3.1
Gevarenzone
3.2
Plaats van de veiligheidssymbolen en overige bemerkingen
Veiligheidssymbolen
MD 095
MD 090
913071
Fig. 7
UF 01 SB 238. 07.04
Gevaarlijke zones bestaan:
•
tussen tractor en aanbouwspuit, vooral tijdens het aan- en
afkoppelen.
•
binnen het bereik van beweegbare delen.
•
door op de machine te klimmen.
•
in het zwenkbereik van de spuitboom.
•
in de spuittank door giftige dampen.
•
onder een geheven en niet beveiligde machine of machinedelen.
•
bij het uit- en inklappen van de spuitboom in de buurt van
hoogspanningsleidingen of door het aanraken ervan.
In deze bereiken zijn permanent aanwezige gevaren op onverwachts
optredende gevaren aanwezig. Veiligheidssymbolen geven de
gevaarlijke zones aan. Hier gelden speciale veiligheidsvoorschriften.
Zie hiervoor hfdst. "Algemene veiligheidsaanwijzingen", bladzijde 19.
De volgende afbeeldingen geven de plaatsen aan waar de
veiligheidssymbolen zijn aangebracht.
916864
MD 085
MD 103
MD 082
MD 089
Fig. 8
Productbeschrijving
916864
MD 089
MD 082
MD 078
37