Advertenties
13.7
IEEE802.1x-authenticatie gebruiken
13.7
IEEE802.1x-authenticatie gebruiken
Indien IEEE802.1X-authenticatie is geïnstalleerd in uw omgeving, configureert u de volgende instellingen.
Wanneer u IEEE802.1X-authenticatie gebruikt, kunt u alleen apparaten die gemachtigd zijn door beheerders,
verbinden met de LAN-omgeving. Apparaten die niet zijn geauthenticeerd krijgen geen toegang tot het
netwerk, en dit zorgt dus voor een strikte beveiliging.
In de beheerdersmodus, selecteert u [Network] - [IEEE802.1X Authentication Setting] -
[IEEE802.1X Authentication Setting] en configureert u de volgende instellingen.
Instellingen
[IEEE802.1x Authentication
Setting]
[Supplicant Setting]
[User ID]
[Password]
[EAP-Type]
d-Color MF752/652
Beschrijving
Selecteer [ON] om de IEEE802.1X -authenticatie te gebruiken.
[OFF] wordt standaard opgegeven.
In de IEEE802.1x-authenticatie treedt deze machine op als een aanvrager
(client die moet worden geauthenticeerd).
Configureer de instellingen die vereist zijn voor authenticatie door de
authenticatieserver.
Voer een gebruikers-ID in (met maximaal 128 tekens).
Deze gebruikers-ID wordt gebruikt voor alle opties van EAP-Type.
Voer een wachtwoord met 128 tekens in.
Het wachtwoord wordt gebruikt voor alle andere opties van EAP-type dan
[EAP-TLS].
Om het wachtwoord in te voeren (wijzigen), schakelt u het selectievakje
[Password is changed.] in en voert vervolgens een nieuw wachtwoord in.
Selecteer een EAP-authenticatiemethode.
•
[Depend on Server]: het EAP-type dat door de authenticatieserver
wordt geleverd, gebruikt voor de authenticatie. Configureer de instellin-
gen van de aanvrager zoals vereist voor deze machine, volgens het
EAP-type die is geleverd door de authenticatieserver.
•
[OFF] niet selecteren.
[OFF] wordt standaard opgegeven.
13
13-23
Advertenties
