Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Unidrive SP Handleiding pagina 107

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameter-
Eigenschappen
type
RW
Programmeerbare parameter.
RO
Diagnoseparameter.
Bit
Bitparameter , inhoud is 0 of 1.
B
Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk
U
Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk.
Par.nr.
Omschrijving
5.01
Uitgestuurde frequentie
(0.11)
5.02
Uitgestuurde motorspanning
5.03
Afgegeven vermogen
5.04
5.05
DC tussenkringspanning
5.06
Nominale motorfrequentie
(0.47)
5.07
Nominale motorstroom
(0.46)
5.08
Nominaal motortoerental
(0.45)
5.09
Nominale motorspanning
(0.44)
5.10
Nominale motor cos.φ
(0.43)
5.11
Motor pooltal
(0.42)
5.12
Vrijgave auto tune.
(0.40)
Eerst motormap #5.06 t/m #5.11
programmeren.
(raadpleeg tevens pagina 110)
5.13
Flux optimalisatie (energy saving)
5.14
5.15
Gefixeerd boost niveau
5.16
RPM autotune
(0.33)
(raadpleeg tevens de beschrijving
van #5.08 op pagina 109)
5.17
Statorweerstand
5.18
Maximum schakelfrequentie
(0.41)
(raadpleeg tevens pagina 111)
5.19
5.20
5.21
Field gain reductie
5.22
5.23
5.24
Transiente motorinductie
5.25
Statorinductie van de motor
SP Closed Loop Handleiding, versie 2.2
SP Menu 5
motormap
Parameter-
type
R
S
P
K
F
Type
Eenh.
Fabr.
progr.
RO,B,F
Hertz
RO,U
Volt AC
RO,B
kW
RO,U
Volt DC
RW,U,F
Hertz
50,0
RW,U,F
Amp.
#11.32
RW,U,F
RPM
1.450
RW,U,F
Volt AC 400
RW,U,S,
0,850
P,F
RW,U,T,
polen
Auto
P,F
(0)
RW,U,P,
0
F
RW,Bit
OFF (0)
RW,U
%
RW,U
0
RW,U,P
0,000
RW,U,F
kHz.
3
RW,Bit
OFF (0)
RW,U
mH
0,000
RW,U
mH
0,00
Pagina 107 van 208
Eigenschappen
Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren.
Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen.
Kan niet beïnvloed worden via controleklemmen.
Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC
Parameter opgenomen in het nulmenu.
Bereik
Bijzonderheden
± 1250,0
Diagnose parameters
650
10.000
830
1.250,0
Gegevens van de motortypeplaat.
#11.32
Raadpleeg tevens de volgende pagina
40.000,00
480
1,000
60
Auto (0) = Berekening volgens motor data
2 pole (1) = 3000 RPM
4 pole (2) = 1500 RPM
6 pole (3) = 1000 RPM etc.
0-
- Uit
1-
- Statische autotune t.b.v. #4.13. #4.14, #5.17
en #5.24
2-
- Roterende autotune t.b.v #4.13. #4.14,
#5.17, #5.24, #5.25, #5.29 en #5.30.
3-
- Roterende autotune t.b.v. meting van de
totale massatraagheid van motor + last.
4-
- Statische autotune t.b.v. #4.13 en #4.14,
On (1)
Tijdens lage belasting wordt de flux in de
motor verlaagd om de verliezen in de motor te
reduceren. Niet te adviseren bij dynamische
toepassingen. Niet mogelijk bij RFC mode.
Boost niveau tijdens roterende autotune.
2
Tuning van vollasttoerental in #5.08 ter
afsluiting van de inbedrijfname. Actief bij
frequentie > 7Hz. en belasting > 65%
Programmeer #5.16 op 2 en als #5.08 zich
stabiliseert de inhoud opslaan, zet #5.16 dan
weer op 0 of permanent op 1.
0 = Autotune uitgeschakeld
1 = Langzame optimalisatie van #0.45.
2 = Snelle optimalisatie van #0.45.
65,000
Zie beschrijving autotune op de pagina 110.
3 - 16
3
(0) = 3 kHz
4
(1) = 4 kHz
6
(2) = 6 kHz
8
(3) = 9 kHz
12 (4) = 12 kHz
16 (5) = 16 kHz
On (1)
De versterking van de fluxregeling boven
nominaal toerental kan met deze parameter
gehalveerd worden om instabiliteit in dit
toerentalgebied te voorkomen
500,000
Raadpleeg de beschrijving van de autotune
op de pagina 110.
5000,00

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave