Pagina 1
Bedieningshandleiding UX 3200 UX 4200 UX 5200 Getrokken veldspuit Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG 2123 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0054.0 11.07 Bewaar de Printed in Germany bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Inhoud Tips voor de gebruiker ................10 Doel van het document ......................10 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............10 Gebruikte beschrijvingen .......................10 Algemene veiligheidsinstructies ..............11 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................11 Beschrijving van veiligheidssymbolen ...................13 Organisatorische maatregelen....................14 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................14 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen..................14 Scholing van de personen .....................15 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik...............16 Gevaren door resterende energie..................16 Onderhoud, service en oplossen van storingen ..............16...
Pagina 6
Inhoud 4.12 Gegevens over geluidsontwikkeling..................55 4.13 Benodigde tractoruitrusting ....................56 Opbouw en werking van de basismachine ..........57 Werkwijze ..........................57 Bedieningspaneel........................58 Cardanas ..........................61 5.3.1 Cardanas aankoppelen ......................63 5.3.2 Cardanas afkoppelen ......................64 Hydraulische aansluitingen ....................65 5.4.1 Hydraulische slangleidingen aansluiten ................
Pagina 7
Inhoud 6.1.4 Super-L-spuitbomen......................99 6.1.5 Super-L-spuitbomen, in-/uitklappen via tractorregeleenheid .........101 Werken met uitgeklapte spuitboom aan één zijde ...............102 Hydraulische hellingsverstelling (optie) ................103 Distance-Control (optie) .......................103 Spuitleidingen en spuitdoppen.....................104 6.5.1 Technische gegevens ......................104 6.5.2 Enkelvoudige spuitdoppen....................107 6.5.3 Meervoudige spuitdoppen (optie) ..................107 6.5.4 Randspuitdoppen, elektrisch (optie) ..................108 6.5.5 Schakeling eindspuitdop, elektrisch (optie) .................108...
Pagina 8
Inhoud 10.6 Spuiten ..........................158 10.6.1 Spuitvloeistof spuiten ......................160 10.6.2 Maatregelen ter vermindering van drift ................162 10.7 Resthoeveelheden ......................163 10.7.1 Verwijderen van resthoeveelheden..................163 Storingen ....................167 Reiniging, onderhoud en reparatien............168 12.1 Reiniging ..........................170 12.1.1 Reinigen van de spuit bij een geleegde tank ..............
Pagina 9
Spuittabel voor FD-spuitdoppen (toegestaan drukbereik 1,5 - 4 bar)........216 13.6 Spuittabel voor sleepslangsysteem (toegestaan drukbereik 1-4 bar)...........217 13.7 Omrekentabel voor het spuiten van vloeibare meststof ammoniumnitraat-ureumoplossing (AHL) ................219 Combinatiematrix..................220 14.1 Combinatiematrix UX 3200 ....................220 14.2 Combinatiematrix UX 4200 ....................222 Combinatiematrix UX 5200 ....................225 14.3 UX BAG0054.0 11.07...
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 12
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen • voor het leven van de chauffeur of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) geeft de ernst van het dreigende gevaar aan en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel beschikbaar te stellen, zoals bv.: • chemicaliënbestendige handschoenen, • een chemicaliënbestendige overall, • waterbestendige schoenen, • een gezichtsbescherming, •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De bevoegdheden van de personen voor het bedienen en onderhouden moeten duidelijk worden vastgelegd. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerde...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Bij onderdelen en slijtageonderdelen...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 076 Gevaar voor het intrekken of vangen voor hand of arm door aangedreven, onbeschermde ketting- of riemaandrijving! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan hand of arm. Open of verwijder nooit veiligheidsinrichtingen van ketting- of riemaandrijvingen •...
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies MD 082 Gevaar voor vallen van treeplanken en platforms tijdens het meerijden op de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen.
Algemene veiligheidsinstructies MD 094 Gevaar voor elektrische schok of verbrandingen door het onbedoeld aanraken van kabels die onder spanning staan of door het niet- toegestane benaderen van onder hoogspanning staande kabels! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop.
Pagina 22
Algemene veiligheidsinstructies MD 099 Gevaar door contact met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid als gevolg van ondeskundig gebruik van deze stoffen! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Trek beschermende kleding aan voordat u in contact komt met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Pagina 23
Algemene veiligheidsinstructies MD 103 Gevaar door contact met stoffen die schadelijk zijn voor gezondheid als gevolg van ondeskundig gebruik van het heldere water uit de handwastank. Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken! Gebruik het heldere water uit de handwastank nooit als drinkwater.
Pagina 24
Algemene veiligheidsinstructies MD 115 De maximale bedrijfsdruk van het hydraulische systeem bedraagt 200 bar. MD 118 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 540 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD 119 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 1000 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan.
Pagina 25
Algemene veiligheidsinstructies MD 169 Gevaar bij transportritten door onbedoeld uitzwenken van beweegbare delen van de machine uit de transportstand! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Sluit de kogelkraan van de hydraulische cilinder voor transportritten, om onbedoeld uitzwenken van beweegbare delen van de machine te voorkomen.
Pagina 26
Algemene veiligheidsinstructies ME 710 Mechanische steunpoot in transportstand in de onderste boring bevestigen! UX BAG0054.0 11.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 UX BAG0054.0 11.07...
Algemene veiligheidsinstructies Afb. 4 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. • kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de chauffeur WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen •...
Pagina 30
Algemene veiligheidsinstructies • Voordat u de machine aan de driepunts-hydraulica van de tractor aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! •...
Pagina 31
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine • Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is ο...
Algemene veiligheidsinstructies • Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de bouten van de topstang en trekstang met de lunspen zijn geborgd. • Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! • Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.3 Elektrisch systeem • Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.4 Gebruik van aftakassen • U mag alleen de door AMAZONEN-WERKEN voorgeschreven, met reglementaire veiligheidsvoorzieningen uitgeruste cardanassen gebruiken! • Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas in acht! • Beschermbuis en beschermtrechter van de cardanas moeten onbeschadigd zijn en de beschermplaat van de tractor- en machineaftakas moeten aangebracht zijn en zich in een reglementaire staat bevinden!
Algemene veiligheidsinstructies • Steek na het demonteren van de cardanas de beschermhoes op de aftakasstomp! • Houd er bij het gebruik van de wegafhankelijke aftakas rekening mee dat het aftakastoerental afhankelijk is van de rijsnelheid en de draairichting bij het achteruitrijden omkeert! 2.16.5 Aangehangen machines •...
Algemene veiligheidsinstructies Luchtdrukremsysteem • Maak voor het aankoppelen van de machine de afdichtingsringen aan de koppelingskoppen van de voorraad- en remleiding schoon! • U mag met een aangekoppelde machine pas vertrekken als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft! •...
Spuit geen gewasbeschermingsmiddelen die neigen tot vastkleven of verstarren! • Vul veldspuiten met water uit open wateren ter bescherming van mens, dier en milieu! • Vul veldspuiten ο alleen in vrije val via de waterleiding! ο alleen via originele AMAZONE-vulvoorzieningen! UX BAG0054.0 11.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.9 Reinigen, service en onderhoud • Voer onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden alleen uit bij ο uitgeschakelde aandrijving ο stilstaande tractormotor ο verwijderde contactsleutel ο uit de boordcomputer verwijderde machinestekker • Controleer regelmatig of moeren en schroeven nog goed vastzitten en draai ze indien nodig vaster aan! •...
Op- en afladen Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongevallen als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor aangesloten en gevuld is! • Koppel de machine volgens de voorschriften aan de tractor voor u de machine op een transportvoertuig laadt of van een transportvoertuig aflaadt! •...
Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk • geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine; • geeft de namen van de afzonderlijke bouwgroepen en bedieningshendels. Lees dit hoofdtuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
Pagina 41
Beschrijving van het product Afb. 7 (1) Spoelwatertank 2 (5) Pompuitrusting (2) Vulopening spoelwatertank 2 (6) Stopwiggen (3) Hydraulische steunpoot (7) Hydraulisch blok met systeemomschakelbout, jobcomputer (4) Handrem (8) Oliefilter met vervuilingsindicatie UX BAG0054.0 11.07...
