Pagina 1
Bedieningshandleiding Aanbouwspuit 8) 8) 8) Lees en schenk aandacht aan MG 891 deze bedieningshandleiding voor SB 238.2 (NL) 07.04 u de machine in bedrijf stelt! Printed in Germany Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
Pas dan zal men over de machine en zichzelf tevreden zijn. Om dit doel te bereiken dient deze bedieningshandleiding. Leipzig-Plagwitz 1872. UF 01 SB 238. 07.04...
Q-plus-spuitboom, hydraulisch bediend (inclusief hoogteverstelling, balanceersysteem, slanggeleiding en spuitboomframe)..................41 3.4.3 Super-S-spuitboom, hydraulisch bediend (inclusief hoogteverstelling, balanceersysteem, slanggeleiding en spuitboomframe)..................41 3.4.4 Energieverzorging........................41 3.4.5 Afstand zwaartepunt ......................42 3.4.6 Gegevens over de geluidsontwikkeling ................. 42 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 6
Basisgegevens machine invoeren ..................79 4.9.8.2.1 Type machine kiezen ......................81 4.9.8.2.2 Kies in en uitklappen van de spuitboom ................81 4.9.8.2.3 Niveaumelder (niveauaanduiding) configureren ..............82 4.9.8.2.4 Niveaumelder calibreren ......................82 4.9.8.2.5 Spuitdoppen per sectie invoeren ...................82 4.9.8.2.6 Terminal-Setup ........................83 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 7
4.10.3.8 Eenzijdige, onafhankelijke scheefstand van de boomhelften (alleen Profi-bediening II en III) ..128 4.10.3.9 Hydraulische smoorkleppen instellen .................. 129 4.11 Spuitleidingen ........................132 4.11.1 Technische gegevens......................132 4.11.2 Enkelvoudige spuitdoppen ....................134 4.11.3 Meervoudige-spuitdoppen ....................134 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 8
6.1.3.4.2 Montage aan vierwielaangedreven tractor of Mb-trac ............158 6.1.4 Machinegegevens in de invoeren ............159 Aankoppelen ........................160 Afkoppelen en wegzetten.....................162 Het spuiten voorbereiden.....................163 6.4.1 Spuitvloeistof aanmaken......................164 6.4.1.1 Berekenen van de vul- resp. navulhoeveelheden..............165 6.4.1.2 Vultabel voor het spuiten van restoppervlakten..............166 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 9
Het verwijderen van de restvloeistof..................199 6.12 Reiniging ..........................202 6.12.1 Reinigen van de veldspuit met gevulde tank ............... 203 6.12.2 Het overwinteren of voor langere periode van stilstand ............204 6.12.3 Aanzuigfilter schoonmaken ....................206 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 10
Spuittabel voor 5 en 8 - gaats doppen (toegestane druk 1-2 bar) ........221 Spuittabel voor sleepslangsysteem (toegestane druk 1-4 bar) ...........223 Omrekeningstabel voor het spuiten van vloeibare meststof met een ammoniumnitraat- ureum-oplossing (AHL) ......................225 Combinatiematrix..................226 Combinatiematrix UF 1501 ....................226 Combinatiematrix UF 1801 ....................227 UF 01 SB 238. 07.04...
→ Reactie van de machine op de handeling 1 Optelling Optellingen zonder noodzakelijke volgorde worden als puntenlijst weergegeven. Voorbeeld: • Punt 1 • Punt 2 Positienummers en afbeeldingen Cijfers tussen haakjes verwijzen naar de positiegetallen in de afbeelding. Voorbeeld: Onderdeel (1) UF 01 SB 238. 07.04...
• en aan andere goederen. Gebruikt u de machine alleen • in perfecte veilige staat. • voor het doel waarvoor ze ontworpen is. Verhelp onmiddellijk de storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen. UF 01 SB 238. 07.04...
Het niet opvolgen van deze aanwijzing kan tot storingen aan de machine of de omgeving leiden. Belangrijk! Gebruiktips en nuttige informatie. Deze adviezen helpen u om alle functies op de machine zo optimaal mogelijk te gebruiken. Advies! UF 01 SB 238. 07.04...
Wordt door een dealer een type aangevraagd wat niet in de matrix voorkomt, doch wel voldoet aan de in het betreffende land geldende richtlijnen, moet met de betreffende exportafdeling worden overlegd. Voorgedrukte exemplaren kunnen verkregen worden bij: Biologische Bundesanstalt Messeweg 11/12 D-38104 Braunschweig UF 01 SB 238. 07.04...
Controleer regelmatig alle aanwezige veiligheidsinrichtingen! Veiligheids- en bescherminrichtingen Voor iedere keer dat met de machine wordt gewerkt, controleren of alle veiligheids- en bescherminrichtingen doelmatig zijn aangebracht en functioneren. Alle veiligheids- en bescherminrichtingen regelmatig controleren UF 01 SB 238. 07.04...
Veiligheidsmaatregelen onder normale omstandigheden Alleen met de machine werken indien alle veiligheids- en bescherminrichtingen doelmatig zijn aangebracht. Controleer minstens een keer per dag of uiterlijk herkenbare schade is opgetreden aan de machine en alle veiligheids- en bescherminrichtingen functioneren. UF 01 SB 238. 07.04...
In principe is verboden het boren in frame of onderstel het opboren van bestaande gaten in het frame of onderstel. Belangrijk! het lassen aan dragende delen. UF 01 SB 238. 07.04...
Gebruikte stoffen en materialen vakkundig opbergen en afvoeren vooral bij • bij werkzaamheden aan smeersystemen en smeerinrichtingen • bij het reinigen met oplosmiddelen. 2.15 Werkplek van de bediener De machine mag slechts door een persoon vanaf de tractor worden bediend. UF 01 SB 238. 07.04...
Het is altijd verboden tijdens het spuiten op de machine mee te rijden! MD 084 Gevaar voor verwondingen binnen het zwenkbereik van de spuitboom! Niet binnen het zwenkbereik van de spuitboom gaan staan! Personen uit de gevarenzone wegsturen! UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 20
Let bij het uit- en inklappen van de spuitboom beslist op voldoende afstand tot de hoogspanningsleidingen! MD 103 Geen drinkwater! Materialen van de wastank zijn niet geschikt voor levensmiddelen! 916864 Alleen schoon water! Tank nooit met gewasbeschermingsmiddelen vullen. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 21
550 t/min 914106 Stappen van de roerintensiteit op de stappenkraan Verklaringen over de volgende aanduidingen vindt u in het hoofdstuk “Verklaring van de bedieningsorganen voor het spuiten”, vanaf bladzijde 167. 927096 VARIO-schakeling-zuigzijde 927097 VARIO-schakeling-drukzijde UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 22
Algemene veiligheidsaanwijzingen 927099 Keuzekraan spuiten / spuittank snel leegmaken 927337 Keuzekraan ringleiding / fustreinigen 927338 Keuzekraan spuiten / reinigen 927352 Keuzekraan vulmengbak leegzuigen / zuigaansluiting voor de spuittank UF 01 SB 238. 07.04...
