3-16
Stoelen en veiligheidssystemen
Bij de frontairbag van de bestuurder
staat het woord AIRBAG midden op
het stuurwiel en bij de passagier
rechtsvoor op het instrumenten-
paneel.
Bij de zijairbags in de stoelen staat
het woord AIRBAG zijdelings op de
rugleuning, aan de kant van het
portier.
Bij de gordijnairbags staat het woord
AIRBAG op de hemel of de
bekleding.
Airbags zijn ontworpen als aanvul-
ling op de bescherming door de
veiligheidsgordels. Ofschoon
moderne airbags ook zijn ontworpen
om de kans op letsel door het
opblazen van de airbag te vermin-
deren, moeten alle airbags zeer snel
worden opgeblazen om hun werk
te doen.
Dit is het belangrijkste wat u over
het airbagsysteem moet weten:
WAARSCHUWING
U kunt bij een ongeval zwaar of
dodelijk letsel oplopen wanneer u
geen veiligheidsgordel draagt,
zelfs als airbags aanwezig zijn.
Airbags zijn ontworpen om samen
met de gordels te werken, maar
ze vormen geen vervanging van
de gordels. Bovendien zijn
airbags niet ontworpen om bij elk
ongeval af te gaan. Bij sommige
ongevallen wordt u alleen door de
gordel vastgehouden. Zie
Wanneer moet een airbag
afgaan? op pagina 3 19.
Het dragen van een gordel kan bij
een ongeval voorkomen dat u
tegen voorwerpen in het voertuig
stoot, of dat u naar buiten wordt
geslingerd. Airbags zijn aanvul-
lende veiligheidssystemen voor
WAARSCHUWING
de veiligheidsgordels. Iedereen in
het voertuig moet een veiligheids-
gordel op de juiste wijze dragen,
ongeacht of deze inzittende wel
of geen airbag heeft.
Omdat airbags zich met grote
kracht en in een oogwenk
opblazen, kan iedereen die zich
in de directe omgeving ervan
bevindt levensgevaarlijk letsel
oplopen. Ga niet onnodig dicht bij
een airbag zitten door op de rand
van de stoel plaats te nemen of
voorover te buigen. Veiligheids-
gordels helpen u op uw plaats te
houden vóór en tijdens een
ongeval. Draag altijd een veilig-
heidsgordel, zelfs met airbags. De
(Vervolg)
(Vervolg)
WAARSCHUWING
(Vervolg)