Beschrijving van het product Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen • Transportvergrendeling (Afb. 8/1) op Super-L-spuitbomen ter voorkoming van onbedoeld uitklappen Afb. 8 • Transportvergrendeling (Afb. 9) op Super-S-spuitbomen ter voorkoming van onbedoeld uitklappen Afb. 9 • Afb. 10: Leuning aan het werkplatform Afb.
Beschrijving van het product Voedingsleidingen tussen tractor en machine Voedingsleidingen in parkeerstand: Afb. 13/... (1) Hydraulische slangleidingen (afhankelijk van uitrusting) (2) Elektrische kabel voor verlichting (3) Machinekabel met machinestekker voor bedieningsterminal (4) Remleiding met koppelingskop voor luchtdrukrem (z. afb.) Remleiding met aansluiting op hydraulische Afb.
• het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften •...
Beschrijving van het product 4.6.1 Reglementaire uitrusting van de veldspuit De reglementaire uitrusting van de veldspuit ontstaat door de combinatie van • Basistoestel en chassis • Banden • Dissel • Drukarmatuur • Pompuitrusting • Spuitbomen • Spuitleidingen met sectiekleppen en •...
Beschrijving van het product Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van • arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen • door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen •...
Beschrijving van het product 4.10 Typeplaatje en CE-markering De volgende afbeeldingen laten zien waar het typeplaatje (Afb. 16/1) en de CE-markering (Afb. 16/2) is aangebracht. Op het typeplaatje staan: • Serienummer van de machine: • Type • Toegest. systeemdruk bar •...
Beschrijving van het product 4.11 Technische gegevens 4.11.1 Totale afmetingen UX met Super-S-spuitbomen 4.11.2 Totale afmetingen UX met Super-L-spuitbomen (de totale hoogtes zijn afhankelijk van de banden.) UX BAG0054.0 11.07...
Beschrijving van het product 4.11.4 Gewichten basismachine en bouwgroepen Het basisgewicht (leeg gewicht) wordt berekend uit de som van de individuele gewichten van de bouwgroepen. Type UX 3200 4200 5200 [kg] Basismachine 1457 1527 1573 Verstelassen ongeremd Verstelassen geremd As star As gestuurd (7,5t / 6,5t) As gestuurd (9,5t / 8t) As star met...
ο bandendraagvermogen per wielpaar! De waarden voor het bepalen van het toegestane totale gewicht vindt u terug in de volgende tabellen. Toegestane steunlast UX 3200 1500 kg UX 4200 1800 kg UX 5200 2000 kg UX BAG0054.0 11.07...
Beschrijving van het product Toegestane aslast Verstelas Vaste as 931215 931208 73301808 73301905 73301693 73301904 73301002/ 73301003/ Bestel-nr. 931306 931305 star Type star star gestuurd star gestuurd star star ongeremd 1500 - 1500 - 1500 - 1500 - 1800 - 1800 - 1800 - 1800 -...
Pagina 54
Beschrijving van het product Draagvermogen per wielpaar 25 km/h 40 km/h 50 km/h Last- Banden toegestaan toegestaan toegestaan index bandendraagver bandendraagver bandendraagver mogen [kg] mogen [kg] mogen [kg] bij luchtdruk [b] bij luchtdruk [b] bij luchtdruk [b] 5883 5300 270/95 R48 LI 142 A8 6660 6000...
Beschrijving van het product Rijden met verlaagde bandenspanning • De in tabel 1 opgegeven bandenspanning is voor het bereiken van het toegestane bandendraagvermogen vereist! • Bij een geringere bandenspanning vermindert het bandendraagvermogen conform tabel 2! Neem hierbij de gereduceerde nuttige last van de machine in acht.
De tractor moet aan de belastingsspecifieke voorwaarden voldoen en met de vereiste elektrische en hydraulische aansluitingen alsmede remkoppelingen zijn uitgerust om met de machine te kunnen werken. Motorvermogen van de tractor UX 3200 vanaf 75 kW (100 pk) UX 4200 vanaf 85 kW (115 pk)
Opbouw en werking van de basismachine Opbouw en werking van de basismachine Werkwijze Afb. 17/... De spuitpomp (1) zuigt via de zuigarmatuur (E), de zuigleiding (2) en het zuigfilter (3) • de spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank (4); • spoelwater uit de spoelwatertank (5); Met het spoelwater wordt het spuitsysteem gereinigd.
Opbouw en werking van de basismachine Bedieningspaneel De instelling van de verschillende modi gebeurt centraal aan het bedieningspaneel via de verschillende bedieningselementen. Afb. 18 (1) Zuigfilter (D) Omschakelkraan injector (2) Drukfilter (E) Handbediening zuigarmatuur (3) Vulaansluiting spoelwatertank (F) Omschakelkraan ringleiding / fust spoelen (4) Vulaansluiting van de spuitvloeistoftank via (G) Omschakelkraan vulmengbak afzuigen / de zuigslang...
Pagina 59
Opbouw en werking van de basismachine • - Omschakelkraan drukarmatuur ο Spuiten ο Reiniging ο Injectorfunctie ο Spuitvloeistoftank vullen • - Omschakelkraan reiniging binnenzijde Afb. 19 • - Omschakelkraan reiniging buitenzijde • - Omschakelkraan injector Optie: • – Omschakelkraan vullen •...
Pagina 60
Opbouw en werking van de basismachine • - Omschakelkraan vulmengbak afzuigen / ECO-FILL ○ Nulstand ○ Vulmengbak afzuigen ○ ECO-FILL Vulaansluiting voor spuitvloeistoftank Afb. 22 • - Omschakelkraan hoofdroerwerk Afb. 23 • - Omschakelkraan extra roerwerk ○ Resthoeveelheid in het drukfilter aftappen Afb.
Opbouw en werking van de basismachine Cardanas De homokinetische aandrijfas zorgt voor de krachtoverdracht tussen tractor en machine. Afb. 26: • Homokinetische aandrijfas (860 mm) voor trekhaak- en Hitchdissel • Alleen voor Rusland: Homokinetische aandrijfas (860 mm) voor trekhaak- en Hitchdissel •...
Pagina 62
Opbouw en werking van de basismachine WAARSCHUWING Gevaren door het grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas in de zone van de krachtoverdracht tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.3.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel de cardanas aan de tractor voordat de machine aan de tractor wordt aangekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige koppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine 5.3.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine eerst van de tractor af voordat de cardanas van de tractor wordt afgekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige afkoppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
Opbouw en werking van de basismachine Profi-klapsysteem: Maximaal toegestane druk in de olieretourleiding: 10 bar Sluit de olieretourleiding daarom niet op de tractorregeleenheid aan maar op een drukloze olieretourleiding met grote steekkoppeling. WAARSCHUWING Gebruik voor de olieretourleiding alleen leidingen DN16 en kies korte retourtrajecten.
Opbouw en werking van de basismachine 5.4.2 Hydraulische slangleidingen loskoppelen 1. Zet de bedieningshendel op de regeleenheid in de tractor in de neutrale stand. 2. Verwijder de hydraulische stekkers uit de hydraulische moffen. 3. Bescherm de hydraulische stekkers en hydraulische aansluitingen met de beschermkappen tegen verontreiniging.
Opbouw en werking van de basismachine Luchtdrukremsysteem Het naleven van de onderhoudsintervallen is absoluut vereist voor het perfect functioneren van het gescheiden bedrijfsremsysteem. Afb. 28/... 1. Remkrachtregelaar met handhendel voor het manueel instellen van de remkracht. De instelling van de remkracht gebeurt in 4 standen afhankelijk van de beladingstoestand van de getrokken veldspuit.
Opbouw en werking van de basismachine • Enkel drukluchtremsysteem Afb. 31/... (1) Koppelingskop (zwart) Afb. 31 5.5.1 Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB) Bij machines met ALB regelt de AMATRON de remkracht afhankelijke van het vulpeil in de tank. Om de remkracht te kunnen aanpassen aan het vulpeil in de tank moet de AMATRON zijn ingeschakeld.
Opbouw en werking van de basismachine 5.5.2 Aankoppelen van het remsysteem WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door niet naar behoren functionerend remsysteem! • Zorg er bij het aankoppelen van de rem- en voorraadleiding voor ο...