Vooral de VSG 1.1 en VSG 3.1. De op de machinestickers aangegeven veiligheidsaanwijzingen moeten worden opgevolgd. Als de machine op de openbare weg wordt vervoerd dient u zich te houden aan de nationale verkeersvoorschriften. UF 01 SB 238. 07.04...
Machine alleen gebruiken als alle beschermende delen aangebracht en in positie zijn! • Niemand binnen het werkbereik van de machine toelaten! • Niemand binnen het draai- en zwenkgebied van de machine toelaten! • Hydraulisch zwenkende frames uitsluitend bedienen als zich UF 01 SB 238. 07.04...
Werking van de remmen voor aanvang van de rit controleren! • In een lagere versnelling terugschakelen bij het afrijden van een helling! • Bij alle functiestoringen aan het remsysteem, trekker onmiddellijk tot stilstand brengen. Storingen direct laten herstellen! UF 01 SB 238. 07.04...
• Aanbouwmachine stevig wegzetten! • Instel-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden en het opheffen van storingen uitsluitend met stilstaande motor en uitgetrokken contactsleutel uitvoeren! • Beschermkappen nooit verwijderen en altijd in de voorgeschreven positie aanbrengen! UF 01 SB 238. 07.04...
Na afkoppelen van de koppelingsas de beschermkap over de aftakasstomp schuiven! • Beschadigingen onmiddellijk herstellen, voordat met de machine verder wordt gewerkt! • Bij het gebruik van een groothoekkoppelingsas, het groothoekkruisstuk altijd op het draaipunt bevestigen! UF 01 SB 238. 07.04...
- Afkoppelen in omgekeerde volgorde! • Pluspool altijd voorzien van de bijbehorende beschermkap. Door kortsluiting kan gevaar voor explosie ontstaan! • Vorming van vonken en open vuur in de buurt van de accu voorkomen! UF 01 SB 238. 07.04...
Het is daarom van belang de machine voor reparatie altijd grondig met water schoon te maken! • Bij het vullen van de tank het maximale volume niet overschrijden. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 30
Geen middelen verspuiten die kunnen plakken of klonteren. Gewasbeschermingsmachines mogen niet uit open water worden gevuld ter bescherming van mens, dier en het milieu! De gewasbeschermingmachines mogen met de waterleiding alleen uit vrije val worden gevuld. UF 01 SB 238. 07.04...
(5) Handwastankje (15) Uittrekbare trap (6) Vulopening handwastankje met (16) Handgrepen voor een veilige opstap schroefdeksel (7) Aftapkraan voor handwastankje (8) Niveauaanduiding (9) Topstangaansluiting met insteekpen cat. II (UF 1501) met cat. III (UF 1801) UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 32
(4) Ver- en ontgrendelbare balanscorrectie (5) Verlichting en reflecterende borden (6) Machinecomputer (7) Doorstroommeter voor berekenen van de spuithoeveelheid [l/ha] (8) Retourstroommeter voor berekening van de spuitvloeistof die naar de spuittank wordt terug geleid UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 33
(2) Hydrauliekaansluitingen (dubbelwerkend) voor het uit- en inklappen van de spuitboom (3) Stroomkabel voor de verlichting (4) Opvangkoppelingen voor hydraulische snelkoppelingen en stroomkabel (5) Parkbox voor machinestekker voor de aansluitkabel van de machinecomputer UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 34
(11) Keuzekraan spuiten / spuittank snel leegmaken (12) Aftapopening voor snel leegmaken van de spuittank (13) Beveiligingsplaat tegen het onverwacht openen van de afatapplug (12) De bouwgroepen aanzuigfilter, zuigermembraanpomp, spuitdruk regeling en zelfreinigend persfilter met stappenkraan vormen de aanzuigarmatuur UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 35
(12) Injecteur voor het opzuigen van de vloeistof (29) Doorstroommeter uit de vul-spoelinrichting (30) Retourstroommeter (13) VARIO-schakeling-zuigzijde (31) Handwastankje (14) VARIO-schakeling-drukzijde (32) Aftapkraan voor handwastankje (15) Vul-spoelinrichting (16) Keuzekraan ringleiding / fustreiniger (17) Ringleiding (18) Fustreiniger (19) Tankreiniging UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 36
Voor aanmaken van de spuitvloeistof voor een tankvulling de benodigde hoeveelheid preparaat in de vulmengbak (18) schudden en in de spuittank (5) zuigen. Het water uit de schoonwatertank (19) dient voor het reinigen van het spuitsysteem. UF 01 SB 238. 07.04...
De volgende afbeeldingen geven de plaatsen aan waar de veiligheidssymbolen zijn aangebracht. 916864 MD 085 916864 MD 095 MD 089 MD 082 MD 078 MD 103 MD 082 MD 089 MD 090 913071 Fig. 7 Fig. 8 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 38
Op het typeplaatje is aangegeven: • Serienummer.: • Type • Toegestane werkdruk bar • Bouwjaar • Werk • Vermogen kW • Basisgewicht kg • Toegestaan totaal gewicht kg • Belasting achteras kg • Belasting vooras/oplegdruk kg Fig. 11 UF 01 SB 238. 07.04...
Persfilter 50 (80) mesh Roersysteem Instelbaar over 6 standen Regeling van de spuithoeveelheid Snelheidafhankelijk over de jobcomputer Maat vanaf trekstangaansluiting ** Procentuele aanduiding heeft betrekking op de helling in de aangegeven lijn UF 01 SB 238. 07.04...
1 enkelwerkend regelventiel voor de hoogteverstelling • 1 dubbelwerkend regelventiel voor het in- en uitklappen van de bomen • Q-plus- en Super-S-spuitboom, Noodzakelijk: • met Profi-bediening 1 enkelwerkend regelventiel • 1 vrije retourleiding UF 01 SB 238. 07.04...
De emissiewaarde (geluidsniveau)op de werkplek bedraagt 74 dB (A), gemeten in bedrijf met gesloten trekkercabine op oorhoogte van de bestuurder. Meetinstrument: OPTAC SLM 5. Het geluidsniveau wordt in belangrijke mate door het gebruikte voertuig bepaald. UF 01 SB 238. 07.04...
(Fig. 13/1). Instelbaar over 6 standen "0, 1, 2, 3, 4, 5". Op stand "0" is het roerwerk uitgeschakeld. Op stand "5" vindt de meest intensieve roering plaats. Kies voor het spuiten roerintensiteit "2". Fig. 13 UF 01 SB 238. 07.04...
Het aanzuigfilter (Fig. 16/1) filtert • de spuitvloeistof tijdens het spuiten. • het water tijdens het vullen van de spuittank met de zuigslang. • het water tijdens het doorspoelen. Filteroppervlakte: 660 mm² maaswijdte: 0,60 mm Fig. 16 UF 01 SB 238. 07.04...
'015' en kleiner Filteroppervlakte: 5,07 mm² maaswijdte: 0,15 mm bestelnr.: ZF 169 4.4.5 Bodemzeef in de vul-spoelinrichting Het bodemzeef (Fig. 19/1) in de vul- spoelinrichting verhindert het opzuigen van kluiten en vreemde voorwerpen. Fig. 19 UF 01 SB 238. 07.04...
