Inhoudsopgave
Advertenties
6.12.1
Reinigen van de veldspuit met gevulde tank
Belangrijk!
Fig. 212:
1. Spuitboom uitschakelen.
2. Roersysteem uitschakelen.
3. DCS-kraan dichtzetten (optie met DCS) om
ontmengen van de spuitvloeistof te
voorkomen.
4. VARIO-schakeling-zuigzijde (1) in positie
"verdunnen".
5. VARIO-schakeling-drukzijde (Fig. 212/2) in
de stand "spuiten".
6. Pomp met bedrijfstoerental (450 t/min)
aandrijven.
7. Spuit eerst de onverdunde resthoeveelheid
uit de spuitbomen op een onbehandeld
gedeelte van het perceel.
8. Spuit vervolgens de met water uit de
schoonwatertank de verdunde
resthoeveelheid van het aanzuigfilter,
pomp, armatuur en spuitleiding eveneens
op een onbehandeld gedeelte van het
perceel.
9. Vang de technische resthoeveelheid uit de
spuitleiding, het armatuur, de zuig- en
persslang en de pomp op in een geschikte
container. Zie hiervoor bladzijde 201.
10. Aanzuigfilter schoonmaken. Zie hiervoor
hoofdstuk "Aanzuigfilter schoonmaken",
bladzijde 206.
11. DCS-kraan weer open zetten.
UF 01 SB 238. 07.04
x
Bij onderbreking van het spuiten door
weersomstandigheden moeten het aanzuigfilter, de pomp,
het armatuur en de spuitleiding beslist worden gereinigd.
Voor deze reiniging op het veld uit met water uit de
schoonwatertank.
x
Houd er rekening mee, dat de resthoeveelheid in de
spuitleiding nog onverdund wordt gespoten. Deze
resthoeveelheid moet beslist op een nog onbehandelde
oppervlakte worden uitgebracht. Zoek in het hoofdstuk
"Technische gegevens – spuitleidingen", bladzijde 132 het
nog af te leggen traject voor het verspuiten van deze
onverdunde resthoeveelheid.
Fig. 212
In bedrijfstellen
1
2
203
Advertenties
Inhoudsopgave