Opbouw en werking van de basismachine 5.5.3 Afkoppelen van het remsysteem WAARSCHUWING Gevaar door beknellen, snijden, vastgrijpen, intrekken en stoten door een per ongeluk wegrollende machine bij een geloste bedrijfsrem! Gescheiden drukluchtremsysteem: • Ontkoppel altijd eerst de koppelingskop van de voorraadleiding (rood) en dan de koppelingskop van de remleiding (geel).
Opbouw en werking van de basismachine 5.5.4 Handrem De aangetrokken handrem beveiligt de afgekoppelde machine tegen het per ongeluk wegrollen. De handrem wordt bediend bij het verdraaien van de kruk via spil en kabel. • Kruk; vergrendeld in rustpositie (Afb. 32). •...
Opbouw en werking van de basismachine Hydraulisch bedrijfsremsysteem Voor het aansturen van het hydraulische bedrijfdsremsysteem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig. 5.6.1 Aankoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkappen. 2. Reinig eventueel de hydraulische stekkers en de hydraulische contactdoos.
Opbouw en werking van de basismachine Dissels Controleer na het koppelen de veilige verbinding bij automatische aanhangkoppelingen. Beveilig bij niet-automatische aanhangkoppelingen de koppelingsbout na het insteken vormsluitend. • Trekhaakdissel (Afb. 35) De trekhaakdissel wordt in de tractorboutkoppeling bevestigd. Afb. 35 •...
Opbouw en werking van de basismachine Trail-Tron-naloopbesturing De Trail-Tron-naloopbesturing voor de automatische, praktisch spoorgetrouwe naloop registreert de hoekpositie (Afb. 37/1) van de dissel (Afb. 37/2) t.o.v. de rijrichting van de tractor. Bij afwijking van de disselpositie t.o.v. de middelste stand van de tractor (dissel in lijn met de tractor) stuurt de Trail-Tron •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.8.1 Trail-Tron-stuurdissel Afb. 38/... (1) Stuurdissel (2) Stuurcilinder (3) Kogelkraan voor het blokkeren van de hydraulische cilinder bij transportritten • Stand 0 → Bediening geblokkeerd • Stand 1 → Bediening gedeblokkeerd Afb. 38 GEVAAR De Trail-Tron-stuurdissel •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.8.2 Trail-Tron-stuuras Afb. 39/... (1) Naloopstuuras (2) Stuurcilinder Voor machines met een • spoorbreedte kleiner dan 1800 • bandbreedte groter dan 500 mm: Afb. 39 1. Stuuras via de handmatige besturing van de AMATRON maximaal uitslaan, zodat er geen botsing ontstaat.
Opbouw en werking van de basismachine 5.10 Hydraulische steunpoot De hydraulisch bediende steunpoot (Afb. 41/1) steunt de afgekoppelde veldspuit. De bediening gebeurt via een dubbel werkende regeleenheid. Tractorregeleenheid 1: • steunpoot oplichten: slangmarkering 3x blauw. • steunpoot laten zakken: slangmarkering 4x blauw. GEVAAR Als de machine op de hydraulische Afb.
Opbouw en werking van de basismachine 5.12 Spuitvloeistoftank Het vullen van de spuitvloeistoftank gebeurt via • de vulopening in de vuleenheid, • de zuigslang (optie) op de zuigaansluiting, • de druk-vulaansluiting (optie) Afb. 45 (1) Spuitvloeistoftank (2) Reiniging binnenzijde (3) Klap-/schroefdeksel van de vulopening (4) Vulaansluiting extern (5) Vulzeef (6) Ontluchting...
Opbouw en werking van de basismachine 5.12.1 Vulpeilindicatie aan de machine De vulpeilindicatie geeft de inhoud [l] van de spuitvloeistoftank aan. Het vulpeil aan de machine wordt • elektronisch (Afb. 68/1)(optie) • mechanisch (Afb. 68/2) weergegeven. Afb. 46 5.12.2 Roerwerken De veldspuit heeft een hoofdroerwerk en een hulproerwerk.
Opbouw en werking van de basismachine Let erop, dat de ladder in transportstand is vergrendeld. Afb. 48/... (1) Opgeklapte, in transportstand beveiligde ladder. (2) Vangbeugel om onbedoeld neerklappen van de ladder te voorkomen. (3) Automatische vergrendeling Voor het ontgrendelen van de automatische vergrendeling de hendel naar boven draaien.
Opbouw en werking van de basismachine 5.13 Spoelwatertanks Afb. 50 UX3200 : een spoelwatertank (320 l inhoud) UX4200/5200 : twee met elkaar verbonden spoelwatertanks. (In totaal 520 l inhoud.) Afb. 50, Afb. 51/… (1) Spoelwatertank (2) Schroefdeksel met ontluchting (3) Vulpeilindicatie (4) Vulaansluiting Afb.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14 Vulmengbak met vulaansluiting ECO-FILL en fust spoelen Afb. 52/... (1) Zwenkbare vulmengbak voor het ingieten, oplossen en inzuigen van gewasbeschermingsmiddelen en ureum. (2) Klapdeksel (3) Handgreep voor het wegdraaien van de vulmengbak. (4) Omschakelkraan ringleiding / fust spoelen. (5) Parallellogramarm voor het wegdraaien van de vulmengbak van transport- in vulstand.
Opbouw en werking van de basismachine 5.15 Verswatertank Afb. 55/… (1) Verswatertanktankinhoud: 18 l) (2) Slang (3) Aftapkraan voor helder water ο voor het wassen van de handen of ο voor het reinigen van de spuitdoppen. (4) Zeepdispenser Vul de verswatertank alleen met helder water.
Opbouw en werking van de basismachine 5.17 Pompuitrusting Alle onderdelen die in direct contact staan met gewasbeschermingsmiddelen zijn van spuitgietaluminium met kunststof coating resp. van kunststof. Volgens de huidige stand van kennis zijn deze pompen geschikt voor het spreiden van de algemeen in de handel verkrijgbare gewasbeschermingsmiddelen en vloeibare kunstmest.
Opbouw en werking van de basismachine 5.18 Filteruitrusting • Gebruik alle aanwezige filters van de filteruitrusting. Reinig de filters regelmatig (zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging", pagina 188). Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen door een perfecte filtrering van de spuitvloeistof bereikt. Een perfecte filtrering beïnvloedt in aanzienlijke mate het behandelingssucces van de gewasbeschermingsmaatregel.
Opbouw en werking van de basismachine 5.18.3 Zelfreinigend drukfilter Het zelfreinigend drukfilter (Afb. 60/1) • verhindert het verstoppen van het spuitdopfilter voor de spuitdoppen. • heeft een groter aantal gaatjes/inch dan het zuigfilter. Is een extra roerwerk ingeschakeld, dan wordt het binnenvlak van het drukfilterelement permanent uitgespoeld en niet opgeloste spuitvloeistof- en vuildeeltjes worden naar de...
Opbouw en werking van de basismachine 5.18.5 Bodemzeef in de vulmengbak De bodemzeef (Afb. 62/1) in de vulmengbak verhindert het aanzuigen van klompen en vreemde partikels. Afb. 62 5.19 Trekinrichting (optie) De trekinrichting (Afb. 63) is bedoeld voor tweeassige aanhangwagens zonder steunlast. Het toegestane totale gewicht van de aanhanger moet •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.21 Inrichting voor buitenreiniging (optie) Afb. 65/… Inrichting voor buitenreiniging van de veldspuit inclusief (1) slanghaspel, (2) 20 m drukslang, (3) spuitpistool Bedrijfsdruk: 10 bar Wateropbrengst: 18 l/min Afb. 65 WAARSCHUWING Gevaar door uitstromen van vloeistoffen onder druk en verontreiniging met spuitvloeistof als het spuitpistool onbedoeld...
Opbouw en werking van de basismachine 5.22 Comfort-uitrusting Comfort-uitrusting voor machines met AMATRON Functies van de Comfort-uitrusting: • Reiniging – op afstand bediende resthoeveelheidsverdunning en reiniging binnenzijde bij het onderbreken van het spuiten zonder dat de tractor moet worden verlaten. ο...