• Reinigen (doorspoelen) van de tank op het veld. • Schoonmaken van de zuigarmatuur en de spuitleidingen met gevulde tank. Fig. 21/... (2) Schroefdeksel met ontluchtingsklep voor de vulopening. Fig. 21 UF 01 SB 238. 07.04...
(Fig. 23/4) door Advies! het fust naar beneden wordt Fig. 23 gedrukt. het gesloten opklapbare deksel (Fig. 23/2) de fust spoelkop naar beneden drukt. Sluit het deksel (Fig. 23/6), voordat u de vul-spoelinrichting schoon spoelt. Waarschuwing! UF 01 SB 238. 07.04...
(Fig. 24/2). Handwastankje alleen met schoon water vullen. Belangrijk! Het water uit het handwastankje nooit als drinkwater gebruiken! Het materiaal van het handwastankje heeft geen levensmiddelenkwaliteit. Waarschuwing! Fig. 24 UF 01 SB 238. 07.04...
(2) Handgrepen voor een veilige opstap. (2) Veerbelaste vergrendeling. De vergrendeling haakt in de gaten (3) en borgt de trap in de endpositie. (3) Gaten om de ladder in de endpositie te borgen. (4) Transportvergrendeling voor de ingeschoven ladder. UF 01 SB 238. 07.04...
Zie hiervoor hfdst. "Menu Setup", bladzijde 77. • Werkmenu Het werkmenu toont alle benodigde gegevens tijdens het spuiten. Vanuit het werkmenu wordt de veldspuit tijdens het spuiten bediend. Zie hiervoor hfdst. "Werkmenu", bladzijde 84. UF 01 SB 238. 07.04...
(6) bediend. (6) Rechter rij functietoetsen. (7) Linker rij functietoetsen. (8) Symbool doorbladeren. Verschijnt het symbool doorbladeren op het display, dan kunnen overige bladzijden van het menu worden opgeroepen. UF 01 SB 238. 07.04...
(bijv. met 10%). • Cursor naar beneden. Fig. 31 (5) • Overname van gekozen cijfers en letters. • Kritieke alarmfase bevestigen • De spuithoeveelheid op 100% terugzetten in het werkmenu. UF 01 SB 238. 07.04...
4.9.3 inschakelen 1. Toets indrukken. → Wanneer de machinecomputer is aangesloten verschijnt het startmenu (Fig. 34) met de versie van de terminal (hier Terminal-Ver.: 2.22). Na 2 seconden springt automatisch naar het hoofdmenu. Fig. 34 UF 01 SB 238. 07.04...
Voorbeeld: Functiekader Omschrijving: Spuitboom opheffen. Actie: Fig. 36 1. Bedien de functietoets (Fig. 36/1), die bij het functiekader hoort om de spuitboom op te heffen. UF 01 SB 238. 07.04...
, om de in te voeren regel in de te nemen. 4.9.4.2 Keuze van opties 1. Keuzepijl (Fig. 38/1) positioneren met toetsen 2. Druk toets in, om de gekozen optie in te bevestigen. Fig. 38 UF 01 SB 238. 07.04...
Met "Setup" roept u het Setup menu op (zie hiervoor hfdst. "Setup menu", bladzijde 77). Het functieveld "Help" roept u op met het symbool . In het helpvenster kunt u kiezen tussen • hulp bij de bediening • hulp bij foutmeldingen. UF 01 SB 238. 07.04...
(uren/dag) in [u] 7. Functiekader "daggegevens wissen" oproepen en de daggegevens wissen voor • de per dag bewerkte oppervlakte (ha/dag) • de per dag gespoten hoeveelheid (hoev./dag) spuitvloeistof • de spuitduur per dag (uren/dag) UF 01 SB 238. 07.04...
"selecteren afzonderlijke secties" de secties in of uitgeschakeld. Zie hiervoor hfdst. "Verklaring van de functie "selecteren van afzonderlijke secties", bladzijde 74. → Op het display verschijnt het woord "aan" Fig. 43 (functie ingeschakeld) of "uit" (functie uitgeschakeld). UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 62
Fig. 45 toegestane spuitdruk voor de gemonteerde spuitdoppen op. Voor de waarde voor de maximale en minimale toegestane spuitdruk in voor de gemonteerde spuitdoppen. → Tijdens het spuiten klinkt een waarschuwingssignaal wanneer de toegestane spuitdruk afwijkt. UF 01 SB 238. 07.04...
→ De rechteraanslag is vastgelegd. 5. Naar links laten neigen. Hiervoor het functiekader zolang bedienen, tot de linker afstandhouder net de grond raakt. 6. Linker aanslag vastleggen. Hiervoor bedien het functiekader → De linker aanslag is vastgelegd. UF 01 SB 238. 07.04...
[l] moeten de dorstroommeter en retourstroommeter minstens een keer per jaar op elkaar worden afgestemd. De retourstroommeter op de doorstroommeter afstemmen: na berekening van de ijkwaarde "Impulsen per liter" van de doorstroommeter. na demontage van de retourstroommeter. UF 01 SB 238. 07.04...
1. Roep in het functiekader de invoer "Impulsen voor doorstroommeter 1 invoeren" op. 2. Voer het ijkgetal "Impulsen per liter" in. Zie hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en cijfers", bladzijde 58. 3. Roep het functiekader Fig. 48 UF 01 SB 238. 07.04...
3. Toets indrukken en het afstemmen van de retourstroommeter is beëindigd. → De berekent automatisch de ijkwaarde voor "Impulsen DFM 2", geeft de waarde aan en slaat de ijkwaarde in het geheugen op. Fig. 51 UF 01 SB 238. 07.04...
• de toerentalbewaking niet nodig is. Zie hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en cijfers", bladzijde 58. 3. Bedien het functiekader 4. Alarmgrens van de toerentalbewaking invoeren. Zie hiervoor hfdst. "Alarmgrens Fig. 53 voor aftakastoerental opslaan", bladzijde UF 01 SB 238. 07.04...
• de toerentalbewaking niet nodig is. Fig. 56 Zie hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en cijfers", bladzijde 58. 5. Bedien het functiekader Met het functiekader kunt de namen van de gekozen tractoren veranderen. Advies! UF 01 SB 238. 07.04...
2 Imp./omw.. Zie hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en cijfers", bladzijde 58. 5. Bedien het functiekader Fig. 58 Met het functiekader kunt de namen van de gekozen tractoren veranderen. Advies! UF 01 SB 238. 07.04...
U moet de calibratiewaarde "Impulsen per 100m" voor de heersende bedrijfsomstandigheden op het veld vaststellen. Spuit u met ingeschakelde voorwielaandrijving, dan moet de calibratierit ook met ingeschakelde voorwielaandrijving worden uitgevoerd. UF 01 SB 238. 07.04...
→ Het display toont doorlopend de ontvangen impulsen. 5. Exact op het eindpunt stoppen. 6. Toets indrukken en het calibreren is beëindigd. → De berekent met het aantal ontvangen impulsen automatisch het calibratiegetal "Impulsen per 100m" (hier 13005 Imp/100m). Fig. 62 UF 01 SB 238. 07.04...
4. Bedien het functiekader → Tijdens het spuiten zijn de met "uit" aangegeven secties permanent uitgeschakeld. Fig. 64 U moet de permanent uitgeschakelde secties weer activeren, wanneer u met deze secties wilt spuiten! Advies! UF 01 SB 238. 07.04...
