9.3
Nuttige verzend- en ontvangstfuncties opgeven
3
Configureer de volgende instellingen onder [Forward TX Setting].
Instellingen
[Fax Forwarding Settings]
[Output Method]
[Forward Dest.]
[Line Setting]
[File Format]
[Page Setting]
d-Color MF752/652
Beschrijving
Selecteer [ON] om de functie Doorsturen TX te gebruiken.
[OFF] wordt standaard opgegeven.
Selecteer of een ontvangen fax moet worden afgedrukt op deze machine
wanneer deze wordt doorgestuurd.
•
[Forward & Print]: een ontvangen fax wordt doorgestuurd en afgedrukt
op deze machine.
•
[Forward & Print (If TX Fails)]: een ontvangen fax wordt op deze machi-
ne afdrukt als het doorsturen mislukt.
[Forward & Print] wordt standaard opgegeven.
Geef een doorstuurbestemming op voor een ontvangen fax.
•
[Select from Address]: stuurt een fax door naar een bestemming die is
geregistreerd in het adresboek op deze machine.
•
[Select from Group]: Zend een fax door naar een groep die op deze ma-
chine is geregistreerd.
•
[Direct Input]: stuurt een fax door naar het faxnummer dat u invoert.
Als er twee lijnen worden gebruikt, selecteert u de lijn die wordt gebruikt
voor het verzenden van een fax. Als [No Selection] is geselecteerd, wordt
een van de lijnen die niet bezet is, gebruikt voor de verzending.
[No Selection] wordt standaard opgegeven.
Selecteer een bestandstype voor het doorsturen van een fax.
U kunt een fax converteren naar een bestand, behalve wanneer de be-
stemming een fax is.
[PDF] wordt standaard opgegeven.
Selecteer een eenheid voor het klasseren van bestand wanneer een origi-
neel bestaat uit meerdere pagina's.
•
[Multi Page]: Vink dit selectievakje aan om alle pagina's om te zetten
naar één bestand.
•
[Page Separation]: schakel dit selectievakje in om elke pagina te con-
verteren naar een afzonderlijk bestand. Als [File Format] echter is inge-
steld op [JPEG], kunt u [Page Separation] niet selecteren.
[Multi Page] wordt standaard opgegeven.
9
9-15