4.9.8.2
Basisgegevens machine invoeren
1. Roep met het functiekader
op "Type machine kiezen", zie hiervoor
hfdst. "Type machine kiezen", bladzijde 81.
2. Roep met het functiekader
op "Spuitboom uit- en inklappen", zie
hiervoor hfdst. "Spuitboombediening
kiezen", bladzijde 81.
3. Kies met het functiekader
van de tank.
4. Roep met het functiekader
op "Niveaumelder configureren" zie hiervoor
hfdst. "Niveaumelder configureren",
bladzijde 82.
5. Roep met het functieveld
" Werkbreedte invoeren". Geef de
werkbreedte van de spuitboom aan. Zie
hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en
cijfers", bladzijde 58.
6. Roep met het functiekader
op "Aantal secties invoeren". Geef het
aantal secties van uw spuitboom op. Zie
hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en
cijfers", bladzijde 58.
7. Roep met het functiekader
op "Spuitdoppen per sectie", zie hiervoor
hfdst. "Spuitdoppen per sectie invoeren",
bladzijde 83.
8. Met het functiekader
aanwezige doorstroommeters.
→ Op het display verschijnt het cijfer "1" (1
doorstroommeter) of "2" (1
doorstroommeter en 1 retourstroommeter).
UF 01 SB 238. 07.04
de functie
de functie
de grootte
de functie
Fig. 71
de invoer op
de invoer
de functie
Fig. 72
kiest u het aantal
Opbouw en werking
79