U kunt iedere gewenste sectie met de toets in of uitschakelen, wanneer u de horizontale balk (Fig. 65/1) met de toetsen naar de sectie verschuift. Fig. 65 UF 01 SB 238. 07.04...
(hier 1352 liter). → Met het actuele niveau berekent de de resterende afstand, die met de nieuwe tankvulling kan worden gespoten. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 76
6. Het functiekader bedienen, om de waarde voor het actuele peil in de spuittank in de in te voeren. → Met het actuele niveau berekent de de resterende afstand, die met de nieuwe tankvulling kan worden gespoten. UF 01 SB 238. 07.04...
78. • Roep met het functieveld submenu basisgegevens van de machine op. Zie hiervoor hfdst. "Basisgegevens van de machine invoeren", bladzijde 79. • Roep met het functiekader Terminal-Setup op. Zie hiervoor hfdst. "Terminal-Setup", bladzijde 83. UF 01 SB 238. 07.04...
→ In het werkmenu verschijnt het geinverteerde snelheidssymbool U moet de opgegeven rijsnelheid Fig. 70 (bijv. 8,0 km/u) tijdens het spuiten nauwkeurig aanhouden omdat de regeling van de afgifte is afgestemd Belangrijk! op de ingevoerde rijsnelheid. UF 01 SB 238. 07.04...
Fig. 72 hfdst. "Spuitdoppen per sectie invoeren", bladzijde 83. 8. Met het functiekader kiest u het aantal aanwezige doorstroommeters. → Op het display verschijnt het cijfer "1" (1 doorstroommeter) of "2" (1 doorstroommeter en 1 retourstroommeter). UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 80
12. Met het functiekader "comfortpakket" in – en uitschakelen. 13. Met het functiekader de "besturing van meervoudige doppen" in- en uitschakelen. 14. Met het functiekader de extra toebehoor "Distance Control" in- en uitschakelen. Fig. 74 UF 01 SB 238. 07.04...
2. Druk op de toets → Naast de gekozen manier van in en uitklappen verschijnt een haakje (Fig. 76/1). 3. Bedien het functiekader , om de gekozen spuitboombediening in de op te slaan. Fig. 76 UF 01 SB 238. 07.04...
Fig. 78 4.9.8.2.5 Spuitdoppen per sectie invoeren De nummering van de spuitboomsecties gaat in rijrichting gezien van buitenzijde links naar buitenzijde rechts. Zie Fig. 79. Advies! Fig. 79 UF 01 SB 238. 07.04...
• de opgeslagen gegevens met het Fig. 82 functiekader wissen. Zie hiervoor hfdst. "Menu Setup", bladzijde 78. • de taal voor de gebruiker met het functiekader UF 01 SB 238. 07.04...
(witte spuitkegel) • Sectie uitgeschakeld (geen spuitkegel doch afbeelding van de dop) Wanneer u tijdens het spuiten de afgifte verandert met de toetsen , geeft dit symbool de gekozen afwijking van de ingestelde afgifte aan. UF 01 SB 238. 07.04...
De handbediening is niet bedoeld voor het spuiten, doch alleen voor servicewerkzaamheden en tijdens het reinigen. Met het functiekader wordt de functie automatisch of handbediening ingesteld Fig. 85 Fig. 86 UF 01 SB 238. 07.04...
Belangrijk! gerealiseerd. Alle instellingen aan de veldspuit goed doordacht uitvoeren. Een gelijkmatige dwarsverdeling van de spuitdoppen kan alleen worden bereikt bij ontgrendelde balancering Advies! en wanneer de sluitboomsegmenten symmetrisch zijn uitgeklapt. UF 01 SB 238. 07.04...
Door de kunststof klauwen (Fig. 103/1) kunnen de topeinden om de scharnieras (Fig. 103/2) in en tegen de rijrichting draaien en keren automatisch in de werkstand terug. Fig. 103 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 96
1 enkelwerkend regelventiel voor de hoogteverstelling. 1 dubbelwerkend regelventiel voor het in- en uitklappen van de bomen. Kogelkraan sluiten, voordat de snelkoppeling van de hoogteverstelling op de trekker wordt aan- of losgekoppeld! Belangrijk! Fig. 104 UF 01 SB 238. 07.04...
3. Blokkeerkraan sluiten voor de hydraulische hoogteverstelling. → Hierdoor wordt de hoogteverstelling geblokkeerd en wordt voorkomen, dat de transportbeveiliging (Fig. 106/1) onverwacht ontgrendelt. Fig. 106 Fig. 106 toont de vergrendelde transportbeveiliging UF 01 SB 238. 07.04...
De betreffende hydrauliekcilinders blokkeren de spuitboom in de werkstand. 4. De spuithoogte van de spuitboom met de hoogteverstelling instellen. 5. Blokkeerkraan sluiten voor de hydraulische hoogteverstelling. → Hierdoor wordt de hoogteverstelling geblokkeerd en de ingestelde spuithoogte gefixeerd. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 99
Bij vergrendelde Advies! balanscorrectie verschijnt op het display van de een gesloten slot. Zie hiervoor hoofdstuk "Balanscorrectie ontgrendelen en vergrendelen", bladzijde 100. 5. Vergrendel de transportbeveiliging. Zie hiervoor hoofdstuk "Transportbeveiliging vergrendelen", bladzijde 97. UF 01 SB 238. 07.04...
De beschermkap van de balanscorrectie is hier voor een betere demonstratie weggenomen. Fig. 107 Bij ontgrendelde balanscorrectie verschijnt op het display van de symbool met geopend slot (Fig. 108/1). Fig. 108 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 101
Het balanceersysteem is vergrendeld (Fig. 109/1), wanneer op het display van de het symbool met Advies! gesloten slot (Fig. 110/1) verschijnt. Fig. 109 Bij vergrendeld balanceersysteem verschijnt op het display het symbool met gesloten slot (Fig. 110/1). Fig. 110 UF 01 SB 238. 07.04...
4. De secties van de linker spuitboomhelft uitschakelen. 5. Rij tijdens het spuiten aanmerkelijk langzamer. 6. Ontgrendel de automatische transportbeveiliging eerst, voordat u de linker boomhelft weert uitvouwt. Zie hiervoor hoofdstuk "Transportbeveiliging ontgrendelen", bladzijde 97. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 103
7. Ontgrendel de automatische transportbeveiliging eerst, voordat u de rechter boomhelft weer uitvouwt. Zie hiervoor hoofdstuk "Transportbeveiliging ontgrendelen", bladzijde 97. De rechter, eenzijdig opgevouwen spuitboomsegment eerst weer uitvouwen, voordat u beide spuitboomhelften weer volledig tot een spuitboompakket tezamen vouwt. Belangrijk! UF 01 SB 238. 07.04...
Fig. 111 Wanneer de werksnelheid voor het in- en uitvouwen van de boomsegmenten moet worden veranderd, altijd alle 3 drossels (Fig. 111/1 en Fig. 111/3) op dezelfde wijze verstellen. Belangrijk! Fig. 112 UF 01 SB 238. 07.04...
