Inhoudsopgave
Advertenties
#5.12 = 3 (roterend)
Autotune ter bepaling van de massatraagheid (inertie). Raadpleeg de beschrijving van #2.38 op pagina 95.
Indien de last bestaat uit een dominant aanwezige massatraagheid kan tijdens acceleratie en deceleratie een koppel feed
forward gegenereerd worden. Deze feed forward wordt berekent m.b.v. totale massatraagheid (inertie) van motor + last in
#3.18 en de koppel constante (Nm/A) in #5.32. De inertie van de motor + last kan via een autotune gemeten worden door
#5.12 op 3 te programmeren. Na het geven van een runsignaal zal de motor in voorwaartse richting met een steeds hoger
koppel diverse malen accelereren naar 75% nominaal toerental en weer decelereren naar stilstand, waarbij de inertie zal
worden bepaald. De berekende koppel feed forward wordt weergegeven in #2.38 en zal in menu 4 bij de uitgang van de
toerenregelaar worden opgeteld waarbij #4.22 eest op On gezet moet worden.
#5.12 = 4 (berekening)
Indien #5.17 en #5.24 bekend zijn en handmatig geprogrammeerd, kan via deze autotune #4.13 en #4.14 berekend worden.
# 5.18 Schakel- c.q. modulatiefrequentie en koelventilatoren.
Een hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor maar ook een hoger verliesvermogen in de
regelaar. Als de Unidrive-SP op een hogere schakelfrequentie is geprogrammeerd dan 3 kHz zal zonodig de schakel-
frequentie automatisch worden gehalveerd om te voorkomen dat een overtemperatuur van het koellichaam of de IGBT
transistoren optreed. De reductie vindt plaats van 12 kHz. > 6 kHz. > 3 kHz. of van 16 kHz. > 8 kHz. > 4 kHz. Deze halvering
van de schakelfrequentie is afhankelijk van de belasting, uitgangsfrequentie en koellichaamtemperatuur. Automatische
halvering van de schakelfrequentie is uitschakelbaar door middel van #5.35.
In de Unidrive-SP is een omvangrijk thermisch management opgenomen dat gebaseerd is op temperatuur- en belastings-
metingen aangevuld met een thermisch model. Deze gezamenlijke gegevens resulteren in een thermisch belastingsniveau
dat wordt weergegeven in #7.35 en dat het toerental van de koelventilatoren in de Unidrive-SP regelt. Door het aansturen
van #6.45 kunnen deze ventilatoren naar wens naar maximaal toerental gedwongen worden. Het automatisch omschakelen
van de schakelfrequentie is gebaseerd op de volgende feiten en berekeningen.
Koellichaam >95°C .................................... Oh.t2 storing
Koellichaam >92°C ................................... Halveer schakelfrequentie naar 3 of 4 kHz.
Koellichaam >88°C ................................... Halveer schakelfrequentie naar 6 of 8 kHz
Koellichaam <85°C en IGBT < 135°C ...... Verdubbeling schakelfrequentie toegestaan
IGBT > 135°C ............................................ Reduceer schakelfrequentie, indien reeds op 3 of 4 kHz dan th storing
IGBT > 145°C ............................................ Oh.t1 storing
Gelijkrichter
DC+
L1
L2
L3
DC-
# 5.40 Voltage boost bij vliegende start in RFC mode
Indien de vliegende start (spin start) is vrijgegeven d.m.v. #6.09 = 1
wordt deze voltage boost gebruikt bij het scannen van het motor-
toerental. De inhoud in #5.40 in relatie tot het motorvermogen is in de
illustratie hiernaast weergegeven. Bij een te lage waarde zal het
motortoerental niet gedetecteerd kunnen worden. Bij een te hoge
waarde kan het voorkomen dat bij een start vanaf stilstand de motor
tijdens het scannen zal accelereren.
SP Closed Loop Handleiding, versie 2.2
SP Menu 5
.
DC tussenkring
IGBT stack
Fan
Fan
M
M
motormap
U
M
V
W
6.45
0
1
Ventilatoren
volle snelheid
.
#5.40
Pagina 111 van 208
10.18
Thermisch
7.04
management
7.05
7.06
7.34
7.35
7.36
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
0
20
40
60
80
100 120 140
kW
Alarm
IGBT temperatuur
gr. C
Vermogens print
temperatuur gr. C
Elektronica
temperatuur
gr. C
IGBT junction
temp. gr. C
Thermische
belasting
%
Vermogens print
temperatuur gr. C
160 180 200
Advertenties
Inhoudsopgave
