< BACK INDEX 1. Software-installatie Minimale systeemvereisten • S.O. Windows 7 - 64 bit of hoger • .NET Framework 4.7.2 • 4 GB RAM • Netwerkkaart of draadloze netwerkkaart Installatieprocedure • Download de software van de website pro.comelitgroup.com • Start het installatieprogramma •...
< BACK INDEX Bestand INFO: softwareversie SimpleProg SNELOPDRACHTEN: ondersteuning - softwarehandleiding pdf-formaat opties - softwareconfiguratie oude project importeren - SimpleProg projecten importeren van vers. 3.6 en hoger updates - toets voor controle en update van de software-versie ( internetverbinding noodzakelijk!) NIEUW PROJECT: symbool om een nieuw project aan te maken PROJECT OPENEN:...
< BACK INDEX PROGRAMMERING ADRES MODULE Kies het oude adres van de module die u wilt herprogrammeren. Ken het gewenste nieuwe adres toe. Druk op PROGRAMMA om te bevestigen of om de actie te annuleren. RESET CONFIGURATIE MODULE Kies het adres van de module die u wilt resetten. Druk op PROGRAMMA om te bevestigen of om de actie te annuleren.
EXPORTEREN/IMPORTEREN Comelit Hub Indien in de installatie aanwezig, selecteer Comelit Hub om het SimpleProg project in de Comelit-app te laden en in de bedieningsunits die via dezelfde module met de installatie communiceren. Typ het IP-adres of zoek deze op met de betreffende toets ZOEKEN.
Kies de gewenste communicatiepoort en stel daarna de parameters in die bij de configuratie horen. Parameters voor aansluiting via seriële poort Parameters voor aansluiting via ethernetpoort Druk op de toets Search om de Comelit Hub 20003150 op de geselecteerde netwerkkaart te zoeken. Bevestig de keuze met OK of annuleer de actie.
< BACK INDEX Structuur installatie Via de pagina "Structuur installatie" kan de installateur de samenstelling van het huisautomatiseringssysteem schematisch weergeven door functies in de gemaakte ruimten te plaatsen, voor een betrouwbare weergave van de woonruimte waar de installatie is geplaatst. Functies en ruimten die in dit venster worden geplaatst, kunnen daarna door de eindgebruiker worden gebruikt in de interface van het huisautomatiseringssysteem.
< BACK INDEX STRUCTUUR INSTALLATIE UITBREIDEN/COMPRIMEREN HET is mogelijk de ruimten van de structuur installatie uit te breiden of te comprimeren. Ga naar de gewenste ruimte Druk op de rechter muisknop Kies uit de beschikbare opties de gewenste functie Lijst apparaten Via het scherm "Lijst apparaten"...
< BACK INDEX VERTRAGING MODULE definieert de vertraging tussen de ontvangst van een groepsopdracht en de 3. MODULES PROGRAMMEREN NA ONTVANGST omschakeling van de uitgangen van de module die aan deze groep zijn gekoppeld. GROEPSOPDRACHT Deze instelling kan worden gebruikt om de uitvoering van opdrachten voor de diverse modules die aan dezelfde groep zijn gekoppeld, te vertragen en zo te DIGITALE MODULES voorkomen dat er veel data over de bus worden gegenereerd.
< BACK INDEX TYPE ONTVANGER MODULE: de functie module wordt gebruikt om vanaf een digitale ingang één of MODULE ADRES: met dit menu kan het adres van de ontvanger worden ingesteld meer uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u UITGANGEN: met dit menu kunnen de uitgangen worden geselecteerd voor het het nummer van de module en het nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen ontvangen van de opdracht...
< BACK INDEX Geavanceerde parameters OVERDRACHT met deze optie kan, bij een ingang die is ingesteld voor het verzenden van een STATUS INGANG groepsopdracht naar een groep met prioriteit, de eigen status over de BUS worden BIJ START VAN DE verzonden bij elke start van de module en dus direct na een voedingsonderbreking.