1. Bouten (Fig. 113/2) van de bevestigingsstrip (Fig. 113/3) losdraaien. Door de kunststof klauw (Fig. 113/4) in het sleufgat van de bevestigingsstrip te verschuiven kan het topeinde worden uitgericht. 2. Topeinde uit richten. 3. Bouten (Fig. 113/2) aandraaien. Fig. 113 Fig. 114 UF 01 SB 238. 07.04...
(5) Zwaai-arm. (6) Trekveren voor de parallelle geleiding van de boom. (7) Schokbreker. (8) Automatische transportborging; vergrendelt de ingeklapte spuitboom automatisch wanneer deze in transportstand zakt. Fig. 115 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 107
Door de kunststof klauwen (Fig. 116/1) kunnen de topeinden om de scharnieras (Fig. 116/2) in en tegen de rijrichting draaien en keren automatisch in de werkstand terug. Fig. 116 UF 01 SB 238. 07.04...
(tegenovergesteld aan fabrieksinstelling) voor tractoren met • Closed-Center-hydraulisch systeem (constant druk systeem, op druk geregelde plunjerpomp, o.a. John Deere). • Load-Sensing-hydraulisch systeem (op druk en volume geregelde verstelbare plunjerpomp) aangesloten op de Load-Sensing-stuurleiding. Fig. 118 UF 01 SB 238. 07.04...
30 cm). → De transportbeveiliging vergrendelt de spuitboom in transportstand en voorkomt dat het samengevouwen spuitboompakket onverwachts uitklapt. Fig. 120 toont de vergrendelde transportbeveiliging Fig. 120 UF 01 SB 238. 07.04...
→ In het werkmenu verschijnt het symbool van een geopend slot (Fig. 121/1). De uitgeklapte spuitboom kan ten opzichte van het ophangframe vrij pendelen. Fig. 121 Fig. 122 toont het ontgrendelde balanceersysteem. Fig. 122 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 111
→ In het werkmenu verschijnt het symbool van de gesloten slot (Fig. 123/1). Is het balanceersysteem vergrendelt, dan kan de spuitboom niet meer vrij pendelen ten opzichte van het ophangframe. Fig. 123 Fig. 124 toont de vergrendelde balanceersysteem. Fig. 124 UF 01 SB 238. 07.04...
→ De balanceersysteem vergrendeld. 4. Bedien het functiekader zo lang tot de afzonderlijke segmenten van de beide boomhelften volledig zijn ingevouwen. 5. Vergrendel de transportbeveiliging. Zie hiervoor hoofdstuk "Transportbeveiliging vergrendelen of ontgrendelen", bladzijde 109. UF 01 SB 238. 07.04...
"Balanscorrectie calibreren", bladzijde 63. Belangrijk! Voer het calibreren van de balancering uit wanneer u de machine voor de eerste keer in bedrijfstelt. bij afwijking van de weergegeven positie op het display en de werkelijke positie van de spuitboom. UF 01 SB 238. 07.04...
→ In het werkmenu geeft het symbool voor de balanscorrectie (Fig. 128/1) de gespiegelde stand de spuitboom aan. Nu staat de rechterkant van de spuitboom omhoog. Fig. 128 UF 01 SB 238. 07.04...
5. De spuithoogte van de spuitboom zo instellen, dat de spuitboom zich minstens op 1 meter afstand boven de grond bevindt. 6. Schakel de secties van de ineengevouwen spuitboomdelen uit. 7. Rij tijdens het spuiten aanmerkelijk langzamer. UF 01 SB 238. 07.04...
(de drossel zit op de linker hydrauliekcilinder van de hoogteverstelling). (5) Hydrauliekaansluiting - hellingcorrectie (de drossels zijn op de cilinder van de hellingcorrectie gemonteerd). (6) Drossel - linker spuitboomhelft inklappen. (7) Drossel - linker spuitboomhelft uitklappen. Fig. 129 UF 01 SB 238. 07.04...
(4) over de vanghaken, zodat de secties niet onverwacht kunnen opengaan. (4) Opvangsleuven. (5) Ver- en ontgrendelbare balanscorrectie. Der balanceersysteem is onderhoudsvrij en zorgt voor een rustige beweging van de spuitboom. (6) Afstandhouder. Fig. 130 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 118
Door de kunststof klauwen (Fig. 131/1) kunnen de topeinden om de scharnieras (Fig. 131/2) in en tegen de rijrichting draaien en keren automatisch in de werkstand terug. Fig. 131 UF 01 SB 238. 07.04...
→ De transportbeveiliging vergrendelt de spuitboom in de transportstand. Fig. 135 toont de vergrendelde spuitboom Fig. 135 Zet de spuitboom met de balanscorrectie recht, wanneer de vanghaken (Fig. 135/1) niet in de vangbeugels (Fig. 135/2) zakken. Advies! UF 01 SB 238. 07.04...
Fig. 136 Balanceersysteem vergrendelen 1. Bedien het functiekader en het balanceersysteem is vergrendeld. → In het werkmenu verschijnt een symbool met een dicht slot (Fig. 137/1) wanneer het balanceersysteem vergrendeld is. Fig. 137 UF 01 SB 238. 07.04...
→ De spuitboom is nu in werkstand. Profi-bediening "0, I, II, III" 3. Bedien het functiekader → De balanceersysteem ontgrendelt. 4. Stel de spuithoogte volgens spuitabel in – door bedienen van functiekader UF 01 SB 238. 07.04...
Profi-bediening "0, I, II, III" 4. Bedien het functiekader net zolang, tot de transportbeveiliging de spuitboom in transportstand heeft vergrendeld. → De vanghaak glijdt in de opvangbeugel de transportbeveiliging vergrendelt de spuitboom in transportstand. UF 01 SB 238. 07.04...
Opbouw en werking 4.10.3.5 Spuithoogte instellen 1. Bedien het functiekader zolang tot de hydraulische hoogteverstelling (Fig. 138/1) de spuitboom op de gewenste hoogte heeft ingesteld. Fig. 138 UF 01 SB 238. 07.04...
→ In het werkmenu geeft het symbool voor de balanscorrectie (Fig. 140/1) de gekozen helling van de spuitboom aan. Hier staat linkerkant van de spuitboom omhoog. Fig. 140 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 126
→ In het werkmenu geeft het symbool voor de balanscorrectie (Fig. 142/1) de gespiegelde stand de spuitboom aan. Nu staat de rechterkant van de spuitboom omhoog. Fig. 142 UF 01 SB 238. 07.04...
4. Zet de spuitboom met de balanscorrectie evenwijdig aan de grond. 5. Stel de spuithoogte zodanig in, dat de spuitboom ongeveer 1 m boven de grond staat. 5. Schakel de secties van de ineengevouwen spuitboomdelen uit. 6. Rij tijdens het spuiten aanmerkelijk langzamer. UF 01 SB 238. 07.04...
2. Zet de spuitboom horizontaal voordat u de spuitboom inklapt. De markeringsstrepen (Fig. 143/1) op de hydrauliekcilinders (Fig. 143/2) dienen als oriëntatie bij het richten van de spuitboom in de horizontale stand. Fig. 143/... (1) Markeringstrepen op de hydrauliekcilinder. Fig. 143 UF 01 SB 238. 07.04...
