Advertenties
10
Instellingen
[Connection Timeout]
[Port Number]
[Check for New Messages]
Een faxontvangst controleren
Configureer de instellingen voor het aanvragen van of reageren op het resultaat van een
internetfaxverzending en de instelling met betrekking tot het uitwisselen van capaciteitsinformatie tussen
machines.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Fax Settings] - [Network Fax Setting] - [I-Fax Advanced Setting] en
configureert u de volgende instellingen.
Instellingen
[MDN Request]
[DSN Request]
10-8
Beschrijving
Verander de time-outperiode voor communicatie met de e-mailserver
(POP) waar dit nodig is.
[30] sec. wordt standaard opgegeven.
Verander waar nodig het poortnummer van de e-mailserver (POP).
Normaal kunt u het originele poortnummer gebruiken.
[110] wordt standaard opgegeven.
Schakel dit selectievakje in om te controleren op binnenkomende faxen
door periodiek een verbinding te maken met de e-mailserver (POP) op deze
machine. Voer een interval in voor het verbinden met de e-mailserver (POP)
onder [Polling Interval].
[ON] (geselecteerd) wordt standaard opgegeven.
Beschrijving
Selecteer of u een faxontvangstresultaat (MDN-aanvraag) naar de bestem-
ming wilt aanvragen.
Als een MDN-aanvraag is verzonden, stuurt de ontvangende machine een
antwoord wanneer een fax is ontvangen zodat u kunt controleren of de fax
daadwerkelijk is ontvangen door de bestemming.
Door een responsbericht van de bestemming te ontvangen, kunt u tevens
informatie verkrijgen over het ontvangstvermogen van de bestemming. Als
er een nieuw responsbericht wordt ontvangen van een bestemming die ge-
registreerd is in het adresboek, wordt informatie over het vermogen over-
schreven door de nieuwe informatie.
[ON] wordt standaard opgegeven.
Selecteer of u een faxontvangstresultaat (MDN-aanvraag) naar de mailser-
ver van de bestemming wilt aanvragen.
Als u [ON] selecteert voor [MDN Request], krijgt de MDN-aanvraag de
prioriteit.
[OFF] wordt standaard opgegeven.
De internetfaxomgeving configureren
10.1
d-Color MF752/652
Advertenties