< BACK INDEX MET TIJDSCHAKELING: deze optie wordt gebruikt voor het aansluiten van tijdgeschakelde activeringen zoals trapverlichting, de uitgangen voor de kleppen van een tuinberegeningssysteem of een automatische lamp en dergelijke. Wanneer op een knop wordt gedrukt die geconfigureerd is voor aansturing van een uitgang met tijdschakeling, wordt de uitgang geactiveerd en wanneer de tijd verstreken is wordt de uitgang gedeactiveerd.
< BACK INDEX ROLLUIKMODULE 2IN 2OUT - ART. 20004606 INFORMATIE Informatie module OMSCHRIJVING voer een omschrijving in van het type opdracht dat voor de ingang is ingesteld. INGANG De wijziging van de omschrijving vindt plaats in de tabel lijst apparaten. ADRES Oplopend nummer dat SimpleProg aan de module toekent wanneer hij aan de lijst apparaten wordt toegevoegd.
De ingang wordt bijvoorbeeld geconfigureerd voor het verzenden van een cyclische Als de functie actief is, dan kan deze waarde ook vanuit Maxi Manager en de Comelit- SET/RESET-opdracht voor een groep met prioriteit om de uitgang te blokkeren van app worden gewijzigd.
< BACK INDEX ALGEMENE BUSMODULE 2IN/2OUT - ART. TYPE ONTVANGER MODULE: de functie module wordt gebruikt om vanaf een digitale ingang één of meer uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u 20004607 het nummer van de module en het nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen invoeren.
< BACK INDEX MET TIJDSCHAKELING: deze optie wordt gebruikt voor het aansluiten van tijdgeschakelde activeringen zoals trapverlichting, de uitgangen voor de kleppen van Functie lang ingedrukt houden een tuinberegeningssysteem of een automatische lamp en dergelijke. Wanneer op een knop wordt gedrukt die geconfigureerd is voor aansturing van een uitgang met Met deze functie kan vanaf dezelfde knop die aan de digitale ingang is gekoppeld een tweede tijdschakeling, wordt de uitgang geactiveerd en wanneer de tijd verstreken is wordt opdracht worden verzonden wanneer de knop langer wordt ingedrukt dan de ingestelde tijd...
< BACK INDEX PULSTELLERMODULE 3IN - ART. 20004604 VERTRAGING met deze opdracht kan de uitvoering van de opdracht die de uitgang heeft UITVOERING ontvangen, worden vertraagd. OPDRACHT Het is bijvoorbeeld mogelijk een vertraging van 4 seconden in te stellen en daarna, nadat de opdracht is ontvangen, wacht de uitgang 4 seconden alvorens de opdracht INFORMATIE MODULE uit te voeren.
< BACK INDEX MODULE 1OUT DIMMER 300W - ART. OMSCHRIJVING Voer een korte omschrijving in van de module om hem makkelijk terug te 20046851 kunnen vinden. voorbeeld: Mod5 503 ingang badkamer BG TYPE UITGANG DIMMER: met de functie is het volgende mogelijk: •...
< BACK INDEX INTERFACE VOOR DALI- EN DMX-PROTO- NIEUWE VERZENDING met deze optie kan de status van uitgangen die geactiveerd zijn door middel van een STATUS UITGANG NA groepsopdracht die door de module is ontvangen, over de bus worden verzonden. COLLEN - ART.
< BACK INDEX TEMPERATUURSENSOR VOOR BINN- HYSTERESIS TEMPERATUUR geeft het interval aan voor activering van de thermostaatuitgang, in tienden van een graad. Als deze bijvoorbeeld is ingesteld op 4 tienden van een graad ENSHUIS BIJ ACTIV. KEYSTONE - ART. (standaardwaarde) en de thermostaat in de wintermodus is ingesteld op 20°C, activeert deze het relais totdat 20°C bereikt is.
< BACK INDEX MODULE TEMPERATUUR EN VOCHTIG- CORRECTIE er kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast, die wordt opgeteld bij de VOCHTIGHEID daadwerkelijk afgelezen vochtigheid. De standaardinstelling is 0. HEID, PT100 - ART. 20004140 Modus ontvochtiger/ bevochtiger INFORMATIE MODULE DREMPEL DAG stel de drempelwaarde en de zone in die u voor de verschillende bedrijfsmodi DREMPEL NACHT wilt instellen ADRES...