Opbouw en werking van de basismachine AMATRON 5.23 Via de bedieningsterminal AMATRON (Afb. 68) wordt het volgende geregeld: • de invoer van de machinespecifieke gegevens. • de invoer van de orderspecifieke gegevens; • de aansturing van de veldspuit voor het veranderen van de dosering bij het spuiten;...
Constructie en werking van de spuitbomen Constructie en werking van de spuitbomen De reglementaire toestand van de spuitbomen alsook de ophanging beïnvloeden de verdeelnauwkeurigheid van de spuitvloeistof aanzienlijk. Een volledige overlapping wordt bereikt bij een juist ingestelde spuithoogte van de spuitbomen op het gewas. De spuitdoppen zijn op een afstand van 50 cm aan de spuitbomen aangebracht.
Pagina 93
Constructie en werking van de spuitbomen Uit- en inklappen GEVAAR Houd bij het uit- en inklappen van de spuitbomen altijd voldoende afstand tot de bovengrondse leidingen! Contact met de bovengrondse leidingen kan dodelijke verwondingen veroorzaken. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van het gehele lichaam kan ontstaan wanneer personen door zijwaarts zwenkende delen van de machine worden gegrepen! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg...
Constructie en werking van de spuitbomen Trillingsdemping De vergrendeling van de trillingsdemping (Afb. 70/1) wordt op de bedieningsterminal aangegeven. Afb. 72/… (1) Trillingsdemping ontgrendeld. (2) Trillingsdemping vergrendeld. De veiligheidsvoorziening van de trillingsdemping is hier voor een beter overzicht verwijderd. Afb. 70 Trillingsdemping ontgrendelen: Een gelijkmatige dwarsverdeling wordt alleen bij een ontgrendelde trillingsdemping bereikt.
Constructie en werking van de spuitbomen Super-S-spuitbomen Afb. 72 (4) Buitenarmbeveiliging, zie op pagina 94 Afb. 72/... (5) Trillingsdemping, zie pagina 94. (1) Spuitboom met spuitleidingen (hier samengevouwen armpakketten). (6) Spuitboomarmatuur (2) Spuitdopbeschermbuis (7) Druksensor (3) Afstandhouder Afb. 73/... (1) Drukaansluiting voor spuitdrukmanometer (2) Doorstromingsmeter voor het bepalen van de dosering [l/ha] (3) Terugstromingsmeter voor het bepalen van...
Constructie en werking van de spuitbomen 6.1.1 Transportbeveiliging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen kan ontstaan als de in transportstand ingeklapte spuitbomen tijdens het transport onbedoeld uitklappen! Vergrendel de samengevouwen spuitbomen met de transportbeveiliging in transportstand voordat u transportritten uitvoert! Transportbeveiliging ontgrendelen Licht de spuitbomen via de hoogteverstelling op...
Constructie en werking van de spuitbomen 6.1.2 Super-S-spuitbomen, in- en uitklappen met tractorregeleenheid Profi-klapsysteem: zie bedieningshandleiding AMATRON Voorkeuzeklapfunctie: afhankelijk van de uitrusting moet op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitbomen in-/uitklappen" worden ingedrukt voordat de tractorregeleenheid 2 (groen) wordt bediend om de spuitbomen uit te klappen. Zie afzonderlijke bedieningshandleiding AMASPRAY AMATRON Spuitbomen uitklappen:...
Constructie en werking van de spuitbomen 6.1.3 Vergroting / verkleining van de werkbreedte (optie) • Vergroting tot max. 1,20 m • Reduceren van 24 m tot 18 m werkbreedte • Reduceren van 24 m tot 12 m werkbreedte Voor een symmetrische verkleining van de werkbreedte van de spuitboomarmen moeten de Super- S-spuitbomen worden verkleind.
Constructie en werking van de spuitbomen 6.1.4 Super-L-spuitbomen Afb. 78 Afb. 78/... (1) Spuitbomen met spuitleidingen (6) Buitenarmbeveiliging, zie op pagina 94 (7) Trillingsdemping, zie pagina Fehler! (2) Transportbeveiligingsbeugel Textmarke nicht definiert. (3) Parallellogramframe voor de hoogteverstelling van de spuitboom. (8) Spuitboomarmatuur, zie Afb.
Constructie en werking van de spuitbomen Transportbeveiliging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen kan ontstaan als de in transportstand ingeklapte spuitbomen tijdens het transport onbedoeld uitklappen! Vergrendel de samengevouwen spuitbomen met de transportbeveiliging in transportstand voordat u transportritten uitvoert! De transportbeveiligingsbeugels dienen voor het vergrendelen van de ingeklapte spuitbomen in...
Constructie en werking van de spuitbomen 6.1.5 Super-L-spuitbomen, in-/uitklappen via tractorregeleenheid Profi-klapsysteem: zie bedieningshandleiding AMATRON Voorkeuzeklapfunctie: afhankelijk van de uitrusting moet op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitbomen in-/uitklappen" worden ingedrukt voordat de tractorregeleenheid 2 (groen) wordt bediend om de spuitbomen uit te klappen. Zie afzonderlijke bedieningshandleiding AMASPRAY AMATRON Spuitbomen uitklappen:...
Constructie en werking van de spuitbomen Werken met uitgeklapte spuitboom aan één zijde Toegestaan is het werken met uitgeklapte spuitboom aan één zijde • alleen met vergrendelde trillingsdemping. • alleen voor het kortstondig passeren van hindernissen (boom, stroommast etc.). • Vergrendel de trillingsdemping voor u de spuitboom aan één zijde samenvouwt of uitvouwt.
Constructie en werking van de spuitbomen Hydraulische hellingsverstelling (optie) De spuitbomen kunnen evenwijdig met de grond of de te bewerken oppervlakte worden gezet met de hydraulische hellingverstelling bij ongunstige terreinomstandigheden, zoals diepte spuitsporen of met een wiel in de voor. Instelling via: •...
Constructie en werking van de spuitbomen Spuitleidingen en spuitdoppen De spuitbomen kunnen met verschillende spuitleidingen uitgerust worden. De spuitleidingen op hun beurt kunnen met enkelvoudige of meervoudige spuitdoppen uitgerust worden, afhankelijk van de werkomstandigheden. Afb. 82 6.5.1 Technische gegevens Houd er rekening mee dat de resthoeveelheid in de spuitleiding nog in onverdunde concentratie uitgespoten wordt.
Pagina 105
Constructie en werking van de spuitbomen Spuitleiding Super S-spuitbomen met enkelvoudige of meervoudige spuitdoppen UX BAG0054.0 11.07...
Pagina 106
Constructie en werking van de spuitbomen Spuitleiding Super-L-spuitbomen met enkelvoudige of meervoudige spuitdoppen UX BAG0054.0 11.07...
Constructie en werking van de spuitbomen 6.5.2 Enkelvoudige spuitdoppen Afb. 83/... (1) Spuitdophouder met bajonetaansluiting (standaard). (2) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement (3) het membraan op de membraanzitting (4) in de spuitdophouder. Hierdoor wordt het nadruppelen bij het uitschakelen van de spuitdoppen bij een uitgeschakelde spuitboom vermeden.
Constructie en werking van de spuitbomen (1) Spuitdophouder. (2) Drievoudige spuitdopkop. (3) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement (4) het membraan op de membraanzitting (5) in de 3-weg spuitdophouder. Hierdoor wordt het nadruppelen bij het uitschakelen van de spuitdoppen bij een uitgeschakelde spuitboom vermeden.
Constructie en werking van de spuitbomen Speciale uitrusting voor vloeibare kunstmest Voor de toediening van vloeibare kunstmest staan er momenteel twee verschillende soorten vloeibare kunstmest ter beschikking: • Ammoniumnitraat-ureumoplossing (AHL) met 28 kg N per 100 kg AHL. • Een NP-oplossing 10-34-0 met 10 kg N en 34 kg P per 100 kg NP-oplossing.
