4.9.7.3.4 Impulsen per aftakasomwenteling voor verschillende tractoren opslaan
1. Roep in het functiekader
"Tractor kiezen" op.
2. Positioneer de keuzepijl (Fig. 58/1) met
behulp van de toetsen
voor de gewenste tractor.
3. Roep met het functiekader
"Impulsen per aftakasomwenteling
invoeren" op.
4. Voer het aantal impulsen per omwenteling
van de aftakas in voor de gekozen tractor,
bijv. 2 Imp./omw.. Zie hiervoor hoofdstuk
"Invoer van tekst en cijfers", bladzijde 58.
5. Bedien het functiekader
Met het functiekader
namen van de gekozen tractoren
veranderen.
Advies!
UF 01 SB 238. 07.04
de invoer
Fig. 57
of
de invoer
1
.
Fig. 58
kunt de
Opbouw en werking
69