Inhoudsopgave
Advertenties
4.9.7
Menu machinegegevens
1. Roep met het functiekader
display "helling calibreren" op, zie hiervoor
hfdst. "Balanscorrectie calibreren", bladzijde
63.
2. Roep met het functiekader
display "Impulsen per liter berekenen /
invoeren" (DFM 1 en DFM 2) op, zie
hiervoor hoofdstuk "Impulsen per liter
berekenen – doorstroommeter of impulsen
per liter handmatig invoeren –
doorstroommeter", zie hiervoor hfdst.
"Impulsen per liter", bladzijde 65.
3. Roep met het functieveld
display "Gewenst aftakastoerental invoeren"
op, zie hiervoor hfdst. "Vereist
aftakastoerental", bladzijde 67.
4. Roep met het functiekader
display "Waarde impulsen per 100m"
invoeren op of automatisch calibreren, zie
hiervoor hfdst. "Impulsen per 100m",
bladzijde 72.
5. Met het functiekader
afzonderlijke secties permanent
uitschakelen. Het getoonde cijfer (Fig. 43/1)
informeert u over het aantal uitgeschakelde
secties (cijfer 0 = geen sectie
uitgeschakeld). Zie hiervoor hfdst. "Secties
permanent in- / uitschakelen", bladzijde 73.
6. Met het functiekader
functie "selecteren afzonderlijke secties" de
secties in of uitgeschakeld. Zie hiervoor
hfdst. "Verklaring van de functie "selecteren
van afzonderlijke secties", bladzijde 74.
→ Op het display verschijnt het woord "aan"
(functie ingeschakeld) of "uit" (functie
uitgeschakeld).
UF 01 SB 238. 07.04
In het menu machinegegevens moet u
•
voordat u de veldspuit voor de eerste keer in bedrijf stelt, de
specifieke machinegegevens of instelgegevens invoeren, kiezen
of door calibreren berekenen.
•
indien nodig de specifieke machinegegevens of instellingen
corrigeren, wanneer de spuit niet naar behoren werkt.
in het
in het
Fig. 42
in het
in het
kunt u de
worden met de
Fig. 43
Opbouw en werking
1
61
Advertenties
Inhoudsopgave
