Advertenties
17
[LDAP instelling]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [LDAP-instelling]
Configureer de instellingen om bestemmingen te zoeken vanaf de LDAP-server of Active Directory.
Instellingen
[Activering LDAP]
[Instellen LDAP]
[LDAP-servernaam]
[LDAP instelling]
[Serveradres]
[Zoekbasis]
[SSL instelling]
[Poortnummer]
[Poortnummer (SSL)]
[Inst. verif. niveau
certificaat]
17-18
Beschrijving
Selecteer of de LDAP-server moet worden gebruikt om een bestemming te
zoeken.
Met deze functie kunt u een e-mailadres of faxnummer zoeken via de
LDAP-server wanneer u de gescande origineelgegevens verzendt.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Registreer de LDAP-server die wordt gebruikt voor het zoeken van een
bestemming.
Selecteer een niet-geregistreerde sleutel en voer de vereiste informatie in.
Voer de naam van de LDAP-server in (met maximaal 32 tekens).
Gebruik een naam waarmee u de server gemakkelijk kunt identificeren.
Instellingen voor LDAP-zoekbewerkingen configureren.
•
[Max. aantal zoekresultaten]: wijzig, indien nodig, het maximumaantal
bestemmingen dat moet worden weergegeven als zoekresultaat. [100]
wordt standaard opgegeven.
•
[Time-out]: wijzig waar nodig het time-outinterval voor communicatie
met LDAP-server. [60 sec.] wordt standaard opgegeven.
•
[Initiële instel. zoekdetails]: geef de standaard LDAP-zoekvoorwaarden
op voor elk item. [OF] wordt in elk geval standaard opgegeven.
•
[Zoekkenmerk wijzigen]: selecteer de kenmerken die moeten worden
opgegeven wanneer u LDAP zoeken uitvoert. De instelling kan worden
geschakeld tussen [Naam] (cn) en [Bijnaam] (weergavenaam). [Naam]
wordt in elk geval standaard opgegeven.
•
[Zoeken]: selecteer of de kandidaatbestemmingen moeten worden
weergegeven wanneer een deel van een naam wordt ingevoerd. [UIT]
wordt standaard opgegeven.
Voer het adres van de LDAP-server in.
Gebruik een van de volgende invoerformaten.
•
Voorbeeld van hostnaam: "host.example.com"
•
Voorbeeld van IP-adres(IPv4): "192.168.1.1"
•
Voorbeeld van IP-adres (IPv6): "fe80::220:6bff:fe10:2f16"
Geef het beginpunt op voor het zoeken van een gebruiker die moet worden
geauthenticeerd (met maximaal 255 tekens).
Deze optie zoekt ook in submappen onder het ingevoerde beginpunt.
Voorbeeld van invoer: "cn=gebruikers,dc=voorbeeld,dc=com"
Geef op of SSL moet worden gebruikt voor communicatie met de LDAP-
server.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Wijzig, indien nodig, het nummer van de LDAP-serverpoort.
Normaal kunt u het originele poortnummer gebruiken.
[389] wordt standaard opgegeven.
Wijzig, indien nodig, het nummer van de SSL-communicatiepoort.
Normaal kunt u het originele poortnummer gebruiken.
[636] wordt standaard opgegeven.
Om het certificaat te valideren tijdens de SSL-communicatie, selecteert u
de items die moeten worden gecontroleerd.
•
[Vervaldatum]: controleer of het certificaat binnen de geldigheidsperio-
de valt. [Bevestigen] wordt standaard opgegeven.
•
[Sleutelgebruik]: bevestig of het certificaat wordt gebruikt volgens het
beoogde doel dat door de uitgever van het certificaat is goedgekeurd.
[Niet bevestigen] wordt standaard opgegeven.
•
[Keten]: controleer of er een probleem is in de certificaatketen (certifi-
caatpad). De keten wordt gevalideerd door te verwijzen naar de externe
certificaten die op deze machine worden beheerd. [Niet bevestigen]
wordt standaard opgegeven.
•
[Bevestiging vervaldatum]: controleer of het certificaat is vervallen.
[Niet bevestigen] wordt standaard opgegeven.
•
[CN]: controleer of de CN (Common Name) van het certificaat overeen-
komt met het serveradres. [Niet bevestigen] wordt standaard
opgegeven.
d-Color MF752/652
Advertenties
