7
Basisinstellingen voor de SMB-afdruk configureren
De functie SMB verzenden inschakelen. Selecteer daarnaast de authenticatiemethode voor SMB-
verzending.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Network] - [SMB Setting] - [Client Setting], en configureert dan de
volgende instellingen.
Instellingen
[SMB TX Setting]
[SMB Authentication
Setting]
7-16
De SMB-verzendomgeving configureren
Beschrijving
Selecteer [ON] om de SMB-verzendfunctie te gebruiken.
[ON] wordt standaard opgegeven.
Selecteer een authenticatiemethode voor SMB-verzending naargelang van
uw omgeving.
•
[NTLM v1]/[NTLM v2]/[NTLM v1/v2]: Selecteer deze optie om de functie
te gebruiken in de NT-domeinomgeving. Als u [NTLM v1/v2] selecteert,
wordt de NTLMv1-authenticatie uitgevoerd wanneer de NTLMv2-au-
thenticatie mislukt.
•
[Kerberos]: selecteer deze optie om de functie te gebruiken in de Active
Directory-domeinomgeving.
•
[Kerberos/NTLMv2/v1]: selecteer deze optie om de functie te gebrui-
ken in een omgeving waarin zowel het Active Directory-domein als het
NT-domein bestaan. NTLMv2-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer
de Kerberos-authenticatie mislukt en de NTLMv1-authenticatie wordt
uitgevoerd wanneer de NTLMv2-authenticatie mislukt.
[Kerberos] wordt standaard opgegeven.
7.2
d-Color MF752/652