Constructie en werking van de spuitbomen 6.6.2 5- en 7-gaats-spuitdoppen / FD-spuitdoppen (optie) Voor het gebruik van de 5- en 7-gaats- spuitdoppen / FD-spuitdoppen gelden dezelfde voorwaarden als voor de 3-gaats-spuitdoppen. In tegenstelling tot bij de 3-gaats-spuitdop zijn bij de 5- en 7-gaats-spuitdop / FD-spuitdop de uitlaatopeningen niet naar onderen gericht, maar zijwaarts.
Constructie en werking van de spuitbomen 6.6.3 Sleepslanguitrusting voor Super-S-spuitbomen (optie) Sleepslangsysteem met doseerschijven (nr. 4916-39) voor de bijbemesting met vloeibare meststof. Afb. 89 Afb. 89 (1) Genummerde, afzonderlijke sleepslangsecties met 25 cm spuitdop- en slangafstand. Gemonteerd is het nr. 1 links buiten in rijrichting gezien, nr.
Constructie en werking van de spuitbomen 6.6.4 Sleepslanguitrusting voor Super-L-spuitbomen (optie) • met doseerschijven voor de bijbemesting met vloeibare meststof Afb. 90/... (1) Sleepslangen met 25 cm slangafstand door montage van de 2e spuitleiding. (2) Bajonetaansluiting met doseerschijven. (3) Metalen gewichten; stabiliseren de positie van de slangen tijdens het werken.
Constructie en werking van de spuitbomen Verspreiden van vloeibare meststof • Optionele verhoging van de dosering voor het verspreiden van vloeibare meststof. De maximale dosering wordt verhoogd tot maximaal 400 l/min. • De roerwerkpomp wordt hierbij gebruikt ter verhoging van de dosering.
Pagina 114
Constructie en werking van de spuitbomen Omschakelkranen Afb. 95/1: Omschakelkraan NTS • Stand A: NTS-spuitleiding ingeschakeld • Stand B: NTS-spuitleiding uitgeschakeld (hoofdroerwerk aan) Afb. 95/2: Omschakelkraan terugslagklep • Stand A: NTS-spuitleiding open (voor NTS- functie) Afb. 95 • Stand B: NTS-spuitleiding gesloten Afb.
Constructie en werking van de spuitbomen Toepassing Om de NTS-spuitleiding in te schakelen ter verhoging van de maximale dosering als volgt te werk gaan. 1. Van de AMATRON de NTS-bemesting aan. 2. Schakelaar van de schakelkast in stand A. 3. Omschakelkraan NTS in stand A. 4.
Constructie en werking van de spuitbomen Schuimmarkering (optie) Met de naderhand leverbare schuimmarkering (Afb. 100/1 en Afb. 100/3) kan exact aansluitend worden gereden bij het spuiten op akkers zonder gemarkeerde rijpaden. De markering gebeurt via schuimvlokken. De schuimvlokken worden op instelbare afstanden van ca.
Pagina 117
Constructie en werking van de spuitbomen Afb. 103/... (1) Lucht- en vloeistofmenger (2) Flexibele kunststof spuitdop Zie ook gebruiksaanwijzing AMATRON Afb. 103 Bedieningsdeel Voor machines zonder AMATRON Afb. 104/... (1) Schuimmarkering links aan (2) Schuimmarkering rechts aan (3) Schuimmarkering uit (4) Aansluiting aan compressor (5) Aansluiting aan tractorvoorziening Afb.
Constructie en werking van de spuitbomen Drukcirculatiesysteem (DCS) (optie) • Schakel het drukcirculatiesysteem in normale spuitomstandigheden altijd in. • Schakel het drukcirculatiesysteem bij het gebruik van sleepslangen altijd uit. Het drukcirculatiesysteem • maakt bij een ingeschakeld drukcirculatiesysteem een permanente vloeistofcirculatie in de spuitleiding. Hiervoor is aan elke sectie een spoelaansluitslang (Afb.
Constructie en werking van de spuitbomen Overzicht – drukcirculatiesysteem (DCS) Afb. 107 (1) Drukcirculatiesysteem DCS (2) DCS-omschakelkraan (3) DCS-drukbegrenzingsklep (4) DCS-terugslagklep 6.9.1 Leidingfilter voor spuitleidingen (optie) Het leidingfilter (Afb. 108/1) • wordt per sectie in de spuitleidingen gemonteerd. • is een bijkomende maatregelen om vervuiling aan de spuitdoppen te vermijden.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het inbedrijfstellen van uw machine. • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
Inbedrijfstelling 7.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 109 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Frontgewicht (indien voorhanden) zie technische gegevens frontgewicht of wegen [kg] Maximale steunlast...
Inbedrijfstelling 7.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 7.1.1.7) in.
Pagina 124
Inbedrijfstelling 7.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter ≤ Totaalgewicht ≤ ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling 7.1.2 Voorwaarden voor het in gebruik nemen van tractoren met aangehangen machines WAARSCHUWING Gevaren door breuk bij het gebruik van bouwdelen door niet- toegestane combinaties van verbindingselementen! • Zorg ervoor ο dat de verbindingsinrichting aan de tractor een voldoende grote steunlast voor de werkelijk voorhanden steunlast vertoont.
Inbedrijfstelling De werkelijke D -waarde van een te koppelen combinatie wordt als volgt berekend: T x C = g x T + C Afb. 111 Toegestaan totaal gewicht van uw tractor in [t] (zie bedieningshandleiding tractor of kentekenbewijs) Asbelasting van de met de toegestane massa (nuttige belasting) beladen machine in [t] zonder steunlast Versnelling tengevolge van de zwaartekracht (9,81 m/s²) Werkelijke, berekende...
Inbedrijfstelling Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door • beschadigde en/of kapotte, wegvliegende bouwdelen kan ontstaan voor bedieningspersoneel / derden als de cardanas bij het optillen/neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine samengedrukt of uit elkaar getrokken wordt omdat de lengte van de cardanas niet goed is aangepast! •...
Pagina 128
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk • wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • verlagen van de opgetilde machine! Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, wegrollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine.
Inbedrijfstelling Wielen monteren Is de machine met noodwielen uitgerust, dan moeten voor de ingebruikname loopwielen worden gemonteerd. WAARSCHUWING • Er mogen uitsluitend banden worden gebruikt die aan de technische specificaties (pagina 54) voldoen. • Bij de velgen die voor de loopwielen worden gebruikt, moet de velgplaat rondom gelast zijn! •...
Inbedrijfstelling Systeemomschakelbout aan hydraulisch blok instellen • alleen bij Profi-klapsysteem: Stem absoluut de instelling van de systeemomschakelbout op het hydraulische systeem van uw tractor af. Verhoogde temperaturen van de hydraulische olie zijn het gevolg van een niet correcte instelling van de systeemomschakelbout, veroorzaakt door permanente belasting van het overdrukklep van het hydraulische systeem van de tractor.
Inbedrijfstelling • Systeemafstelbout instellen: ○ Contramoer lossen ○ Systeemafstelbout tot aan de aanslag uitdraaien (fabrieksinstelling) of indraaien. ο Contramoer aandraaien. 7.6.1 Trail-Tron-draaihoeksensor Voor het gebruik van de Trail-Tron-dissel moet aan tractorzijde een houder (Afb. 114/1) voor de draaihoeksensor (Afb. 114/2) worden gemonteerd.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Neem bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" in acht, pagina 29. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen...
Pagina 134
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! • Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine altijd op een vlakke en stevige bodem. Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden.
Machine aan- en afkoppelen 8.2.1 Rangeren met de afgekoppelde machine GEVAAR U moet bijzonder voorzichtig zijn bij het rangeren met de veldspuit wanneer de bedrijfsrem buiten werking is. Het volledige remvermogen komt namelijk van het rangerende voertuig. De machine moet met het rangerende voertuig verbonden zijn voor u de ontlastingsklep op het aanhangerremklep lost.
Transportritten Transportritten • Neem bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" vanaf pagina 31 in acht bij het. • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht. ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is. ο het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lopende gebreken.
Pagina 138
Transportritten WAARSCHUWING Het zonder toestemming meerijden op de machine kan ertoe leiden dat de machine omkantelt! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Stuur persoen van het laadterrein voordat u met de machine gaat rijden.
