Algemene veiligheidsaanwijzingen
2
Algemene veiligheidsaanwijzingen
2.1
Verplichtingen en aansprakelijkheid
Aanwijzingen in de bedieningshandleiding opvolgen
Verplichtingen van de bestuurder
Verplichting van de bestuurder
Gevaren door omgang met de machine
12
Dit hoofdstuk bevat belangrijke aanwijzingen om met de machine
veilig om te gaan.
Kennis van de basis veiligheidsaanwijzingen en
veiligheidsvoorschriften vormen het uitgangspunt voor veilig en
storingvrij gebruik van de machine.
De bestuurder verplicht zich alleen personen aan of met de machine
te laten werken,
•
met de basisveiligheidsvoorschriften en de ARBO-voorschriften
bekend zijn.
•
over het werk aan/met de machine geïnformeerd zijn.
•
deze bedieningshandleiding gelezen en begrepen hebben.
De verplichtingen van de EG-richtlijnen voor het gebruik van
machines 89/655/EWG vooral in het bijzonder de ongevallenpreventie
voorschriften VSG 1.1, VSG 3.1 moeten worden opgevolgd.
Alle personen, die de opdracht hebben met/aan de machine te
werken, verplichten zich voor aanvang van de werkzaamheden:
•
de basisvoorschriften over werkveiligheid en
ongevallenpreventie in acht te nemen,
•
het hoofdstuk over veiligheid en gevarentekens in deze
handleiding op te lezen en op te volgen.
Wend u zich met vragen tot de fabrikant.
De machine is volgens de laatste stand van de techniek en volgens
de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Desondanks
kunnen bij het gebruik van de machine gevaren en belemmeringen
ontstaan
•
voor lijf en leden van de bestuurder of voor derden,
•
voor de machine zelf
•
en aan andere goederen.
Gebruikt u de machine alleen
•
in perfecte veilige staat.
•
voor het doel waarvoor ze ontworpen is.
Verhelp onmiddellijk de storingen die de veiligheid in gevaar kunnen
brengen.
UF 01 SB 238. 07.04