10-22
Verzorging van het voertuig
Remvloeistof
Het reservoir van de rem-/koppe-
lingshoofdcilinder is gevuld met
DOT 3-remvloeistof, zoals aange-
geven op de dop van het reservoir.
Zie Overzicht motorruimte op
pagina 10 5 voor de locatie van het
reservoir.
Er zijn slechts twee oorzaken
waardoor het vloeistofpeil in het
reservoir kan dalen:
Het vloeistofpeil daalt als gevolg
van normale slijtage van de
remvoering. Wanneer nieuwe
voeringen worden gemonteerd,
zal het vloeistofpeil weer stijgen.
Een vloeistoflek in het hydrau-
lisch rem-/koppelingssysteem
kan eveneens een laag vloeistof-
peil tot gevolg hebben. Repareer
het hydraulisch rem-/koppelings-
systeem. Bij lekkage zullen de
remmen en/of de koppeling
vroeg of laat immers niet goed
werken.
Vul geen rem-/koppelingsvloeistof
bij. De lekkage wordt niet hersteld
door het bijvullen. Indien vloeistof
wordt toegevoegd omdat de
voeringen zijn versleten, zal er te
veel vloeistof aanwezig zijn als
nieuwe remvoeringen worden
geplaatst. Pas nadat de werkzaam-
heden aan het hydraulisch remsys-
teem zijn voltooid, mag u zo nodig
rem-/koppelingsvloeistof bijvullen of
aftappen.
WAARSCHUWING
Als te veel remvloeistof wordt
toegevoegd, kan het op de motor
terechtkomen en verbranden,
indien de motor heet genoeg is.
Er bestaat dan verbrandingsge-
vaar voor uzelf en anderen en het
voertuig kan beschadigd raken.
Pas nadat de werkzaamheden
aan het hydraulisch rem-/koppe-
lingssysteem zijn voltooid, mag u
remvloeistof bijvullen.
Wanneer het lage rem-/koppelings-
vloeistofpeil wordt bereikt, gaat het
waarschuwingslampje voor de
remmen branden. Zie Waarschu-
wingslampje remsysteem op
pagina 5 17.