< BACK
INDEX
3. MODULES PROGRAMMEREN
DIGITALE MODULES
Modules met ON/OFF-ingangen en -uitgangen, en dus digitaal. Deze modules worden het
meest gebruikt voor BUS-systemen voor huisautomatisering omdat het mogelijk is ingangen
te gebruiken voor de aansluiting van bedieningstoetsen, sensoren met droog contact,
schakelaars, enz. en uitgangen voor de aansluiting van alle ON/OFF-belastingen zoals
bijvoorbeeld relais, lichten, gestuurde stopcontacten, rolluiken, elektromagnetische kleppen,
enz.
MODULE
OMSCHRIJVING
ART. 20004601
BUS-MODULE 3 INGANGEN 3 UITGANGEN 1 RELAIS 10A INBOUW OF DIN-RAIL
ART. 20004602
BUS-MODULE 1 UITGANG RELAIS 10A INBOUW OF DIN-RAIL
ART. 20004605
BUS-MODULE 2 INGANGEN 2 UITGANGEN 2A INBOUW OF DIN-RAIL
ART. 20046501
BUS-MODULE 5 DIGITALE INGANGEN INBOUW (5I)
ART. 20046502
BUS-MODULE 5 INGANGEN, 4 TRANSISTORUITGANGEN (5I4O)
ART. 20046604
BUS-MODULE 5 INGANGEN, 4 UITGANGEN 16A OP DIN (5I4O 16A)
ART. 20046605
BUS-MODULE 9 INGANGEN, 8 UITGANGEN 6A OP DIN (9I8O6A)
ART. 20046606
BUS-MODULE 9 INGANGEN, 8 UITGANGEN 16A OP DIN (9I8O16A)
INFORMATIE
Informatie module
ADRES
Oplopend nummer dat SimpleProg aan de module toekent wanneer hij aan de
lijst apparaten wordt toegevoegd. Om het nummer in het adres van de module te
wijzigen, gaat u te werk zoals aangegeven in paragraaf
module" op pagina 5
Om het adres aan de module 20004605 toe te kennen, gebruikt u de DIP-
switches.
OMSCHRIJVING
voer een korte omschrijving in van de module om hem makkelijk terug te kunnen
vinden.
Voorbeeld: Mod5 503 ingang badkamer BG
TYPE
Model van de geprogrammeerde module
FIRMWAREVERSIE
Firmwareversie van de module.
Als de module nog nooit is uitgelezen, blijft de waarde "-". De waarde moet in dat
geval niet worden beschouwd als firmwareversie. Om deze waarde bij te werken
naar de werkelijke firmwareversie, wordt aangeraden de module uit te lezen zodra
deze aan de installatie is toegevoegd (dus voordat de programmeringsparameters
worden geconfigureerd).
De firmwareversie van de module wordt ook weergegeven op de pagina 'Modules
zoeken'.
De firmwareversie heeft invloed op de beschikbaarheid van bepaalde
functies!
Geavanceerd
VERTRAGING
met deze parameter kan een vertragingstijd worden ingesteld voor de uitvoering
TUSSEN ACTIES VAN
van de 8 opdrachten van de scenario input. Deze waarde verandert alleen de
SCENARIO
uitvoeringstijd van de opdrachten die door de scenario input worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: opdracht 1 = rolluik; opdracht 2 = uitschakeling verlichting;
vertraging = 3000ms (3 sec.)
Bij het indrukken van de knop wordt het rolluik direct neergelaten en na 3 seconden
wordt het licht uitgeschakeld.
10
VERTRAGING MODULE
NA ONTVANGST
GROEPSOPDRACHT
VERTRAGING
UITGANG NA
ONTVANGST
GROEPSOPDRACHT
MINIMUMTIJD VOOR
SLUITING INGANGEN
VERTRAGING
WERKING JALOEZIE
NIEUWE VERZENDING
BERICHT
NIEUWE VERZENDING
GROEPSOPDRACHT
NIEUWE VERZENDING
STATUS UITGANG NA
GROEPSOPDRACHT
"Programmering adres
INGANGEN
Standaard parameters
Hieronder worden de configureerbare parameters voor de INPUT beschreven.
