Opbouw en werking
4.10.3.2 Transportbeveiliging vergrendelen en ontgrendelen
Transportbeveiliging ontgrendelen
1. Hef de spuitboom met de hoogteverstelling
op (functiekader
(Fig. 134/1) los zijn van de opvangbeugels
(Fig. 134/2).
→ De transportbeveiliging ontgrendelt de
spuitboom uit de transportstand.
Fig. 134 toont de ontgrendelde
spuitboom
Transportbeveiliging vergrendelen
1. Laat de spuitboom met de hoogteverstelling
volledig zakken (functiekader
vanghaken (Fig. 135/1) in de vangbeugels
(Fig. 135/2) steken.
→ De transportbeveiliging vergrendelt de
spuitboom in de transportstand.
Fig. 135 toont de vergrendelde
spuitboom
Zet de spuitboom met de
balanscorrectie recht, wanneer de
vanghaken (Fig. 135/1) niet in de
vangbeugels (Fig. 135/2) zakken.
Advies!
120
), tot de vanghaken
), tot de
Fig. 134
1
Fig. 135
2
1
2
UF 01 SB 238. 07.04