In bedrijfstellen
Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk
Belangrijk!
6.8.2.1
Foutmeldingen en akoestische alarmsignalen
Advies!
De vereiste afgifte niet wordt behaald.
Het toegestane bereik van de spuitdruk voor de gemonteerde spuitdoppen is overschreden
6.8.3
Maatregelen tegen drift
194
1. Spuitboom uitzetten.
2. Aftakas inschakelen.
3. De gewenste roerintensiteit instellen.
Wijkt deze roerintensiteit af van de roerintensiteit die tijdens het
spuiten moet worden gebruikt, dan de roerstand voor het spuiten
terugzetten!
Een foutmelding verschijnt op het display van de
en gelijktijdig klinkt een alarmsignaal,
wanneer
x
de vereiste, ingevoerde afgifte niet wordt bereikt.
x
buiten het toegestane bereik van de gemonteerde
spuitdoppen gespoten wordt.
Deze foutmeldingen verschijnen op het display van de
en gelijktijdig klinkt een alarmsignaal, wanneer
bij hogere rijsnelheid en lager pomptoerental de vereiste afgifte niet
wordt behaald.
Oplossing:
1. Rijsnelheid verlagen en pomptoerental verhogen tot de
foutmelding en het alarmsignaal ophouden.
Deze foutmelding verschijnt op het display van de
en gelijktijdig klinkt een alarmsignaal, wanneer
het toegestane spuitdrukbereik van de gemonteerde spuitdoppen
wordt overschreden.
Oplossing:
1. Verander de rijsnelheid, zodat u weer binnen het
voorgeschreven snelheidsbereik terugkeren, die voor deze
spuittoestand heeft vastgelegd.
•
Het spuiten naar de vroege morgen of naar de late avond
verleggen (in het algemeen waait het dan minder).
•
Grovere doppen en voor meer watergebruik kiezen.
•
Spuitdruk verlagen.
•
Boomhoogte nauwkeurig instellen, want met grotere afstand tot
de grond neemt het gevaar voor drift sterk toe.
•
Rijsnelheid verminderen (minder dan 8 km/uur).
•
Gebruik van anti-drift (AD) doppen of luchtinjectiedoppen (ID)
(met groter aandeel grove druppels).
•
Rekening houden met spuitafstand van het betreffende middel.
UF 01 SB 238. 07.04