< BACK INDEX SNELHEIDSREGELING DIGITAAL: stel deze optie in als u een thermoconvector wilt aansturen met ON/ UITGANG voer de betreffende uitgang in om het vochtregelingssysteem in de geselecteerde FAN COIL* OFF-ingangen om de snelheid te variëren en deze thermoconvector op een module modus te activeren.
< BACK INDEX INTERFACEMODULE MODBUS HVAC - SIGNALERING er kan een MODULE en een UITGANG worden geselecteerd die wordt gekoppeld aan OVERSCHRIJDING de functie dauwpunt, om te laten zien wanneer de berekende limiet is overschreden. ART. 20003400 DAUWPUNT Door op de toets te drukken, heeft u toegang tot de pagina Beheer groepen van waaruit groepen kunnen worden aangemaakt of verwijderd.
0-10V, zoals lichtsterktesensoren, zowel de verwarming als de koeling moet worden geregeld, maar alleen de koeling vochtsensoren of temperatuursensoren. Het enige apparaat dat in het Comelit-systeem via het ModBus-protocol wordt beheerd, dan moeten de parameters voor de is geïntegreerd dat een 0-10V-signaal kan afgeven is de temperatuursensor 20046708.
< BACK INDEX ANALOGE MODULE 2IN/2OUT - ART. 20046810 Drempels activering uitgang Met deze optie kunnen er drempelwaarden (8 toenemend en 8 afnemend) voor de INFORMATIE MODULE 0-10V-ingang worden ingesteld om een uitgang te activeren of te deactiveren zodra de ingestelde drempelwaarde wordt overschreden.
< BACK INDEX ANALOGE MODULE 1IN/1OUT - ART. TYPE OPDRACHT NORMAAL: de module stuurt een opdracht naar de ontvanger om de uitgang aan te sturen met de functie waarvoor deze is geprogrammeerd. Als er bijvoorbeeld een 20004820 normale opdracht naar een uitgang met tijdschakeling wordt verzonden, activeert deze uitgang gedurende de ingestelde tijd.
< BACK INDEX BESCHRIJVING INGANG Voer een korte omschrijving in om de module gemakkelijk terug te vinden in TYPE DIMMER: met de functie is het volgende mogelijk: het project. Het wordt aanbevolen om het installatiepunt en de functie van de •...
< BACK INDEX GROEP 2-3-4: er kunnen maximaal 4 groepen worden gekoppeld, om de uitgang met behulp van MODULE: stel het adres en het nummer van de analoge ingang die u wilt afspelen. groepsopdrachten te kunnen aansturen. MINIMUMWAARDE: stel de minimumwaarde in waaronder de uitgang niet mag zakken. Door op de toets te drukken, heeft u toegang tot de pagina Beheer groepen van waaruit (Instelbare minimumwaarde 1%).
< BACK INDEX INBOUWTHERMOSTAAT MET LCD - ART. GROEP 2-3-4: ER kunnen maximaal 4 groepen worden gekoppeld, om de uitgang met behulp van groepsopdrachten te kunnen aansturen. 20046709 Door op de toets te drukken, heeft u toegang tot de pagina Beheer groepen van waaruit groepen kunnen worden aangemaakt of verwijderd.
< BACK INDEX ENERGIEBEHEER EN VERBRUIK DIN (TA) - ADRES voer het betreffende adres in om het temperatuurregelingssysteem in de geselecteerde modus te activeren ART. 20046821 UITGANGEN voer de betreffende uitgang in om het temperatuurregelingssysteem in de geselecteerde modus te activeren INFORMATIE MODULE SNELHEIDSREGELING DIGITAAL: stel deze optie in als u een thermoconvector met meerdere...
< BACK INDEX 4. DEURSTATIONS Verbruik weergeven UNIT niet selecteerbare waarde FUNCTIE er kan een van de functies VERBRUIK OF PRODUCTIE worden gekozen INFORMATIE MODULE PRIJS PER kWh voer de prijs per kWh in op basis van het soort gebruik VALUTA voer de referentievaluta in CO2-CONSTANTE...
