4.10.3.3 Balanceersysteem ont- en vergrendelen
Balanceersysteem ontgrendelen
1. Bedien het functiekader en het
balanceersysteem is ontgrendeld.
→ In het werkmenu verschijnt het symbool met
een geopend slot (Fig. 136/1) wanneer het
balanceersysteem ontgrendeld is.
Balanceersysteem vergrendelen
1. Bedien het functiekader en het
balanceersysteem is vergrendeld.
→ In het werkmenu verschijnt een symbool
met een dicht slot (Fig. 137/1) wanneer het
balanceersysteem vergrendeld is.
UF 01 SB 238. 07.04
Fig. 136
Fig. 137
Opbouw en werking
1
1
121