Het aantal beschikbare inputs varieert naar gelang de geselecteerde
huisautomatiseringsmodule.
OMSCHRIJVING
INGANG
definieert de vertraging tussen de ontvangst van een groepsopdracht en de
omschakeling van de uitgangen van de module die aan deze groep zijn gekoppeld.
Deze instelling kan worden gebruikt om de uitvoering van opdrachten voor de
diverse modules die aan dezelfde groep zijn gekoppeld, te vertragen en zo te
voorkomen dat er veel data over de bus worden gegenereerd.
Als er bijvoorbeeld een opdracht naar een module wordt gestuurd om alle
uitgangen te deactiveren met een groepsopdracht en er een vertraging van 2
seconden is ingesteld, worden de uitgangen 2 seconden na ontvangst van de
opdracht gedeactiveerd.
definieert de vertraging tussen de activering van twee uitgangen indien er een
groepsopdracht wordt ontvangen voor aansturing van meerdere uitgangen die tot
dezelfde module behoren.
Als er bijvoorbeeld een opdracht naar een module wordt gestuurd om alle uitgangen
te deactiveren met een groepsopdracht en er een vertraging van 2 seconden is
ingesteld, wordt eerst de eerste uitgang gedeactiveerd, na 2 seconden de tweede
en zo verder.
definieert de tijd die de ingang gesloten moet blijven om de opdracht te verzenden.
Deze vertraging geldt voor alle ingangen van de module.
Als u bijvoorbeeld wilt dat de drukknop de gewenste functie pas uitvoert nadat de
knop minimaal 4 seconden ingedrukt is gehouden, stelt u deze tijd in op 4s.
definieert de tijd waarmee onderscheid wordt gemaakt tussen een opdracht voor
bediening van de lamellen van de jaloezieën en een opdracht om de jaloezieën
volledig te openen of te sluiten.
Als er bijvoorbeeld een vertraging van 1,5 seconde is ingesteld, kunt u de
bedieningsknop van de jaloezieën korter indrukken om het openen of sluiten van
de lamellen in kleine stappen te regelen. Als de knop langer dan 1,5 seconde wordt
ingedrukt, wordt er een opdracht voor het compleet omhoog of omlaag brengen van
de jaloezie verzonden.
met de functie kan de opdracht opnieuw worden verzonden als er geen antwoord is
van de aangestuurde module.
onder normale omstandigheden volstaat één opdracht om de uitgang aan te sturen,
als de opdracht echter niet wordt ontvangen, zal de module een nieuwe poging doen,
tot een maximum van 3 keer.
het is raadzaam om deze functie altijd te activeren, voor meer zekerheid over de
verzonden opdrachten.
met deze optie kan er een nieuwe verzendpoging worden gedaan wanneer er een
groepsopdracht wordt verzonden. Bij het opnieuw verzenden van groepsopdrachten
wordt de opdracht 3 keer verzonden.
De groepsopdracht krijgt geen statusantwoord omdat het niet mogelijk is de status
van meerdere uitgangen vast te stellen. Het is raadzaam om deze optie geactiveerd
te houden als binnen het systeem groepsopdrachten worden gebruikt.
met deze optie kan de status van uitgangen die geactiveerd zijn door middel van een
groepsopdracht die door de module is ontvangen, over de bus worden verzonden.
Het is raadzaam om deze optie te activeren als er in het systeem groepsopdrachten
zijn geprogrammeerd en er bedieningsunits (zoals Planux Manager of Serial
Bridge, enz.) aanwezig zijn. Deze nieuwe verzendpoging die wordt uitgevoerd door
de module die de opdracht ontvangt en die met een vertraging van maximaal 12
seconden kan worden verzonden, is belangrijk om de status van de uitgangen op de
bedieningsunits bij te werken.
voer een omschrijving in van het type opdracht dat voor de ingang is ingesteld.
De wijziging van de omschrijving vindt plaats in de tabel lijst apparaten.