< BACK INDEX MODULE de functie Module wordt gebruikt om één of meer uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u het nummer van de module en het Het apparaat voor bediening van de ONE-module beschikt over nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen invoeren.
Pagina 34
< BACK INDEX • KLIMAATREGELING Op de pagina thermostaatbeheer kan de temperatuursensor worden geregeld die in de ONE- module is geïntegreerd (of een externe temperatuursensor) om de temperatuur aan te kunnen passen tot een maximum van +3°C / -3°C in stappen van 0,5°C ten opzichte van het laatste setpoint dat is ingesteld met behulp van het scherm voor temperatuurregeling.
< BACK INDEX ONE EASY - ONE/E VARIATIE TEMPERATUUR deze waarden geven het temperatuurverschil aan ten opzichte van het ingestelde VAN SNELHEID 1 NAAR setpoint, voor activering van snelheid 2 of snelheid 3 in de fancoil-modus 2 EN VAN 1 NAAR 3 INFORMATIE MODULE INFOGRAFIE VAN DE CONFIGURATIE ADRES...
< BACK INDEX • AUTOMATISERINGSBEHEER MODULE de functie Module wordt gebruikt om één of meer uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u het nummer van de module en het Eigenschappen pagina's nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen invoeren. Selecteer het gewenste aantal toetsen: de sectoren 1, 2 en 3 kunnen elk worden GROEP met deze functie kunnen meerdere uitgangen op verschillende modules worden...
< BACK INDEX ONE/H TERUG NAAR PAGINA 1 door de functie te activeren zal de ONE/H-bediening terugkeren naar Pagina 1 na de periode die is ingesteld in het keuzemenu "Duur inactiviteit voor terugkeer naar Pagina 1". INFORMATIE MODULE Het apparaat voor bediening van de ONE/H-module beschikt over 3 pagina's die met 3 verschillende functies kunnen worden geprogrammeerd: •...
< BACK INDEX MODULE de functie Module wordt gebruikt om één of meer uitgangen van een module aan te sturen. Als u deze optie selecteert, moet u het type opdracht instellen en het nummer NAAM ACTIE kan niet worden gewijzigd van de module en het nummer van de uitgang(en) die u wilt aansturen invoeren.
Pagina 39
< BACK INDEX TEMPERATUURBLOKKERING Door deze optie te activeren zal het systeem de verwarming PT100 ACTIVEREN onderbreken zodra de door PT100 afgelezen temperatuur de ingestelde drempel bereikt. Geavanceerd SIGNALERING Met deze optie kan er een uitgang worden geconfigureerd voor het signaleren VERWARMING/ van de verwarmings- of koelingsmodus.
< BACK INDEX SIGNALERING met deze optie kan er een uitgang worden geconfigureerd voor het signaleren van BEVOCHTIGER/ de bevochtigings- of ontvochtigingsmodus. Uitgang actief = ontvochtigingsmodus, ONTVOCHTIGER uitgang gedeactiveerd = bevochtigingsmodus. GROEP DAG-MODUS het is mogelijk een groepsnummer toe te wijzen aan een van de 2 drempels voor GROEP OFF-MODUS dag of off.
Het master-apparaat verzendt de datum en tijd naar de slave-apparaten. TIJDSYNCHRONISATIE Standaard is de bedieningsunit die aan de installatie wordt toegevoegd de tijd-slave. Indien Comelit Hub 20003150 in de installatie aanwezig is, wordt dit het master- apparaat. Slechts één van de bedieningsunits van de installatie mag als master worden ingesteld, terwijl alle overige bedieningsunits als slave moeten worden ingesteld.
ELEMENTEN via het menu is het mogelijk om te selecteren welke elementen worden BEDIENINGSUNIT weergegeven en beheerd via de Comelit-app en via de bedieningsunits die gebruik CONFIGUREREN* maken van de gebruikersinterface van de module. UITGANGEN / INGANGEN / VERBRUIK / KLIMAAT / SCENARIO'S / REGELS...
