4.9.7.8
Spuittank met water vullen
Met niveaumelder
1. Roep de hiernaast afgebeelde niveau-
aanduiding op in het functiekader
het werkmenu of uit het menu
machinegegevens.
2. Bereken de exact bij te vullen hoeveelheid
water. Zie hiervoor hfdst. "Vullen met
water", bladzijde 184.
3. Stel de alarmgrens in voor de maximale bij
te vullen hoeveelheid spuitvloeistof in (hier
1801 liter).
→ Bij vullen van de spuittank klinkt een
waarschuwingssignaal wanneer het
ingevoerde maximale niveau is bereikt. De
controle van de bijgevulde hoeveelheid
spuitvloeistof voorkomt een onnodige
hoeveelheid restvloeistof, wanneer de
alarmgrens exact aan de berekende bij te
vullen hoeveelheid is aangepast.
4. Vul de spuittank door de vulopening met
water.
→ Tijdens het vullen wordt de bijgevulde
hoeveelheid water berekend en naast het
woord "bijgevuld" aangegeven (hier 355
liter).
5. Het bijvullen beëindigen wanneer het
waarschuwingssignaal klinkt.
6. Het functiekader
waarde voor het actuele peil in de spuittank
in de
1352 liter).
→ Met het actuele niveau berekent de
die met de nieuwe tankvulling kan worden
gespoten.
UF 01 SB 238. 07.04
, uit
bedienen, om de
in te voeren (hier
de resterende afstand,
Fig. 66
Opbouw en werking
75