Inhoudsopgave
Advertenties
In bedrijfstellen
6.8.1
Opdrachtgegevens in de
Belangrijk!
6.8.2
Uitbrengen van de spuitvloeistof
Belangrijk!
Belangrijk!
192
Voor het spuiten de opdrachtgegevens in de
invoeren. Zie hiervoor "Opdrachtmenu", bladzijde 60.
x
De veldspuit volgens voorschrift aan de tractor koppelen!
x
Verbindt de aansluitkabel van de machinecomputer met de
x
Controleer voor het spuiten de volgende machinegegevens
in de
machinegegevens", bladzijde 61):
x
de stappen in de afgifte.
x
de waarde voor het toegestane bereik van de spuitdruk
voor de gemonteerde spuitdoppen.
x
de waarde "Impulsen per 100m".
x
Voer de gegevens die betrekking hebben op een opdracht
correct in de
x
Neem de vereiste maatregelen, wanneer tijdens het spuiten
een foutmelding op het display van de
verschijnt en gelijktijdig een alarmsignaal klinkt. Zie
hiervoor hoofdstuk "Foutmelding en akoestische
alarmsignalen", bladzijde 194.
x
Controleer de aangegeven spuitdruk tijdens het spuiten.
Zorg er voor, dat de aangegeven spuitdruk in geen geval
meer dan r25% van de nagestreefde spuitdruk uit de
spuittabel afwijkt, bijv. bij verandering van de afgifte met de
plus / min toetsen. Grotere afwijkingen van de nagestreefde
spuitdruk veroorzaken geen optimaal resultaat van de
gewasbeschermingbehandeling en leiden tot
milieuverontreiniging.
Verlaag of verhoog de rijsnelheid net zo lang, tot weer
binnen het toegestane bereik van de nagestreefde spuitdruk
komt.
x
Spuit de spuittank nooit helemaal leeg (geldt niet voor het
einde van de bespuiting). De spuittank op zijn laatst bij een
minimaal niveau van 50 liter bijvullen.
x
Aan het einde van het spuiten, bij een niveau van nog ca. 50
liter,
x
de keuzekraan spuiten / reinigen in positie "Reinigen".
x
het roersysteem uitschakelen.
invoeren
.
(zie hiervoor hoofdstuk "Menu
.
UF 01 SB 238. 07.04
Advertenties
Inhoudsopgave