Pagina 139
Transportritten WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door omkantelen van de machine! Stuuras/-dissel in middenstand zetten (dissel/wielen liggen gelijk met lengteas van de machine)! • Naloopbesturing via tractorregeleenheid: Bedien tractorregeleenheid 4 (slangmarkering 3x / 4x blauw) totdat de dissel in de nulstand (Afb. 116/1) staat.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine", vanaf pagina 18 en • "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener", vanaf pagina 29 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid.
Pagina 141
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. • onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u storingen aan de machine verhelpt, zie hiervoor pagina 129.
Pagina 142
Werken met de machine Bij het gebruik van de machine kan het tot krassen aan de spuitvloeistoftank door chassisdelen komen. Die zijn voor de houdbaarheid van de spuitvloeistoftank niet van betekenis! WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmiddelen / spuitvloeistof! •...
Werken met de machine 10.1 Spuiten voorbereiden • Voor het nauwkeurig toedienen van gewasbeschermingsmiddelen moet de veldspuit in goede staat zijn. Laat de veldspuit regelmatig op de testbank testen. Verhelp eventuele storingen meteen. • Gebruik alle voorgeschreven filters. Reinig de filters regelmatig. Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen door een perfecte filtrering van de spuitvloeistof bereikt.
Werken met de machine 10.2 Spuitvloeistof aanmaken WAARSCHUWING Draag altijd veiligheidshandschoenen en de nodige veiligheidskleding! Bij het aanmaken van de spuitvloeistof bestaat het grootste risico om met het gewasbeschermingsmiddel in contact te komen. WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmiddelen en / of spuitvloeistof! •...
Werken met de machine • Bepaal zorgvuldig de benodigde vul- resp. navulhoeveelheid om resthoeveelheden aan het einde van het spuiten te voorkomen, omdat een milieuvriendelijke afvoer van resthoeveelheden moeilijk is. ο Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken".
Werken met de machine 10.2.1 Vul- en navulhoeveelheden berekenen Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken", pagina 147. Voorbeeld 1: Gegeven zijn: Nominaal volume tank 1000 l Resthoeveelheid in de tank Benodigde hoeveelheid water 400 l/ha Benodigde hoeveelheid...
Werken met de machine Berekeningsformule en antwoord op vraag 2: Beschikbare spuitvloeistof [l] – resthoeveelheid [l] te behandelen oppervlak [ha] Benodigde hoeveelheid water [l/ha] 1000 [l] (nominaal volume tank) – 20 [l] (resthoeveelheid) 1,96 [ha] 500 [l/ha] benodigde hoeveelheid water 10.2.2 Vultabel voor restoppervlakken Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor...
Werken met de machine 10.3 Vullen met water WAARSCHUWING Gevaar voor personen / dieren door onbedoeld contact met spuitvloeistof bij het vullen van de spuitvloeistoftank! • Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting wanneer u gewasbeschermingsmiddelen verwerkt / spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank aftapt. De benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting is afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant, de productinformatie, de gebruiksaanwijzing, het veiligheidsgegevensblad of de gebruiksaanwijzing van het te...
Pagina 149
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door contact met spuitvloeistof voor personen kan ontstaan als bij transportritten spuitvloeistof vanuit een niet- correct gesloten vulopening van de spuitvloeistoftank naar buiten komt! • Controleer vóór elk transport met gevulde spuitvloeistoftank of het klap- en schroefdeksel van de vulopening van de spuitvloeistoftank op de voorgeschreven wijze is gesloten.
Werken met de machine 10.3.1 Spuitvloeistoftank vullen via de vulopening 1. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid (zie hiervoor het hoofdstuk "Vul- en navulhoeveelheden berekenen", pagina 146). 2. Open het klap- / schroefdeksel van de vulopening. 3. Vul de spuitvloeistoftank via de vulopening door middel van een drinkwaterleiding in "vrije val".
Werken met de machine 1. Koppel de zuigslang aan de vulaansluiting. 2. Leg de zuigslang in de aftapplaats. 3. Zuigarmatuur-hendel in stand 4. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 5. Open omschakelkraan 6. Zet de instelkraan hoofdroerwerk in de maximale stand. 7. Zet de instelkraan extra roerwerk in de middelste stand.
Werken met de machine 10.5 Preparaten aanmaken GEVAAR Draag voor het aanmaken van de preparaten de nodige veiligheidskleding, zoals de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel het voorschrijft! De roerwerken blijven normaal gezien vanaf het vullen tot u klaar bent met spuiten ingeschakeld. Doorslaggevend zijn hierbij de aanwijzingen van de fabrikant van het preparaat.
Werken met de machine 10.5.1 Vloeibare preparaten aanmaken 1. Spuitvloeistoftank half met water vullen. 2. Vulmengbakdeksel openen. 3. Handbediening zuigarmatuur in stand 4. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 5. Omschakelkraan in stand 6. Omschakelkraan in stand (de zuigcapaciteit kan worden geregeld tussen en maximaal geopend).
Werken met de machine 10.5.2 Poedervormige preparaten en ureum aanmaken Los het ureum voor het spuiten door rondpompen van vloeistof volledig op. Bij het oplossen van grotere hoeveelheden ureum komt het tot een sterke temperatuurdaling van de spuitvloeistof, hierdoor lost het ureum slechts langzaam op. Hoe warmer het water is, hoe sneller en beter het ureum oplost.
Werken met de machine 10.5.3 Aanmaken met ECO-FILL 1. Spuitvloeistoftank half met water vullen. 2. Handbediening zuigarmatuur in stand 3. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 4. Open omschakelkraan 5. Omschakelkraan in stand ECO-FILL 6. Omschakelkraan in stand 7. Drijf de pomp aan, stel het pomptoerental in op 400 1/min en schakel het roerwerk Verhoog eventueel de roercapaciteit.
Werken met de machine 10.5.4 Fust voorreinigen met spuitvloeistof 1. Handbediening zuigarmatuur in stand 2. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 3. Omschakelkraan in stand 4. Open omschakelkraan 5. Omschakelkraan in stand 6. Pomp aandrijven, pomptoerental op 400 1/min instellen. 7. Vulmengbakdeksel openen. 8.
Werken met de machine 10.5.5 Fust reinigen met spoelwater Het reinigen van de fusten met spoelwater verdunt de concentratie van de spuitvloeistof! 1. Handbediening zuigarmatuur in stand 2. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 3. Omschakelkraan in stand 4. Omschakelkraan in stand 5.
Werken met de machine 10.6 Spuiten Raadpleeg de afzonderlijke bedieningshandleiding voor de bedieningsterminal. Bijzondere aanwijzingen voor het spuiten • Controleer de veldspuit door de afgifte te meten ο voor het begin van het seizoen. ο bij afwijkingen tussen de werkelijk weergegeven spuitdruk en de volgens de spuittabel vereiste spuitdruk.
Pagina 159
Werken met de machine • Bij gemiddelde windsnelheden van meer dan 5 m/sec. (bladeren en takjes bewegen) niet meer spuiten. • Schakel de spuitbomen alleen tijdens het rijden in en uit om overdoseringen te vermijden. • Vermijd overdoseringen door overlappingen bij niet exact aansluitend rijden van het ene spuitspoor naar het andere en/of bij het keren op de wendakker met ingeschakelde spuitbomen! •...
Werken met de machine 10.6.1 Spuitvloeistof spuiten • Koppel de veldspuit volgens de voorschriften aan de tractor! • Controleer vóór het spuiten de volgende machinegegevens op de bedieningsterminal: ο de waarden voor het toegestane spuitdrukbereik van de in de spuitbomen ingebouwde spuitdoppen. ο...
Pagina 161
Werken met de machine Voorbeeld: Benodigde dosering: 200 l/ha Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Spuitdoptype: LU/XR Spuitdopgrootte: '05' Toegestaan drukbereik van de min. druk 1 bar ingebouwde spuitdoppen max. druk 5 bar Nagestreefde spuitdruk: 3,7 bar Toegestane spuitdruk: 3,7 bar ±25% min.
Werken met de machine Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk 1. Schakel de bedieningsterminal uit. 2. Schakel de pompaandrijving in. 3. Gewenste roerintensiteit instellen. Wijkt deze roerintensiteit af van de roerintensiteit die tijdens het spuiten moet worden gebruikt, dan de roerstand voor het spuiten terugzetten! 10.6.2 Maatregelen ter vermindering van drift...
