benzine met een octaangehalte van
98 RON of hoger gebruikt, moet de
motor worden nagekeken.
Benzineadditieven
Benzine moet detergentadditieven
bevatten die voorkomen dat er
bezinksel wordt gevormd in de
motor en het brandstofsysteem. Met
schone brandstofverstuivers en
inlaatkleppen werkt het emissiere-
gelsysteem goed. Sommige benzine
bevat niet voldoende additieven om
de brandstofverstuivers en inlaat-
kleppen schoon te houden. Om dit
gebrek aan detergent recht te
zetten, wordt aanbevolen dat u GM
Fuel System Treatment PLUS (GM
onderdeelnr. 88861011) aan de
bezinetank toevoegt telkens u de
olie vervangt of elke 15.000 km, wat
zich het eerste voordoet.
Benzines die zuurstofhoudende
verbindingen bevatten, zoals ether
en ethanol, zijn mogelijk beschik-
baar in uw buurt. Toch mag u geen
brandstof met meer dan 15%
ethanol, zoals E85 (85% ethanol) of
meer dan 15% MTBE (een ether)
gebruiken in auto's die niet
ontworpen zijn voor deze brand-
stoffen. Zie Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen op pagina 11 5
voor meer informatie.
Let op!: Deze auto is niet
gemaakt voor brandstof die
methanol bevat. Gebruik geen
brandstof die methanol bevat. Dit
kan metalen onderdelen in het
brandstofsysteem doen roesten
en ook kunststof en rubberen
onderdelen beschadigen. De
reparatiekosten hiervoor worden
niet gedekt door de voertuigga-
rantie.
Sommige benzines kunnen een
octaanverhogend additief bevatten
dat methylcyclopentadienyl manga-
nese tricarbonyl (MMT) wordt
genoemd. Vraag de pompbediende
of de brandstof MMT bevat. We
raden het gebruik van zulke
benzines af. Brandstoffen met MMT
kunnen de levensduur van de
bougies verkorten en de prestaties
Rijden en bedienen
van het benzinedampafzuigsysteem
nadelig beïnvloeden. Het storingsin-
dicatielampje kan gaan branden. Ga
in dit geval naar uw dealer voor een
nazicht.
De tank vullen
WAARSCHUWING
Brandstofdampen en brandstoffen
zijn sterk ontvlambaar en kunnen
bij brand zwaar of dodelijk letsel
veroorzaken.
Om letsels van uzelf en
anderen te vermijden, moet u
alle instructies in het tanksta-
tion lezen en volgen.
Zet de motor uit wanneer u
tankt.
Houd vonken, vlammen en
rookgerei uit de buurt van
brandstof.
Verlaat de tankzuil niet tijdens
het tanken.
9-43
(Vervolg)