Inhoudsopgave
Advertenties
6.1.3.4
Montage - Sensor "X" (cardanas / wiel) voor berekening van de afgelegde weg en
rijsnelheid
Advies!
6.1.3.4.1 Montage aan tractor zonder vierwielaandrijving
1. Verdeel de magneten (Fig. 175/1)
gelijkmatig in een cirkel in de wielpan van
het voorwiel van de tractor.
2. Bevestig de magneten (Fig. 175/1) met
bouten (Fig. 175/2) uit antimagnetisch
materiaal (messing of roestvast staal).
x
Het aantal magneten wordt
bepaald door de afrolomtrek
van het tractorwiel.
x
De afgelegde weg tussen 2
Advies!
impulsen van de opvolgende
magneten mag niet meer dan
60 cm bedragen.
3. Bereken het aantal benodigde magneten
als volgt:
Berekening:
omtrek van het
trekkerwiel [cm]
60 cm
Voorbeeld:
256 cm
=
4,27
60 cm
UF 01 SB 238. 07.04
x
Is de elektronica van de tractor reeds uitgerust met een
eigen signalering van de rijsnelheid, dan kunnen de
snelheidsignalen "Impulsen per 100m" voor de
worden afgenomen.
Vervang dan de standaard sensor "X" (cardanas/wiel) door
een specifieke adapterkabel voor de tractor (extra
uitvoering).
x
Houd rekening met de volgende montage-eisen voor de
sensor "X":
x
De bevestigingsbout van de magneet moet gericht zijn
op de kop van de sensor.
x
De afstand tussen magneet en sensor moet 5 - 10 mm
bedragen.
x
De bewegingsrichting van de magneet moet haaks op
de sensor verlopen.
x
Magneten met de bijgeleverde roestvast stalen 4A
bouten op ijzer monteren.
x
De geverfde kant van de magneet moet zichtbaar zijn.
x
De kop van de sensor moet minstens 25 mm uit de
houder steken.
x
Installeer de sensorkabel zodanig, dat deze bij het
sturen niet in de knel komt.
Fig. 175
= aantal magneten
= min. 5 magneten
van de speciale stekkerdoos DIN 9684
5 - 10 mm
3
4
2
25 mm
1
In bedrijfstellen
157
Advertenties
Inhoudsopgave
