< BACK
INDEX
INTERFACE VOOR DALI- EN DMX-PROTO-
COLLEN - ART. 20004600
» Bij het invoeren in het modulesysteem wordt gevraagd welk protocol moet worden
gebruikt:
•
DALI-PROTOCOL
•
DMX-PROTOCOL
•
Het is daarna mogelijk de keuze vanuit de pagina INFORMATIE
MODULE te wijzigen!
INFORMATIE MODULE
ADRES
Oplopend nummer dat SimpleProg aan de module toekent wanneer hij aan de
lijst apparaten wordt toegevoegd. Om het nummer in het adres van de module te
wijzigen, gaat u te werk zoals aangegeven in paragraaf
module" op pagina 5
De module DALI-DMX bezet 8 adressen!
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving in van de module om hem makkelijk terug te kunnen
vinden. Voorbeeld: Mod5 503 ingang badkamer BG
TYPE
Model van de geprogrammeerde module
FIRMWAREVERSIE
Firmwareversie van de module.
Als de module nog nooit is uitgelezen, blijft de waarde "-". De waarde moet in dat
geval niet worden beschouwd als firmwareversie. Om deze waarde bij te werken
naar de werkelijke firmwareversie, wordt aangeraden de module uit te lezen zodra
deze aan de installatie is toegevoegd (dus voordat de programmeringsparameters
worden geconfigureerd).
De firmwareversie van de module wordt ook weergegeven op de pagina 'Modules
zoeken'.
De firmwareversie heeft invloed op de beschikbaarheid van bepaalde
functies!
PROTOCOL
er kan worden gekozen uit het protocol DALI en het protocol DMX, afhankelijk van
de componenten die in het systeem zijn geïnstalleerd.
Geavanceerd
VERTRAGING MODULE
geeft de vertraging aan tussen de ontvangst van een groepsopdracht en de
NA ONTVANGST
omschakeling van de uitgangen van de module die aan deze groep zijn gekoppeld.
GROEPSOPDRACHT
Deze instelling kan worden gebruikt om de uitvoering van opdrachten voor de diverse
modules die aan dezelfde groep zijn gekoppeld, te vertragen en zo te voorkomen dat
er veel data over de bus worden gegenereerd.
Als er bijvoorbeeld een opdracht naar een module wordt gestuurd om alle uitgangen
te deactiveren met een groepsopdracht en er een vertraging van 2 seconden
is ingesteld, worden de uitgangen 2 seconden na ontvangst van de opdracht
gedeactiveerd.
VERTRAGING
geeft de vertraging aan tussen de activering van twee uitgangen indien er een
UITGANG NA
groepsopdracht wordt ontvangen voor aansturing van meerdere uitgangen die tot
ONTVANGST
dezelfde module behoren.
GROEPSOPDRACHT
Als er bijvoorbeeld een opdracht naar een module wordt gestuurd om alle uitgangen
te deactiveren met een groepsopdracht en er een vertraging van 2 seconden is
ingesteld, wordt eerst de eerste uitgang gedeactiveerd, na 2 seconden de tweede
en zo verder.
20
NIEUWE VERZENDING
STATUS UITGANG NA
GROEPSOPDRACHT
UITGANGEN
OMSCHRIJVING
GROEP
TYPE UITGANG
FUNCTIE UITGANG
TIJD
"Programmering adres
Selecteer GEAVANCEERDE KOLOMMEN TONEN om nog meer parameters weer
te geven.
START / STOP
DIMMER
FADE TIME /
FADE STEP
met deze optie kan de status van uitgangen die geactiveerd zijn door middel van een
groepsopdracht die door de module is ontvangen, over de bus worden verzonden.
Het is raadzaam om deze optie te activeren als er in het systeem groepsopdrachten
zijn geprogrammeerd en er bedieningsunits (zoals Planux Manager of Serial
Bridge, enz.) aanwezig zijn. Deze nieuwe verzendpoging die wordt uitgevoerd door
de module die de opdracht ontvangt en die met een vertraging van maximaal 12
seconden kan worden verzonden, is belangrijk om de status van de uitgangen op de
bedieningsunits bij te werken.
voer een omschrijving van de uitgang in waardoor deze gemakkelijk terug te vinden
is
er kan een groep worden geselecteerd die beschikbaar is
er is keuze uit:
LICHT
RGB-VERLICHTING
(let op, elk RGB-licht bezet 3 uitgangen - één voor elk gebruikt kleurkanaal +G+B!)
de beschikbare functies zijn:
NIET IN GEBRUIK
MONOSTABIEL
INVERTER
TELERUPTOR
MET TIJDSCHAKELING
DIMMER
de parameter definieert de activeringstijd van de uitgang (alleen MET
TIJDSCHAKELING!)
stel de parameters (0 ~ 255) in om de sterkte van de dimmer te definiëren
stel de parameters (0 ~ 255) in om de overschakeltijd van de dimmer te definiëren