Werken met de machine 10.7 Resthoeveelheden Er zijn twee soorten resthoeveelheden: • In de spuitvloeistoftank resterende, overtollige resthoeveelheid als u klaar bent met spuiten. • Technische resthoeveelheid die bij een duidelijke drukdaling nog in de spuitvloeistoftank, de zuigarmatuur en de spuitleiding blijft. De zuigarmatuur bestaat uit de bouwgroepen zuigfilter, pompen en drukregelaar.
Pagina 164
Werken met de machine Verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank en uitspuiten van de verdunde resthoeveelheid na het spuiten. Voer het verdunnen en uitspuiten van de resthoeveelheid na het spuiten in een aparte procedure uit. Ga hierbij als volgt te werk: 1.
Pagina 165
Werken met de machine 8. Handbediening zuigarmatuur in stand 9. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 10. Schakel het spuiten in op het bedieningspaneel. → Spuit de verdunde resthoeveelheid op een onbehandeld gedeelte van het perceel. H, I 11. Roerwerk(en) in stand zetten als de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank nog slechts 100 liter bedraagt.
Pagina 166
Werken met de machine Legen van de spuitvloeistoftank via de pomp Afb. 130/... 1. Aftapslang met 2-inch-Cam-Lock-koppeling op de aftapaansluiting aan machinezijde aansluiten. 2. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 3. Open de omschakelkraan 4. Zuigarmatuurhendel in stand 5. Schakel het hoofdroerwerk uit.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. •...
Reiniging, onderhoud en reparatien Reiniging, onderhoud en reparatien WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine.
Pagina 169
Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveonderdelen (zie hiervoor hoofdstuk "Reserveonderdelen, slijtdelen en hulpmaterialen", pagina 17). • Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveslangen en bij de montage alleen slangklemmen van V2A. • Speciale vakkennis is de voorwaarde voor het uitvoeren van controle- en onderhoudswerkzaamheden. Deze vakkennis wordt in het kader van deze gebruiksaanwijzing niet overgedragen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1 Reiniging • Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer zorgvuldig! • Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. • Smeer de veldspuit na het reinigen, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1.1 Reinigen van de spuit bij een geleegde tank Reinig spuitvloeistoftank elke dag! 1. Vul de spuitvloeistoftank met ca. 400 l water. 2. Pomp aandrijven, pomptoerental op 400 1/min instellen. H, I 3. Schakel de roerwerk(en) 4.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1.2 Reiniging van de spuit bij een gevulde tank • Reinig absoluut de zuigarmatuur (zuigfilter, pompen, drukregelaar) en de spuitleiding bij een onderbreking tijdens het spuiten door de weersomstandigheden. Voer de reiniging op het veld met water uit de spoelwatertank uit. •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1.3 Reiniging buitenzijde 1. Zuigarmatuurhendel in stand 2. Omschakelkraan in stand 3. Omschakelkraan in stand 4. Omschakelkraan drukarmatuur in stand 5. Open de omschakelkraan 6. Drijf de pomp aan. 7. De veldspuit en de spuitbomen met het spuitpistool reinigen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1.4 Zuigfilter reinigen Reinig het zuigfilter (Afb. 135) dagelijks na het spuiten. 1. Drijf de pomp aan, stel het pomptoerental in op 300 1/min. 2. Handbediening zuigarmatuur in stand Let op: de Kamlock-koppeling moet aan de zuigaansluiting zijn gemonteerd.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1.5 Overwinteren of langere buitenbedrijfstelling 1. Reinig de veldspuit grondig voor het overwinteren. 2. Drijf de pompen aan met een aftakastoerental van 300 1/min en laat ze "lucht pompen" als de spoelwerkzaamheden zijn afgesloten en er geen vloeistof meer uit de spuitdoppen komt. 3.
Reiniging, onderhoud en reparatien Spoelwatertank leegmaken 1. Schroefdeksel van de afvoeropening onder de spoelwatertank verwijderen en spoelwater aflaten. 2. Daarna het deksel er opnieuw opschroeven. 12.2 Smeervoorschrift Alle smeernippels doorsmeren (afdichtingen schoon houden). De machine in de opgegeven intervallen smeren/vetten. De smeerpunten aan de machine zijn met de folie (Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.2.1 Smeerpuntoverzicht Smeerpunt Interval Aantal Soort smering smeerpu nten Afb. 137 1 Hydraulische cilinder voor steunpoot Smeernippel 2 Dissellager Smeernippel 3 Handrem Kabels en keerrollen smeren. Spil via smeernippel smeren. 4 Trekoog Smeren Afb. 138 1 Hefcilinder Smeernippel Afb.
Pagina 178
Reiniging, onderhoud en reparatien Afb. 138 Afb. 137 Afb. 139 Afb. 140 Afb. 142 Afb. 141 • In de winter moeten de beschermbuizen worden ingesmeerd om vastvriezen te voorkomen. • Neem ook de aan de cardanas bevestigde montage- en onderhoudsvoorschriften van de fabrikant van de cardanas in acht.
Pagina 179
Reiniging, onderhoud en reparatien Automatische reminsteller ECO-Master Wanneer de remvoeringen worden vervangen: 1. Verwijder de rubber afdekkap. 2. Smeer met vet (80 g) tot bij de stelbout voldoende vers vet naar buiten komt. 3. Draai de afstelbout met ringsleutel ongeveer een halve omwenteling terug.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.3 Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. • Tijdsintervallen, loopuren van de motor of service- intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Voor elke inbedrijfstelling 1.
Pagina 181
Reiniging, onderhoud en reparatien Driemaandelijks / 200 bedrijfsuren Onderhoud Bouwdeel Vakwerkplaats pagina Gescheiden • Dichtheidscontrole bedrijfsremsysteem • Druk in het luchtvat controleren • Remcilinderdruk controleren • Visuele controle remcilinder • Scharnieren aan remkleppen, remcilinders en remstangen • Reminstellingen aan reminsteller •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.4 Dissels GEVAAR! • Vervang voor de verkeersveiligheid onmiddellijk een beschadigde dissel. • Reparaties mogen alleen door in de fabriek van de fabrikant uitgevoerd worden. • Om veiligheidsredenen is het verboden om aan de dissel te boren en te lassen Dissel regelmatig smeren.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.5 Assen en remmen We raden aan om een remtest uit te voeren voor een optimaal remgedrag en minimale slijtage van de remvoeringen tussen de tractor en de getrokken veldspuit. Laat deze test door de dealer uitvoeren nadat het remsysteem voldoende ingereden is.
Pagina 184
Reiniging, onderhoud en reparatien Remtrommel op verontreiniging controleren 1. Schroef beide afdekplaten (Afb. 143/1) aan de binnenzijde van de remtrommel los. 2. Verwijder eventueel binnengedrongen vuil en plantenresten. 3. Monteer de afdekplaten weer. VOORZICHTIG Binnengedrongen vuil kan zich op de remvoeringen (Afb. 143/2) afzetten en hierdoor de remwerking aanzienlijk verslechteren.
Reiniging, onderhoud en reparatien Remvoeringcontrole Kijkgat (Afb. 146/1) openen door de rubber stop (indien voorhanden) te verwijderen. Bij een resterende dikte van geklonken voering 5 mm (N 2504) 3 mm verlijmde voering 2 mm moet de remvoering vervangen worden. Rubber stop weer aanbrengen. Reminstelling Voor het normale gebruik moet de werking van de remmen regelmatig worden getest, op slijtage...
Pagina 186
Reiniging, onderhoud en reparatien Functiecontrole automatische reminsteller 1. Rubber afdichtkap verwijderen. 2. Afstelbout (pijl) met ringsleutel ca. een ¾- draai linksom terugdraaien. Er moet bij een hefboomlengte van 150 mm een vrije slag van minstens 50 mm voorhanden zijn. 3. Remhendel meermaals met de hand bedienen.
