Inhoudsopgave
Advertenties
Status informatie
Tijdens bedrijf zal de bovenste display de status van de Unidrive-SP weergeven.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de statusmeldingen.
Statusmelding
rdY
Ready
Inh
Inhibit
run
Run
ACt
Regendrive Active
ACUU
Uitval netvoeding
Auto-tunE
Auto tune
dc
DC remmen
dEC
Decelereren
StoP
Stilstandskoppel
SCAn
Vliegende start
triP
Storing
PLC
PLC programma loopt
POS
Positioneert
boot
SmartCard > Drive
cArd
Drive > SmartCard
LoAding
Lt
Eindschakelaar
Alarmmeldingen
Tijdens bedrijf kunnen de onderstaande alarmmeldingen knipperend in display verschijnen.
Deze alarmmeldingen zijn samengevoegd in #10.19 en kunnen naar een programmeerbare
uitgang geleid worden.
Alarmmelding
Br.rS
Overbelastingsregister van de remweerstand heeft 75% overschreden en zal mogelijk leiden tot It.br trip.
Zie tevens #10.30 en #10.31
Hot
Of het koellichaam of het controlebord van de Unidrive –SP heeft de temperatuur voormelding bereikt,
mogelijk zal een O.ht2 of O.CtL trip volgen. Zie tevens de beschrijving van het Unidrive-SP thermisch
management in menu 6.
OULd
Het motoroverbelastingsregister heeft 75% overschreden. Of de motor is overbelast of de motormap is
niet correct geprogrammeerd in #0.41 t/m #0.47
Unidrive-SP in tripstatus
Indien een storing is opgetreden in de Unidrive-SP wordt er overgegaan in de tripstatus,
het bedrijfsgereedrelais op klem 41-42 zal afvallen, het bovenste display toont trIP en
het onderste display toont de storingsoorzaak.
Diagnose tijdens tripstatus
Tijdens de tripstatus zijn de onderstaande diagnoseparameters bevroren met de inhoud die deze parameters hadden
op het moment van de trip. In veel gevallen kan dit het herleiden van de tripoorzaak vergemakkelijken
1.01
Toerental wenswaarde (rpm) 3.04
1.03
Integrator ingang
2.01
Integrator uitgang
3.01
Toerental opdracht
3.02
Toerental meetwaarde (rpm) 5.01
3.03
Toerental afwijking
Storingsregister
De laatste tien trips staan opgeslagen in een schuifregister dat gevormd wordt door #10.20 t/m #10.29. Deze tien
parameters kunnen gekoppeld worden aan de powermodule waarin de storing optrad, of de tijdsvermelding wanneer de trip
optrad. Raadpleeg hiervoor de beschrijving en illustraties in menu 6 en 10.
Automatische reset
De meeste trips kunnen automatisch gereset worden met een programmeerbaar aantal resetpogingen en pauzetijd tussen
de resetpogingen. Raadpleeg hiervoor #10.33 t/m #10.36.
SP Closed Loop Handleiding, versie 2.2
Unidrive SP
Diagnose, alarm en trips
Vrijgave op klem 31 is geactiveerd en Unidrive-SP wacht op een runsignaal
Vrijgave op klem 31 is niet aanwezig
Unidrive-SP is in bedrijf en de motor wordt aangestuurd
Unidrive-SP werkt als active front-end en is in bedrijf.
Uitval van de netvoeding en Unidrive-SP decelereert. Zie tevens #6.03
Een autotune wordt uitgevoerd. Zie tevens #5.12
DC remmen is actief na wegschakelen van runsignaal. Zie tevens #6.01
Decelereert na wegschakelen van runsignaal. Zie tevens #6.01
Stilstandskoppel is actief. Zie tevens #6.08
Vliegende start is actief en Unidrive-SP "zoekt" het motortoerental. Zie tevens #6.09
Zie Unidrive-SP in tripstatus
Onderste display toont elke 10 sec. kortstondig PLC
Motoras wordt gepositioneerd via menu 13
Parameters worden geladen in de Unidrive SP tijdens inschakeling van de voeding
Parameter overdracht naar SmartCard tijdens inschakeling van de voeding
De Unidrive SP schrijft informatie naar een optiemodule
Eindschakelaarfuncties in #6.35 en #6.36 zijn toegepast en aangesproken
Bevroren parameters tijdens tripsituatie
Toerenregelaar uitgang (%) 5.03
(rpm) 4.01
Totale motorstroom
(rpm) 4.02
Koppelmakende stroom (A)
(rpm) 4.17
Magnetiseringsstroom
Uitgestuurde frequentie (Hz) 7.03
(rpm) 5.02
Uitgestuurde spanning
Pagina 202 van 208
Betekenis
Betekenis
(A)
5.05
7.01
(A)
7.02
(V)
run
1250
M
run
OVLd
M
triP
UU
M
Afgegeven vermogen (kW)
DC busspanning
(V)
Analoge ingang klem 5 (%)
Analoge ingang klem 7 (%)
Analoge ingang klem 8 (%)
Advertenties
Inhoudsopgave