< BACK INDEX VOLGORDE met het menu kan de volgorde van de weergave van de ruimtes in de bedieningsunit HYSTERESIS Geeft het interval aan voor activering van de thermostaatuitgang, in tienden RUIMTES worden gewijzigd. TEMPERATUUR van een graad. Als deze bijvoorbeeld is ingesteld op 4 tienden van een graad Verwijder het vinkje bij Gebruik volgorde van structuur installatie, selecteer de (standaardwaarde) en de thermostaat in de verwarmingsmodus is ingesteld op gewenste ruimte, en verplaats deze met behulp van de pijltjes omhoog/omlaag,...
< BACK INDEX VERZEND selecteer de modus voor het via de BUS versturen van de gemeten vochtigheid. VOCHTIGHEID NAAR Deze verzendingen dienen om de bedieningsunits bij te werken met de gemeten vochtigheid. TIJDSINTERVAL: de gemeten vochtigheid wordt naar de bedieningsunit verzonden volgens tijdsintervallen die zijn ingesteld in het veld "Interval verzending vochtigheid".
Algemeen Algemeen Maxi Manager 20003320W als bedieningsunit van het huisautomatiseringssysteem functioneert uitsluitend in combinatie met Comelit Hub. Om deze reden gedraagt hij zich als huisautomatisering-slave en tijdsynchronisatie-slave. OMSCHRIJVING voer een korte omschrijving in van de bedieningsunit om hem makkelijk terug te BEDIENINGSUNIT kunnen vinden.
< BACK INDEX HYSTERESIS Geeft het interval aan voor activering van de thermostaatuitgang, in tienden VERZEND selecteer de modus voor het via de BUS versturen van de gemeten vochtigheid. TEMPERATUUR van een graad. Als deze bijvoorbeeld is ingesteld op 4 tienden van een graad VOCHTIGHEID NAAR Deze verzendingen dienen om de bedieningsunits bij te werken met de gemeten (standaardwaarde) en de thermostaat in de verwarmingsmodus is ingesteld op...
• Standaard is de bedieningsunit die aan de installatie wordt toegevoegd de tijd- slave. groepen van waaruit groepen kunnen worden aangemaakt of verwijderd. • Indien Comelit Hub 20003150 in de installatie aanwezig is, wordt dit het master- SIGNALERING er kan een MODULE en een UITGANG worden geselecteerd die wordt gekoppeld aan apparaat.
Pagina 48
< BACK INDEX HYGROSTAAT met het vinkje kan de hygrostaat-functie van de bedieningsunit worden geactiveerd/ ADRES voer het betreffende adres in om het regelsysteem van de thermostaat in de gedeactiveerd. geselecteerde modus te activeren HYGROSTAAT CONFIGUREREN UITGANGEN voer de betreffende uitgang in om het regelsysteem van de thermostaat in de Via de pagina HYGROSTAAT CONFIGUREREN kunnen de parameters voor de juiste geselecteerde modus te activeren werking van de hygrostaat in het apparaat worden ingesteld.
< BACK INDEX Hygrostaat configureren - ONTVOCHTIGER/BEVOCHTIGER Dauwpunt configureren - ALGEMEEN INTERVAL VERZENDING geeft de tijd in seconden aan voor het verzenden van de setpoints en instellingen DAUWPUNT via de BUS. Deze verzendingen dienen om de bedieningsunits bij te werken met de status (bijvoorbeeld ten aanzien van de afgelezen vochtigheid).
Pagina 50
< BACK INDEX *Elementen bedieningsunit configureren - KLIMAAT *Elementen bedieningsunit configureren - UITGANGEN de geselecteerde KLIMAATELEMENTEN worden in de bedieningsunit ZICHTBAAR weergegeven. Selecteer door aan te vinken. Alleen de UITGANGEN die gekoppeld zijn aan de weergave Structuur installatie zijn zichtbaar OMSCHRIJVING de omschrijving van het element kan worden aangepast.