(3) Hydrauliekaansluiting - hellingcorrectie (de drossels zijn op de cilinder van de hellingcorrectie gemonteerd). (4) Drossel - rechten en linken spuitboomhelften uitklappen. (5) Drossel - rechten en linken spuitboomhelften inklappen. Fig. 144 UF 01 SB 238. 07.04...
23 meter. Spuitleiding Q-plus-spuitbomen met enkele of meervoudige spuitdoppen Werkbreedte 12,5 Aantal secties Aantal spuitdoppen per sectie 5-4-6-4-5 5-5-5-5-5 6-6-6-6-6 Resthoeveelheid • te verdunnen • niet te verdunnen • totaal 10,5 Gewicht [kg] UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 133
Opbouw en werking Spuitleiding Super-S-spuitboom met enkele of meervoudige spuitdoppen UF 01 SB 238. 07.04...
De drielingdophouder is uitgeschakeld in de tussenstanden. Hiermee kan de werkbreedte van de spuitboom worden gereduceerd. Reinig de spuitleidingen met reinigingswater, voordat u de drielingdophouder naar een ander type spuitdop verdraait. Belangrijk! Fig. 150 UF 01 SB 238. 07.04...
4916-80 ø 2,0 450 l AHL/ha, bestelnr.: 729 901 De doseerplaatjes kunnen als volgt met de doppen worden gecombineerd Type spuitdop Doseerplaatje nr. 4916-39 4916-45 4916-55 4916-63 4916-72 4916-80 5-gaats dop-zwart 5-gaats dop-grijs 8-gaats dop UF 01 SB 238. 07.04...
4. VARIO-schakeling-zuigzijde in de stand "zuigslang". Is de spuittank vol: 5. De zuigslang uit het water trekken zodat de pomp de slang geheel leeg kan zuigen. 6. VARIO-schakeling-zuigzijde in positie "spuiten". 7. Aftakas uitschakelen. 8. Zuigslang afkoppelen. Fig. 155 UF 01 SB 238. 07.04...
Achterlichten links en rechts, reflecterende driehoeken, nummerplaatverlichting en aansluitkabel. • Breedteverlichting voor, bestelnr.: 917 649 (alleen noodzakelijk voor Q-spuitboom) bestaat uit: Reflecterende borden volgens DIN 11 030 met breedtelichten links en rechts en aansluitkabel Fig. 156 UF 01 SB 238. 07.04...
10 - 15 meter gelegd, zo dat een duidelijke oriëntatielijn herkenbaar is. De schuimvlokken lossen in de loop van de tijd op zonder restanten achter te laten. Fig. 157 Fig. 158/ ... (1) Tank (2) Compressor (3) Montagesteun (4) Instelbout Fig. 158 UF 01 SB 238. 07.04...
Wasinrichting voor buitenkant bestelnr.: 928028 Wasinrichting voor het reinigen van de buitenkant van de veldspuiten inclusief slanghaspel (Fig. 161/1), 20 m persslang (Fig. 161/2) en spuitlans (Fig. 161/3). werkdruk: 10 bar capaciteit: 18 l/min Fig. 161 UF 01 SB 238. 07.04...
Let er op, dat de veerbelaste vergrendeling (Fig. 162/4) in de gaten inhaakt en de wegzetsteunen in de betreffende eindpositie borgt. Waarschuwing! Opbergkist beschermende kleding Opbergkist beschermende kleding (Fig. 163/1), met een vak voor schone en vervuilde beschermde kleding. Fig. 163 UF 01 SB 238. 07.04...
Extra uitvoeringen Permanente reductie van de werkbreedte bij Super-S-spuitboom • Reductie van 24 m op 18 m werkbreedte, bestelnr.: 911814 • Reductie van 24 m op 12 m werkbreedte, bestelnr.: 914380 Zie hiervoor ook hoofdstuk "Spuitbomen". UF 01 SB 238. 07.04...
1. Roep met het functiekader de functie "balanscorrectie calibreren" op. → Het menu "Distance-Control" calibreren verschijnt. Fig. 164 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 146
40 cm van de grond. Fig. 165 5. Laat de spuitboomhelft weer los. 6. Breng de spuitboom met de hand weer in de horizontale positie. 7. Bedien het functiekader om het calibreren af te sluiten. UF 01 SB 238. 07.04...
Staat de DCS-keuzekraan in positie (Fig. 167/3), Fig. 167 dan is het drukcompensatiesysteem uitgeschakeld. Staat de DCS-keuzekraan in positie (Fig. 168/1), dan kan de vloeistof uit der veldspuit ontwijken. Fig. 168 UF 01 SB 238. 07.04...
De bedieningshendel van de hefinrichting vastzetten tijdens transport van de opgeheven machine over de weg, zodat deze niet onverwacht kan zakken. UF 01 SB 238. 07.04...
Afstand tussen midden van de achteras tot midden aansluitpunt van de trekstangen Afstand tussen midden aansluitpunt trekstang en zwaartepunt van de aanbouwmachine achter (afstand zwaartepunt) Zie bedieningshandleiding van de tractor / keuringsbrief Zie "Zwaartepunt afstanden", bladzijde 42 Opmeten UF 01 SB 238. 07.04...
(hoofdstuk 6.1.1.7). 6.1.1.6 Draagvermogen van de banden Noteer de dubbele waarde (voor twee banden) van het toegestane draagvermogen van de band ( zie documentatie van de banden fabrikant) in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.7). UF 01 SB 238. 07.04...
) het vereiste minimale ballastgewicht achter (G ) niet bereikt! H min Breng extra gewicht op de voor- of achterkant van de tractor, wanneer de asbelasting van de tractor alleen op een as wordt overschreden. UF 01 SB 238. 07.04...
Veilige afstand van minstens 10 mm aanhouden. 4. Voor aanpassen van de lengte van de koppelingsashelften, de assen in de kortste positie naast elkaar houden en aftekenen. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 154
9. Kettingen van de beschermpijpen zo bevestigen, dat de koppelingsas in alle werkstanden vrij kan bewegen. 10. Alleen met volledig beschermde aandrijving werken: Koppelingsas voorzien van complete beschermpijpen en -kappen voor trekker en machine. Fig. 170 UF 01 SB 238. 07.04...
2. De aansluitkabel voor de accu op de gewenste lengte inkorten. 3. De buitenmantel van de kabel op het uiteinde ca. 250 tot 300 mm los maken. 4. Van de draadeinden bij ieder 5 mm isolatie verwijderen. Fig. 172 UF 01 SB 238. 07.04...
3. De stekker van de verbindingskabel (Fig. 174/3) in de middelste 9-polige Sub-D-bus (Fig. 174/4) van de steken. Die seriële poort (Fig. 174/5) kan worden gebruikt om een GPS- terminal aan te sluiten. Advies! Fig. 174 UF 01 SB 238. 07.04...
25 mm 60 cm bedragen. 3. Bereken het aantal benodigde magneten Fig. 175 als volgt: Berekening: omtrek van het trekkerwiel [cm] = aantal magneten 60 cm Voorbeeld: 256 cm 4,27 = min. 5 magneten 60 cm UF 01 SB 238. 07.04...
