8.4
De IPP-afdrukomgeving configureren
Basisinstellingen voor de IPP-afdruk configureren
Schakel de IPP-afdruk in. Registreer daarnaast de informatie van deze machine die wordt gebruikt voor
IPP-afdruk.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Network] - [IPP Setting] en configureert u de volgende instellingen.
Instellingen
[IPP Setting]
[Accept IPP job]
[Printer Name]
[Printer Location]
[Printer Information]
[Printer URI]
[Support Operation]
[Print Job]
[Valid Job]
[Cancel Job]
d-Color MF752/652
Beschrijving
Selecteer [ON] om de IPP-afdrukfunctie te gebruiken.
[ON] wordt standaard opgegeven.
Selecteer [ON] om de IPP-afdrukfunctie te gebruiken.
[ON] wordt standaard opgegeven.
Geef waar nodig de printernaam van deze machine op (tot 127 tekens).
Geef waar nodig de locatie op voor het installeren van deze machine (met
maximaal 127 tekens).
Geef waar nodig de printernaam van deze machine op (met maximaal
127 tekens).
Geeft de URI weer van de printers die gegevens met IPP kan afdrukken.
Selecteer, indien nodig, de bewerkingen die moeten worden ingeschakeld
in IPP.
Selecteer dit item om de IPP-afdrukfunctie te gebruiken.
Geef op of een afdrukopdracht moet worden toegestaan.
[ON] (geselecteerd) wordt standaard opgegeven.
Selecteer deze optie om bevestiging van een geldige opdracht toe te
staan.
[ON] (geselecteerd) wordt standaard opgegeven.
Selecteer deze optie om het annuleren van een opdracht toe te staan.
[ON] (geselecteerd) wordt standaard opgegeven.
8
8-11