Reiniging, onderhoud en reparatien Testhandleiding voor gescheiden bedrijfsremsysteem Dichtheidscontrole 1. Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindingen op dichtheid. 2. Verhelp ondichtheden. 3. Verhelp krassen op buizen en slangen. 4. Vervang poreuze en defecte slangen. 5. Het gescheiden bedrijfsremsysteem geldt als dicht als binnen minuten de drukdaling niet meer dan 0,15 bar bedraagt.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.6 Handrem Bij nieuwe machines kunnen de remkabels van de handrem uitzetten. Stel de handrem bij • als driekwart van de spanafstand van de spil nodig is om de handrem stevig aan te trekken. • als de remmen van nieuwe remvoeringen zijn voorzien. Handrem bijstellen De remkabel moet in ongeremde toestel lichtjes doorhangen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.7 Wielen/banden • Vereist aanhaalmoment van de wielmoeren/-bouten: 510 Nm • Controleer regelmatig de ο vastheid van de wielmoeren; ο bandenspanning (zie hiervoor hoofdstuk 12.7.1). • Gebruik alleen de door ons voorgeschreven banden en velgen, zie pagina 54. •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.8 Assteun van de hydropneumatische vering • Controleer of de bouten (Afb. 149/1) goed vastzitten. Afb. 150 UX BAG0054.0 11.07...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.9 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! • Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! • Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.9.1 Aanduidingen op hydraulische slangen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 151/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangleiding (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slang (02 04 = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 BAR).
12.9.4 Monteren en demonteren van hydraulische slangen Gebruik • alleen originele AMAZONE-reserveslangen. Deze reserveslangen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermische belasting. • bij de montage van slangen altijd slangklemmen van V2A. Precieze instructies voor het controleren / vervangen van...
Reiniging, onderhoud en reparatien • Als u de hydraulische slangleiding aansluit op bewegende onderdelen, dient de slang een dusdanige lengte te hebben dat de buiging over het gehele bewegingstraject niet kleiner is dan de minimaal toegestane buigradius en/of de hydraulische slangleiding bovendien niet op trek wordt belast.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.9.6 Hydraulische smoorkleppen instellen Af fabriek ingesteld zijn de bedieningssnelheden van de verschillende hydraulische functies aan de betreffende hydraulische smoorkleppen van het klepblok (spuitbomen in- en uitvouwen, trillingsdemping ver- en ontgrendelen etc.). Naargelang het tractortype kan het echter nodig zijn om deze ingestelde snelheden te corrigeren.
Pagina 196
Reiniging, onderhoud en reparatien Profi-klapsysteem II Afb. 154/... (1) Smoorklep – rechter arm naar onderen klappen. (2) Smoorklep – rechter arm naar boven klappen. (3) Smoorklep – rechter arm inklappen. (4) Smoorklep – rechter arm uitklappen. (5) Smoorklep – trillingsdemping vergrendelen. (6) Transportbeveiliging smoorklep.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10 Pomp 12.10.1 Oliepeil controleren • Alleen merkolie 20W30 of multigrade olie 15W40 gebruiken! • Op een correct oliepeil letten! Schadelijk zijn zowel een te laag alsook een te hoog oliepeil. • Door de niet horizontale positie van de pomp bij de Hitchdissel moet het afgelezen oliepeil geschat worden.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10.4 Pompaandrijving via riem Riemspanning controleren / afstellen Testkracht Fe= 75 N Voor pompaandrijftoerental 540 1/min: → maximaal toegestane doorbuiging 14 mm Voor pompaandrijftoerental 1000 1/min: → maximaal toegestane doorbuiging 16 mm Bij overschrijding van de maximale doorbuiging de riemspanning door vergroten van de asafstand via de langgaten verhogen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10.5 Zuig- en drukzijdige kleppen controleren en vervangen • Let op de inbouwpositie van de zuig- en drukzijdige kleppen voor u de klepgroepen (Afb. 157/5) uitneemt. • Let er bij het monteren op dat de klepgeleiding (Afb. 157/9) niet beschadigd wordt.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10.6 Zuigermembranen controleren en vervangen • Controleer de zuigermembraan (Afb. 158/8) minstens één keer per jaar door demontage op perfecte staat. • Let op de inbouwpositie van de zuig- en drukzijdige kleppen voor u de klepgroepen (Afb. 158/5) uitneemt. •...
Reiniging, onderhoud en reparatien Zuigermembranen vervangen • Let op de juiste positie van de uitsparingen of boorgaten van de cilinders. • De membraan (Afb. 158/8) met de steunschijf en de bout (Afb. 158/11) aan de zuiger (Afb. 158/9) bevestigen, zodat de rand naar de cilinderkopzijde (Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.12 Spuitdoppen Controleer af en toe de zitting van de schuif (Afb. 159/7). • Hiervoor de schuif zo ver in de spuitdophouder (Afb. 159/2) schuiven, als het met matige duimkracht mogelijk is. De schuif in nieuwe toestand in geen geval tot aan de aanslag inschuiven.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.13 Leidingfilter • Reinig het leidingfilter (Afb. 160/1) naargelang het gebruik om de 3-4 maanden. • Vervang de beschadigde filterelementen. 1. Het sluitstuk aan de beide strips samendrukken. 2. Het sluitstuk met O-ring, drukveer en filterelement uitnemen. 3.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.14 Aanwijzingen voor de controle van de veldspuit • Alleen geautoriseerde instanties mogen de veldspuit inspecteren. • De controle van de veldspuit is wettelijk voorgeschreven: ο ten laatste 6 maanden na ingebruikneming (indien bij aankoop nog niet uitgevoerd), dan ο...
Reiniging, onderhoud en reparatien Testen van de doorstromingsmeter 1. Alle spuitleidingen uit de sectiekleppen trekken. 2. De aansluiting van de doorstromingsmeter (Afb. 161/3) met een sectieklep verbinden en op het controleapparaat aansluiten. 3. De aansluitingen van de resterende sectiekleppen met blinde doppen (Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.16 Aanhaalmomenten bouten Aanhaalkoppels [Nm] Sleutelwijdte Schroefdraad afhankelijk van kwaliteitsklasse van schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.17 Afvoeren van de veldspuit Reinig de gehele veldspuit zorgvuldig (van binnen en buiten) voordat deze wordt afgevoerd. De volgende onderdelen kunnen voor energetisch hergebruik* beschikbaar worden gesteld: spuitvloeistoftank, vulmengbak, spoelwatertank, verswatertank, slangen en kunststof hulpstukken. Metalen delen kunnen worden verschroot.
Spuittabel Spuittabel 13.1 Spuittabellen voor spleetdoppen, antidriftoppen, luchtinjectie- en airmixdoppen, spuithoogte 50 cm • Alle in de spuittabellen vermelde doseringen [l/ha] gelden voor water. Vermenigvuldig de opgegeven doseringen voor de omrekening in AHL met 0,88 en voor de omrekening in NP- oplossingen met 0,85.
Pagina 209
Spuittabel Spuitdoptype selecteren Afb. 163 Voorbeeld: Benodigde dosering: 200 l/ha Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Vereist druppelspectrum voor het uitvoeren van de bespuiting: grof (fijne drift) Vereist spuitdoptype: Vereiste dopgrootte: Vereiste spuitdruk: ? bar Vereiste afgifte per dop voor het bepalen van de afgifte van de veldspuit: ? l/min UX BAG0054.0 11.07...
Pagina 210
Spuittabel Bepalen van spuitdoptype, spuitdopgrootte, spuitdruk en afgifte per dop 1. Bepaal het bedrijfspunt voor de vereiste dosering (200 l/ha) en de gewenste rijsnelheid (8 km/h). 2. Trek aan het bedrijfspunt een verticale lijn naar onderen. Afhankelijk van de positie van het bedrijfspunt loopt deze lijn door het karakteristieke bereik van verschillende spuitdoptypes.
Pagina 211
Spuittabel Afb. 164 UX BAG0054.0 11.07...
Combinatiematrix Combinatiematrix UX 5200 14.3 Stand 11/2007 UX BAG0054.0 11.07...
Pagina 226
Combinatiematrix Stand 11/2007 Spuitdopbeschrijving UX 3200, UX 4200 en UX 5200 2) Spleetdoppen XRC 3) Dubbele spleetdoppen 4) Spleetdoppen AD 1) Spleetdoppen LU AVI-TWIN van kunststof en buiten kunststofkern van kunststof van buiten kunststof en kern keramiek van kunststof keramisch...