(Fig. 177/2) aan de cardanas. 2. Bevestig de sensor (Fig. 177/3) met de universele houder (Fig. 177/4) tegenover de magneet aan het chassis van de tractor. 25mm 5 - 10mm Fig. 177 UF 01 SB 238. 07.04...
", bladzijde 52. De machinegegevns kunnen dan Advies! direct worden gekozen, handmatig worden ingevoerd met de invoerfunctie of door calibreren worden vastgesteld. Afhankelijk van het gekozen type spuitboom zijn specifieke functies per type spuitboom beschikbaar. UF 01 SB 238. 07.04...
De lengte van de koppelingsas bij de eerste montage aan uw tractor aanpassen. Belangrijk! 7. Beschermpijpen met kettingen tegen meedraaien borgen. Verlichting 8. De kabel van de elektrische wegverlichting aansluiten en de werking van de verlichting controleren. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 161
Belangrijk! 10. De machinestekker van de veldspuit met verbinden. 11. De inschakelen. 12. De opdrachtgegevens in de invoeren. Voer de opdrachtgegevens in de in, voordat u met de machine gaat werken. Belangrijk! UF 01 SB 238. 07.04...
2. De beide wegzetsteunen (Fig. 179/2) uittrekken en vastzetten. De veldspuit alleen met lege tanks en uitgetrokken en vastgezette wegzetsteunen op een vlakke, vaste ondergrond wegzetten of verrollen! Gevaar! Gevaar voor omkippen! 3. De aanbouwspuit wegzetten en afkoppelen. Fig. 179 UF 01 SB 238. 07.04...
(zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging"; bladzijde 202). Reinig de spuitleiding bij verwisselen van doppen. voor de montage van andere spuitdoppen. voor het verdraaien van de drielingdophouder naar een andere dop. Zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging", bladzijde 202. UF 01 SB 238. 07.04...
3. Spuittank voor de helft met water vullen. 4. Roersysteem inschakelen. 5. Berekende hoeveelheid spuitmiddel toevoegen. 6. Ontbrekende hoeveelheid water bijvullen. 7. Meng voor het spuiten de spuitvloeistof volgens voorschrift van de leverancier van de spuitmiddelen. UF 01 SB 238. 07.04...
Hoeveel ha kan met een tankvulling gespoten worden als de resthoeveelheid 20 liter bedraagt? Berekeningsformule en antwoord op vraag 1: benodigde hoeveelh. water [l] x concentratie [%] hoeveelheid middel [l of kg] (1000 – 200) [l] x 0,15 [%] 1,2 [l of. kg] UF 01 SB 238. 07.04...
1. Bereken de navulhoeveelheid met behulp van de vultabel. Voor het voorbeeld bedraagt de navulhoeveelheid 15 l. 2. Trek voor de berekende navulhoeveelheid de resthoeveelheid uit de spuitleiding af. Vereiste navulhoeveelheid: 15 l – 5,2 l = 9,8 l UF 01 SB 238. 07.04...
(2) Technische resthoeveelheid uit de spuittank aftappen (3) Technische resthoeveelheid uit armatuur, zuigslang, pomp en aanzuigfilter aftappen (4) Verdunnen met reinigingswater (H O) uit de schoonwatertank (5) De spuittank met de zuigslang vullen met water Fig. 182 UF 01 SB 238. 07.04...
Keuzekraan spuiten / spuittank snel leegmaken (1) Spuiten (2) Spuittank snel leegmaken met de pomp, bijv in een tankwagen Fig. 183 6.5.4 Keuzekraan spuiten / reinigen (1) Spuiten (2) Reinigen met reinigingswater (H O) uit de schoonwatertank Fig. 184 UF 01 SB 238. 07.04...
In bedrijfstellen 6.5.8 Reinigen van de veldspuit met gevulde tank Aanzuigfilter, pomp, drukregelaar en spuitleidingen schoonmaken met reinigingswater Fig. 193 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 177
In bedrijfstellen Aanzuigfilter, pomp en drukregelaar leegmaken Fig. 194 UF 01 SB 238. 07.04...
In bedrijfstellen 6.5.12 Spuittank vullen met de zuigslang op de zuigaansluiting aan de zuigzijde van de VARIO-schakeling Fig. 198 UF 01 SB 238. 07.04...
2. De spuittank en schoonwatertank altijd via de vulopening met de waterslang in "vrije val" vullen. 3. Volg de inhoud van de tank met de niveau-aanduiding. 4. De vulopening met de schroef- en opklapbaar deksel afsluiten. UF 01 SB 238. 07.04...
Pas grondig reinigen, als er voldoende schoonwater beschikbaar is, bijv. bij het aanmaken van de volgende tankvulling of bij het verdunnen van de restvloeistof bij de laatste spuittankvulling. UF 01 SB 238. 07.04...
"ringleiding". 10. Keuzekraan / vul-spoelinrichting leegzuigen / vulaansluiting voor spuittank (6) zolang in positie "vul-spoelinrichting leegzuigen" houden, tot de inhoud volledig is de vul- spoelinrichting is opgezogen. 11. Ontbrekende hoeveelheid water bijvullen. Fig. 203 UF 01 SB 238. 07.04...
"Maatregelen ter voorkoming van drift", bladzijde 194)! Een gelijkmatige dwarsverdeling is alleen mogelijk wanneer het balanceersysteem ongehinderd kan functioneren. Bij gemiddelde windsnelheden van meer dan 5 m/sec (>3 Bft.) niet meer spuiten (bladeren en takjes bewegen). UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 191
Bepalend hiervoor zijn de richtlijnen van de spuitmiddelen fabrikant. De spuittank is leeg, wanneer de druk plotseling duidelijk afneemt. Loopt de spuitdruk ongemerkt terug, dan duidt dit op een verstopt zuig- of persfilter. UF 01 SB 238. 07.04...
De spuittank op zijn laatst bij een minimaal niveau van 50 liter bijvullen. Aan het einde van het spuiten, bij een niveau van nog ca. 50 liter, de keuzekraan spuiten / reinigen in positie "Reinigen". het roersysteem uitschakelen. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 193
9. Voer de waarde van de "gewenste hoeveelheid" voor de vereiste afgifte in de in of controleer de opgeslagen waarde. 10. Aftakas inschakelen en pomp met bedrijfstoerental (bijv. 450 t/min) aandrijven. 11. Trekker in de gekozen versnelling zetten en wegrijden. 12. Spuitboom met de inschakelen. UF 01 SB 238. 07.04...
• Rijsnelheid verminderen (minder dan 8 km/uur). • Gebruik van anti-drift (AD) doppen of luchtinjectiedoppen (ID) (met groter aandeel grove druppels). • Rekening houden met spuitafstand van het betreffende middel. UF 01 SB 238. 07.04...
(2) een maatbeker of doseercilinder, (3) een stopwatch. Werkvolgorde: 6.9.1 Bereken de werkelijke afgifte [l/ha] De werkelijke afgifte [l/ha] kan worden berekend • door het afrijden van een meettraject. • stationaire controle over de dopopbrengst (afgifte per dop). UF 01 SB 238. 07.04...
