17
[DPWS algemene instellingen]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [DPWS-instellingen] - [DPWS
algemene instellingen]
Configureer de instellingen om deze machine te detecteren met de Webservice.
Instellingen
[Vriendelijke naam]
[Publicatieservice]
[SSL inschakelen]
[Inst. verif. niveau
certificaat]
[DPWS-uitbreidingsinstellingen]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [DPWS-instellingen] - [DPWS-
uitbreidingsinstellingen]
Configureer de instellingen om afdrukken of scannen via de Webservice uit te voeren met behulp van de
zoekproxy die gedefinieerd is door WS-zoeken in de omgeving waarin de multicast-communicatie wordt
beperkt.
Instellingen
[Proxy inschakelen]
[Proxy registreren]
[Hostnaam]
[Bestandspad]
[SSL instelling]
[Poortnummer]
17-30
Beschrijving
Voer de naam in van deze machine die moet worden weergegeven wan-
neer wordt gezocht met de webservice vanaf de computer (met maximaal
62 tekens).
Gebruik een naam waarmee deze machine gemakkelijk kunt identificeren.
Als u deze machine in een van de volgende omgevingen gebruikt, selec-
teert u [Activeren].
•
Omgeving waar NetBIOS is uitgeschakeld in Windows Vista/7/Server
2008/Server 2008 R2
•
Omgeving is zo is opgebouwd dat alleen communicaties met IPv6 zijn
toegestaan.
Tot 512 verbindingsbestemmingen kunnen worden gedetecteerd in Publi-
cation Service (inclusief door de NetBIOS gedetecteerde aantallen).
[Ongeldig] wordt standaard opgegeven.
Geef op of SSL voor Web service-communicatie moet worden gebruikt.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Om het certificaat te valideren tijdens de SSL-communicatie, selecteert u
de items die moeten worden gecontroleerd.
•
[Vervaldatum]: controleer of het certificaat binnen de geldigheidsperio-
de valt. [Bevestigen] wordt standaard opgegeven.
•
[Sleutelgebruik]: bevestig of het certificaat wordt gebruikt volgens het
beoogde doel dat door de uitgever van het certificaat is goedgekeurd.
[Niet bevestigen] wordt standaard opgegeven.
•
[Keten]: controleer of er een probleem is in de certificaatketen (certifi-
caatpad). De keten wordt gevalideerd door te verwijzen naar de externe
certificaten die op deze machine worden beheerd. [Niet bevestigen]
wordt standaard opgegeven.
•
[Bevestiging vervaldatum]: controleer of het certificaat is vervallen.
[Niet bevestigen] wordt standaard opgegeven.
Beschrijving
Selecteer of zoekproxy moet worden gebruikt.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Registreer een zoekproxyserver om afdrukken of scannen via de Webser-
vice uit te voeren.
Selecteer een te registreren getal en configureer de volgende items.
Voer het adres van de zoekproxyserver in.
Gebruik een van de volgende invoerformaten.
•
Voorbeeld van hostnaam: "host.example.com"
•
Voorbeeld van IP-adres(IPv4): "192.168.1.1"
•
Voorbeeld van IP-adres (IPv6): "fe80::220:6bff:fe10:2f16"
Voer de servicenaam in op het padgedeelte van de URL waar de WS-zoek-
service is gepubliceerd in de zoekproxyserver (met maximaal 255 tekens).
Geef op of SSL moet worden gebruikt voor communicatie met een opspo-
ringsproxyserver.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Verander waar nodig het poortnummer van de zoekproxyserver.
Normaal kunt u het originele poortnummer gebruiken.
[80] of [443] (in gebruik of SSL) wordt standaard opgegeven.
d-Color MF752/652