9.1
Basisfaxinstellingen configureren
9
De netwerkfaxomgeving configureren
9.1
Basisfaxinstellingen configureren
9.1.1
De lijngebruikinstellingen configureren
Configureer de instellingen, zoals het telefoonlijntype (kiesmethode) en de faxontvangstmodus.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Fax Settings] - [Line Parameter Setting] en configureert u de volgende
instellingen.
Instellingen
[Dialing Method]
[Receive Mode]
[Number of RX Call Rings]
[Number of Redials]
[Redial Interval]
[Line Monitor Sound]
d-Color MF752/652
Beschrijving
Selecteer het lijntype naargelang van uw omgeving.
Selecteer een ontvangstmodus.
•
[Auto RX]: start automatisch met het ontvangen van een fax als de op-
roep een faxoproep is.
•
[Manual RX]: de ontvangst van een fax handmatig aanvragen. Selecteer
deze modus als er een telefoon is aangesloten op deze machine en als
u vaak spraakoproepen verwacht.
[Auto RX] wordt standaard opgegeven.
Wijzig indien nodig het aantal keer dat de telefoon rinkelt voordat een fax
automatisch wordt ontvangen.
[2x] wordt standaard opgegeven.
Als de machine de fax niet kan verzenden, kiest deze automatisch dezelfde
bestemming opnieuw nadat een bepaalde periode is verstreken. Wijzig, in-
dien nodig, het aantal voor opnieuw kiezen.
(Het instelbereik verschilt volgens de lokale normen.)
Wijzig, indien nodig, de intervallen voor opnieuw kiezen wanneer u een
waarde hebt opgegeven in [Number of Redials].
[3 min.] wordt standaard opgegeven.
Selecteer of geluiden moeten worden afgespeeld op de telefoonlijn via de
luidsprekers tijdens een faxcommunicatie.
[OFF] wordt standaard opgegeven.
9
9-3