Werkbreedte [m] c: Lengte van het meettraject [m] Voorbeeld: Waterverbruik a: 80 l Werkbreedte b: 20 m Lengte van het meettraject c: 100 m 80 [l] x 10 000 400 [l/ha] 20 [m] x 100 [m] UF 01 SB 238. 07.04...
1. Zoek in hoofdstuk "Spuittabellen" de spuittabel op bladzijde 219 2. In de kolom l/min de waarde 2,0 opzoeken. 3. Ga in deze regel naar links. Lees in het snijpunt met de kolom 8,0 km/uur de spuithoeveelheid 300 l/ha af. UF 01 SB 238. 07.04...
Wielsensor calibreren Calibreer de wielsensor (Impulsen per 100m) indien er afwijkingen tussen de werkelijke en aangegeven afgelegde weg worden vastgesteld. Zie hiervoor hoofdstuk "Impulsen per 100m", bladzijde Fehler! Textmarke nicht definiert.. Belangrijk! Impulsen per 100m UF 01 SB 238. 07.04...
3. Verspuit vervolgens de verdunde resterende hoeveelheid eveneens op een onbehandeld gedeelte van het perceel. 4. Verdun de resterende hoeveelheid in de spuittank opnieuw met 80 liter spoelwater. 5. Verspuit deze verdunde resthoeveelheid opnieuw op een onbehandeld gedeelte van het perceel. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 200
14. Schakel het roerwerk uit (7)., wanneer er nog slechts 50 liter in de spuittank zit. 15. Herhaal de stappen 3 tot 14 voor een tweede keer. Fig. 208 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 201
Fig. 209 Fig. 210: 18. Aanzuigzijde VARIO-schakeling (1) in de stand "aanzuigfilter leegmaken" en de technische resthoeveelheid uit de spuitleiding, het armatuur, de zuig- en persslang en de pomp in een geschikte opvangcontainer aftappen. Fig. 210 UF 01 SB 238. 07.04...
"spuiten" en de inhoud van de tank met spuitbomen verspuiten. 10. De technische resthoeveelheid aftappen (zie hiervoor hfdst. "Het verwijderen van de resthoeveelheid", bladzijde 199). 11. Reinig het aanzuigfilter. Zie hiervoor hfdst. "Aanzuigfilter schoonmaken", bladzijde 206. Fig. 211 UF 01 SB 238. 07.04...
Draai de keuzekraan (Fig. 214/2) in positie "Zuigaansluiting voor spuittank". Fig. 214 8. Verwijder de kap (Fig. 215/1) van de test- aansluiting aan de perszijde van de VARIO- schakeling (Fig. 213/6) of (Fig. 215/2). Fig. 215 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 205
Voor het in bedrijfstellen van zuigermembraanpompen bij temperaturen onder 0° C, deze pompen met de hand draaien Belangrijk! om te voorkomen dat ijsresten de zuigers en zuigermembranen beschadigen. De elektronische componenten vorstvrij bewaren! UF 01 SB 238. 07.04...
8. Aanzuigfilter in omgekeerde volgorde weer samenbouwen. Zorg dat de O-ring (Fig. 218/4) goed geplaatst is. Belangrijk! 9. VARIO-schakeling-zuigzijde in positie "spuiten". Zie hiervoor hoofdstuk "VARIO- schakeling-zuigzijde", bladzijde 170. 10. Aanzuigfilter op lekkage controleren. UF 01 SB 238. 07.04...
1. Veldspuiten afgifte meten en de dwarsvereling testen, eventueel versleten spuitdoppen vervangen Doorstroommeter en 1. Doorstroommeter calibreren retourstroommeter 2. Retourstroommeter afstellen Na aantal draaiuren Pomp 1. Alle 400 tot 450 draaiuren olie vervangen, doch minstens een keer per jaar UF 01 SB 238. 07.04...
4. Pomp op een vlakke ondergrond zetten. 5. Aandrijfas (Fig. 219/3) afwisselend naar rechts en links draaien en de verse olie langzaam bijvullen. Het oliepeil staat op de juiste stand, wanneer de olie bij de markering (Fig. 219/1) zichtbaar is. UF 01 SB 238. 07.04...
(zie hiervoor bladzijde 210). Mengsel van olie en water in de Membranen van de pomp defect. 1. Alle 6 zuigermembranen olievulpijp of duidelijk vervangen (zie hiervoor waarneembaar olieverbruik bladzijde 212). UF 01 SB 238. 07.04...
9. Nieuwe O-ringen (Fig. 220/10) monteren. 10. Zuig- (Fig. 220/3) en persaansluiting (Fig. 220/4) aan het pomphuis bevestigen en de spanbeugel (Fig. 220/2) weer monteren. 11. Bouten (Fig. 220/1) kruiselings met een draaimoment van 11 Nm aantrekken. UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 212
10. Nieuwe O-ringen (Fig. 222/9) monteren. 11. Zuig- (Fig. 222/10) en persaansluiting (Fig. 222/11) aan het pomphuis bevestigen en de spanbeugel (Fig. 222/12) weer monteren. 12. Bouten (Fig. 222/13) kruiselings met een draaimoment van 11 Nm aantrekken. UF 01 SB 238. 07.04...
Zorg er voor, dat het veerelement op de juiste wijze wordt gemonteerd. Het breedste gedeelte van de schuine kanten links en rechts van het huis van het veerelement (Fig. 223/10) wijzen in de richting van het profiel van de spuitboom. Belangrijk! UF 01 SB 238. 07.04...
1. Borghaak (Fig. 225/1) verwijderen en de kap (Fig. 225/2) van de testaansluiting trekken. 2. De perszijde van de VARIO-schakeling op de stand "buitenkant reinigingen met schoon water". 3. Schuif de opsteektule (Fig. 224/1) op de testaansluiting. Fig. 225 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 215
Testen van de manometer 1. Een spuitleiding bij een sectieklep (Fig. 226/1) los trekken. 2. De manometeraansluiting (Fig. 224/5) met behulp van de overgangstule op de aansluiting van de sectiekraan verbinden. 3. Testmanometer op de 1/4" binnendraad vastdraaien. UF 01 SB 238. 07.04...
Toegestane drukbereik voor verschillende typen spuitdoppen en dopmaat Type spuitdop Spuitdopmaat Toegestane drukbereik [bar] min. druk max. druk LU / XR-spuitdoppen ’015’ ’02’ ’0,3’ ’0,4’ tot ’0,8’ AD / DG / TT alle dopmaten alle dopmaten alle dopmaten Airmix-spuitdoppen alle dopmaten UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 217
Spuittabel Type spuitdop uitkiezen Fig. 227 UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 218
(1,7 l/min) voor het bepalen van de afgifte van de veldspuit aflezen. vereist type spuitdop: AI / ID noodzakelijke dopgrootte: ’05’ 2,3 bar vereiste spuitdruk: vereiste afgifte per dop voor bepalen van de afgifte van de veldspuit: 1,7 l/min UF 01 SB 238. 07.04...
Pagina 219
760 702 651 608 570 537 507 456 380 AI: 2 - 7 bar x 1,14 ID: 3 - 7 bar 780 720 669 624 585 551 520 468 390 x 0,88 800 739 686 640 600 565 533 480 400 Fig. 228 UF 01 SB 238. 07.04...