Configuratie en inbedrijfstelling
I
5
Configuratie van de EtherCAT-master voor MOVIDRIVE
0 0
5.2.2
Procedure voor de configuratie
26
Voor de configuratie van de MOVIDRIVE
volgt te werk:
1. Installeer (kopieer) het XML-bestand overeenkomstig de instructies van uw configu-
ratiesoftware. Na juiste installatie verschijnt het apparaat bij de slave-deelnemers
(onder SEW EURODRIVE Æ Drives) met de aanduiding MOVIDRIVE+DFE24B.
2. Via de menuoptie [Insert] kunt u het apparaat aan de EtherCAT-structuur toevoegen.
Het adres wordt automatisch toegewezen. Om de identificatie te vergemakkelijken
kunt u het apparaat een naam geven.
3. Kies de voor uw applicatie vereiste procesdataconfiguratie (zie hoofdstuk 5.2.3).
4. Koppel vervolgens de I/O- of periferieadressen aan de in- en uitgangsdata van het
applicatieprogramma.
Na de configuratie kunt u de EtherCAT-communicatie starten. De leds RUN en ERR
geven de communicatiestatus van de optie DFE24B weer (zie hoofdstuk 4.9 "Bedrijfs-
indicaties van de optie DFE24B").
®
B met XML-bestand
®
B met EtherCAT-veldbusinterface gaat u als
Handboek – Veldbusinterface DFE24B EthernetCAT