Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Analoge Module 1In/1Out - Art. 20004820; Informatie Module; Ingangen - Comelit SimpleProg 4.7.0 Gebruikershandleiding

Software
Inhoudsopgave

Advertenties

< BACK
INDEX
ANALOGE MODULE 1IN/1OUT - ART.
20004820

INFORMATIE MODULE

ADRES
Oplopend nummer dat SimpleProg aan de module toekent wanneer hij aan de lijst
apparaten wordt toegevoegd.
Om het adres aan de module toe te kennen, gebruikt u de DIP-switches.
OMSCHRIJVING
Voer een korte omschrijving in om de module gemakkelijk terug te vinden. Het
wordt aanbevolen om het installatiepunt en de functie van de module in te voeren.
Voorbeeld: Mod5 503 ingang badkamer BG
TYPE
Model van de geprogrammeerde module
FIRMWAREVERSIE
Firmwareversie van de module.
Als de module nog nooit is uitgelezen, blijft de waarde "-". De waarde moet
in dat geval niet worden beschouwd als firmwareversie. Om deze waarde bij
te werken naar de werkelijke firmwareversie, wordt aangeraden de module
uit te lezen zodra deze aan de installatie is toegevoegd (dus voordat de
programmeringsparameters worden geconfigureerd).
De firmwareversie van de module wordt ook weergegeven op de pagina 'Modules
zoeken'.
De firmwareversie heeft invloed op de beschikbaarheid van bepaalde
functies!
VERTRAGING
Stel de vertraging in tussen de ontvangst van een groepsopdracht en de
MODULE NA
omschakeling van de uitgangen van de module die aan deze groep zijn gekoppeld.
ONTVANGST
Deze instelling kan worden gebruikt om de uitvoering van opdrachten voor de
GROEPSOPDRACHT
diverse modules die aan dezelfde groep zijn gekoppeld, te vertragen en zo te
voorkomen dat er veel data over de bus worden gegenereerd.
Als er bijvoorbeeld een opdracht naar een module wordt gestuurd om alle
uitgangen te deactiveren met een groepsopdracht en er een vertraging van 2
seconden is ingesteld, worden de uitgangen 2 seconden na ontvangst van de
opdracht gedeactiveerd.
MINIMUMTIJD VOOR
Stel de tijd in die de ingang gesloten moet blijven om de opdracht te verzenden.
SLUITING INGANGEN
Als u bijvoorbeeld wilt dat de drukknop de gewenste functie pas uitvoert nadat
de knop minimaal 4 seconden ingedrukt is gehouden, stelt u deze tijd in op 4s.