LEGE MODUS zonenummer toewijzen. • Indien Comelit Hub 20003150 in de installatie aanwezig is, wordt dit het master- Op deze manier kan voor alle thermostaten in het systeem dezelfde apparaat. drempelwaarde worden ingesteld, bijvoorbeeld door een digitale ingang te sluiten.
• Standaard is de bedieningsunit die aan de installatie wordt toegevoegd de tijd- slave. • Indien Comelit Hub 20003150 in de installatie aanwezig is, wordt dit het master- apparaat. • Slechts één van de bedieningsunits van de installatie mag als master worden ingesteld, terwijl alle overige bedieningsunits als slave moeten worden ingesteld.
OMSCHRIJVING Voer een korte omschrijving in van de bedieningsunit om hem gemakkelijk terug BEDIENINGSUNIT te kunnen vinden in het project en tijdens de koppelingsfase met de Comelit-app. IMPORT SAFE Door op "Import Safe" te klikken, worden automatisch de vereiste gegevens hersteld door het project vanuit de database van Safe Manager te importeren.
Pagina 54
< BACK INDEX MODULE TYPE OPDRACHT kies tussen: Selecteer de opdracht die u NORMAAL de module verstuurt de opdracht 'Geforceerd ON', waarna de uitgang onafhankelijk van de Het is mogelijk naar de groep wilt verzenden. de module stuurt een opdracht naar de direct ingangen/ ontvanger om de uitgang om te schakelen naar programmering wordt geactiveerd en inactief blijft...
De parameter definieert hoe de regels beoordeeld moeten worden bij het starten Alarmbeheer is INGESCHAKELD / ZONE OPEN / BIJ HERSTART van de Comelit Hub of na het verzenden van de configuratie. Als het vinkje actief ingeschakeld UITGESCHAKELD ZONE GESLOTEN is (standaard conditie) nadat de condities zijn beoordeeld, worden de betreffende / ALARM / acties uitgevoerd afhankelijk van de status van de regel (Goed of Fout).
Pagina 56
< BACK INDEX SYSTEEMELEMENT kies tussen de beschikbare elementen. De opties zijn afhankelijk (Bijvoorbeeld Licht1, Licht2) de module verstuurt de opdracht 'Geforceerd van de functies die zijn ON', waarna de uitgang onafhankelijk van aangemaakt in de Structuur de programmering wordt geactiveerd en installatie.
"Beschrijving Comelit Hub" ingesteld wordt op de laatste waarde die tijdelijk was geconfigureerd. voer mailadressen van de ontvangers van de mail in...
KLEUR RGB INSTELLEN E-MAILNOTIFICATIE TAAL stel de taal in van het bericht dat door Comelit Hub met deze opdracht kan een ingang van de module wordt verzonden. 20004600 die is ingesteld als RGB worden Optie is alleen...
< BACK INDEX MODULE LOGISCHE FUNCTIES - ART. 20002710 Geavanceerde parameters GROEP 2 / 3 / 4 met de functie kunnen, naast de hoofdgroep, andere groepen worden geselecteerd Indien aangesloten op de installatie, is het mogelijk om met de module logische functies uit die beschikbaar zijn en die aan de output moeten worden gekoppeld.
Pagina 60
< BACK INDEX kleppen van de zone actief is; deze wilt u deactiveren wanneer alle uitgangen die de zonekleppen aansturen gedeactiveerd zijn. TYPE ONTVANGER MODULE: de functie module wordt gebruikt om één of meer uitgangen van een Hiervoor moet er een regel worden opgesteld met: module aan te sturen.
< BACK INDEX VIRTUELE UITGANG Het is mogelijk de virtuele uitgangen in te stellen als normale ingangen om de regels uit te voeren aan de hand van hun status. Ze kunnen ook vanaf andere modules op de BUS worden aangestuurd. Standaardparameters OMSCHRIJVING voer een korte omschrijving in van de module om het project ook in de toekomst...
Pagina 62
C E R T I F I E D M A N A G E M E N T S Y S T E M S w w w . c o m e l i t g r o u p . c o m Via Don Arrigoni, 5 - 24020 Rovetta (BG) - Italy...