Coupémodellen, Bestuurderskant
afgebeeld, passagierskant is
vergelijkbaar
Bij coupémodellen zitten de gordij-
nairbags voor de bestuurder, passa-
gier rechtsvoor en buitenste
passagiers op de tweede zitrij in het
dak boven de zijruiten.
Stoelen en veiligheidssystemen
WAARSCHUWING
Zit er iets tussen inzittende en
airbag, dan wordt de airbag
eventueel niet goed opgeblazen
of wordt het voorwerp tegen de
inzittende geduwd met zwaar of
dodelijk letsel als gevolg. Laat de
ruimte vrij waarin de airbag wordt
opgeblazen. Leg niets tussen de
inzittende en de airbag; bevestig
of leg niets op de stuurwielnaaf of
op of nabij de bekleding van
andere airbags.
Gebruik geen stoelaccessoires
die in de weg zitten wanneer de
zijairbag in de stoel wordt
opgeblazen.
Heeft de auto gordijnairbags,
zeker de lading op het dak dan
nooit door een touw of spanband
door de portier- of ruitopeningen
te laten lopen. Doet u dat wel,
dan wordt het opblazen van de
gordijnairbag verhinderd.
Wanneer moet een airbag
afgaan?
Frontairbags zijn ontworpen om af
te gaan bij zware frontale of
halffrontale aanrijdingen, voorname-
lijk om de kans op zwaar hoofd- en
borstletsel bij de bestuurder en
passagier rechtsvoor te vermin-
deren. Deze zijn echter ontworpen
om af te gaan wanneer de impact
een bepaalde drempelwaarde voor
de activering overschrijdt. De
drempelwaarden dienen om te
voorspellen of de airbags bij een
ongeval nog tijdig kunnen worden
opgeblazen om de inzittenden op
hun plaats te houden.
Of de frontairbags al dan niet
afgaan, hangt niet af van uw rijsnel-
heid. Dit hangt grotendeels af van
wat u raakt, de richting van de
impact en hoe snel uw auto
vertraagt.
3-19