< BACK
INDEX
VERTRAGING
met deze opdracht kan de uitvoering van de opdracht die de uitgang heeft
UITVOERING
ontvangen, worden vertraagd.
OPDRACHT
Het is bijvoorbeeld mogelijk een vertraging van 4 seconden in te stellen en daarna,
nadat de opdracht is ontvangen, wacht de uitgang 4 seconden alvorens de opdracht
uit te voeren.
VERTRAGING
met deze parameter kan het type vertraging voor de uitgang worden ingesteld met
ACTIVERING /
de functie "Vertraging activering/deactivering" bij ontvangst van een opdracht voor
DEACTIVERING
activering
van de uitgang of een opdracht voor deactivering van de uitgang. Het is niet mogelijk
de vertraging in te stellen
voor zowel de activering als de deactivering.
Opdracht met prioriteit
GROEP MET
lmet deze functie kan een (beschikbare) groep met prioriteit worden geselecteerd
PRIORITEIT
die aan de output kan worden gekoppeld. Door op de toets
krijgt u toegang tot de pagina Beheer groepen van waaruit groepen kunnen worden
aangemaakt of verwijderd.
ACTIE BIJ
met deze parameter kan het gedrag van de uitgang worden bepaald bij ontvangst
OPDPRACHT SET
van een SET-opdracht met prioriteit. Bijvoorbeeld een uitgang die de tuinberegening
aanstuurt en moet worden geactiveerd of gedeactiveerd bij ontvangst van een SET-
opdracht met prioriteit en geblokkeerd moet blijven bij ontvangst van een RESET-
opdracht met prioriteit.
ACTIE BIJ
met deze parameter kan het gedrag van de uitgang worden bepaald bij ontvangst van
OPDPRACHT RESET
een RESET-opdracht met prioriteit. Bijvoorbeeld een uitgang die de tuinberegening
aanstuurt en moet worden geactiveerd of gedeactiveerd bij ontvangst van een
RESET-opdracht met prioriteit.
18
PULSTELLERMODULE 3IN - ART. 20004604
INFORMATIE MODULE
ADRES
Oplopend nummer dat SimpleProg aan de module toekent wanneer hij aan de
lijst apparaten wordt toegevoegd. Om het nummer in het adres van de module te
te drukken
wijzigen, gaat u te werk zoals aangegeven in paragraaf
module" op pagina 5
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving in van de module om hem makkelijk terug te kunnen
vinden. voorbeeld: Mod5 503 ingang badkamer BG
TYPE
Model van de geprogrammeerde module
FIRMWAREVERSIE
Firmwareversie van de module.
Als de module nog nooit is uitgelezen, blijft de waarde "-". De waarde moet in dat
geval niet worden beschouwd als firmwareversie. Om deze waarde bij te werken
naar de werkelijke firmwareversie, wordt aangeraden de module uit te lezen zodra
deze aan de installatie is toegevoegd (dus voordat de programmeringsparameters
worden geconfigureerd).
De firmwareversie van de module wordt ook weergegeven op de pagina 'Modules
zoeken'.
functies!
INGANGEN
OMSCHRIJVING
voer een omschrijving in van het type opdracht dat voor de ingang is ingesteld.
INGANG
de wijziging van de omschrijving vindt plaats in de tabel lijst apparaten.
GEACTIVEERD
met het vinkje kan de ingang worden geactiveerd/gedeactiveerd.
PULSEN
voer in hoeveel pulsen er voor de ingang nodig zijn voor een toename
TOENAME
voer de waarde van de toename in.
Als op een ingang bijvoorbeeld een pulsgestuurde watermeter wordt aangesloten die
elke 2 liter een puls genereert, moet in het veld 'Pulsen' de waarde 1 als toename
worden ingevuld en 2 in het veld voor de getelde waarde. Dit betekent dat bij elke
puls de getelde waarde toeneemt met 2 liter.
UNIT
voer een beschrijving in van de weergegeven meeteenheid
FUNCTIE
PRODUCTIE / VERBRUIK het is mogelijk te kiezen tot welke categorie de verzamelde
gegevens behoren
KOSTEN
voer de eenheid in voor het berekenen van de verbruikskosten
VALUTA
u kunt selecteren welke valuta wordt gebruikt voor de weergave van de
verbruikskosten.
SCHAALFACTOR
deze parameter dient voor het instellen van een conversie van de meeteenheid die
wordt weergegeven.
Als u bijvoorbeeld een calorieënteller gebruikt voor verwarmingsinstallaties terwijl u
een weergave in Joule wilt hebben.
De firmwareversie heeft invloed op de beschikbaarheid van bepaalde
"Programmering adres