< BACK
INDEX
*Elementen bedieningsunit configureren - UITGANGEN
Alleen de UITGANGEN die gekoppeld zijn aan de weergave Structuur installatie zijn zichtbaar
ZICHTBAAR
de geselecteerde UITGANGEN worden in de bedieningsunit WEERGEGEVEN.
Selecteer door ze aan te vinken.
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
» de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
RUIMTE
het is mogelijk te selecteren aan welke ruimte de uitgang wordt gekoppeld.
TYPE
weergave van het type uitgang (analoog of digitaal)
MODULE
weergave van de omschrijving van de module van de referentie-uitgang
UITGANG
weergave van het kanaal van de module
FUNCTIE
weergave van de categorie waartoe de referentie-uitgang behoort (verlichting,
BEDIENINGSUNIT
automatisering, rolluik, beregening, overig)
CONDITIONERING
om de functie Geconditioneerde uitgang te kunnen gebruiken, moet minimaal één
INSTELLEN
ingang van een geïnstalleerde digitale module ingesteld zijn als bedieningsunit.
UITGANG
Een geconditioneerde uitgang biedt de mogelijkheid om timers die voor die uitgang
op de bedieningsunit zijn ingesteld, te onderbreken. Dit gebeurt op basis van de
status van een ingang op een module die als bedieningsunit is ingesteld.
De conditionering wordt geactiveerd met behulp van Icona Manager / Planux
Manager / Minitouch.
GECONDITIONEERD
de kolom toont de conditioneringsstatus van de uitgangen via een vinkje (aanwezig
bij de geconditioneerde uitgangen)
BEVEILIGD
via deze functie kunnen de geselecteerde uitgangen worden beveiligd, dat wil
zeggen dat er een wachtwoord nodig is voor de ACTIVERING of DEACTIVERING door
de bedieningsunit
*Elementen bedieningsunit configureren - INGANGEN
ZICHTBAAR
de geselecteerde INGANGEN worden in de MASTER-bedieningsunit van
de huisautomatisering weergegeven of worden gekoppeld aan de master-
huisautomatisering. Selecteer door aan te vinken.
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
» de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
RUIMTE
het is mogelijk te selecteren aan welke ruimte de ingang wordt gekoppeld.
EEN SCENARIO
het is mogelijk de functie te activeren/deactiveren door AAN/UIT in het keuzemenu
INSCHAKELEN
te selecteren
OMSCHRIJVING
er kan een beschrijving aan het geselecteerde scenario worden toegevoegd
SCENARIO
TYPE
weergave van het type ingang (analoog of digitaal)
De digitale ingangen die worden weergegeven zijn alleen degene die zijn ingesteld
met de functie Bedieningsunit
MODULE
weergave van de omschrijving van de module van de referentie-ingang
INGANG
weergave van het kanaal van de module
*Elementen bedieningsunit configureren - VERBRUIK
ZICHTBAAR
de geselecteerde apparaten worden in de master-bedieningsunit voor
huisautomatisering weergegeven of gekoppeld aan de huisautomatisering-master.
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
TYPE
weergave van het type energiebeheerapparaat (Belastingmodule of Ingang teller)
MODULE
weergave van de omschrijving van de referentie-module
FUNCTIE MODULE
weergave van de functie die is ingesteld voor de module (Verbruikof Productie).
Een module ingesteld als PRODUCTIE van het type BELASTINGMODULE zal in de
bedieningsunit automatisch de CO2-grafiek genereren. De CO2-grafiek wordt altijd
weergegeven.
INGANG
weergave van het kanaal van de module
GROEP
met de functie kunnen meerdere tellers (van hetzelfde type) worden gehergroepeerd
(bijvoorbeeld Stroomverbruiktellers in dezelfde groep om een afzonderlijke teller
grafisch te kunnen weergeven..
Door op de toets
groepen van waaruit groepen kunnen worden aangemaakt of verwijderd.
Door een groep aan te maken wordt in de bedieningsunit automatisch de
bijbehorende grafiek gegenereerd.
De groepgrafiek wordt altijd weergegeven.
VERGELIJKEN
met de functie is de vergelijking en de weergave op de bedieningsunit mogelijk van
een grafiek met de verbruiks- en productiegegevens van de geselecteerde TA's.
Selecteer de TA die is ingesteld als Productie n één van de TA's die zijn ingesteld als
Verbruik. De grafiek Vergelijken wordt altijd weergegeven.
50
te drukken, heeft u toegang tot de pagina Beheer
*Elementen bedieningsunit configureren - KLIMAAT
de geselecteerde KLIMAATELEMENTEN worden in de bedieningsunit
ZICHTBAAR
weergegeven. Selecteer door aan te vinken.
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
RUIMTE
het is mogelijk te selecteren aan welke ruimte het klimaatelement wordt
gekoppeld.
VERWARMINGSLIMIETEN
het is mogelijk de regelingslimieten van het verwarmingssetpoint vanuit de
bedieningsunit te wijzigen.
KOELINGSLIMIETEN
het is mogelijk de regelingslimieten van het koelingssetpoint vanuit de
bedieningsunit te wijzigen.
INFORMATIE MODULE
MODULE
INGANG
TYPE
ALLEEN WEERGAVE
met de functie kan het element worden ingesteld voor alleen weergave, het is dus
niet mogelijk opdrachten vanuit de bedieningsunit te verzenden
*Elementen bedieningsunit configureren - SCENARIO'S
de geselecteerdescenario's worden in de bedieningsunit weergegeven.
ZICHTBAAR
Selecteer door aan te vinken.
Deze scenario's kunnen niet vanuit de bedieningsunit worden gewijzigd
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
» de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
*Elementen bedieningsunit configureren - REGELS
de geselecteerde regels worden in de bedieningsunit weergegeven.
ZICHTBAAR
Selecteer door aan te vinken.
Vanuit de bedieningsunit is het niet mogelijk de regels te activeren/deactiveren.
OMSCHRIJVING
de omschrijving van het element kan worden aangepast.
» de nieuwe omschrijving wordt ook op de bedieningsunit bijgewerkt.
Weergave van de omschrijving van de module van het
referentie-klimaatregelingstoestel.
Weergave van het kanaal van de referentie-module van art.
20003400.
Weergave van het type klimaatregelingstoestel.