Motion-Control via EtherCAT
I
7
Instellingen op de EtherCAT-master
0 0
7.3.2
Instellingen voor de positiemodus
68
•
Het positiesetpoint wordt via de configureerbare PDO2 direct op de systeem-
variabele H499 geschreven en is als volgt geschaleerd:
– 1 motoromwenteling Ô 2
De in de besturing gebruikte groottes moeten voor de overdracht naar de regelaar
dienovereenkomstig geschaleerd worden.
•
Het besturingswoord kan als volgt verzonden worden:
– via PO1 tegelijkertijd met het positiesetpoint in PDO2
– of, als een optimalisatie van de statusmachine vereist is, direct op een systeem-
variabele in de IPOS
machine wordt dan als IPOS
controller uitgevoerd.
•
De positie die ter besturing verzonden wordt, wordt via de configureerbare PDO2
direct door de systeemvariabele H508 gelezen. De positie is als volgt geschaleerd:
– 1 motoromwenteling Ô 2
De ingelezen positie moet dan op de in de besturing gebruikte grootte geschaleerd
worden.
•
Het statuswoord kan ofwel via PI1 tegelijkertijd met het positiesetpoint in PDO2
verzonden worden, ofwel bij een toepassingsspecifieke aanpassing van de status-
plus®
machine in de IPOS
worden.
16
plus®
. De toepassingsspecifieke aanpassing van de status-
plus®
-programma of als plc-programma in de motion
16
direct door een systeemvariabele in de IPOS
Handboek – Veldbusinterface DFE24B EthernetCAT
plus®
gelezen