INGANGEN

Ingang 1
Standaard parameters
OMSCHRIJVING
Voer een omschrijving in van het type opdracht dat voor de ingang is ingesteld.
INGANG
De wijziging van de omschrijving vindt plaats in de tabel lijst apparaten.
TYPE ONTVANGER
MODULE: gebruik de functie module om vanaf een digitale ingang één of meer
uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u het
nummer van de module en het nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen
invoeren.
GROEP: met deze functie kunnen meerdere uitgangen op verschillende modules
worden aangestuurd. Als u deze optie selecteert, moet u het nummer van de groep
invoeren die u wilt aansturen.
Deze instelling wordt gebruikt om een opdracht te geven om bijvoorbeeld alle
lampen van een woning uit te schakelen of alle rolluiken, etc. te laten zakken.
Hiervoor moeten op de pagina voor het instellen van de uitgangen, de uitgangen aan
dezelfde groep worden toegewezen.
Als u bijvoorbeeld alle lampen wilt aansturen, moet aan alle uitgangen die met de
lampen zijn verbonden een groep worden toegewezen (bijvoorbeeld GROEP 1) en
moet vervolgens in het veld TYPE ONTVANGER een ingang worden ingesteld als
GROEP door GROEP 1 in te voeren.
BEDIENINGSUNIT: met de functie 'Bedieningsunit' kunt u een opdracht direct naar
de bedieningsunits van het systeem versturen, bijvoorbeeld Icona Manager, Planux
Manager, Serial Bridge of Minitouch. Deze opdracht kan door de bedieningsunits
worden gebruikt om opdrachten te activeren die in het geheugen van de units zijn
opgeslagen, of om de status van de ingang te gebruiken om logica of andere functies
te regelen.
Als u bijvoorbeeld een drukknop wilt gebruiken om een scenario te activeren dat
in de bedieningsunit Planux Manager of Minitouch is opgeslagen, moet de ingang
op deze wijze worden ingesteld. Hetzelfde geldt als u de status van een ingang wilt
gebruiken voor een logische functie of koppeling die op Serial Bridge aanwezig is.
27
TYPE OPDRACHT
NORMAAL: de module stuurt een opdracht naar de ontvanger om de uitgang aan
te sturen met de functie waarvoor deze is geprogrammeerd. Als er bijvoorbeeld een
normale opdracht naar een uitgang met tijdschakeling wordt verzonden, activeert
deze uitgang gedurende de ingestelde tijd. Als er een normale opdracht wordt
verzonden naar een uitgang die ingesteld is als teleruptor, wordt de status van de
uitgang omgekeerd.
SET: de module verstuurt de opdracht 'Geforceerd ON', waarna de uitgang
onafhankelijk van de programmering wordt geactiveerd en inactief blijft tot er een
nieuwe opdracht wordt ontvangen. De opdracht SET heeft geen invloed op uitgangen
die ingesteld zijn als 'Rolluik' en "Jaloezie"
Als u bijvoorbeeld een opdracht voor het aanzetten van een groep lampen wilt
verzenden, moet het opdrachttype SET worden ingesteld om lampen die uit zijn in te
schakelen en lampen die al aan waren ingeschakeld te laten. Als een SET-opdracht
wordt verzonden naar een uitgang die ingesteld is met een tijdschakeling, activeert
de uitgang en blijft deze geactiveerd tot er een nieuwe opdracht wordt ontvangen.
RESET: de module verstuurt de opdracht 'Geforceerd OFF', waarna de uitgang
onafhankelijk van de programmering wordt gedeactiveerd en inactief blijft tot er een
nieuwe opdracht wordt ontvangen. Als de opdracht RESET naar een uitgang wordt
verzonden die geprogrammeerd is als 'Rolluik' en "Jaloezie", activeert het relais niet
en zal het bijbehorende rolluik niet in beweging komen.
Als u bijvoorbeeld een opdracht voor het uitzetten van een groep lampen wilt
verzenden, moet het opdrachttype RESET worden ingesteld om lampen die aan zijn
uit te schakelen en lampen die al uit waren uitgeschakeld te laten.
ANALOGE UITGANG ACTIVEREN/DEACTIVEREN: met deze opdracht kan een
analoge uitgang worden geactiveerd/gedeactiveerd. Bijvoorbeeld een dimmer
20046851.
CYCLISCHE SET/RESET: met de functie cyclische SET/RESET kunnen er afwisselend
SET- en RESET-opdrachten worden verzonden vanaf dezelfde ingang. Als er
bijvoorbeeld een knop wordt geconfigureerd voor aansturing van 3 uitgangen van
een digitale module en de ingang wordt geconfigureerd als cyclische SET/RESET,
dan verstuurt de knop de SET-opdracht een keer om de 3 uitgangen te activeren en
de volgende keer de RESET-opdracht om de 3 uitgangen te deactiveren. Dit is met
name handig wanneer er uitgangen zijn die afzonderlijk worden aangestuurd vanaf
verschillende punten en die u wilt bedienen en uitlijnen vanaf één centraal punt.
MONOSTABIELE SET/RESET: met deze opdracht wordt er een SET-opdracht
verstuurd als de ingang gesloten is en een RESET-opdracht als de ingang wordt
geopend. Er kan bijvoorbeeld een digitale ingang worden gekoppeld aan een
schemersensor met een droog contact ON/OFF en u wilt de lichten inschakelen
als de schemersensor wordt geactiveerd en uitschakelen als de sensor wordt
gedeactiveerd. Met deze ingang wordt bij sluiting van het schemersensor-contact
een SET-opdracht verzonden die de uitgangen activeert terwijl bij opening van
het contact van de schemersensor er een RESET-opdracht wordt verstuurd om de
lichten uit te schakelen.
Functie lang ingedrukt houden
Met deze functie kan vanaf dezelfde knop die aan de digitale ingang is gekoppeld een tweede
opdracht worden verzonden wanneer de knop langer wordt ingedrukt dan de ingestelde tijd
voor deze functie.
Het is bijvoorbeeld mogelijk de knop te configureren voor aansturing van de in- of uitschakeling
van de lichten in een kamer bij normaal indrukken, terwijl bij lang indrukken er een opdracht
wordt verzonden waarmee de lichten in de kamer worden uitgeschakeld (groepsopdracht).
TYPE ONTVANGER
Paragraaf "Standaard parameters" op pag. 27
TYPE OPDRACHT
Paragraaf "Standaard parameters" op pag. 27
MODULE
Paragraaf "Standaard parameters" op pag. 27
TIJD
parameter voor het regelen van de benodigde tijd (opdracht ingedrukt) voor het
herkennen van de opdracht lang indrukken. (MAX 12 sec.)
Geavanceerde parameters
POLARITEIT
NORMAAL GEOPEND (NO)
NORMAAL GESLOTEN (NC)
OVERDRACHT
Met deze optie is het mogelijk de ingangsstatus van de module te controleren en
STATUS INGANG
de bijbehorende opdracht naar de BUS te sturen bij elke start en bij het terugkeren
BIJ START VAN DE
van de voeding.
MODULE ACTIVEREN
Het wordt aanbevolen de functie te activeren als de ingang geconfigureerd is om
bepaalde functies te blokkeren die anders in geval van een voedingsonderbreking
tijdens de deblokkeringsopdracht, geblokkeerd zouden blijven.
De ingang wordt bijvoorbeeld geconfigureerd voor het verzenden van een cyclische
SET/RESET-opdracht voor een voorrangsgroep om de uitgang te blokkeren van de
opdracht tuinberegening.
Als op het moment van het deblokkeren van de uitgang er een voedingsonderbreking
is, wordt de opdracht niet verstuurd. Bij het herstarten van de module zodra de
voeding is teruggekeerd, kan de ingang geopend zijn, maar de uitgang is nog steeds
geblokkeerd. Als deze optie is ingeschakeld wordt bij het starten van de module
via de BUS de ingangsstatus verzonden en, indien geopend, wordt de uitgang
gedeblokkeerd.
Analoge ingang
Standaardparameters

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave