of meer condities in door te klikken op Toevoegen, door op Verwijderen te klikken, kan de geselecteerde
condities worden verwijderd.
CONDITIE
de condities zijn oplopend genummerd.
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving die de conditie kenmerkt.
55
kies de ViP actuatormodule / ViP-uitbreiding die u
wilt aansturen.
kies de uitgang van de ViP-actuatormodule / ViP-
uitbreiding die u wilt aansturen.
kies het relais dat u wilt aansturen.
SYSTEEMELEMENT
SUBTYPE
De opties zijn afhankelijk
van de functies die
zijn aangemaakt in de
Structuur installatie.
SYSTEEMELEMENT
De opties zijn afhankelijk
van de functies die
zijn aangemaakt in de
Structuur installatie.
STATUS
De opties zijn afhankelijk
van het geselecteerde
element.
DIGITALE I/O
SUBTYPE
ADRES
INGANG/UITGANG
STATUS
ANALOGE I/O
SUBTYPE
ADRES
INGANG/UITGANG
STATUS
ALARM
SUBTYPE
Optie alleen
beschikbaar indien
STATUS
in Comelit Hub het
Alarmbeheer is
ingeschakeld
PARTITIE / ZONE
VIP
SUBTYPE
SCHEMA'S
SUBTYPE
STATUS
De opties zijn afhankelijk
van het geselecteerde
subtype.
ANDERE REGEL
SUBTYPE
door Andere regel
te selecteren, is het
STATUS
mogelijk om aan de
De opties zijn afhankelijk
condities een eerder
van het geselecteerde
opgestelde regel toe
subtype.
te voegen
REGEL

Acties goede regel

Goede regel is de opdracht die automatisch wordt uitgevoerd wanneer de condities optreden die zijn
toegevoegd aan de sectie Condities regel
ACTIE
voeg één of meerdere acties toe door te klikken op Toevoegen; de acties zijn oplopend
genummerd
Door op Verwijderen te klikken, kan de geselecteerde actie worden verwijderd.
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving van de actie in
SYSTEEMELEMENT
VERTRAGING
De tijd die verstrijkt tussen de
uitvoering van de ingestelde
actie en die ervoor.
TYPE ELEMENT
De opties zijn afhankelijk
van de functies die zijn
aangemaakt in de Structuur
installatie.
kies tussen:
VERLICHTING / THERMOSTAAT /
AUTOMATISERING / BEREGENING / ROLLUIK /
DRUKKNKOP / OVERIG
kies één van de beschikbare elementen
(Bijvoorbeeld Licht1, Licht2)
kies tussen de beschikbare opties
kies tussen:
DIGITALE INGANG/DIGITALE UITGANG
voer het adres van de module voor de ingang/
uitgang waarvoor dit geldt
voer de ingang/uitgang in waarvoor dit geldt
kies tussen de beschikbare opties
kies tussen:
ANALOGE INGANG/ANALOGE UITGANG
voer het adres van de module voor de ingang/
uitgang waarvoor dit geldt
voer de ingang/uitgang in waarvoor dit geldt
kies tussen de beschikbare opties
kies tussen:
PARTITIE / ZONE
kies tussen de beschikbare opties:
PARTITIE
ZONE
INGESCHAKELD /
ZONE OPEN /
UITGESCHAKELD
ZONE GESLOTEN
/ ALARM /
INGANGSVERTRAGING /
UITGANGSVERTRAGING /
VOORALARM
kies tussen de beschikbare opties.
kies tussen:
EXTERNE OPROEP / INTERCOMOPROEP /
OPROEP VAN ETAGEBEL / ALARMOPROEP
kies tussen:
TIJDSBESTEK / DAG VAN DE WEEK /
SCHEMERFUNCTIE
kies tussen de beschikbare opties:
TJDSBESTEK:
BINNEN HET TIJDSBESTEK/BUITEN HET
TIJDSBESTEK
voor het startmoment en het eindmoment van
het interval in
kies tussen de beschikbare opties:
DAGEN VAN DE WEEK
selecteer voor welke dagen van de week de
conditie geldt
kies tussen de beschikbare opties:
SCHEMERFUNCTIE
DAG/NACHT
er kan een variatie worden ingevoerd die vroeger
of later is dan de geselecteerde status
kies tussen:
RESULTAAT REGEL / REGEL ACTIVEREN
kies tussen de beschikbare opties:
RESULTAAT REGEL
REGEL ACTIVEREN
GOEDE REGEL /
REGEL GEACTIVEERD
FOUTE REGEL
/ REGEL
GEDEACTIVEERD
Selecteer de regel die in de conditie moet worden
opgenomen.
voer een waarde in, uitgedrukt in uren/
minuten/seconden
kies tussen:
VERLICHTING / THERMOSTAAT /
AUTOMATISERING / BEREGENING / ROLLUIK
/ DRUKKNKOP / OVERIG

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave