16
16.8.2
Het ophalen van de machineteller toestaan
Wanneer u een service gebruikt die een diagnose op afstand maakt van de machinestatus, kan de
tellerinformatie die door deze machine wordt beheerd, opgehaald worden via het systeem voor diagnose op
afstand.
In de beheerdersmodus, selecteert u [User Authentication/Account Track] - [Counter Remote Control] en stelt
u [Counter Remote Control] in op [Allow] (standaard: [Restrict]).
Tips
-
Deze instelling is beschikbaar als u het systeem voor diagnose op afstand gebruikt en als de
gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie op deze machine zijn geïnstalleerd.
16.8.3
De bedrijfsstatus van de machine verzenden
Wanneer u een service gebruikt die op afstand een diagnose stelt van de machinestatus, verzendt u de
bedrijfsstatus van deze machine naar het systeem voor diagnose op afstand.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Maintenance] - [Call Remote Center] en klikt u vervolgens op [Call
Remote Center].
Tips
-
Deze instelling is beschikbaar als u het systeem voor diagnose op afstand gebruikt.
16.8.4
Het lezen en schrijven van informatie over de machineinstelling lezen en
schrijven
Wanneer u een service gebruikt die een diagnose op afstand maakt van de machinestatus, kunnen adressen
(adresboek, groep en programma) die zijn geregistreerd met deze machine en de authenticatie-informatie
(gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie), kunnen worden geïmporteerd of geëxporteerd van/naar
het systeem voor diagnose op afstand.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Maintenance] - [Remote Access Setting] en stelt u vervolgens
[Import/Export User Data] in op [Allow].
16-18
Koppelen met het externe diagnosesysteem
16.8
d-Color MF752/652