[Printerinstellingen]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [DPWS-instellingen] -
[Printerinstellingen]
Configureer instellingen om afdrukken via de Webservice uit te voeren.
Instellingen
[AAN]/[UIT]
[Printernaam]
[Printer locatie]
[Printer informatie]
[Scannerinstellingen]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [DPWS-instellingen] -
[Scannerinstellingen]
Configureer instellingen om scannen via de Webservice uit te voeren.
Instellingen
[AAN]/[UIT]
[Scannernaam]
[Scannerlocatie]
[Scannergegevens]
[Time-out verbinding]
[Gedistribueerde scaninstellingen]
Om weer te geven: [Toepassing] - [Beheerderinstelling] - [Netwerkinstelling] - [Gedistribueerde
scaninstellingen]
Deze machine kan in het systeem worden ingebonden met het Gedistribueerd scanbeheer.
Selecteer of de scanfunctie die is gekoppeld aan de gedistribueerde scanserver van Windows Server 2008
R2, moet worden gebruikt.
De functie verzendt de originele gegevens die op deze machine zijn gescand naar de gedistribueerde
scanserver. Wanneer u het bestand ontvangt, voert de scanserver SMB verzenden of Scan naar e-mail uit of
wordt het verzonden naar de Microsoft Office SharePoint Server op basis van het geregistreerde PSP
(POST-SCAN-PROCESS).
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Tips
-
Schakel WS scan in en configureer de SSL-communicatie-instellingen vooraf.
-
Deze machine moet eerst deelnemen aan het Active Directory-domein.
d-Color MF752/652
Beschrijving
Selecteer of de WS-afdrukfunctie moet worden gebruikt.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Voer de naam in van deze machine wanneer u deze gebruikt als de
WS-printer (met maximaal 63 tekens).
Geef een printerlocatie op (met maximaal 63 tekens) als dat nodig is.
Voer printergegevens in (met maximaal 63 tekens) als dat nodig is.
Beschrijving
Selecteer of de functie WS-scanverzending moet worden gebruikt.
[UIT] wordt standaard opgegeven.
Voer de naam in van deze machine wanneer u deze gebruikt als de
WS-scanner(met maximaal 63 tekens).
Geef een scannerlocatie op (met maximaal 63 tekens) als dat nodig is.
Voer scannergegevens in (met maximaal 63 tekens) als dat nodig is.
Wijzig waar nodig de time-outtijd om een communicatie met de computer
te beperken.
[120 sec.] wordt standaard opgegeven.
17
17-31