9-38
Rijden en bedienen
Snelheid verhogen terwijl u cruise
control gebruikt
Als het cruise control-systeem al
geactiveerd is:
Druk het kartelwieltje omhoog
naar RES/+ en houdt dit daar
totdat de auto is geaccelereerd
naar de gewenste rijsnelheid;
laat vervolgens los.
Om de rijsnelheid in kleine
stapjes te verhogen, drukt u
het kartelwieltje kort even
omhoog naar RES/+ en laat u
weer los. Telkens u dit doet,
versnelt de auto met ongeveer
1,6 km/h (1 mph).
Snelheid verlagen terwijl u cruise
control gebruikt
Als het cruise control-systeem al
geactiveerd is:
Druk het kartelwieltje naar SET/-
en houd zo vast totdat de
gewenste lagere rijsnelheid is
bereikt; laat vervolgens los.
Om in kleinere stappen te
vertragen, drukt u het kartel-
wieltje kort even naar SET/-.
Telkens u dit doet, vertraagt de
auto met ongeveer 1,6 km/h
(1 mph).
Een ander voertuig inhalen
wanneer u cruise control gebruikt
Gebruik het gaspedaal om de
snelheid van de auto te verhogen.
Wanneer u uw voet van het gaspe-
daal neemt, vertraagt de auto tot de
eerder ingestelde cruise control-
snelheid.
Cruise control gebruiken op
hellingen
Of cruise control goed zal werken,
hangt af van de rijsnelheid en het
laadgewicht van de auto en het
hellingspercentage van hellingen.
Wanneer u steile hellingen oprijdt, is
het mogelijk dat u het gaspedaal
moet indrukken om de snelheid van
de auto te behouden. Wanneer u
bergaf rijdt, moet u mogelijk remmen
of naar een lagere versnelling terug-
schakelen om de rijsnelheid van de
auto te handhaven. Wanneer u
remt, wordt de cruise control uitge-
schakeld.
Cruise control beëindigen
Er zijn drie manieren om cruise
control te beëindigen:
Om cruise control uit te
schakelen, drukt u lichtjes op het
gas- of koppelingspedaal. Het
controlelampje op de instrumen-
tengroep gaat uit.
Druk op
op het stuur.
Om cruise control uit te zetten,
drukt u op
op het stuurwiel.
Snelheidsgeheugen wissen
De ingestelde cruise control-snel-
heid wordt uit het geheugen gewist
wanneer u op de
-knop drukt of
als het voertuig wordt uitge-
schakeld.